Eanflerfltachtigfluizenii Mart. Donderdag, 12 September 1389. 33ste Jaargang. No. 2332. ie te Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SC1TAGE1V, Laan, D, 5. Sfinnenlandsch Nieuws. jRoman van IIERMANN HEIBERG. SCHAGEI A COURANT. Mé- Laiitaillal. Pit blad verschijnt tweemaal per -week: Woensdag- Zater- ig avond, tij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- [ENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. '.INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. Prys per jaar f3.Franco per post 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVER.TENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15 G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend. Schagen, 11 September 1889. Bij Kon. besluit van 8 September j.1., is IVIx*. O. H. Heels benoemd tot Burgemeester onzer gemeente. Dezer dagen zijn uit onze omstreken verscheidene schoone runderen aangekocht, die nog deze maand naar Buenos-Ayres zullen worden verzonden. Zondag 1.1. namen aan de Harddraverij te Wieringerwaard 11 paarden deel. De prijs f 100.werd behaald door „Emma" Tan den heer II. Dalenberg te Alkmaar, de eerste premie f80.— door «Helen:»" insgelijks van den heer Dalenberg en de tweede premie f 15.door «de Kol", toebeboorende aan den heer Snoek uit den Beemster. De bekroning van Kaas, op de tentoonstelling te Haarlem, laten wij hieronder gedeeltelijk volgen Meikaas. Ie prijs E. Rijkes te Wieringerwaard, 2e D. Akkerman te Alkmaar, 3e K. Waal te Bobeldijk. Eervolle ver melding H. Harp te Barsingerhorn, A. Eriks te Petten, P. Iranse te Osdorp, J. Donker te Wogmeer. Jonge kaas. Ie prijs J. Krok te lip, 2e P. Kwantes te Assendelft, 3e C. Groot te Wijde Wormer. Eervolle vermelding Huigens te Sijbecarspel, P. Kleij te Wogmeer, C. Zijp te Ven- kuizen, W. van Schie te Schooten- Middellare kaas. Ie prijs P. Pransen te Osdorp, 2e K. Faal te Bobeldijk, 3e A. Eriks te Petten. ro)mmissiekaas. Ie prijs C. Mosk, te Schagerbrug, 2e J. Rooker te Hoogwoud, 3e A. Eriks te Petten. 30.) ACHTSTE HOOFDSTUK. «En waar blijven wij met het pakket Hier is het niet veilig," zeide Frida. /boch welzeide Mendel en borstelde zijn kleederen af. Hij zag er altijd elegant uit, droeg onberispelijk zuiver linnen goed, zijne kleederen zaten altijd even netjes, droeg steeds handschoenen en een wandelstok. Dat behoorde bij zijn vak dat was, om zoo te zeggen, zijn gereedschap. Mendel speelde met de vreemdelingen, die naar Berlijn kwamen en die hij tot zich wist te trekken, kaart, had zijn helpers, wist zich de genegenheid te verwerven van meisjes die geld bezaten, ver strikte haar in zijn netten, kleedde ze op allerlei wijzen uit en gaf haar weer de looppas, wanneer zich een betere partij voordeed. «Hier ging hij fluisterend voort en opende de lade zijner secretaire. «HierLaten wij hierin de papieren bergen, en z/cj ?P et gij niet bevreesd behoeft te zijn'* Mendel deed er zijn goed uit en borg dit in een andere lade «hier is de 'a> die zwijgend alles bad aangezien, stond op en streek 0 over het hoofd. Zij wijfelde nog, of zij den man geheel a vertrouwen of dat zij haar instinkt van voorzichtigheid 2ejj z"u- Ten slotte behaalde dit laatste de overhand en zij p "Neen, neen laat dit blijven. Ik heb een goede plaats, obli r-*6 !Png zij voort, overhandigde hem eene der teder ^on(^ ^et pakket weder toe en legde het naast zich tich '''er iets tegen in brengen, maar hij bedwong tani)r?ve.^e ie*s binnen's monds, keek het meisje verstrooid i 4^ *nikte eindelijk toestemmend met het hoofd. i Wijk anneer wilt gij op reis gaan vroeg Frida op vertrou- i1! lachte/0011' ^aaf z'j bewijs van wantrouwen wilde I in den Ya i 'le^antwoordde Mendel, greep naar een P ïieisje '°e baande cognacflesch, schonk voor zich en het «kkelijp11' nam 'oen naast haar plaats en gaf haar een ver- *Geluk/T^en^^ VaU ^un toekomstige leefwijze, wij een et mij de papieren ten gelde te maken, dan huren gemaal '10u .en een dienstmeid en maken het ons zoo fn Deme mogelijk. Wij schafl'en ons fraaie meubelen aan iunseu r een prettig leventje van. En 's avonds gaan wij at zegt gij er van Frida? Of wilt gij niet met mij Woensdag 11 September, 's Namiddags 2 uur, op het tentoonstellingslerreinmatinée musicale door het stedelijk mu ziekkorps te Haarlem, aangeboden door commissarissen van dat korps, 's Avonds 8 uur, concert op het sportterre in «dePhoenix", door het orkest van het concertgebouw te Amsterdam, directeur de heer W. Kes. Vrij éntrée voor de leden van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw met dames. Donderdag 12 September, 's Avonds 8 uur, concert door het stedelijk muziekkorps in de buiten-societeit «trou moet blijcken." Vrij entree voor de leden van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw met dames. Vrijdag 13 September, 's Namiddags 2 uur, harddraverij op de Dreef. Concert van het stedelijk muziekkorps. Entree f 0,25. Gereserveerd terrein f 0,50. Vrij entrée voor de leden van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw met ééne vrouw. Tribune: voor ieder persoonlijk daarenboven f 0,50. 's Avonds 8 uur, spectacle—concert in de sociëteit «de Vereeniging", onder directie van den heer Wittkower Gerson. Entrée voor leden van de Holl. Maatsch. v. Landb. (mits niet te Haarlem wonende) f 0,50. Zaterdag 14 September, 's avonds 8 uur, kermesse d'été op het sportterrein «de Phoenix". 's Avonds 10 uur: bal cham- pêtre op hetzellde terrein. Entrée f 0,50 voor leden van Holl. Maatsch. v. Landb. met ééne vrouw f 0,25. 's Avonds 8 uur Concert ir. de sociëteit «de Vereeniging" door het stedelijk muziekkorps. Entrée vrij voor leden van de Holl. Maatsch. v. Landb., (ook die te Haarlem wonende). Zondag 15 September, 's avonds 8 uur, concert in de sociëteit «de Vereeniging", door het stedelijk muziekkorps. Entrée voor de leden van de Holl. Maatsch. v. Landb. (mits niet te Haarlem wonende) f 0,25. Tot Wethouder in de gemeente Graft, is herbenoemd de Heer J. Muijs. dansen De oogen van het meisje glinsterden. Het was dus wel eerlijk gemeend; Mendel was de man! En bij nadere kennis making was hij ook geheel anders. Zij duldde nu ook zijne omhelzingen en beantwoordde ze. In dit oogenblik verscheen de hospita en vroeg hem iets. «Kom maar binnen," riep Mendel. «Kunt gij ons op ons eerewoord tot overmorgen tien mark leenen, waarvoor gij er twaalf terugkrijgt Zie hier mijn verloofde, mejuffrouw Frida EcknerNu, gij kent haar reeds Tegelijk schonk hij voor de oude vrouw ook een glas cognac in, maakte een mooi praatje met haar en wist van haar het gevraagde los te krijgen. Een half uur later begaf het paar zich op straat. Mendel ging naar het spoor en Frida sloeg den weg in naar de woning van Alma Rusch. NEGENDE HOOFDSTUK. In dezelfde week vierde de oude Palzok haar geboortedag. Zij had het daarbij hijzonder druk en zeide op den morgen, toen Anna zich naar haar werk begaf, dat zij heden tenminste vroeger dan anders thuis komen en eens een vergenoegd gezicht zetten moest. Van mijnheer Bölim kwamen reeds vroeg prachtige geschenken, en hij had geschreven, dat hij gaarne gevolg zou geven aan de uitnoodiging tot een gemoedelijk avondje, en verheugde zich reeds hierin, «daar toch ook zeker mejuffrouw Anna tegen woordig zou zijn!" Vrouw Palzok had met Anna reeds lang over diens herhaald huwelijksaanzoek gesproken, maar zij had niet den moed gehad aan mijnheer Böhm mede te deelen, dat Anna beslist niets van hem weten wilde. «Zij kon niets uit het meisje krijgen. Zij had zich uitgelaten alsof zij nog niet wilde trouwen." In dit antwoord lag niets krenkends voor den rijken minnaar, en hem bleef nog altijd de hoop over. De oude vrouw wilde niet de opmerkzaamheden, welke Böhm haar zou betoonen zoolang niet het laatste woord gesproken was ontberen. Wat de toekomst bracht, kon men niet weten; vooreerst was het zaak, zooveel mogelijk van de gunstige om standigheden partij te trekken. Toen Anna des avonds de woning in de Hagelsbergerstraat betrad en aan de schel trok, hoorde zij een heftig hondengeblaf, en toen de deur geopend werd verscheen haar moeder met een kleine mops op den arm. «Nup" zeide Anna. «Van mijnheer Böhm, mijnheer Bohm, Anna!' nep de oude vrouw en drukte het beestje aan haar borst. «Ach, en wat heeft hij al niet meer meegebracht," voegde zij er fluisterend aan toe. «Doe spoedig uw mantel af en kom binnen. De vrouw bezat trots haar berekend egoïsme een buitenge Jongstleden Zaterdag werd door 2 rechercheurs van Amsterdam, gevankelijk te Alkmaar overgebracht mej. E. C. (niet J. C. zooals sommige bladen gemeld hebben) van 'West- Graftdijk. Zij wordt beschuldigd van oplichterij en verduistering vau gelden. Aan de jaarlijksche harddraverij te Medemblik namen 12 paarden deel. De prijs f 200, werd behaald door den bruinen ruin Dibbels, van K. Bierma te Oudebillzeil en bereden door A. Siderius; de premie, f75, door den bruinen ruin Vroolijk, van Jb. Koopman te Wervershoof, berijder C. Broers. Zaterdag jl. is de trein van Enkhuizen naar Amsterdam bij Oostzaan ontspoord, door het breken der vooras van een waggon. De machine geraakte uit het spoor en de geheele trein volgde. Over 300 meter werd de weg vernield. De schade aan het materieel is belangrijk. Als door een wonder bekwamen de vele reizigers in de trein geen letsel. De firma F. B. van Ditmar, te Utrecht, is voornemens uit te geven een geïllustreerd gedenkblad ten voordeele van de noodlijdenden door de vreeselijke ramp te Antwerpen. Dit gedenkblad, getiteldHolland-Antwerpen, zal bijdragen bevatten van de voornaamste Nederlandsche en Belgische letter kundigen, schilders, toonkunstenaars, enz. Hierom en om het loffelijke doel, 't welk ieder door den gering gestelden prijs van 50 cents kan helpen bevorderen, bevelen wij deze uitgave ten zeerste bij onze lezers aan. W. Verkerk te Gronsveld (Limburg) ontving Maandag bij den betaalmeester f 100 te veel. Dinsdagmorgen ging hij vol hoop op een goede belooning die som terugbrengen. De beloouing bleef niet uit, doordat hij door het hemelwater zoo werd gezegend, dat het hem in en uit zijn schoenen liep, en van den betaalmeester kreeg hijeen kwartje Ziedaar de eerlijkheid beloond wone kortzichtigheid. Böhm's geschenken waren Anna in de hoogste mate pijnlijk, zij had hare moeder dikwijls genoeg gesmeekt, de geschenken at te wijzen en zich niet door de aanname er van te verplichten. Het meisje raakte bijna nooit iets van Böhm's gaven aan en legde steeds verdriet in plaats van vreugde aan den dag. En toch maakte de oude vrouw met van vreugde glinsterende oogen melding van de bewijzen van vriendschap, door mijnheer Böhm geschonken. En met niet minder bekrompen eigenzinnigheid zette Böhm zijn aanzoek voort. Hij wilde Anna Palzok huwen, en liet niet eens de gedachte in zich opkomen, dat er nog andere meisjes in de wereld waren. Niets kon Anna overigens onaangenamer zijn, dan de nieuwe familie—vermeerdering. Haar moeder had reeds eenmaal een hond bezeten en om het dier hare gewichtigste plichten ver waarloosd. Toen het beest op straat overreden werd, haalde Anna ruimer adem. In een kleine woning zonder bedienend personeel paste geen hond, vooral geen ongedresseerde, gelijk nu de nieuweling was. Mijnheer Böhm had hem dadelijk een naam gegeven. De hemel mocht weten hoe hij gekomen was aan den naam «Achraed," maar «Achmed* moest het beest heeten. «Achraed'' speelde dan ook dezen avond de hoofdrol. Of Achmed nog iets te vreten moest hebben, of hij op de sofa mocht leggen, of hem ook iets ontbrak, daar hij eensklaps zulke eigenaarde geluiden gaf. «Achmed Achmed kom, Achmed Zoete Achmed 1" Zoo ging het uren lang, en in al dien tijd trok mijnheer Böhm hooge wenkbrauwen, plukte aau zijn bonten zakdoek en zocht Anna's blikken. Ten laatste begon ook de Bowle te werken, welke de oude vrouw gemaakt had, en Böhm legde zijn waardigheid af en werd spraakzaam. Hij vroeg Anna naar Klara Steidel, naar hare zaken, haar loon, naar de dames, die daar leerden knippen, en ook naar Alexander von Amim. «Hoe zoo vroeg Anna blozend. Zij had nooit over den student gesproken en was verrast, dat Böhm zijn naam noemde. Maar dat was juist iets voor iemand van zijn karakter, die naar alles vragen en van anderen alles willen weten, behebt als ze zijn met een onverzadigbare zucht naar nieuwtjes. «Nu, ik meen, toen laatst die onbeschaamde kerel, die Schiitz uw moeder vertelde mij er van u op straat het zoo lastig maakte, heeft toch de jonge student zich uwer ontfermd. Niet waar, juffrouw Palzok Spraakt gij daar niet van «Wat meent gij, mijnheer Böhm Kom, Achmed, kom hier, lief beest! Ja zeker ja zeker, dat is zoo! Gij hebt het mij toch zelve verteld, Anna?" Anna had aan hare moeder met den meesten nadruk ver zocht, Böhm van dat alles niets te zeggen, en wierp daarom

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 1