UfT DE PERS.
Wordt Vervolgd.
nog heel wat had kunnen misdoen.
Yoor het uiterlijk was hij een eenvoudig maar net gekleed
heertje, zonder bijzondere kenteekeuen. In een taschje dat hij
aan een riem om den hals droeg, bevonden zich een diamant
om glas te snijden en andere „benoodigdheden" om ruiten te
breken, liefst zonder geraas, alsmede de reeds genoemde
revolver.
Als een staaltje van bijgeloof diene het volgendeIn de
afgeloopen week is te Dubbeldam eene vrouw gestorven, van
wie het heette, dat zij betooverd was, of, om een nog meer
geijkten term te gebruiken, dat zij door „eene kwade hand"
was aangeraakt. Op aanraden van enkele personen, zou men den
„toovermeester" in Gorinchem gaan raadplegen. Men nam enkele
veeren uit het hoofdkussen van de patiente, die als „roosjes"
in elkaar gevlochten waren, als bewijsstuk mede. Daaruit be
sloot de toovenaar, dat men eigenlijk reeds te lang gewacht
had men het inwinnen van zijnen raad. Men moest de ziekte
een aftreksel van kruiden doen drinken, dan zou aan het licht
komen, door wie (nooit wien) zij betooverd was.
Het aantal gemoedsbezwaren is te Meppel wederom met
een vermeerderd. In de vorige week verscheen voor net kan
tongerecht aldaar de heer J. bijzonder onderwijzer te dier plaat
se, om als getuige in eene zaak op te treden. Toen hem op de
gebruikelijke wijze verzocht werd deu eed af te leggen, maakte
hij bezwaar, niet om te zweren, maar wel om daarbij de beide
vingers omhoog te stekenhij wenschte slechts éen vinger
daartoe te gebruiken, op grond, dat hij niet geloofde in twee,
maar in één God.
In de Groninger veenkoloniën bedraagt het schoolverzuim
tengevolge van veldarbeid thans weer 45 tot 55°/0Opmerkelijk
is, dat vele ouders uit den werkenden stand hunne kinderen
ter school zenden, omdat zij het het onderwijs beschouwen als
„het beste dat zij hunne kinderen kunnen medegeven", ter
wijl meer gegoede landbouwers hunne kinderen aan den veldar
beid plaatsen.
In Sloten (Fr.) is een kind door zonnesteek getroffen.
Het kind lijdt hevige pijnen, en volgens geneeskundige ver
klaring is zijn toestand zeer bedenkelijk.
Dezer dagen vervoegde zich ten huize van een logement
houder te Ootmarsum eene vrouw uit de gemeente Weerseloo
en vroeg naar den dokter, die aldaar tijdelijk gelogeerd is. Voor
hij den dokter ging roepen vroeg de logementhouder: „Is er
iemand bij u niet wel „Och mien heer, mien man is arg ziek,
betteren dut hie nich weer, maer wat read ie mie, sak den
dokter nou kommen loaten, of zal ik wachten tot hie dood is?"
Op de vraag wat ze dan nog met den dokter doen zou, volgde
het antwoord: „Jao mien heer, als mien man dood is, dan mot
hie toch kommen om zien liek te schouwen en dan zin 't maer
dubbele kosten."
Tegen varkensziekte
Zeker iemand, die altijd veel varkens hield, gaf dezen beesten,
als het warm werd 's morgens en 's avonds elk een gewonen
pijpekop vol gemalen zwavel in den bak en roerde die goed
door het eten heen. Hiermede hield hij vol tot September en
in 10 achtereenvolgende jaren kreeg hij de ziekte onder zijn
varkens niet, terwijl bij zijn buren dit niet het geval was.
Het volgende iaar echter was hij minder gelukkig, want toen
bleek zijn middel niet te helpen. Maar wat was er gebeurd
De man had een nieuwen knecht bekomen en dien de ver
zorging der varkens opgedragen. Die wijsneus nu dacht, dat
het niet noodig was om zwavel aan varkens te gevenhij deed
het ten minste op eigen gezag niet en dus zonder dat zijn
baas er iets van wist, maar nu ook brak de varkensziekte uit.
De baas, die eerst aan zijn onfeilbaar middel twijfelde, kwam
spoedig te weten hoe de vork in den steel zat. Den volgenden
zomer werd het middel opnieuw aangewend en opnieuw bleek
zijn deugdelijkheid tegen de gevreesde ziekte.
Schütz had zich na zijn laatste gezegde naar zijn schrijfta
fel gekeerd en deed, alsof hij niet eens meer op haar lette.
Maar daar Anna tegen zijne verwachting in aan hare woorden
niets meer toevoegde, en zich naar de deur wendde, zeide hij nu
„Dus gij wilt onder geenerlei omstandigheden mij ooit het
genoegen aandoen, in mijn gezelschap en dat mijner vrienden
te zijn
„Mijnheer SchützWanneer ik u niet hinder, eene
vraag," riep nu mejuffrouw Puls, de deur openende. Aan hare
ijverzuchtige en boosaardige oogen bespeurde men maar al te
goed het ware doel dezer stoornis,
„Wacht toch! Gij ziet toch wel, dat ik met deze juffrouw
het een en ander heb te bespreken," riep Schütz zoo nijdig
mogelijk en wierp een vernietigenden blik op de directrice.
Anna kromp ineen.
Heerschzuchtig, luimig en valsch, geleek deze man op een
roofdier, dat tot den sprong gereed is.
Zij gruwde er vanWanneer zij maar eerst het kantoor
verlaten had.
„Dus, mejuffrouw Anna Antwoord mij Ik heb het goed
met u voor. Gij weet, die daar5' hij wees in de richting
van de deur, die zooeven weder gesloten was, „blijft niet
lang meerdie betrekking is bepaald voor u, maar natuurlijk
natuurlijk
Hij bezat nog zooveel schaamte-gevoel, dat hij niet geheel
uitsprak, en Anna wist ook reeds genoeg, wat zij van zijne
beloften had te denken. Zij moest den geheelen dag mantels
aanpassen.
„Ik ben u zeer dankbaar, mijnheer Schütz, maar onder de
door u gemaakte voorwaarden moet ik er van afzien. Zelfs,
wanneer gij eerlijke bedoelingen koesterdet, ik meen slechts,
ik maak geen aanspraak op zulk een eer," zeide zij, toen
zij zijn hoogmoedig gelaat zag. Zij wilde er bijvoegen
„dan zou ik de aangeboden hand dankend afwijzen." Maar zij
hield deze laatste woorden in, boog het hoofd en begaf
zich naar de deur.
„Dat is dus uw laatste woord vroeg de man koel.
„Ja, mijnheer Schütz
„Gij zijt eene zottin. Ga
Hiermede was Anna Polzak ontslagen.
Licht is het te probeeren. De onkosten zijn gering en het succes
kan groot zijn.
't Verdient vooral ook aanbeveling om den varkens zint i- 'J
ligplaatsen te geven en ruime luchtige hokken. Nooit oo
mogen zich in de nabijheid der hokken ïottende ot anceie
stinkende zelfstandigheden bevinden, want ge kunt er op rekenen,
dat die oorzaak kunnen zijn voor het ontstaan der ziekte. Kein-
heid daarentegen nooit. Alles om en bij dc varkens moet zinue ij
zijn, niet het minst ook de troggen daarin mogen zich nooi
overblijfsels van het eten bevindeu, want die worden, o, zoo
gauw zuur en doen den eetlust van het varken verdwijnen.
Geef het zwijn, als 't kan, een schoon bad en anders spuit ïetn
in warme dagen maar eens goed nat, dat heeft het gaarne en
verfrischt hem zeer. Zorg er ook voor, dat het beest nooit ge
brek heeft aan schoon water, want liet houdt daarvan evenveel
als wij.
Men schrijft ons uit Veldwijk bij Erinelo:
Ik dacht, het zal u niet onaangenaam zijn, om aan de lezers
uwer courant iets te vertellen over onze stichting, waar ik sinds
Febr. 1886 toen het is geopend, als hoofd van het Obseratie-
gebouw werkzaam ben.
Toen bet geopend werd had het slechts een mannen— en een
vrouwenpaviljoen, keuken, waschhuis, enz. 2 Febr. kregen wij
reeds 2 patiënten; het bouwen is steeds doorgegaan, zoodat er
thans elf paviljoens totaal bezet zijn, en een groot Zwitsersch
gebouw, genaamd „Rustoord", alleen ingericht voor zenuwlijders.
Ons gesticht is voor krankzinnigen, en telt thans p.m. 220
patiënten; ik heb de 851ste patiënt ontvangen, waaruit gij kuut
zien dat er een massa hersteld onze stichting hebben verlaten,
sommigen er van weer zonder last in de familiekring konden
verkeeren. P.m. zijn er 40 oude, zwakke lijders door den dood
bezweken zijn.
Thans wordt er een tweede doktershuis, een predikantsbuis,
eeu slagerij en stoomwaschhuis gebouwd, welke gepasseerde week
(de machine er buiten) voor f 18,300.is aangenomen, zegge
alleen vergrooten van keuken en waschhuis f 18300.ik
denk dat er over een paar weken nog voor ongeveer f 60,000.
aan paviljoenen zal besteed wordenook werd een Nieuwe
Kerk gebouwd. Het bestuur heeft vergunning gevraagd en
gekregen het gesticht de helft te vergrooten.
't Is hier zeldzaam schoon in de natuur, en voor de zenuwen
gezond, door de vele dennenbosschen, waar wij reeds in wonen
en eiken dag doorwandelen, soms tot aan de zee.
Elk paviljoen heeft een vader en moeder, verplegers en ver
pleegsters; als gij ons eens met de patiënten aan tafel zaagt,
zoudt gij niet gelooven kunnen, dat gij in een krankzinnigen
gesticht waart. Wij hebben 3 klassen: 3e klasse per jaar f300.
2e kl. a. f 600.—, b. f 900.—, Ie kl. f 1200.—, f1600.—,
en ook f 2000.doch dat zijn uitzonderingen, f 1600.is
het hoogst. Mijn huis, voorzien met bekleede cellen, is obser
vatie voor half rustige en voor rustige, ook voor totaal
onrustige patiënten.
Het paviljoenstelsel vereischt veel personeel, er zijn er p.m.
60, behalve de vaders en moeders, en op de patiënten werkt
het uitnemend, dat bewijst de statistiek van herstelden. Meen
echter niet dat wij geen zieke patiënten ontvangen en hebben;
sommigen werden ons gebracht waarvan handen en voeten ver
zekerd zijn, doch als wij ze moeten op- of afhalen, doen wij
het bijna altijd alleen, zijn ze erg onrustig dan gaan wij met
ons tweeën. Ik heb het vorige jaar het genot gehad, een patiënt
naar Coblenz (Duitschland) te brengen, en twee weken later er
een nabij Coblenz (Aarweilen) af te halen.
Wij geraken aan ons werk hoewel het zeer moeieüjk is
aardig gewoon, en maken gedurig een reisje door geheel ons
landzie je vriend, men weet niet waar een mensch kan komen,
ongezocht is het mij bijna aangeboden, hoewel ik met vele een
vergelijkend examen heb ondergaanSchagen en omstreken
echter trekt mij altijd aan, als mijn vorige woon— en werkkring,
onder welke ik mij altijd met plezier bewogen heb."
Overdreven, en daarom zonder invloed. Het socialisten
blad „Recht voor allen" was ook in de laatste week weer ge
ducht aan het doorslaan. Niet altijd «vijzen wij daarop. Dat
wordt vervelend. Maar nu en dan een enkel staaltje kan goed
doen. Zoo zegt het blad, dat de Shah van Perzië, die ons land
bezocht, eigenlijk niets anders is dan een „volksmoordenaar."
En van de burgemeesters van de hoofd- en de hofsti d, die
hem ontvingen, heet het, dat zij met hem „samenrotten."
Naar aanleiding van strafbepalingen voor spoorwegbeambten
vindt men in het blad een allerzonderlingst stuk. Natuurlijk
deugt bij „Recht voor allen" van al die bepalingen bijna niets.
Wordt een beambte gestraft wegens misbruik van sterken drank,
wel neen, dat is in 'toog van „Recht voor allen" niet strafbaar;
de directie moest liever hooger loon geven. Wordt een ander
gestraft wegens oneerlijkheid, ook dat is verkeerd; „want de
directie zelve maakt haar bedienden tot dieven." Ja, beloopt
iemand straf, omdat bij gevaar voor een trein doet 'ontstaan,
dan is dat het alleronredelijkste, wat men zich denken kan
immers let op die reden de arme wisselwachters, die zoo
weinig loon ontvangen, laten niet „voor hun vermaak" een
trein ontsporen.
Nu, wat zegt gij Mij dunkt, het ijveren voor loonsver-
hooging van beambten, die dit waardig zijn, is opperbest. Maar
als het gebeurt op de manier vau „Recht voor allen", door
afschaffing van straf te eischen voor hoogst gevaarlijke misdaden
gooit men zijn eigen glazen in. Dat is een ijver zonder verstand
naast een schelden op alle hooger geplaatsten, dat tot niets
goeds leidt. {Nieuw Leven.)
W elk een miskenningHet bekende orthodoxe blad
„De Wageninger" nam onlangs een stuk op, waarin aange
drongen werd^ op aaneensluiting onder de Hervormden. „Waarom
zoo droevig?" vraagt de schrijver. En dan antwoordt hij, dat
de „jongeren" van Jezus, ach! zoo zeer verdeeld zijn. Deze
„jongeren^, heet het verder, zijn de orthodoxe Ned. Hervorm
den, de Ned. Gereformeerdcu doleereuden) en de Christelijk
Gereformeerden (de vroegere afgescheideuen). Deze drie moeten
zich vereenigen.
En de vrijzinnigen, de Modernen Van hen zegt de schrijvor
„Zij zullen ons niet lang meer in den weg staanw
kondigen, kan evengoed buiten de kerk worden ,ei'
is het onze eigene schuld, dat er nog Modi
ernen
ooi
kerk zijn."
Het is dus duidelijk, wat men wil. De eisch is aaneen 1
van alle orthodoxe groepen om de gehate Modernen t»
H Tle verwü*
sehhjïj
deren. Deze zijn geen „jongeren" van Jezus voor dieu
Hier roepen wij Welk een miskenning W--
van moderne zijde Jezus hoog vereerd? Wil men daarn u'
voetspoor betreden, waarop Hij leidsman is Och, laat e,|!«
liever denken aan het schoone woord des Meesters: !e'
tegen inij is. die is voor mij." En zong ouk niet in die? Ble|
een bekend vaderlandscli dichter, toen hij aan het verC 1
vau velen naar uitzetting dacht:
„Zet ze uit de kerk dus roept gij lui,j
„Zet liever gij uw kerk wat uit!" {Nieuw LeHu
Onderwijswet. Dr. A. W. Bronsveld s-l,-i
in zijn kroniek van het Juli-numiner van „Stemmen 1
held en Vrede
Vermoedelijk zullen wij, in ons vaderland, vóór den h rf
in het Staatsblad niet zien opgenomen de nieuwe regelij
ons lager onderwijs. Het schijnt wel, dat ook hier het
woord zal bevestigd worden Haastige spoed is zeidei
spreek.
Uit de min of meer gemelijke raededeelingen vau Be
daard valt op te maken, dat het ontwerp, door de ffegee^
ingediend, alles behalve onverbeterlijk wordt gevonden
financieele bezwaren, die er, niet alleen van liberale zijde, t<
ingebracht zijn, vallen niet weg te cijferen. De raming deiull.
kosten welke de voorgestelde regeling na zich zou slepen"!
blijkbaar te laag, en de geldmiddelen der groote gei
vooral zouden er geheel door in verwarring worden gu.
Is dus van die zijde bezien 's ministers ontwerp alles behaitt
onberispelijk; beschouwd uiteen paedagogisch oogpunt wektfce
hoe meer men het bestudeert, steeds ernstiger bezwaren,
En dat het een irenicum heeten mag, het middel, dat J»
schoolstrijd iu ons midden zal doen ophouden, is slechts
enkelen nog een gevoelen, dat men, uit vergedreven optin
zoo lang mogelijk vasthouden wil. Het is echter eene i
Zoodra de bijzondere scholen een subsidie uit de Rijkskas zit:
toegewezen zullen zien, zal de strijd een nieuw tijdvak intrede
en met onverzwakte heftigheid door velen worden voortgeza
Laat ons er bij mogen voegen, dat niet weinigen, die voo
heen met geestdrift streden voor bijzondere, christelijke schok
thans dezen strijd bezien met een ander oog. Zij zijn mlgdii
doordrongen vau de overtuiging, dat de neutrale school a
Gedankending is, en dat het onderwijs der jeugd moet v.
doortrokken van den geest des Evangelies; maar tot hun sckii
en hun droefheid hebben zij ontdekt, dat „christelijk
wijs" voor velen eensluidend geworden is met„gerefora®
onderwijs." De christelijke scholen zijn nu in vele gemeente:
bolwerken geworden in den strijd tegen de Ned. Herv. Keil,
en niet weinige „christelijke" onderwijzers werden, terwijl tj
mede „de Reformatie der Kerke" ter hand namen, „een am«
man."
Aan die „andere mannen," vertrouwen wij onze initis
niet toe. Die „Calvinisten", die in plaats van tot school hl
zich te beperken, optreden als verkiezingsagenten en de
van ultramontanen bepleiten, die werktuigen in de
de leiders der „Gereformeerden" roepen wij toewij ®ws
niet langer steunen. Van uw onderwijs kan geen waarlijkgodt
christelijke geest uitgaan. Het wordt verdorven door dogmatisme
en fanatisme. Het kan de kinderen niet doordringen van 1»
zachtmoedigen geest die kostelijk is voor God. Het leert k»
waardeeren en bewonderen. Er loopt een ader door van ®;KI'
heid, die er den rechten smaak aan ontneemt. Het staat s|
het standpunt der wet, en niet op dat des evangelies, h
maakt eng en niet ruim het leert gruwen van een universalia®
gelijk dat door Dr. Bavinck werd aanbevolen; het kan'
nalaten bij den werkenden stand een geest te kweekeu,
slechts in naam verschilt van dien, waardoor de sociaaldemocta
wordt bezield.
Het standbeeld van Brnno en
Haxxselijke Encycliek. In eene part. o®
uit Rome aan de N. Rott. Ct. wordt onder dagteekening
3 Juli het volgende geschreven: J
Om drie uur in den namiddag van den Sint Pieters «n
vingen de kardinalen te Rome, geheel onverwachts, eeneJ
roeping tot het bijwonen van een consistorie op hen v°
dag. Aangezien zulk eene overhaaste oproeping iets
iordigen
buitengewoons is iets dat onder den tegenwo-
nog nooit, en gedurende de dertig jaren van Pi°
titicaat slechts éénmaal was voorgevallen verwac
de onthulling van zeer ernstige dingen in het Vsti
bereidde zich zelfs voor op eene fonneele bevestiging
ruchten omtrent 's Pausen plan tot vertrek. In stede
heeft het bewuste consistorie niets opgeleverd dan het'
van een encyclieken deze encycliek behelsde niets an
een reeks van uitvallen tegen den monnik van
Italiaansche regeering, en tegen hen die de nagedach
den martelaar der vme «p/loz-tiin in pprp. willen houcW;rf
i
t
tCgCIl IICI1 Uit» O 1
den martelaar der vrije gedachte in eere willen hou
De eerbeid, dien de groote hoedanigheden van jjjfJ
inboezemen, verbiedt mij, u van deze encycliek een
te geven. Genoeg zij de verklaring, dat de heftig'iel
tegen eenen doode van drie eeuwen her (van de leven
ik niet, want zij zijn in staat zich zeiven te ver s
meest hartstochtelijke invectieven van Pius IA,
schaduw stelt. Jezus Christus vergaf stervende zlJn?
Het Pausdom echter vervolgt tot over bet graf, Iia j if
nog, eenen man, dien het reeds op den braridstape i(
sterven, en overlaadt hem nog met den bittersten
uit spijt over de onmogelijkheid van hem ten tweed
1 e vlammen op den mutserd te laten verteren- i zegcW[
oor de zonderlinge overhaasting, waarmede 'Jrersd
leid in het aticaan werd te werk gegaan, heef (gek
iende verklaringen geopperd. De aannemelijkste
zijn in het geheel mislukken der illuminatie, aa 00tsl'
Paus op den avond vóór het St. Pieters-teest »et bij
van Rome s bevolking gehoopt had te zien V'
van etooging tegen de feesten voor Giordano r f0|.<
fiasco, dat, spijt het ijveren der geestelijkheid*