1
ing-ezonde hst.
„De waarheid, schuwt geen licht."
P. B A V V
bllhgkhlijke Sl/IMf.
Oemeente Schagen.
Oemeente Sint Maarten.
1/ li t u c r n.
Ik.
Trede
lezers weten, hoe weiuig wij zijn ingenomen met deze
a3rode oplossing van de schoolkwestie, welke er door herleid
tot een geldkwestie. De roomsch-katholieken, die de zaken
»n hebben altijd geld uoodig, geld om kerken te stichten, geld
"landerijen en om zielen te koopen. De onderhavige wet brengt
I lijk geld»en eischt later meerder uitgaven. Men kan er op
eDen, dat gretig de hand naar het geld zal worden uitgestoken,
jat uien hoopt binnen 8 of 9 jaar wel iets te vinden, dat de ver-
(hting tot het doen van meerder uitgaven opheft.
zoo is Rome weêr op weg, een triomf te vieren. Zoo
|eD wij weldra ons goede geld moeten opbrengen, om geeste
broeders en zusters te helpeu salarieeren, die de gelofte
armoede hebben afgelegd, en arbeiden voor een kerk, die
^gezworen vijandin is van het evangelie. De „gereforroeerd-
in den lande, die aan de jezuïten deze zegepraal hielpen
-jekeren, hebben natuurlijk aanspraak op den dank van „het
ijstenvolk" in Nederland.
)e liberalen mogen echter bij het stuitend schouwspel, dat
gedragingen der //gereformeerden" en der ultramontanen op-
eren, wel eens ernstig inkeeren tot zich zeiven. Hun neu-
e school heeft Rome jaren lang groote diensten bewezen.
minachtende houding tegenover een fractie van ons volk,
ru blijkt sterker te wezen, dan de mannen der Staatsschool
iten, wordt nu gewroken. Hun hooge geldelijke eischen
ie Staatskas voor een school die hun geviel, maar die door
Benden verfoeid werd, hebben een bitterheid gewekt ook bij
joedelijke en eerlijke meuschen, waarvan nu op de listigste
«r meest heillooze wijze partij wordt getrokken. Daarvoor moet
[nlijk boete worden gedaan. Ons volk, nu zoo opgehitst en
[blind, moet leeren inzien, dat men niet Rome tot zijn arm
«jg stellen, en dat men geen volgeling van den leider der an-
jtevolutionairen behoeft te wezen, om een warm hart te hebben
oor geloof en evangelie.
Jloeielijk is de taak, waarvoor de Eeerste Kamer zich zal
(jteld zien, moeielijk en uiterst teeder. Zij late zich leiden
ich door de minachtende taal van ruwe tegenstanders, noch
de raadgevingen van een onbekeerlijk, doctrinair li-
Kralisme. Indien onze Eerste Kamer zich zal weten te plaat-
op een geëleveerd standpunt; indien zij 'i zal doen uitko-
i, dat geen partijbelang haar bezielt, maar dat zij ons volk
oDze volksschool niet wil zien overgeleverd aan jezuïten en
oleerendenindien zij toonen zal een oog en een hart te hebben
FOor de traditie van ons volk en voor de groote verplichtingen
lelke die traditie ons oplegt dan zal zij groote aanspraak
terwerven op onze dankbaarheid. Zij doe wel en zie niet om
- Een dankbetuiging1 voor trouwen
dienst. Nadat de predikanten van zekere richting onge-
25 jaren hun best hebben gedaan om hun politieke vricn-
den op het kussen te helpeu, en zelfs den godsdienst niet te
leilig hebben geacht om dien als wapen te gebruiken, nu zou
iet toch zeker niet meer dan billijk zijn, dat ze daarvoor van
iet Ministerie van het Christelijk bewustzijn eenigen dank
ontvingen.
Wat moeten ze zich echter bitter teleurgesteld hebben ge-
>xM bi< ',-,'aet lezen van den brief, dien de heer Keuchenius,
t vtan Koloniën, onlangs schreef aan de Algemeene Sy-
Commissie der Ned. Herv. Kerk.
in komen eenige uitdrukkingen voor, die de Herv. Kerk
en haar predikanten toch waarlijk niet aan hem hebben ver-
diend.
De lezing en overweging daarvan zij allen predikanten
aanbevolen, die den weg der politiek nog steeds blij
ven bewandelen, waarop ze tot heden voor zichzelven nog weinig
lauweren, en voor de Kerk slechts jammer en onheil hebben
Tan de Hervormde Kerk sprekende, zegt de Minister met
minachting
thet dusgenoemde 'protestantsche kerkgenootschapen eenige
®gels verder
udat gedeelte der Christelijke Kerkhetwelk niet Roomsch-
Katholiek is, en daarom onder den algemeenen maar overigens
*tinig zeggenden naam van Protestantsche Kerk gedacht wordt.»
Den weinig zeggenden naam van Protestansche Kerk
Zoo spreekt een volgeling van Luther en Calvijn.
Zouden de Vorsten en Geestelijken, die den lOden April
1529 hun plechtig protest tegen gewetensdwang en ketterjacht
"j den Rijksdag te Spiers indienden, hebben kunnen vermoeden,
»t eenmaal in dit Holland, dat zoo vol geloofsvertrouwen den
moeitevollen strijd tegen Rome en Spanje aanbond, een zoon
Hervorming zich zoo zou uitlaten over de Kerk, die haar
«ervollen naam draagt naar hun moedig Protest.
Zoo iemand eens mocht willen beproeven om in beschaafde
.aa' met meer minachting te spreken over de Kerk waarin hij
18 gedoopt en opgevoed, het zou hem misschien niet gelukken,
van de Herv. predikanten en leeraars in Indië sprekende,
de heer Keucheni us
..Muit Nederland komendemaar slechte zelden door kennis
en godzaligheid uitblinkende predikanten en leeraars
Waarlijk deze rede is hard, wie kan dezelve hooren
U1 vaar zijn de feiten om ze te motiveeren
P Ai ^'n^er toont zich weinig dankbaar voor hetgeen de
Pikanten voor hem gedaan hebben, en dezen zullen wel matig
'mden zijn over dit getuigschrift van goed gedrag, hun door
""Minister uitgereikt.
L^et gaat hun als „Ezau, die om eene spijze het recht van
eerstgeboorte weggaf."
ant gij weef, dat hij daarna de zegening willende beërven,
h. om noci, unt hij uaarna uc zegemug nmuiuu uwi.v.
i °fpen werdwant hij vond geene plaats des berouwi
Al j ^eze've met tranen zocht."
ijk s. (*®ze qnaliflcaties van de Kerk en de Predikanten de
f^0, "izenmoes zijn waarvoor de laatsten hun recht van
j^terf6 hebben verkocht, hun recht „om den vrede na te
Beer ?^en en de heiligmaking zonder welke niemand den
re Za' zien," dan mogen ze roet recht zeggen, „dat ze, nu
u Ze§eiing willen beërven, verworpen werden."
nit 'en ze nu n°S maar een plaatse des berouws vinden,
e nalaten, die inet tranen te zoeken. Volksbelang
Buitenlandsch Nieuws.
1
De heer Leroyer, voorzitter van den Franschen Senaat,
en als zoodanig ook voorzitter van bet bof van justitie, kwam
Donderdag ten een ure, onder tromgeroflel, in de zaal om de
terechtzitting over Boulanger c. s. te openen. Eenige minuten
later verscheen de procureur-generaal, de heer Quesnay de
Beaurepaire. De senatoren der linkerzijde waren gekleed in
zwarten rok en witte das, die der rechterzijde in lange jas.
De griffier las de namen der senatoren af. Het bleek dat er
26 afwezig waren. Onder hen Léon Renault, die in den Senaat
reeds verklaard had, geen recht over Boulanger te kunnen
spreken, omdat hij hem haatte. De Boulangist Naquet was
opgekomen. Naast hem bleven twee zetels onbezet.
Nadat de griffier verscheidene processtukken had voorgelezen,
onder welke het besluit der Raadkamer ter vervolging van
Boulanger, van Dillon en Henri Rochefort, stond de procureur-
generaal op om bet requisitoir voor te lezen. Vooraf verklaarde
hij de acte van beschuldiging opzettelijk zeer beknopt saam-
gevat te hebben, zoodat het hof op dit oogenblik volslagen
oubekend is met de feiten. Hij dient dus in eene nadere ont
wikkeling te treden.
De beschuldigden hebben de bevoegdheid van den Senaat,
om recht over hen te spreken, ontkend. Onmogelijk hierop het
stilzwijgen te bewaren. Hij zal zijn plicht doen, al zou hij ook,
gelijk reeds geschied is, weer bedreigd worden met den lof, dat
indertijd aan den president Bonjeau (onder de commune) ten
deel gevallen is.
In den regel spreekt het openbaar ministerie niet bij proces
sen, waarbij de beschuldigden afwezig zijn. Het dossier wordt
dan overgelegd, en daarbij blijft het. Thans zal hij van die
gewoonte afwijken. Hij zal spreken, en hij houdt zich overtuigd,
dat er na eenige uren een volledig licht zal zijn opgegaan.
Om dat doel te bereiken, beeft hij slechts het dossier op te
slaan, waaraan bij slechts weinige commentaren zal toevoegen.
Hierna zette de procureur-generaal uit de stukken van het
dossier uiteen, dat de beschuldigden een komplot hebben ge
smeed om de wettige regeering omver te werpen en de dictatuur
te vestigen. Zoodra Boulanger directeur-generaal der infanterie
was geworden, had hij zich reeds de medewerking van geheime
agenten verzekerd, onder anderen van Buret, een man van een
berucht verleden en herhaaldelijk door den rechter veroordeeld,
In Tunis bediende hij zich van zekere vrouw, Pourpre genaamd,
die almede herhaaldelijk veroordeeld was wegens oplichterijen,
en die vrouw is Boulanger in de gevangenis van Mazas gaan
bezoeken.
Hier riep een der senatoren Dat is een rapport van de politie.
De rapporten der politie, antwoordde de procureur-generaal,
zijn noodig en gewettigd bij processen. Bovendien weet spreker
van die vrouw meer te vertellen, dan hetgeen uit de rapporten
van de politie blijkt.
Bij de verdere uiteenzetting der zaak werd de procureur-
generaal weer door de rechterzijde in de rede gevallen, hetgeen
den voorzitter aanleiding gaf om te zeggen Mijne Heeren,
weest toch stil, bedenkt dat gij rechters zijt.
Toen Boulanger minister van oorlog was, omringde hij zich
voor zijne geheime oogmerken weer met schurken, zooals Pech
de Cadel, Eoucaut, Mondion, enz.
Yier-en—veertig verschillende portretten van Boulanger werden
achtereenvolgens verspreid. Een dezer, waarvan 5000 exemplaren
getrokken waren, stelt hem voor met het ondersehriitBoulanger,
protector. Een persoon, die binnen de perken der wet wil blijven,
stelt zich niet voor als een Cromwell.
De procureur-generaal bracht voor dit alles onwraakbare
getuigenissen bij, en gaf een verhaal van zijne rol te Clermont-
Eerrand, waar hij kommandant was van een legerkorps.
Nadat ten ure de zitting voor een wijle geschorst was,
ging de procureur-generaal voort en wees hij op de rol, die
Henri Rochefort, die de medeplichtigen is van den generaal,
die Boulanger ,/den generaal der Revanche" genoemd heeft,
onder de commune had gespeeld. Hij beleedigde het leger en
het overwonnen vaderland. In een artikel schreef hij, dat wij
onze nederlagen verdiend hadden, en dat de soldaten uit andere
landen nooit zooveel gruwelen hadden bedreven als de Franschen.
Bij het voorlezen van het artikel, riepen eenige senatoren in
ontroering uit„Genoeg, genoeg
De procureur—generaal ging echter voort, zeggende Ik lees
het artikel voor uit naam der openbare gezondheid.
Toen bet artikel voorgelezen was, sprak hij Ziedaar nu
Henri Rochefort aan den schandpaal genageld, waarvan niets
in staat is hem los te maken.
Wat Dillon aangaat, hij is een officier, veracht door zijDe
mede-officieren. Hij neemt den titel van graaf aan, zonder er
recht op te hebben. Hij is langen tijd een chevalier d'industrie
geweest. Na geleefd te hebben van het geld, hem door vrouwen
verschaft, heeft hij tal van oplichterijen zoeken te plegen. Zijn
conduite-lijst als officier doet zien, dat hij tot 1870 een slecht
officier was, en later een onkiesche officier. Hij is weggejaagd
uit het leger.
En thans, eindigde de procureur-generaal, nu wij de acteurs
van het stuk kennen dat ons bezig houdt, zullen wij het stuk
zelf met kennis van zaken en in alle onpartijdigheid nagaan.
Hiermede was de eerste dag der terechtzitting geëindigd.
Zie de Alkm. Courant. Ingezonden stukken
28, 31 Juli, 2 en 4 Augustus 1889.
In „de Alkmaarsche Courantvan 4 Augs. jl. eindigde de
ondergeteekende zijn herhaald antwoord op de insinuaties van
notaris Duker, aldus: „lk sommeer hem (den notaris Duker)
dan hierbij, of te herroepen wat hij in zijn ingezonden stukken
heeft verklaard, na zich persoonlijk op de hoogte te hebben
"cesteld, of oin openlijk den blaam te aanvaarden van, uit
"naijver'te hebben gehandeld, een ontwikkeld man onwaardig!"
Welnu dit laatste zal moeten geschieden. Openlijk roep ik
het den heer Duker toe: „niet alleen hebt gij gehandeld uit
naijver <nj hebt geschreven zooals gij deedt, uit broodnijd
neen, gij* mijnheer Duker, gij maakt U schuldig aan laster,
tegenover iemand, die U (en dit zal de reden van Uwgeheele
geschrijf zijn) eene concurrentie aandoet, welke gij wellicht niet
aandurft, en aan bedrog tegenover het publiek, dat gij door
Uw leugenachtig geschrijf, onder het masker van menschlievend-
heid (immers gij waarschuwt slechts) wilt dwingen van Uwe
duurdere diensten gebruik te maken. Zeker, mijnheer de notaris
Duker, iedereen, gij zoowel als ik, werkt in de eerste plaats in
eigen belang, maar tusschen U en mij is één groot verschil
„om lTw belang te bevorderen aarzelt gij niet het publiek te
misleiden".
Het maakt heel wat indruk, wanneer gij mijne aanbiedingen
met cacao—advertentiën gelijk stelt, of liever daarvoor uitmaakt,
het maakt nog meer indruk wanneer gij later voor den dag
komt met de verklaringen van een tweetal beëedigde klerken
van de hypotheekkantoren te Hoorn en te Alkmaar, die Uw
beweren van onwaarheid mijner aaubieding „schijnen" te beves
tigen. Schijnen, mijnheer Duker zeg ik, want hoe ter wereld
gij aan die verklaring uit Hoorn, zooals ze luidt, zijt gekomen,
is mij een raadsel en het kan niet anders of Uwe insinuatie,
boven die verklaring moet geloof vinden.
Maar ik, mijnheer Duker, ik verklaar als eerlijk man (en
daarin ben ik U voor, gelijk hieronder zal worden aangewezen)
dat geen hypotheeknemer, wiens post door mijne tusschenkomst
tot stand komt, meer dan 83/4 °/0 waarvoor ook betaalt, en ik
tart U mijnheer Duker, wanneer U nogmaals aan het hypotheek
kantoor te Hoorn wilt informeeren, naar de daar gedane inschrij
vingen sinds 19 Juli 1.1., om alsdan opnieuw Uwe quasie—
menscblievende waarschuwingen te publiceeren. Voor dat geval,
mijnheer Duker, verklaar ik U reeds vooraf voor een leugenaar
en een opzetlelijken bedrieger.
Of beter mijnheer Duker, op die risico wilt U het willicht
liever niet wagen. Ik zal U een ander voorstel doen, dat bij de
door U betoonde menschlievendheid, bij U een gunstig onthaal
moet vinden. Kiest een paar door U vertrouwde, maar ook door
het publiek geloofwaardig geachte personen uit, ga met hen te
Hoorn, nogmaals, en in persoon informeerenwanneer zij alsdan
Uwe edele waarschuwing, die ik eene onedele insinuatie blijf
noemen, durven teekenen, en zoo, door U drieën geteekend,
wereldkundig durft msken, dan verbind ik, Pieter Baan te
Hensbroek mij aanstonds, duizend gulden aan de alge
meene armen van uwe gemeente Zuid-Schar -
WOUde uit te keeren, maar behoudt mij dan ook alle rechten
tegen (J, en de beide mede-onderteekenaren voor.
Hensbroek, 10 Augustus 1889.
3 31ste STAATSLOTERIJ.
GETEOEZKENT ZPZRICTZIEIISr.
2de Klasse. Trekking van 7 Augustus.
Prijs van f 2000: No. 4580
1500:
n 1000:
n n v 400
u n n 200
100:
2de Klasse. -
Prijs van f 200: No. 1183 5046
9010
18371 19502
316 6845
3222
5929
Trekking van 8 Augustus.
Ingeschreven van 7 9 Augnstus 1889.
GeborenMaria Geertruida, d. v. Jan Veter en Jannetje Bras.
Ondertrouwd en GetrouwdGeene.
OverledenJacob de Moei, oud 19 jr., 1 md.
Ingeschreven van 1 31 Juli 1889.
Geboren: 20 Juli. Jacob, z. v. Jacob van Zoonen en Marijtje
Metzelaar.
Ondertrouwd en GetrouwdGeene.
Overleden: 4 Juli. Theunis de Jongb, oud 85 jr. wedn. van
Adriana van Ha. xleden. 10 dito, Pieter Koopman, oud 50 jr.,
Echtg. van Trijntje Dekker, eerder Wedn. van Coroelia Baas.
26 dito, Een als levenloos aaDgegen kind van Tijs Jonker en
Maartje Blankman. 26 dito, Haartje Blankman, oud 24 jr. echtg.
van Tiis Jonker.
Sc han en, 8 Augustus 1889. Aangevoerd:
8 Stuks Paarden
5 Stieren
42 Gelde Koeien (magere
12 Idem (vette)
6
10
80
165
300
34
7
Kalfkoeien
Nuchtere Kalveren
Schapen (magere)
Idem (vette)
Lammeren
Varkens (magere)
Biggen
f 60.— a 200.-
f 80.- a 130.—
f 120.- a 180
f 180.- a 250.—
f 150.— a 270.—
f 10.— a 16.—
f 16.- a 24.—
f 26.— a 33.—
f 14.— a 18.50
f 12.— a 19
f 5.— a 11.—
12 r Konijnen f .30 a .50
30 Kippen f .30 a .80
450 Kilogr. Boter (per Kop f .80 a .85) f 1.06 a 1.13
180 Kaas f —.20 a —.35
6000 Stuks Kip-Eieren f 2.75 a 3.25
Itoorn, 8 Augustus 1889. Aangevoerd
Kleine Kaas, hoogste prijs Gras f 35.Hooi f Com
missie Gras f 28. -. Middelbare f 26.aangevoerd 372
stapels, wegende 95550 Kilo.
tl o oe n 9 Augustus 1889. Aangevoerd
431 Schapen f 24.a 36.
E d atn8 Augustus 1889. Aangevoerd
318 koppen boter, por '/j kilo —.52* a .55 kip-eieren f
3.a 4.per 100 stuks.
Zaandam, 8 Augustus 1889. Aangevoerd
Kleine Kaas, hoogste prijs f29.—. aangevoerd 25 stapels
Alkmaar, 9 Augustus 1889. Aangevoerd
Kleine Kaas hoogste prijs f 33.Commissie f 28.Middel
bare f 28.aangevoerd 500 stapels, wegende 140000 K.G.
Enk hui men 7 Augustus 1889. Aangevoerd
Heden werden alhier aangevoerd 32 stapels Hooikaas t
Graskaas f 32.— karweizaad, nieuw f 11.50 a 11.75. karweizaad oud
f a mosterdz. f 17.a 19.blauwmaanzaad
I a valo erwten f agroene dito!
a grauwe dito f 16.a 16.50, Wijker vale dito f 8.
a 8.50 bruine boonen I a paardenboonen f
a gerst 4.a 5.haver f 3.50 a 4.