A ie- MlnlM liierilaclitiifliiizBDi Mart Donderdag, 22 Augustus 1889. 33ste Jaargang. Uo. 2325. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. Verleent vergunning Roman van HERMAN E HEIBERG. Hinnenlandsch Nieuws. SCHAGE pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater- j,gavond. Bij inzending tot 'a middags 12 ure, worden ADVEE- jjNTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. JU GEZONDEN STEKKEN één dag vroeger. COURANT. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHAGM, liaan, D, 5. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15 G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Burgemeester v,m Schagen Gezien art. 23 en 29 van het politiereglement dezer gemeente, j© de tappers, om bij gelegenheid van het Gijmnastiekfeest al- tier, op Zaterdag 24 tot des nachts 1 ure en op Zondag 25 Augustus a. s. tot 3 ure, muziek te laten maken, danspartijen te loen plaats hebben en te mogen tappen. Schagen, den 20 Augustus 1889. De burgemeester voornoemd, a./i. C. DE PATER, Weth. JAGT. De Burgemeester der gemeente Schagen Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris de Konings in Noord-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 24 Juli 1889 no. 21 Gelet op art. 11 der wet van 13 Juli 1857 (Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis vaD belanghebbenden 1. dat in Noord-Holland de jagt op klein wild, met uit- tondering van die op faisanten, zal worden geopend op Zaterdag 31 Augustus 1889, met Zonsopgang 2. dat de j a g t op t a i s a n t e n zal worden geopend op Dinsdag 1 October 1889 3. dat de korte jagt dagelijks, met uitzondering van denZondag, en de lange jagt alleen op Woensdag en Zater dag zal mogen woiden uitgeoefend. fit zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en worts iir elke gemeente der provincie Noord-Holland worden «afplakt. Haarlem, 27 Juli 1889. De Commissaris des Konings voornoemd, Get. SCHORER. Schagen, 16 Augustus 1889. De Burgemeester voornoemd a./i. C. DE PATER, Weth. 24.) ZEVENDE HOOFDSTUK. Den volgenden dag stond mijnheer Böhm vier trappen hoog foor de woning van vrouw Palzok in de Hagelsbergerstraat, waarheen de familie verhuisd was, en belde nu reeds voor de erde maal, en ditmaal iets ongeduldig. Hij was in zijn ^.uiterlijk zeer veranderd, ja, zelfs een zekere modegek-achtigheid was er in zijne kleeding op te merken. e zeer breede mond in zijn dom, maar nieuwsgierig gelaat vast geslotende top van zijn neus glom, zijn haar ver- oonde evenveel pomade als haar, en zijne handen staken in ntine, doch zoo korte glacé-handschoenen, dat de magere, °°Qe P°lsen rijkelijk te voorschijn kwamen. P zijn zwarte halsdas priikte een borstspeld met een tü0Jen steen. V ®delijk werd de deur geopend, en vrouw Palzok, gekleed e? bitten onderrok en een donkeren omslagdoek, stak be Hoöfd. door de opening van de deur. tjj mijnheer Böhm, mijnheer Böhm riep zij verbaasd iöi' m^ar ^are verlegenheid werd nu ook te grooter, en onder Uoj ver°i)tschuldigingen voor het lange wachten en haar jgengewaad, verzocht zij hem binnen te treden. 4ftj 'eer ®°hm knikte met het hoofd, maar heden was hij een .zou ze^s kunnen zeggen plechtig. Hij scheen *as '8 geheim met zich te dragen, en werkelijk dat a^at vrouw Palzok spoedig een japon had aangetrokken Hijtij)611 ^if'g toilet had gemaakt, zeide zij: „Nu, beste bijzond ^°6 8aat het In zeer lang niet gezien 1 le^MufFronw Palzok, zaken I En iets nieuws? Zeker! *as jQer Hgrijha, tenminste voor mij. Ik was op reis. Ik k»av»mi^n gehoorteplaats, in Cottbus. Ik heb mijn moeder Voorn' 6n i en en teer Döhm voort kon gaan, moest hij vrouw ,"\Yateer.^ haar woordenvloed laten afloopen. t'»e 8'J zegt! Wat gij zegt, mijnheer Böhm Lieve moeder! leeftjjj i 7 m<?eherZij was zeker een oude vrouw Hooge Makkelijk Niet waar, mijnheer Böhm Schagen, 21 Augustus 1889. Uitslag der herstemming tusschen de heeren: C. Asjes en P. Boekei Cz., op Dinsdag 20 Augs. j.1. Er waren uitgebracht 153 briefjes, dus is er nog slechter gestemd dan den vorigen keer. Van onwaarde werden 3 briefjes verklaard. Verder verkreeg de heer C. Asjes 111 en de heer P. Boekei Cz. 39 stemmen, zoodat ter vervanging der vacature Langenberg, aftredende in '93, werd gekozeD, de heer C. ASJES. 't Was zeker uit vrees voor 't ruwe herfstweder, dat een enkele het besluit der Harddraverij—Vereeniging om ons jaarfeest een drietal weken uit te stellen, afkeurde. De vliegende storm en hevige stortregens van gisteren, den vastgestelden datum der Harddraverij, zullen zeker deze opposanten wel over tuigd hebben, dat alle uitstel nog niet baat tot mislukken, ja, dat het zelfs een groot geluk mag heeten, dat Dinsdag 20 Augustus aan het gymnastiekfeest is opgeofferd. Na regen volgt zonneschijn, en om ons tot de. laatste fees telijkheid te bepalen, hopen we dat na al het ruwe weder der laatste dagen op 24 en 25 Augustus het feestzonnetje aan den hemel mag stralen. Zaterdag den dag der „Driekarop" belooft in vele opzichten zeer belangrijk te zijn. Niet alleen dat aan de „Grieksche spelen" door vele uitstekende turners wordt deel genomen maar ook de fakkeloptocht zal voorzeker een schoon effect opleveren. De stoet op Zaterdag is samengesteld als volgt: „Lycurgus" vau Schagen, Amsterd. Gymn.-Vereen.", „Ger- mauicus", //Holland", „Hollaudia", //Kracht en Vriendschap", //Lycurgus-Achilles", „Olympia" en „Plato" van Amsterdam, //Hercules" van Beemster, „Sparta" van Haarlem, „Oefening kweekt Kunst" van Helder, //Volharding" vau Purmerend, „Kracht door Oefening" vau Weesp en //Hercules" vau Wor- merveer. De weg is alsdan bepaaldTerrein, Laan, Raadhuis, Marktplaats, Heerenstraat, Loet tot den heer Naë, terug Loet, Rensgas, Noord tot den heer Meijer, terug Noord, Marktplaats, Gedempte Gracht, Molenstraat tot aan den Stationsweg. De Mijnheer Böhm sloeg geen acht op hare betuigingen van deelneming, doch trok den breeden mond nog breeder, plukte aan het puntje van zijn zakdoek en zeide „Nu ja! Nu ja! Natuurlijk! Ieder heeft zijn tijd! Zij was zoo oud en zat vast op haar geld. Mijn jongere broeder is reeds eenige jaren geleden gestorven. En nu heb ik alles geërfd, het huis, de landerijen, de hypotheken en het losse geld-" - Zoo, nu was het er uit. Ofschoon Böhm schijnbaar geen acht sloeg op het gelaat der oude vrouw, zoo zag hij toch alles, wat zich op haar gelaat afspiegelde. En dat, wat eer biedige verbazing had kunnen heeten, had dezen kunnen be vredigen. Onderdanigheid, maar ook hebzucht en een angstvallig zoeken naar de meest geschikte uitdrukking tegenover zulk een gewichtig geworden persoon spiegelden zich duidelijk op haar gelaat af. „O, hoe verheugt het mij voor u, mijnheer Böhm. En ik moet zeggen, wanneer iemand het verdiend heeft, dat God's zegen op hem nederdale, dan waart gij het. Ik ken geen man met zooveel vlijt; ja, ja, onvermoeid zijt gij, mijnheer Böhm, en spaarzaam en soliede en en en (nu kwam reeds de eerste aanval I) goed, bijzonder goed jegens uwe inedemenschen, jegens hen, die gij in uw groot hart ik bid u, val mij niet in de reden, mijnheer Böhm, in uw groot hart hebt ingesloten.* Mijnheer Böhm was, ofschoon hij met eene besliste waar digheid het had afgewezen, over deze gevoelsuiting van erken ning volstrekt niet ontevreden. Voor de eerste maal lachte hij en formuleerde zoo iets van eene dankbetuiging. „Nu, nu, vrouw Palzok. Gii behoeft zoo iets niet te zeggen. Het is ook geen verdiensteMen doet naar de inspraak van zijn hart. Maar het verheugt iemand toch, door zijn vrienden begrepen en erkend te worden. Gave God," nu kwam ook Böhm met zijne geheime gedachten voor het front „dat uwe dochter er evenzoo over dacht als gij Na deze rede keek Böhm de weduwe scherp aan, en zij zuchtte, alsof zij onder hevig leed gebukt ging. „Ja, ja 1* zeide zij toen. „Het meisje wil haar eigen geluk niet inzien. Goede hemel, wanneer mij, toen ik zoo jong was, zoo iets was aangeboden," zij zuchtte nog eens en wierp vreeselijk ver liefde blikken „met beide handen had ik honderdmaal toegegrepen en God op mijne bloote knieën gedankt. Ik meen, ik bedoel, het komt op het karakter aan. Dat meen ik. Na den dood'van mijn man, kon ik een half dozijn keeren trou- wen de waarheid was dat zich nooit een sollicitant voor deze' betrekking had opgedaan „maar zij bezaten geen optocht op Zondag waaraan 23 vereenigingen deelnemen, (zie ons nummer van Donderdag jl.) trekt langs de Gedempte Gracht Turnlokaal, Molenstraat tot aan den Stationsweg, en terug naar terrein Laan. Ais jury-leden voor den „Driekamp" zullen fungeeren, de heereDJ. v. Essen, N. W. Prancken, J. H. Luiting, J. G. Eshuijs, B. C. M. Mantz, G. H. v. d. Berg, A. J. Robin, Th. Bakker, J. Paans, J. J. van Haagen eu J. A. v. d. Boom. De jury-leden der „Vrije-Oefeningen" zijn, de heeren: G. Ypma, N. W. Prancken, S. H. Stokvis, P. C. Adrian, J. H. Luiting, J. G. Eshuijs, J. J. v. Haagen, G. H. v. d. Berg, Th. Roep en J. Nierop. De verlichting op Zondagavond blijft niet tot de Gedempte Gracht bepaald. Ook de bewoners der Heerenstraat en die van het Rensgas besloten hunne straten h giorno te verlichten. Dat bij al deze belangstelling der burgerij in Schagen, een druk bezoek der burgers uit de omliggende gemeente niet achterwege zal blijven, is hoogst waarschijnlijk, en dat tevens deze belang stelling moge bijdragen tot bevordering van het groote en schoone doel der Gymnastiek: verhooging en versterking der volkskracht en volksgezondheid. Maandag jl. hield de afd. „Schagen en Omstreken" der Holl. Maatsch. v. Landbouw, hare vergadering in het N.-H. Koffiehuis alhier. Tegenwoordig waren 10 leden. Nadat de notulen der vorige vergadering waren gelezen en goedgekeurd, werd mededeeling gedaan vau de volgende inge komen stukken: a. Missieve van de afd. Zijpe, die, naar aanleiding van de gegevens, haar door den heer Schrieken, veearts, verstrekt om trent de vlekziekte bij de varkens, voorstelt bij de regeering er op aan te dringen, de wet op de onteigening der aan deze ziekte lijdende varkens te herzien in diermate, dat bij afmaking aan den eigenaar de helft der waarde van rijkswege worde uitgekeerd. b. Missieve van de Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier, waarbij wordt medege deeld, dat de Vereen, ook nu weder een aantal volbloed karakter; het karakter, mijnheer Böhm." Het slot van deze rede scheen Böhm niet zoo bijzonder te bevallen. Hoe gering zijn gezond verstand ook was, deze toe spelingen had hij toch wel goed begrepen. „Wanneer Anna, dat domme ding, niet wil, ik zou dadelijk dadelijk ja zeggen,* stond duidelijk geschreven op het gelaat der weduwe. „Waar is Anna heden vroeg Böhm kortaf. „Heden is het Zondag. Slaap t zij nog Vrouw Palzok schudde met het hoofd. „Zij gaat Zondag's reeds vroeg naar mejuffrouw Steidel. Ook zal zij voortaan daar in betrekking blijven. Zij heeft bij Schütz haar dienst opgezegd. Laatst heett hij haar heeft hij haar ja, men kan dat zoo niet vertellen. En dat heeft zij aan mejuffrouw Steidel alles medegedeeld, en die heeft toen gemeend, dat zij geheel en al bij haar in betrekking moest komen. Mijnheer Böhm antwoordde niet. Hij dacht na over hetgeen hij gehoord had, en het laatste beviel hem bijzonder. Hij had altijd gevreesd dat Anna ten slotte toch gehoor zou geven aan de verlokking van mijnheer Schütz en al wist hij ook, dat dergelijke betrekkingen niet lang duren zouden, zoo gaf dit toch geenerlei zekerheid voor zijn onrustig hart. „Zult gij nu uw zaak aanhouden of geheel aan kant doen, mijnheer Böhm vroeg de weduwe, die uit dit antwoord ten- naaste bij hoopte te kunnen oordeelen over de grootte der erfenis. „Dat is nog onbeslist antwoordde Böhm met voornaamheid en haalde zijn mooien, gekleurden zakdoek nu geheel en al voor den dag, van welken een sterke, eigenaardige geur uitging- Die bont-zijden zakdoek met zijn buitengewone geuren haa op de oude vrouw een zonderlinge uitwerking. „Is die mooie zakdoek ook van de erfenis, mijnheer Böhm Zeker wel niet vroeg zij, den man toelachende. Böhm schudde het hoofd. „Luister eeus, mejuffrouw Palzok. Heden moeten wij eens ernstig praten. Mijne omstandigheden zijn nu van dien aard, dat de dochter van een geheimraad geen bezwaar zou behoeven te maken, mijne vrouw te worden. Ik ben rijkWat mijn karakter betreft, nu, gij hebt zelve mij een goed getuigenis gegeven. Ouderdom Ouderdom Wat bieden de jonge mannen tegenwoordig8 Wanneer het tot een trouwen komt, veel kinderen, ziekte, geen werk. Dat is alle* onzin Praat nog eens met Anna. Zij kan elk jaar een reis maken, dienstboden houden, op een eerste verdieping wonen en vrij en onafhankelijk leven. Wanneer ik nog iets doe dan handel ik alleen en grosJa, ja, zoo staan de zaken, tegen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 1