Eonflerütachtigduizend lait
Zondag, 2 Juni 1889.
33ste Jaargang. ITo. 2303.
BRANDS PUITDIE NST.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAG1£]*T, laan, D, 5.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
een groene BUS, waarin 5 kan raapolie.
een lam,
Jan Kogg-eveen WDz.
Berns. Hroone Gz.:
Roman van HERMANN HEIBERG.
1.)
Inleiding.
Binnenlandsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
SCHAGER
Alieisei Ni
COURANT.
Mrattfï-
pit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
njaTond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
pïTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ij£Oi"5iZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVER.TENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.1®
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Verloren op Woensdag 29 Mei j.1. uit een wagen rijdende van
:hagen naar Zijdewind,
Alsmede vermist uit een koppel gedreven wordende van de
ihagermarkt naar Heer Hugowaard,
met een touwtje om den hals en gemerkt met blauw op het
linkeroor.
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer
gemeente.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, maken bij deze
bekend, le dat bij de brandweer zijn benoemd
e. Tot Brandmeester bij de Blaauwe Spuit,
h. Tot 2e Commandeur over de werklieden Blaauwe Spuit,
2e dat op Vrijdag-, den 7en Juni a. s.,
des avonds teu 6 ure, op de Marktplaats alhier, proeven
zullen worden genomen met de BLAAUWE en ROODE
BRANDSPUITEN, en roepen daartoe op, alle Hoofdlieden en
overige spuitplichtigen wonende in de kom der gemeente,
Het was herfst.
In een eenvoudige, met ouderwetsche, bijna armoedig er uit
ziende menbelen voorziene woonkamer eener benedenwoning in
de Jodenstraat te Berlijn stond vroeg in den morgen een lange,
magere man en rekte zich uit. Hij had een glad geschoren
gelaat met een vuil witte, ziekelijke kleur en hij zag er bovendien
zoo terngstootend uit, dat reeds zijn voorkomen schrik kon
boezemen.
Hou met gierigheid en hebzucht vermengde trek van door-
traptheid stond duidelijk op zijn gelaat te lezen, en zijne groote,
P°re, bevende handen verscherpten den indruk, dat achter dit
«Irak gelaat list en berekening op de loer lagen. „Nu is dat
Meubel nog niet opgestaan mompelde de man met ongeduld,
«ek op zijn horloge en slofte naar de dicht gesloten, met
peren stangen voorziene vensters, om het daglicht binnen te
laten.
He woning bestond uit de bovengenoemde woonkamer, een
^araau ter linker zijde grenzende slaapkamer, een op de
Plaat uitkomende keuken en een zoogenaamd bovenkamertje,
P&aiop het dienstmeisje sliep, hetwelk de toornige uitroep van
^kijker zoo heette de man gegolden had.
He! Sta dan toch op!» schreeuwde Verrekijker onge-
35 ]iep naar de trap, die tot het meiden-kamertje voerde.
oeD er een nijdig, langgerekt: „nu ja! Ik kom al!" uit
juond der uit de slaap opgeschrikte dienstmaagd weerklonk,
0 ye man, terwijl hij met toornig hoofdschudden eenige
.keukentafel in wanorde staande voorwerpen bekeek, er
Lf^neer gij meent, dat gij tot aan den middag kunt slapen,
dan maar een anderen dienst. Wat?Zoo?
je Nu, dan kunt gij vandaag nog wel gaanHaast
1 Ij" ^atMaak het vuur aan en zet de koffie
bed/ moorden sloeg Verrekijker de keukendeur met luid
t0j{.'ÜI1 achter zich toe en begaf zich tot voltooiing van zijn
y naar zijn slaapkamer.
L^ijker was een der beruchtste en geslepenste zwende-
rvsin Berlijn. Hij deed geldzaken, bemiddelde het verkrijgen
0(3 ,^.en van hypotheken, disconteerde de wissels van
1adellijke heeren en officieren, nam ook orders aan voor
ist °0Pen en verkoopen van huizen en bouwterreinen, en
onde Steeds- in den .rug .te Hakken, door dat hij met be-
'et ie"sbaardige handigheid niet zich vergreep aan de straf-
aarlüu an n er fegen °P Het loopen, wanneer de zaak ge-
J* werd.
egenwoordig hield hem een geldzaak bezig, waarbij er
de eersten om op het Raadhuis present te zijn, des avonds ten
5Y2 ure, de overigen spuitplichtigen om voor
het Raadhuis aanwezig te zijn, des avonds ten 6 ure, allen
voorzien van hunne onderscheidingsteekenen, op verbeurte eener
boete van twee gulden voor ieder afwezige, welke boete
voor de Hoofdlieden wordt verdubbeld.
Schagen, 31 Mei 1889,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE PATER, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
Te Nieuwe Niedorp is Dinsdag-namiddag een knaapje,
oud 2Ys jaar, in het water gevallen, zonder dat het door iemand
werd opgemerkt. Toen de moeder eene poos daarna haar kind
zocht, zag zij zijn hoed op het water drijven. Oumiddelijk
werd nu naar het kind gevischt, dat dan ook weldra uit het
water werd opgehaald. Ofschoon alle pogingen om het leven
weder op te wekken, geruimen tijd werden aangewend, bleven
ze vruchteloos. De geneesheer kon ten slotte slechts den dood
constateeren.
Te Westwoud werd de jaarlijksche algemeene vergadering
van de centrale liberale kiesvereenigiug in het hoofdkiesdistrict
Enkhuizen gehouden.
Door den heer J. Zijp Kz., burgemeester van Abbekerk, werd
eene gedachtenwisseling over de door de heeren Goeman Borgesius
c.s. ingediende wetsvoorstellen tot belastinghervorming ingeleid.
sprake was van een aanzienlijke winst. Heden zou het beslist
worden, of de terreinverkoop in het oosten van Berlijn afge
sloten zou worden. De kooper was een rijk geworden bakker,
wien een groote erfenis was ten deel gevallen, en die nu, door
zijn rijkdom geprikkeld, zijn vermogen spoedig en met weinig
moeite nog vermeerderen wilde. De betaling zou in klinkende
munt geschieden en voor Verrekijker schoot hij den voor den
kooper onvoordeeligen koop een som van dertigduizend Mark
over De man had in de laatste jaren reeds eenhonderd
en vijftigduizend mark bijeengeschraapt. Zij lagen in pandbrieven,
goed geregeld, in zijn geldkast en vormden den korten inhoud
van zijn geluk en van zijn dagelijksch genot.
Van Silezie, waar Verrekijker graan-makelaar geweest was
en bij gelegenheid ook geldzaken had behandeld, was hij zes
jaar geleden naar Berlijn getrokken. Twintig duizend mark
had hij in een proces verloren, en dit zijn kapitaal
weder te veroveren en te vermeerderen, was sedert dien tijd
de eenige gedachte van den man geweest. Geld Geld Schrapen,
verdienen, bezitten, sparen, geen cent onnut uitgeven, in het
klein zoowel als in het groot leven op kosten van anderen en
elke geslepenheid in praktijk brengen, die bevordelijk kon zijn
aan zijn eenigste levensdoel„Geld bijeenschrapen» dat
alles hield van den vroegen morgen tot den laten avond zijn
brein gevangen.
Familie bezat hij niet. Vader en moeder waren gestorven
alleen in de wereld, andere hartstochten vreemd, alleen dien
ééne slaafs dienende, bezat hij ook geen vriend dan alleen het
geld. Maar dit verscheen hem ook in zijn droomen, vervolgde
hem bij zijn dagelijkscheu arbeid, liet hem bijna werktuigelijk
eten, drinken en andere levensgewoonten volgen. Een
honderd tachtigduizend mark Toenmaals, als hij naar Berlijn
was verhuisd, had hij zich voorgenomen, niet te rusten, tot
hij zulk een vermogen bijeengegaard had. Dan wilde hij op
houden met werken, zich rustig vestigen en zoo bij gelegen
heid eens een „goed, zeker» zaakje waarnemen, maar angst
vallig vermijden, het zoo moeielijk verworven kapitaal ook
maar in het minste in gevaar te brengen. Nu stond hij voor
het groote oogenblik Maar het is waar nu scheen die
som hem veel te gering toe. Hij moest ze verdubbelen Al
etende was de eetlust gekomen en toch toch eerst
hebbenNog zweefde de post in de luchtDertig
duizend mark in één slag Dat was me een vangst
Verrekijker liep onrustig heen en weder. Hij kon niet in
bed blijven. Altijd weder keek hij naar de klok, of het meisje
nog niet naar beneden kwam, stak een in den vestzak geborgen,
half opgerookte en afschuwelijk riekende sigaar van den vongen
avond aan en deed eenige halen, die hem kalmeerden.
Eindelijk verscheen de dienstmaagd, een vuil en ontevreden
er uitziend schepsel, en zette de koffiekan met toebehooren op
tafel.
Verrekijker ging zitten en nam, gelijk altijd, werktuigelijk
eenig voedsel. Eenmaal schrikte hij op uit zijne bezigheid.
Juist waren zijne gedachten bij de geldkast geweest, waarin
de pandbrieven rustten. Nu verscheen er een gezicht voor het
Besloten werd het volgende schrijven aan de Tweede Kamer te
richten
„De centrale liberale kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict
Enkhuizen nam in hare vergadering van afgevaardigden van den
24<sten Mei 1889 met ingenomenheid kennis van de bij u inge
diende wetsvoorstellen door den hh. Goeman Borgesius c.s.,
waarin zij het streven naar billijker verdeeling van lasten ten
hoogste waardeert, ofschoon zij het betreurt, dat nog niet een
zevende ontwerp daaraan is toegevoegd, nl. een wetsvoorstel tot
belastingheffing van goederen in de doode hand, opdat de op
brengst dier belasting kan strekken om langzamerhand te komen
tot de volledige afschaffing van de mutatierechten en andere
drukkende belastingen.
Te Utrecht heeft zich een werkman, die nog al misbruik
van sterken drank maakte en grootendeels ten gevolge daarvan,
reeds geruimen tijd zonder werk was, uit baloorigheid door ophan
ging van het leven beroofd.
Een gehuwd man te V-Gravenhage, rader van 4 kinderen,
kwam Donderdag dronken thuis en mishandelde zijne vrouw,
die hard moet werken om den kost te verdienen, daar hij geen
werk heeft. De woestaard gaf haar een pak slaag en nam daarbij
een pook om beter te kunnen raken. Toen werd de vrouw zóó
bang dat zij het raam opende, zich voorover boog, en moord
en hulp riep.
De onverlaat, daardoor nog meer in woede ontstoken, gaf
haar een schop, waardoor zij voorover uit het raam op straat
tuimelde. Door de politie werd het beklagenswaardige schepsel
per raderbaar naar het ziekenhuis vervoerd. Haar toestand is
bedenkelijk.
venster en keek scherp naar binnen Wie bespiedde
zijn doen wie wilde er iets van hem De hleeke doodkop
kwam in beweging. Het kopje ontviel biina s'mans hand.
AhDwaasheid Het was de naast hem wonende barbier, die
eens kwam kijken, of Verrekijker ook reeds was opgestaan en
gereed was om geschoren te worden. Werkelijk klopte de
buurman aan de deur, trad binnen, legde met een beleefd
goeden morgen, mijnheer Verrekijkerzijn gereedschap op
een oud tafeltje, dat bij het venster stond en begon zijn
arbeid.
„Reeds zoo vroeg op, mijnheer Verrekijker? Ik zag dat de
luiken waren opengeslagen zoo drukke zaken? Ja, altijd
even werkzaam, niet waar mijnheer Verrekijker?"
De aangesprokene schudde het hoofd, zette ook een hoogst
onverschillig gezicht, terwijl de ander hem inzeepte. Hij gai
nooit toe, dat hij het bijzonder druk had. Reeds dergelijke
vragen verontrustten hem, omdat hij zich in voortdurende zorg
over zijn geld bevond. Ook verhoogde de belasting, wanneer
men hein voor rijk hield. Voorzichtig! Voorzichtig!
„Lieve hemel, zaken?" bracht hij er nu tegen in. „El
lendige tijd. Men slaat er zich door! Verder niets!
Wat nieuws?"
De barbier, die met zijn breede borst en rooden baard er
als een dorpsherbergier uitzag, schudde het hoofd.
Nu verscheen het dienstmeisje, dat uitging om eenige bood
schappen te doen.
„Toch een aardig meisjezeide de barbier.
Verrekijker krulde de lippen, „'k Heb haar den dienst op
gezegd, een vuile, slordige deern; het is alles gespuis, wat men
zoo vindt. Gaat morgen weg
„Zoo zooKijk, kijk goê-morgen, mijnheer Verrekijker!"
„Goê-morgen
Toen de dienstmaagd in de kamer kwam, nam Verrekijker
zijn brieventasch ter hand, waarin een groote verzameling van
papier en brieven en gerechtelijke vonnissen, zich bevond, greep
zijn stok, wierp nog een laatsten blik op zijn geldkast en ver
liet het huis. Hij ging naar den raadhuiskelder in de
Koningstraat. Daar werden zaken geopend en afgesloten, en
geestrijke dranken waren goede bondgenooten, wanneer de in
zijn net gevangene nog aarzelde.
En de morgen verstreek en het reusachtige gewoel der lang
zaam ontwakende stad ging over in haast, onstuimigheid en
leven.
Aan den avond van dien dag keerde Verrekijker, vermoeid,
maar toch met schitterende oogen en in groote gejaagdheid in
zijn woning terug.
„Ga naar het slotplein, in den winkel van Benno van Donath,
en haal mij borstbonbonshier is geldEn haast u
nu wat,» beval Verrekijker het meisje en liet zich kuchend
in een stoel vallen.
De meid knikte, sloeg een doek om de schouders en ging
heen. Dit uitje kwam haar zeer gelegenmaar ook de man
kon nauwelijks afwachten tot de meid vertrokken was.