i
MïrtÉ- Liiivli
Sonflerfltachtigdnizenfl Mart
33ste Jaargang. No. 2337.
Zondag, 29 September 1389.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHA ©KUL Kaan. D, 5.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
Inkwartiering.
Herhalings-Onderwijs.
Roman van HERMANN HEIBERG.
In de hoofdstraat in het zuidwesten van Berlijn zat tegen
middag een jonge vrouw in een blauw, met kant gegar
neerd morgenkleed en was bezig met eenig naaiwerk. De zon
,.ee,n'n het vertrek en verlichtte de voorwerpen in hetzelve.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGER
COURANT.
Pit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. By inzending tot 'a middags 12 nre, worden ADVER-
ENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
XJVOEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prtfi per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÏJN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meerfO.lft
Groote letters worden aaar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Scbagen, brengen
ter kennis van de Ingezetenen dat de L ij s t betrekkelijk de I n-
fcwartiering bedoeld bij Art. 17 der Wet van 14 September
1866, (Staatsbl, no. 138) is vastgesteld en ter voldoening aan
(vengemeld Wetsartikel, gedurende 14 dagen voor een elk ter
inzage aan het Raadhuis is nedergelegd, en alzoo van af heden tot
Jen 8en October a. s.
Wordende tevens ter kennis gebracht dat zij die tegen gemelde
Lijst bezwaren hebben in te brengen, zulks schriftelijk behooren
te doen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen
na het einde der ter visieleggiug en alzoo voor den 22en Octo
ber 1889.
Schagen, den 24 September 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
W. A. HAZEU, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis
van belanghebbenden, dat het Herhalings-Onderwijs aan de ge
meenteschool aldaar zal aanvangen Woensdag 2 October a. s.
s avonds ten vijf ure.
De leerlingen kunnen zich, medebrengende hun vaccinebewijs, aan
melden aan de gemeenteschool op Dinsdag 1 October a. s. des avonds
Tan vijf tot zes ure. Het ouderwjjs zal niet worden gegeven
vanneer zich daarvoor niet minstens tien leerlingen aanmelden.
B. en W. vestigen nadrukkelijk de aandacht op het groote nut
ba» jit onderwijs en dat het geheel kosteloos wordt gegeven.
Scbagen, 24 September 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen
Brengen naar aanleiding van art. 203, alinea 3 der Wet van
i Juni 1851, (staatsblad No. 85) ter openbare kennis, dat de
Begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor 1890,
»o als zij aan den Raad der gemeente is aangeboden, op de
Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd
35.)
TIENDE HOOFDSTUK.
enei sieraden lagen op de tafel voor de sofaarmbanden,
ie k ff! 6 en gouden met edelsteenen versierde ringen. Uit
koffiekan van een fraai servies drong een heerlijke geur;
Y en lekkernij stonden daarnaast in een porseleinen bak.
™<*pen, die in liet slaapvertrek hoorden, hingen aan de
j] akleeren, met kant bezette onderrokken en een mantel.
He'oen.en> paraplui's en dergelijke dingen lagen op een
«tafeltje bij het venster. Alles was bont door elkander
tad ®aar. ^eze wanorde had iets schilderachtigs. Niemand
l|ee,ln j°nge, voornaam gekleede vrouw met haar fijn
'oor i- ^aar slanke leest en de donkere oogen het
I ige dienstmeisje van den woekeraar Verrekijker herkend.
SU)6 6r' ^eruimen tijd leefde Frida nu reeds met Mendel te
ei1 leidde een leven, gelijk zij het zich niet heerlijker
iij ,w®nschen. Wanneer de zon ter kimme daalde, vermaakten
'oor'0] ln ,theaters en later in de danslokalen, kwamen zelden
Wn 116 V*er uur tehuis, sliepen tot aan den middag, ont
zie Wan<talden, aten tegen vier uur, namen een middag-
J en maakten zich langzamerhand gereed voor den avond.
«keenei} t°e ging Mendel op reis en haalde geld. Het geluk
'ffectei >em een bijzondere wijze te begunstigen Verrekijker'»
Ie aan Vo n overal gretige afnemers. Nu eens verkocht hij
Ta]Sti1(: een Particulier, dan weder beleende hij ze onder een
*as Ve" 1}?am en wanneer dan de termijn van terugbetaling
fepronUiPv'
kwam hij ze niet meer inlossen, gelijk het ook
Nolen Ti ziin Ptan was geweest. De herinnering aan de
^ewiscbf °oDSC'le Papiercn scheen bij het publiek geheel
Geen enkele maal zelfs had men hem met wan-
tot en met den 8en October a, s. en dat een ieder daarvan,
tegen betaling der kosten, een afschrift zal kunnen bekomen.
Schagen, den 25 September 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
Schagen, 28 September 1889.
Door Schagen's Mannenkoor ,/Euterpe" en de Harmonie-
kapel" is onderling besloten, den nieuw benoemden Bnrgemeester
in het Noord-Hollandsch Koffiehuis een concert aan te
bieden, op den avond van den dag zijner installatie te dezer
plaatse.
Te Oost-Graftdijk is vanwege het Zeevarend fonds aan
besteed de levering van de benoodigde petroleum voor de
straatverlichting voor het volgende winterseizoen. De leverantie
is gegund aan den Heer K. Kaay a 8 ets. per Liter. Tot
lantaarn-opsteker is benoemd S. Heertjes.
Te Graft werd een meisje van den Heer V. door een
steen in het oog verwond. Geneeskundige hulp bleek niet te
baten, waarom in het instituut voor ooglijders te Amsterdam
het oog is verwijderd.
De collecte te Helder, gehouden door leden van den ge
meenteraad ten behoeve der ongelukkigen door den ramp te
Antwerpen, heeft ruim f 500 opgebracht, behalve de giften die
nog moeten inkomen van het personeel van het loodswezen en
eenige marineschepen.
Het eiland Marken is overstroomd. Tusschen de buurten
onderliug wordt de gemeenschap met schuitjes onderhouden.
Voor den Nationalen Zangerswedstrijd voor mannenkoor,
die de Liedertafel #Zang en Vriendschap" te Haarlem denkt te
houden ter gelegenheid van haar zestigjarig bestaan in 1890,
is door het bestuur tot 95 Nederlandsche liedertafels een uit-
noodiging tot deelneming toegezonden. De wedstijd zal bestaan
in drie afdeelingen le afdeeling voorliedertafels die nog geen
ln prijs hebben behaald; 2e afdeeling voor liedertafels die
reeds een ln prijs hebben behaald3e afdeeling van uitne
mendheid.
trouwen behandeld.
Mendel verloor daarentegen ook maar geen oogenblik de
voorzichtigheid uit het oog. Steeds nam hij zorgvuldig zijne
maatregelen, alsof de ontdekking voor de deur stondook
werd het pakket telkens weder op de oude plaats achter het
heilige beeld gelegd.
In plaats van in de Landsbergerstraat te blijven, waren zij
in de Hoornstraat naar het Zuidwesten van Berlijn getrokken.
Mendel had met opzet deze wijk gekozen, om aan alle navor-
schingen des te heter te kunnen ontsnappen. Hij en Frida
werden hier dan inderdaad ook niet lastig gevallen. Er was
niet eens meer een brief gekomen van de oude Zanoch. Bij
den wijkmeester hadden zij zich aangegeven als een jong,
van Brazilië naar Duitschland verhuisd echtpaar.
Hunne kennissen uit de balzaal vertelden zij, dat zij naar
Friedenau getrokken waren, en alleen aan Alma gaven zij hun
tegenwoordig adres en hun aangenomen naam op. Zij waren
samen ook op reis geweest naar Hamburg, Dresden en Frankfort,
hadden in de voornaamste hotels hun intrek genomen en van
daaruit hunne zaken gedreven.
Waar overigens Frida in de gelegenheid was een goed werk
te verrichten, aarzelde zij nietook wierp zij niet het geld
weg, maar was op hare wijze zelfs spaarzaam.
Zij schikte zich naar Mendel, die reeds eenige malen zeer
brutaal jegens haar was geweest en eens in een dronken roes
haar naar het hoofd had geworpen, dat hij haar zou laten
zitten en alleen de papieren zou laten verzilveren, wanneer zij
niet gehoorzamen wilde
Wanneer het meisje zich in den zinnen-begoochelenden
roes van het dansen bevond, was zij niet mede te krijgen, en
hare weigering, mede naar huis te gaan, had reeds meermalen
aanleiding gegeven tot heftige tooneelen. Maar ook Frida was
in een punt onverzoenlijk en kende dan in hare uitvallen van
toorn geen grenzen. Mendel maakte dikwijls het hof aan andere
meisjes en wekte daardoor Frida's ijverzucht op. Hoe zeer zij
hem vroeger had verafschuwd, zoo hartstochtelijk beminde zij
hem nu. Wanneer hij, gekleed als een baron, met de blonde
snor en de voorname manieren, die hij kon aannemen, voort
schreed, het monocle in het oog zette en de menschen opnam,
vond zij hem schooner dan eenig ander, en zij was er trote
op, dat hij de hare was.
De heer J. Bakker, eerste beambte ter secretarie te
Beverwijk, is benoemd tot eersten beambte te Kralingen.
Het is te verwachten dat de werkzaamheden der herziening
van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen in
de onderscheidene schattingsdistricten van het rijk in 1889
voltooid zullen worden.
In 1890 zal een aanvang gemaakt worden met de overbren
ging der uitkomsten van de herziening iu de kadastrale leggers,
bij de gemeentebesturen en ontvangers der registratie berustende.
Bölger's Thee werd op de, in deze maand gehoudene,
Internationale tentoonstelling te Gent, bekroond met de hoogste
onderscheiding, zijnde de ,/Eere-diploma".
Iemand, die zich uitgaf voor opzichter op Nederlandsch
Mettray, vroeg de hand van een jong meisje te Arnhem. De
vader stelde alle vertrouwen in zijn aanstaanden schoonzoon en
leende hem bij herhaling geld, dat deze onder allerlei voor
wendsels van hem vroeg. Toen hem ten slotte eene niet on
aanzienlijke som was ter hand gesteld, kwam de gewaande op
zichter niet meer terug. De vader kwam tot ontdekking, dat
hij was opgelicht en gaf de zaak in handen der polite, die den
aanstaanden schoonzoon in een Friesch dorpje op het spoor kwam,
van waar hij gevankelijk naar Arnhem is gebracht en in het
huis van arrest opgenomen.
Te Heerenveen is eene vrouw, die te veel terpentijnolie
innam om pijn in de zijde te verdrijven, overleden. De ge-
neesheeren gaven haar tegengiften in, doch helaashet wal
te laat.
Nopens een Vrijdag te Exlo, in de Drentsche gemeente
Odoorn, plaats gehad hebbend ongeval, waarbij 21 schapen
door den bliksem gedood werden, meldt men aan de Ass. Ct.
het volgende
Tengevolge van den neervallenden hagel waren de schapen
dicht opeengedrongen en bewogen zich in de richting naar het
dorp. Daar de herder het noodig oordeelde, bij de aangrenzende
esch ze vandaan te weren, liep hij, gevolgd door een jongen,
naar de voorhoede der kudde. Op eens wordt hij als door een
hamerslag op het hoofd getroffen. Ook de jongen ondervindt
hetzelfde en roeptgO, mijn hoofd terwijl hij neervalt. Nu
achterom ziende, ontdekte de scheper dat er meer dan 60
schapen verspreid op den grond lagen, waarvan sommige zon-
Mendel had als de zoon van een welgestelden Pommerschen
paardenhandelaar eene uitstekende opvoeding genoten. Maar zijne
ouders waren vroeg gestorven, en het tamelijk aanzienlijk ver
mogen was zonder voogdijtoezicht in de onervaren handen
spoedig versmolten. Nadat alles er van door was gebracht,
legde hij zich toe op zwendelarij, die hij onder het masker
van een man uit de betere standen uitvoerde, ging daarentegen
uitsluitend om met zijne helpers, bediende zich steeds meer en
meer van allerlei gemeene uitdrukingen, dronk en speelde, werd
een echte Berlijnsche bandiet en in al het slechte volmaakt.
Reeds van nature zelfzuchtig en bovenmatig genotzuchtig,
doofde in hem al spoedig elk bewustzijn van recht of onrecht.
Hij deed alleen, hetgeen hem behaagde, en bezat de groote
sluwheid om bij alles wat hij ondernam, zich zoo goed mogelijk
te dekken.
Voor hij met Frida hekend werd, stond hij reeds in zijne
gedachten niet meer zoo ver van grootere misdaden. Daar
zijn losbandig leven zijn energie verzwakt had, was hem in
den laats ten tijd veel mislukt. Hij leed honger en gebrek en
overpeinsde hoe hij toch eens een goeden slag zou kunnen
slaan. Zijn gelukkig gesternte had hem Frida in de armen
gevoerd en, gelijk hij moest erkennen, niet tot zijn schade.
Wel kwam nog een enkele maal de gedachte in hem op, nu
een ander leven te beginnen, tenminste zich los te maken van
den ouden kring van boerenvangers, spitsboeven en dergelijke
van misdaden levende en nietsdoende menschen.
Zijn vader had behalve den paardenhandel ook geldzaken
gedreven en nog wel met die halve eerlijkheid, die zoo bij
het vak behoort.
Mendel dacht er ook aan, een bankierszaak in een tamelijk
groote provinciestad te vestigen en te beproeven, zijn naam
weder in eere te brengen. Maar de genoegens der groote stad,
de onbekwaamheid om werkelijk te arbeiden, de onzekerheid
van het gestolen goed en de aan zijn natuur eigene lafheid,
gemengd met de gestadige vrees voor ontdekking, deden hem
deze ernstige gedachte toch niet doorzetten. Later wilde hij
zien, of en hoe hij zich beter zou kunnen vestigen.
In zooverre als hij tot eenig beter gevoel in staat was, ge
voelde hij iets voor Frida. Doch hoofdzakelijk verbond zijn
eigen belang hem aan dit meisje. In den laatsten tijd had
Alma, op wie hij vroeger nooit acht geslagen had, indruk op