UIT DE PERS.
Wordt Vervolgd.
Drie schoolkinderen sloegen door den schrik tegen den grond
en werden bewusteloos opgenomen. Een der kinderen is reeds
overleden.
Het geschenk van Z. M. den Koning aan zijne gemalin
bij haren verjaardag, bestond in twee Hongaarsche goudvossen,
met een licht rijtuig.
Zondag avond ten 7^'$ iire is er brand uitgebroken in
de woning van den pachter der Stadsgehoorzaal te Leiden,
welke brand zoo snel toenam, dat spoedig de geheele zaal in
vlam stond. De brandweer heeft alleen de belendende huizen
kunnen sparen. De brand is ontstaan op den zolder der woning,
waar de kinderen slapen. De pachter was met vrouw en twee
kinderen naar het station gegaan om een familielid weg te
brengen, terwijl de kinderjuffrouw met twee kinderen van 4 en
7 jaren thuis was. De oudste dier kinderen was door haar naar
bed gebracht, kort waarna de brand door haar ontdekt werd.
Men vermoedt dat dit kind met lucifers gespeeld heeft, hetgeen
het wel meer deed. Gedurende den brand werd het kind ver
mist, zoodat men vreesde dat het in de vlammen was omgekomen.
Maandag ochtend werd dan ook het verkoolde lijkje onder de
puinhopen gevonden.
Geslaagd voor het 1ste gedeelte van het notarieel examen
de heer J. C. Th. Groneman, te Hoorn.
Te Meppel is iemand, tengevolge van het gebruik van
zoogenaamde wilde bessen, overleden.
In de nu afgeloopen week stierf in een der armoedigste
stegen van Utrecht een hoog bejaarde vrouw, die bij haar be
hoeftige kinderen inwonende, nog tot liet laatst van haar leven
door uit werken gaan en vooral door het ontvangen van giften
en bedeeling in haar onderhoud voorzag. Na haar overlijden
opende men een oude kist, door de vrouw als stoel gebezigd
en steeds gesloten gebleven, en vond men behalve ruim 100
gulden aan geldspecie, verscheidene schuldbekentenissen in be
hoorlijken vorm van onderscheiden personen wegens geleende
gelden, te zamen een vrij aanziendelijk bedrag uitmakende.
Gevaarlijk gezelschap
Zaterdag was Schuurman, de knecht van Gerrit Van Rooijen,
landbouwer nabij de Wiers te Vreeswijk, bezig om koren te
mennen, toen er een groote slang op hem toeschoot. De
knecht slaagde er echter in, de slang nog bijtijds te dooden.
Men schrijft uit Vlaardingen van 3 Aug.
De aanvoeren van haring waren deze week zeer belangrijk
er kwamen hier binnen 29 loggers en 9 bomschuiten met een
gezamelijke aanbrengst van 7262 tonnen, zoodat in het geheel
hier thans 42767 tonnen zijn aangevoerd. De totaal-aanvoer
bedraagt thans 60,333 tonnen, tegen 19,262 tonnen in 1888.
Hoeveel de vraag naar haring tamelijk goed is, was ze toch nog
te gering om gelijken tred te houden met de aanvoering, zoodat
een verdere verlaging niet kon uitblijven. Volle haring bracht
ten slotte f 10.50 en maatjesharing slechts f8.50 per ton op.
„Yrede" op Atjeh
In overeenstemming met de berichten uit Batavia deelen
wij hier mede wat de Staats-Courant meldt
„Blijkens een bij het departement van Koloniën ontvangen
telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indie,
heeft de gouverneur van Atjeh het volgende geseind
z/Nacht 25 Juli, Kotta Pohama (een onzer uiterste forten)
ernstig beschoten met kanonvuur. 26 Juli uitgerukt tot ver
met een ingedrukte neus, die dadelijk bij haar binnentreden
zijn vonkelende oogen op haar gericht had.
Nog twee kerels met liederlijke, opgeblazen gezichten zaten,
met den rug naar het venster gekeerd, tegenover den ander,
terwijl de beide vrouwen het boveneinde der tafel in beslag
hadden genomen.
Berta, de eigenares der lompenzaak, had een uitgestorven,
tranend oog, en het afschuwelijke en terugstootende harer ver
schijning werd verhoogd door het tot op de gele wangen in
strengen afvallende, dunne, grijze haar en een volslagen tande-
loozen mond.
Frida huiverde voor dit gezelschap en stond ook spoedig op
met een gelaat, alsof zij slechts even iets wilde vragen.
Maar dat kwam niet overeen met de gedachten der oude
Zanock.
z/Nu, ik zeg u, dans-Frida heeft een lichte handDraag
haar op, den Keizer zijn horloge uit het vest te stelen, en zij
voert het uit ook Nu, mijn kindje, niet dadelijk weder heen
gaan Kom, drink eens Hier is wat warms Gij kunt den
geheelen nacht nog dansen. Nu eerst nog wat gepraatHebt
gij moppen En zoo niet, gij zult wel wat kunnen aanbrengen
tot versiering van dit lokaalYoor een briefje van honderd
gulden, hangen wij uw portret hier tot een eeuwig aandenken
in den kelder op 1"
Frida schudde het hoofd. „Ik ben in betrekking te Schöne-
berg," zeide zij, „heb een slippertje gemaakt en moet
weder dadelijk naar mijn dienst. Ik wilde alleen vragen, waar
uw broeder Ede. is. Ik heb hem wat te zeggen, maar alleen
hem. Gij kunt er toch niets mede beginnen. Waar houdt hij
zich op
i/In een dienst?" riep de oude uit, en Bertha lachte ook,
en de overigen vielen in. «Nette luiHebben ze goeden sloten
voor de blinden Kom, drink eens En vertel ons dan, wat
gij Ede, mijn broeder, hebt te zeggen."
Maar Frida schoof het glas ter zijde, trad, niettegenstaande
de zwarte haar om haar middel had gevat, ter zijde, rukte zich
met geweld los en zeide
„Ik moet wegWanneer gij mij iets te zeggen hebt, zend
dan naar den schoenmaker in het Hemelruim'. Wanneer Ede
terugkomt, zal ik ook komen."
Maar nu stonden beide vrouwen op en hielden Frida vast.
Doch het sterke meisje slingerde allen op zijde, vloog naar
de deur, rukte die op en snelde naar buiten nog voor zelfs
de mannen haar hadden kunnen volgen.
Eerst toen zij op straat kwam en een politie-agent zag aan
komen, vertraagde zij haar gang.
uieling van het vijandelijk geschut. Een kanon werd vernield;
de overige vuurmonden werden door den vijand weggevoerd.
Versterking in Tjade Kedjoeroean, waar de vijand hardnekkig
stand hield, genomen. Wij vonden ongeveer dertig lijken. On
zerzijds sneuvelden de kapitein van den generalen stat W. T.
N. Von Geusau, de eerste-luiteant der infanterie F. J. F.
Veerman, de eerste-luiteuant der genie N. Hageman en acht
tien mindere militairen, en werden gewond vier officieren en 87
minderen.
„Gedrag der troepen schitterend."
Het V a d. verneemt, dat naar 't gevoelen der Regeering
de algemeene toestand van Atjeh, ofschoon onverwacht door
dezen uitval verstoord, steeds bevredigender wordt, zoodat de
Minister van Koloniën zich vleit eerlang aan de Staten-Generaal
de noodige voorstellen te kunnen doen, om tot een volledige
pacificatie te geraken.
Zeven van de voor de internationale harddraverij ingeschre
ven Amerikaansche harddravers zijn reeds te Amsterdam aan
gekomen. Yoor de lange baan zijn eenige van de beste iulandsche
harddravers ingeschrevenvoor de korte baan echter nog geen
enkele.
„Eene gezellige bijeenkomst, naar aanleiding van de plaats
gehad hebbende verkiezingen voor den gemeenteraad"
zal Donderdag avond gehouden worden in Café Suisse, door
de radicale kiesvereeniging Amsterdam.
Men meldt uit 's-Gravenhage van 6 Augustus
Het mondeling overleg van den minister van binnenlandsche
zaken met de commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer
over de schoolwet-herziening is heden afgeloopen. Het gedrukte
rapport wordt binnen enkele dagen verwacht.
IVabetrachting'» Hoe ongunstig het oordeel
ook luiden moet over den tegenwoordigen politieken toestand,
nochtans heeft deze voor ons liberalen zijn nut. Was vóór de
Maart-verkiezingen van 1888 de kleine pers voornamelijk in
handen der clericalen en bestond aan onze zijde groote behoefte
aan kiesvereenigingen, wat de verkiezingen voor de Tweede
Kamer niet vermochten, is uit die voor de Provinciale Staten
in 1889 voortgekomen.
Wat een werkzaamheid in het kamp der liberalen, wat een
verkiezingsijver, wat een leven in de brouwerij, die totaal ge
slecht heette. Kiesvereenigingen, goed georganiseerd, werden bij
tientallen in 't leven geroepen, en gesteund op eene wijze, die
niet dan goeds voor onze zaak beloofde. En weerde de groote
pers, de „N. R. C." vooraan, zich duchtig, de liberale week
bladen deden wat zij konden om, de vrijzinnige beginselen
krachtig en overluid te verkondigen, om een dam op te werpen
tegen drogreden en verdachtmaking der tegenpartij. Bovendien
werden en worden nog steeds nieuwe weekbladen opgericht, de
liberale beginselen toegedaan. De gevolgen zijn niet uitgebleven.
Als elke goede arbeid leverde ook deze goede vruchten. De
clericalen werden, bij de herstemmingen in 't bijzonder, geslagen
zóódanig, dat zij zich bij de veel later gehouden verkiezingen
voor den Gemeenteraad nog niet hersteld hadden.
Is hel bij deze laatste slechts in zéér enkele gemeenten, en
dan nog door bijzondere plaatselijke omstandigheden, gelukt
eene clericale meerderheid te verkrijgen, in de meeste gemeenten
van ons land behielden de liberalen hunne zetels, zelfs in
Friesland, dat geheel en al „om" heette te zijn. Met waarlijk
verpletterende meerderheid werden de liberalen of herkozen bf
in den Raad gebrachtDit teekent den toestand, en wijst tevens
het keerpunt aan der clericale strooming. Jaar één onzer
Christelijke Regeering is reeds lang voorbijgesneld, maar de
zegeningen die zij beloofde, bleven uit. Een waar Luilekkerland
was in uitzicht gesteld, een land van belofte zonder weerga
„lage belastingen, geen patentwet, weinig uitgaven voor leger
en vloot, inkrimping der onderwijs-uitgaven," enz. enz, maar
niets van dit al liet zich zienveeleer gebeurde het tegen
deel. Het belastingstelsel bleef onveranderdnaar verbetering
werd zelfs niet getaald door den Minister van Financiën, die
zijne rust te danken heeft aan de gevulde schatkist, hem door
zijne werkzame voorgangers achtergelaten. De uit
gaven voor de vloot zijn met 2.000.000 gulden vermeer
derd; maar een kwestie van nuleen zooals men ziet, niets
dan nullen. En de zoogenaamde „inkrimping der onderwijs
uitgaven" zal onze schatkist te staan komen op eene ver
meerdering van uitgaven, volgens den Minister M a c k a y
van p. m. 350.000 gulden, volgens deskundigen van
het dubbele ongeveer. Dat wordt nu bezuiniging genoemd,
zoo wordt nu de natie ontheven van de haar drukkende
lasten, zóó herstelt men het evenwicht tusschen ontvangst
en uitgaaf, zóó worden de beloften aan de stembus vervuld,
zóó de verwachtingen van 't volk vertreden. Geen
wonder dat de oogen geopend worden voor het stembus-spel
der clericalen, en de rug wordt toegekeerd aan hen die steenen
geven voor brood, harde steenen. Indien de vruchteloosheid ten
troon wordt verheven, op 't kussen gezet en met gezag omkleed,
België kan ons leeren wat de gevolgen zijn voor land en volk.
Gelukkig gaan ook daar de oogen open, en worden de wapenen
aangegord om 't verloren terrein te herwinnen. Als de liberalen
slechts één van zin zijn en eendrachtig optrekken,
geen macht is er die op den duur hun weerstand kan
bieden, geen kracht die de vrijzinnige beginselen 't voortgaan
kan beletten. Laat ons alzoo onzen weg voortzetten, laat ons
moedig en hoopvol voorwaarts schrijden, de overwinning tegemoet.
Want als wederom de natie zich moet uitspreken aan de
stembus, zal blijken dat zij leergeld heeft betaald voor vele
vele jaren, en aan de beginselen van ware humaniteit de victorie
verschaft. Volksbelang."
Het naderend einde. De grootste kunst,
die Kuyper en Schaepman thans hebben in praktijk te brengen,
ishet leven van het monsterverbond te rekken. Yan beide
zijden doen zich weer teekenen op die verraden, dat de ont
binding nabij is.
Bij de stemming voor de provinciale staten hebben wij het
gezien, bij de gemeenteraadsverkiezingen zien wij het weer. Het
trouwst bleven nog de roomschen in Friesland, waar ze overal
ijj
zeer verre in de minderheid zijn, in sommige gemeent
niet eens geteld kunnen worden. Als een zuurdesem t i
woord van enkele orthodoxe mannen door de Cal
gelederen, het woord van waarschuwing tegen de samelT^
met Rome, dat Kuyper aan 't lijntje heeft. En Kuvdb
dansen naar de pijpen van Schaepman, zonder wien 'hii
of ten minste niets meer kan. Het vraagstuk over den
lijken dienstplicht is door het rumoer der roomsche d.n
de baan, niettegenstaande de anti-revolutionairen gron^ t!f
standers van den persoonlijken dienstplicht zijn. Van de baT T°0''
eerst, de roomsche kerk eischt het en Kuyper moet geh00lV00t'
Onlangs moest zekere Schaardenburg roomsche stemmen v
door geruststellende verzekeringen te geven omtrent den
soonlijken dienstplicht, vóór het roomsche bataillon jn"
bij kiesdistrict Dordrecht, van zijn bevelhebbers last'kreef
een makken anti-revolutionair te stemmen. En dan durft L&b
nog te zeggen, dat de anti-revolutionairen volkomen Vri
tegenover de roomschen. Kuyper schreef eensin zijn Stand
toen er bedenkingen onder de boeren rezen over het sa®7
met de ultramontanen „Maar Kalvijn vertrouwt ge dan"?"
wel, niet waar? En wat Kalvijn heeft gezegd, diezelfde Kal™
die feller dan iemand de kerk van Rome bestookt heeft?'!
sprak luide uit: „Ik sta vierkant tegenover Rome, maaralA
strijd tegenover ongeloof en revolutie gaat, dan is }»on)e
bondgenoot". Hoe listig gevonden, maar ook,,, j,oe
deugendl Toen dr. Kuyper geciteerd werd om aaü<,
waar dat stond, maakte hij zich er met een Jantje van Leiiji
af. Toch was iemand zoo gelukkig, zoo iets in Kalvijn
schriften te vinden, maar nu bleek het. dat de ondeugt
professor de woorden uit hun verband had gerukt om dielj
te kunnen doen als boerenbedrog.
Dat de „paus der doleereuden", zooals hij in
Kamer al eens genoemd is, dit citaat uit Kalvijn's
inhield, dat laat zich denken als men Kuyper's taktiek l
„Indien iemand onder den invloed der roomschen komt, zJ
zich nauwelijks rein voor den Heer kunnen bewaren; reeds
nabijheid dier menschen brengt besmetting te weeg. Wann
het er hun om te doen is, ons door listen en trouwelooste!
in het verderf te storten, achten zij niets ongeoorloofd, Zij jij
ijveraars voor den buik. En zij strijden niet zoozeer voor hi
altaren als voor hun haardsteden, om te zorgen dat hetfon®
goed heet is".
Wij moeten van Kalvijn niets hebben; het aangehaalde dien
om aan te toonen, hoe Kuyper en Lobman voor de stembn
moeten arbeiden. Is het wonder dat zij bedrogen uitkomen:
't Kan niet, waarlijk 't was van den beginne af te zien
en Dord, 't kan niet. Maar de heeren moeten nu de kart
uitspelen en „in hunne benauwdheid doen ze rare zetten"
dat heeft een kamerlid al eens gezegd op kerkelijk terrein
begonnen ze te paneelzagen, op politiek gebied verbinder s
zich met jezuïten en socialisten. En nu de heele troep s«i
genomen? Geen benijdenswaardige positie heeft dit ministerie'
Aan de groene tafel gezeten, van achteren gedreven door Lojoli
en Calvinus, van voren tegengehouden door een Eerste Kams,
die men kan ontbinden om opnieuw weder te keereu, maardii
den ministers stillekens laat broeden op de eieren, in eblis
van Tijd en Standaard gelegdeen ontbinding der W
Kamer, na de les van onlangs, niet aandurvende; j«(f
wonderstuk van onderwijswet voor zich, dat de steen drY®
zou worden, en bij slot van rekening door geen enkeltpolitieh
richting kan worden aanvaard zooals het daar ligt,
denswaard is de positie niet. Hadde men niet zoo
ware men wat kariger geweest met de beloften in het
van actie", ach men ware niet zoo bedrogen uitgel
de kiezers zouden niet misleid geworden zijn. Maar 't is w'
ook, dan ware men er immers niet gekomen. Nu, we
afwachten en geduld oefenen. Raken schip en lading op
Heemskerk leeft nog Wat noodFriesche
't Kan verkeeren I Toen onlangs, tr
bezoek van den Schach een verslaggever van een liberaal
aan een wethouder een opmerking maakte, werd door den laak'
aan den eerste de verzekering gegeven„het gevoelen van i
heeren van de Pers laat mij volkomen koud
Diezelfde wethouder kwam in herstemming en sprak M®'
dagavond op het „onder onsje" der liberalen reeds dadel
dezen merkwaardigen volzin uitIk ben bereid mijn inlichting®
ter beschikking te stellen van de heeren van de Pers!
Men ziet dat de wind gauw kan omslaan. (Standaard)'
Allen, landeigenaars De heer J.
uit Deventer heeft in een vlugschrift propaganda gems8'
de denkbeelden van Henry George en Flührscheim e"
weten te bewerken, dat in ons land is opgericht een Nederlan
Boud van landnationalisatie.
De Echo heeft naar aanleiding hiervan een paar artik®s
schreven en na de Bismarcksche maatregelen tot verbs
van des arbeiders lot te hebben behandeld, zegt zij: fj,,
Daartegenover legt hij ook aan den arbeider alle»0 d
plichtingen op. Iedere weldaad van Bismarck moet d w
een gedeelte zijner vrijheid betalen. Nog 25 jaren van
in de tegenwoordige richting en Duitschland is rijp
volledige staatssocialisme, met een aristocratisch j
regeering aan het hoofdhet volk zal dan, veel erg
staatkundig, ook economisch totaal afhankelijk zijn j
gebieders, wier macht onweerstaanbaar zal wezen, 0111 8
berusten op het algemeen kiesrecht van hun creaturen.
Wij beschouwen fabrieks—wetgeving, pensioen-wettei') P c(<»
werkverschaffing, progressieve inkomstenbelasting en j
sierecht als noodmaatregelen, die echter nooit tot stes
wnrtlpn fVino nwrvrl L „d, nO^Cll
worden (hoe noodzakelijk zij ook voor het oogen
zijn) omdat zij de kwaal zelve, waaraan wij lijden; 1
in de ongelijke verdeeling van het arbeidsproduct, i°
loon voor den arbeider niet aantasten, ounen °1
Als wij de oorzaak van die ongelijke verdeelwg n
heffen, dan hebben wij die noodmaatregelen niet 8
noodig, maar dan zijn ze schadelijk. jjjk flCY
Wanneer de werkman door hooger loon onafn8»* tfi
van den werkgever, dan heeft hij dezen en ook den
noodig, om hem te beschermen. Hij is dan daar S1®*'
bekwaam en hij kan het beter en goedkooper, 8 jaat 411
het ooit zal kunnen doen. Een goedbetaalde arbei