UIT DE PERS.
Wordt Vervolgd.
Buitenlandseh D/ieuws»
De ramp te Antwerpen-
Onder Gorincbem is in den nacht van Donderdag, op
Vrijdag in de nabijheid van het groote kruitmagazijn een koren
molen door een hevigen brand geheel vernield. Een begin van
brand, door de overwaaiende vonken in het magazijn ontstaan,
werd terstond gebluscht, waardoor een groot onheil voor
komen werd.
Door den slag, dien Vrijdag de ontploffing te Antwerpen
veroorzaakte, dreunden te Bad, waar men, evenals in andere
gemeenten in Zuid-Beveland, dien slag duidelijk kon hooren,
de ramen der woningen, terwijl te Hulst eveneens de drenning
werd gevoeld, waardoor op verschillende plaatsn deuren werden
geopend en ramen rinkelden, zoodat velen verschrikt op straat
kwamen. Ook in de omgeving van Middelburg beweren enkelen
een slag gehoord te hebben. (M. Ct.)
Te Hoedekenskerke is Donderdag het eerste offer der
varkensziekte gevallen. Het dier is verbrand. Enkele inwoners
dier gemeeute deden spoedig hunne zwijntjes van de hand.
Een staaltje van zelfkennis 1
In een der bladen leest men volgende advertentie
„Om lage wraak te oefenen op den Heer E. G. P., koop
man, aldaar, en diens familie, heb ik geruchten uitgestrooid,
welke ik niet kan verantwoorden. Ik beken, dat ik mij schul
dig heb gemaakt aan laster van de gemeenste soort en erken,
dat ik een schandelijk slecht schepsel ben en dat niemands eer
voor mij veilig is.
Henriette L waschvrouw."
De eentonigheid der September-raadsvergaderingen is te
Oud-Beierland op eene zonderlinge wijs afgewisseld. Staande de
vergadering werd op eigenaardige manier eene strafzaak be
handeld. Bij het eindigen der zitting voegde een persoon uit
het publiek een ander, die insgelijks had zitten luisteren, be-
leedigende woorden toe. Deze gaf geen antwoord, maar begaf zich
naar den burgemeester, met verzoek, proces-verbaal op temaken.
Eenige voorname ingezetenen verzochten der beleedigde partij
de zaak te schikken, en deze liet zich daartoe vinden, wanneer
de andere f 100 aan de algemeene armen wilde geven, waarvan
dan eene buitegewone bedeeling moest plaats hebben. En alzoo
geschiedde.
TJit Spanje. De volgende twee berichten uit
Spanje teekenen.
„Te Criptana, in de provincie Cindal Real, heeft de overheid
en de gewapende macht veel moeite gehad, om de Protestanten
en hun bedehuis tegen de Katholieke bevolking te beschermen.
Bij een processie werden de Protestanten aangevallen. De bur
gemeester heeft toen bevel gegeven, het Protestantsche kerkje
voor onbepaalden tijd te sluiten. De Protestanten kwamen
hierop voor hunne godsdienstoefening bijeen in de woning van
een der hunnen, maar toen werden zij beboet, omdat hun
gezang op straat kon gehoord worden, en de burgemeester ver
klaarde hun, dat hij voor hun leven niet kon instaan, indien
zij de volgende week weer bijeenkwamen. Eene klacht, door
de Protestanten bij de regeering ingediend, is tot nu toe onbe
antwoord gebleven.
„Twee Protestantsche onderwijzers, geboren Spanjaarden, zijn
door het gerechtshof te Madrid tot 6 weken gevangenisstraf,
eene geldboete, alsmede in de proceskosten veroordeeld, omdat
zij voor een priester, die 't sacrement naar een zieke droeg,
niet neerknielden en den hoed niet afnamen De priester was
naar hun toegegaan en had hun den monstrans voorgehouden
met de woorden //Neemt de hoeden af, hier heb ik God, den
God van den staatsgodsdienst." Hun verdediger beriep zich te
vergeefs op 11 der grondwet, die gewetensvrijheid toezegt
nu haar moeder een korten verwijtenden blik toe. Door hare
babbelzucht verplichtte zij haar nu tot nog grooter geheim
zinnigheid.
,/Laat ons klinken riep Böhm zeer levendig uit en greep
zijn glas, welks dampende inhoud de kamer met een sterke,
bijna bedwelmende alkohollucht vervulde. //Wij willen, nadat
wij onze geëerde jarige lang hebben laten leven, op de ver
vulling van onze wenschen drinken. „Onze wenschen" her
haalde hij met nadruk en zocht Anna's blik, die evenwel koel
bleef.
Nu krabde Achmed tegen de deur, waardoor vrouw Palzok
aanleiding kreeg, om met het beest naar de aangrenzende
kamer te gaan.
Zoodra zij was heengegaan, dronk Böhm haastig zijn glas
uit, stond op, schikte zijn boord een weinig terecht, trad op
Anna toe en zeide teeder en stotterend
//Mejuffrouw AnnaO, mejuffrouw Anna, wanneer gij een
blik kondt slaan in mijn hart, in hetwelk liefde en trouw
voor u gloeit en bloeit en bloeitWordt de mijne 1
Heden, op den geboortedag van uwe hooggeëerde moeder willen
wij onzen verlovingsdag vieren. Hier, hier zie eens, mejuffrouw
Anna," en hij haalde een etui met een prachtig sieraad
voor den dag, „heb ik iets medegebracht en wilde u ver
zoeken, verzoeken, dat van mij aan te nemen. O,
neen, neen, wend u niet van mij af, mejuffrouw Anna
Alles zal u geworden, wat gij verlangt, een fraaie woning,
dienstboden, partijen, schouwburg, reizen. Ik ben zeer gegoed,
rijk, mag ik gerust zeggen, mejuffrouw Anna, en ik
zou gaarne met u het leven genieten. Ben ik u dan zoo
onaangenaam, mejuffrouw Anna Wat kunnen jonge mannen
u aanbieden, laatst zeide ik het reeds tegen uw lieve moeder,
wat bieden zij u aan Bij mij zult gij alles hebben
en uwe lieve moeder ook. Gij zijt dan bevrijd van zorgen en
behoeft u niet te kwellen. Gij kunt bevelen, anderen moeten
gehoorzamen 1"
Anna hoorde dat alles en hoorde het toch niet. En al had
hij haar een koninkrijk beloofd, zijn woorden zouden toch zonder
gevolg zijn gebleven.
Maar één zaak maakte indruk op haar. Haar moeder zou
een onbezorgd leven hebben, en zij zelve zou onafhankelijk
worden. Zij kon het gewaad der dienstbaarheid afleggen en
zich in een andere gestalte vertoonen.
(De straf is in tweede instantie verminderd tot^l "fit in
genisstraf en de proceskosten.) „Gode zij dank, nee >e
een artikel van de Katholieke banier, een in Spanje vet;
spreid blad, „eindelijk zijn wij teruggekeerd tot den
welken zij, die ketterse!)e leerstellingen verbreidden, vooi )ee t
gestraft werden. De wederoprichting van het heilig tri unaa
der Inquisitie moet spoedig volgen. De heerschappij van ez®
zal heerlijker en gezegender zijn, dan in het verleden. e
een dag van blijdschap zal dat voor ons zijn, wanneer wij a e
tegenstanders der Roomsche geestelijkheid in de vlammen er
Inquisitie zien inkrimpen f
„Dat denkt Rome overalen waar ze den baas ongestraft
kunnen spelen, spreken ze 't uit.
„En met zulke mannen gaat dr. Kuyper mee door 11
en dun.
„Zullen de oogen van Nederland, als ze zulke dingen lezen,
niet eindelijk opengaan Kerlcel. Cour.
Een historische herinnering. „Het
Maandblad der Evangelische Maatschappijschrijft o. a.
Wij hooren Schaepman spreken van Tirannie der liberalen.
Zijn vader, die burgemeester van Tubbergen was, dacht er
anders over en zeide Wij, katholieken (de man drukte altijd
op die ij) wij moeten ons steeds scharen aan de zijde der libe
ralen aan hen hebben wij alles te danken.
Zijn liefde en dankbaarheid jegens de liberalen verleidden
hem eens zelfs tot een verkeerde daad. Opdat toch maar bij
zekere verkiezing de liberale candidaat zou zegevieren, wierp
hij een handvol stembriefjes in de bus. Toen de kiezers voor
den Officier van Justitie moesten verklaren, op wien zij hadden
gestemd, bleek het waaiaan de burgemeester, de vader van
onzen Doctor, zich had schuldig gemaakt.
Nu had die handvol stembriefjes wel geen invloed op den
uitslag der verkiezing, want de candidaat der liberalen was toch
gekozen en de triomf der Thorbeckianen, zooals zij toen werden
genoemd, was toch behaald, maar zeker zou Schaepman als bur
gemeester zijn ontslagen, als niet eenige protestantsche vrienden,
die medelijden met hem hadden, om het talrijke gezin van
Schaepman niet ongelukkig te maken, bij den Minister Van
Reenen, thans vice-president van den Raad van State, waren
tusschen beiden getreden.
De dank van den zoon is dat hij nu scheldt op de liberale
liranniegelijk hij dat gedaan heeft op het Piusfeest te Am
sterdam op Luther en Calvijn.
De onderwijswet. De Arnhemsche Courant
beweert dat het thans in behandeling zijnde wetsontwerp is
een partijwet en meent, dat zij dan ook als zoodanig moet
beschouwd en behandeld worden, zoowel door de Eerste als
door de Tweede Kamer. „Het is,"'zegt de Arnh. Ct. (no. 967
o. a„voor de Eerste Kamer niet de vraag, gelijk het anders
het geval is, of zij verplicht is in 's lands welbegrepen belang
haar veto uit te spreken over een door de Tweede Kamer aan
genomen wetsontwerp over dit ontwerp tot gedeeltelijke her
ziening der wetgeving op het lager onderwijs heeft de liberale
meerderheid van de Eerste Kamer wel degelijk te onderzoeken,
of het aannemelijk is uit een liberaal oogpunt. Algemeen is
erkend, dat er in de onderwijsquaestie een compromis tusschen
de partijen is aangeboden en dat de aannemelijkheid daarvan
door de partijen moet worden beoordeeld. Op dit oogenblik
onderzoekt dat de liberale partij, die in de Tweede Kamer min
derheid iswelhaast, indien de meerderheid der Tweede Kamer
zich met het ontwerp vereenigt, zal de liberale partij, die in
de Eerste Kamer meerderheid is, datzelfde nog eens te onder
zoeken hebben. Uit den aard der zaak zal dit onderzoek aldaar
een ander karakter dragen, omdat er geene wijzigingen meer
in de bepalingen zijn aan te brengen, maar over het geheele
compromis en bloc moet worden gestemd; maar dezelfde partij
oordeelt over hetzelfde voorstel aan de beide zijden van het
Haagsche Binnenhof, en indien het der liberale minderheid in
de Tweede Kamer niet gelukken mocht eenige volstrekt onaan
nemelijke bepalingen uit het compromis te lichten, dan is het
gemakkelijk te voorzien," meent de Arnh. Ct.. „dat de kans
op aanneming door de liberale partij in de Eerste Kamer ge
ring wordt. De Kamer mag als zoodanig in gewone politieke
omstandigheden op een ander standpunt staan dan hare buur
vrouw, maar waar een Regeeringsvoorstel zich richt 'tot eene
bepaalde politieke partij, kan het voor hare leden geen ver
schillend oordeel opleveren naarmate zij in de eene of de andere
Kamer zitting hebben.
„Het debat in de Tweede Kamer heeft thans', merkt de
Arnh. Ct. ten slotte aan, „vooral waarde voor de vergadering
aan de andere zijde van het Binnenhof, die om zoo te zeggen
de eindbeslissing te geven heeft. Om die reden is het natuur
lijk en behoorlijk geweest, dat de liberalen in de Tweede Kamer
in de algemeene beraadslagingen al hunne bezwaren hebben te
berde gebracht, en toont het een juist inzicht in den toestand
en in eigen partijbelang, dat de tegenpartij dit ongehinderd
heeft toegelaten. Gebruik van hare overmacht zau een mis
bruik zijn geweest, waarvan hare eigene zaak slachtoffer ge
worden ware.'
De onderwijswet. De financieele quaestie
ten opzichte van Friesland wordt behandeld door De Standaard
no. (5367) en De Tijd no. 12810). De Standaard zegt: „Dat
mr. Ruber voor de Eriesche gemeenten opkomt, is loffelijk.
Slechts sloeg hij den verkeerden weg in door uit dien hoofde
heel het land op hooger schatting voor het onderwijs te willen
stellen. De ongelegenheid waarin Friesland op schoolterrein
verkeert, vindt o. m. hare oorzaak in het groot aantal kerk
dorpen, met betrekkelijk kleine bevolking, die saam ééne ge
meeute vormen. Die toestand bestaat elders in ons land niet
althans niet in die mate. En werd ten tweede veroorzaakt door
het wanbeheer der liberalisten, die de uitgaven noodeloos op
dreven. Denk aan Wons en aan zoo menige school die nu reeds
voor afbraak te koop staat. Voeg hierbij het groote landbezit
dat op onze Friesche dorpen meest in handen van niet-ingeze-
tenen is, en de toestand is geen raadsel meer.
„Tegen dit kwaad nu kennen we maar drieërlei geneesmiddel
1° Andere Gemeenteraden en andere Gedeputeerde Staten die
het doctrinarisme onzer schoolwetmannen aan de bank zetten
en practisch de zaak regelen29 extra subsidie aan onvermo
gende Friesche gemeenten, om den exceptioneelen W
zij verkeeren, en 3° wijziging der gemeentewet V
buiten-gemeentelijke bezitters meebetalen in de
„Friesland te hulp komen dus zeer zeker. Mr
Frieslands exceptioneels positie heel het land ter
de Rijks-schatkist afsturen.'
Laar
Plundi
'Het
leriai
*1 c!
Terwijl alzoo De Standaard in weinige regelen d
bespreekt, wijdt De Tijd daaraan eene hoofdartikel'
tweede te volgen. De Tijd schrijft den nood der °?r (t',
meenten in hoofdzaak a.n dezelfde oorzaken toe als
genoemde blad, daarbij nog voegende de uitgaven in
voor openbare werken en armwezen, die niet alleen
platteland, maar ook uit de steden in die provincie 7"
gegoeden doen verhuizen. De Tijd echter schijnt het
met De Standaarddat Friesland moet geholpen wonT' a
zij schrijft
„Men zal moeten toegeven, dat men hier te doen h
een verschijnsel van zeer samengestelden aard, hetwelk
studie en overweging vordert op zichzelf, en niet terl0?P
de behandeling van eene herzieningswet als die welke 7'
behandeling is. Het hoofddoel van het wetsontwerp
is, gelijk liet behoort te zijn, geen ander dan eene Ln
houding tot stand te brengen tusschen het openbaar
bijzonder onderwijs. De eisch, dat het op de eerste, 0j ."i,
de tweede plaats zou beoogeu, genezing aan te brengen 1
door-en-door zieke financieele en maatschappelijke foesiV
van Friesland zou een onredelijke en onmogelijke eisch
waaraan niet dan tot schade van het algemeen zon k?"'
voldaan worden. Wat alleen mag verlangd worden isdat
nieuwe wet den nood der gedrukte gemeenten niet zal yei
renen door de Regeering is uitvoerig en overtuigeud aan*'"
toond, dat dit geenszins het geval zal zijn. Bijna zonder n
zondering komen de plattelandsgemeenten er door in U
conditie, slechts een paar zullen bij anneming van bet vtb
ontwerp Mackay iets meer te betalen hebben.
„Eene tweede en zeer gewichtige reden echter waarom F®
land noch op algemeene bepalingen te zijner gunste, noch o»
exceptioneele bepalingen mag aanspraak maken isdat de boos
opdrijving der kosten voor het lager onderwijs in dieprovincii
wel is waar ten deele te wijten is aan de wet, maar ook
dit voor een zeer belangrijk gedeelte, aan de uitvoering welk:
de liberale Gemeenteraden en de liberale Gedeputeerden States
daar op ergerlijke wijze, geheel onverplicht en vaak in stiijl
met de inzichten en bepaalde voorschriften der Hooge Se»»
ring, aan de onderwijswet gegeven hebben. Friesland is inval
opzichten het slachtoffer geworden van de politiek der libtnli
bestuurders, welke het zichzelf gekozen heeft.'
Een les nit den vreemde. In h
Werkmansbode (no. 56) wordt door den onderwijzer W.
die, dezer dagen te Parijs zijnde, scholen van lager oi
bezocht heeft, de opmerking gemaakt, dat in de Fransi
scholen allerlei geleerd wordt, hetwelk hef lager onderwijs eest
recht een zegen voor den ambachtsstand gemaakt heeft, (Gs
steld eens", schrijf hij, „dat de leerplicht weird aangenomen
en ons onderwijs ging in de thans heerschenderichting voort,
wat heeft de Nederlandsche jongen op zijn veemmie jaar Ja
geleerd in vergelijking van den Parijschen
„Ik zal u zeggen wat de Parijsche jongen opllvziji Me jaar
(ook op zijn 12de) meer heeft geleerd, dan de jtyederlwMii! w
lo Hij heeft practisch leeren teekenen, rekenen en stellen,
2o Hij heeft de elementen van het hand- en ornament- en
rechtlijnig teekenen doorloopen.
3o Hij heeft de werktuigen leereu kennen en
timmerman en deu smid en deu draaier en den
den houtsnijder.
4o Hij heeft leeren werken in hout en ijzer en klei.
5o Hij heeft allerlei verbindingen en vormen leeren
van hout en ijzer en klei. o
6o In zijne ziel is ontwikkeld en in practijk gebracht1
kunstzin, dien hij op dat gebied en op dien leeftijd in al
ziel heeft
„Voor Nederland wensch ik eene dergelijke richting/
gewijzigd naar Nederlandsche behoetten."
Zaterdag avond liep het gerucht, dat de heer Cor»"'
gearresteerd was, doch dit is niet bevestigd.
De patronen, zooals men weet, door den heer C<
kocht, waren uit Spanje gekomen en werden, wijl zij
bruikbaar waren, in het magazijn geledigd, met het
koper te verkoopen. Dit is een zeer gevaarlijk werk.
man moet eerst den kogel er uit halen, en dan het kru
bewerking moet met de grootste voorzichtigheid gn®
daar de minste schok een ontploffing kan teweeg brtj^j
Elke patroon bevat 5 gram kruit, zoodat de r
patronen 250,000 kilogram kruit bevatten. Deze ge
veelheid is ontploft, zoodat de hevige schok, welket
den omtrek werd gevoeld, zeer goed verklaarbaar 1S-
ontploffing gebeurde hadden de werksters na den
den arbeid hervat. Vermoedelijk is bij het werk eel
zichtigheid begaan, waardoor de voorraad kruit vuur
35,000,000 kogels in de lucht werden geslingerd. |jj);
Menigeen heeft zich afgevraagd, hoe het toch jjj
dat de heer Corvilain de vergunning gekregen hee 'u:;heid
doezen-fabriek op te richten in de onmiddellijke
dokken en nog wel vlak naast de groote petroleum
der firma Rieth Co. r8mp
Zal men omtrent de eigelijke oorzaak van r(]elijk^
altijd in het onzekere blijven, ook omtrent de ve™!|7,3 Jeh')
der overheden bestaat verschil van
organen hadden de clencale Gedeputeerde Sta
verzet van het (liberale) stadsbestuur den heer
vereischte vergunning om zijne werkplaats W 6
leend. Volgens de clericale organen daarentegen jjan P'V
deelde Gedeputeerden met de grootste nauwgezet ^11"
gedaan en integendeel het gemeentebestuur reel S yerg"""';
laug den heer Corvilain roekelooslijk zonder ee 0 geden
laten gaan. Toen de Gedeputeerden dit vername'
werkplaats sluiten en eerst nadat adviezen en