nnflerdlacliligdüizeDfl Mart
Zondag, 27 Octokr 1S89
33ste Jaargang- Ho. 2345.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCIIAOEï, Laan, 4.
(Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws
Roman van HERMANN HEIBERG.
X T°t buitengewoon opzichter bij de Zeewerken in N.-Holland,
ÜRAIÏT.
ie- Liliilla
Dit bl&d verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
„gavond. Bij inzending tot 'a middags 12 ure, worden ADVEH
ENTIËN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.—. Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
uitrent een alhier achtergebleven
Ir o e.
Sc hagen, 26 October 1889.
Volgens de verschenen tabel, aanwijzende den uitslag van
repetitie der vrije oefeningen, gehouden op de Gewestelijke
ymnastiek-Uitvoering alhier, hebben de vereenigingen ,/Bato"
Rijp en „Lycurgus" te Krommenie het hoogste aantal
anten behaald, nl. 99; het hoogste aantal dat te behalen was,
droeg 100; het laagste getal, dat verworven is, bedraagt 66.
Leden van 17 vereenigingen naboen deel
„Holland" te Amsterdam verkreeg 97 punten.
.Lycurgus-Achilles" 96
„Kracht door Oefening" H Weesp 96 u
„Hercules" Wormerveer n 96 t/
„Hercules" Beemster u 94 n
„Hollandia" Amsterdam y 93 u
Als Hoofdingelanden van de Hondsbossche en Duinen
'ot Petten voor het ambacht der Scbager— en Niedorper-Cogge,
herbenoemd de Heer K. Bieebaart te Winkel, en gekozen
i plaats van wijlen de Heer J. Spaans Junior te Barsingerhorn,
e Heer Jb. Stammes te Schagen.
4- Beroeper, te Noord-Zijpe, de WelEerw. Heer Ds. J. H.
ïhring, predikant te Valkoog, gem. St. Maarten.
43.) DERTIENDE HOOFDSTUK.
Natuurlijk, wij spreken geheel onder ons," begon Simon, en
Wde het hoofd eenige malen om, als vreesde hij dat er luis
tervinken in de buurt waren.
>Wat denkt gij er wel van, als ik de kleine Lori uit het
'ieater neem en en haar trouw
Ignis antwoordde voorloopig niets, doch gaf ook niet zijne
'foazing te kennen, maar rookte bedaard door en zeide kalmpjes
«Vaarom
nVaarom?" riep Simon verbaasd uit, „ja, dat vraagt gij wel
y as eens op ik meen gij verlangt zeker mijn raad
e'aM/Eet gij gaarne de kersen, van welke de spreeuwen het
Heesch reeds hebben weggenomen
yu, geloof dat nietDat is een dwaling. Al de anderen van
theater zijn lichtzinnig, maar deze neen neen verdedigde
°D' «Wanneer ik u vertelde
•Maar mijn vriend, zijt gij dan werkelijk nog zoo weinig ervaren?
6 'ooneelspeelsterTen tweede, gij zult grenzeloos onge-
worden."
'QlJ meent
>1® kat kan het muisenvangen niet latenZulke meisjes zijn
Wen voor lang slapen, sleepjaponnen, Iriseeren, dure waaiers,
fzen, pikante geschiedenissen, blanketsel, odeurs en schulden
Keuken, borden, orde, overleggen, een tot aan den
u gesloten huisjapon, genegenheid en liefde voor den man
v[ z3n en blijven voor haar onbekende woorden. Uw jaloezie
geprikkeld, uw geldkast geplunderd worden. Gij wilt
en? Waarom? Om een huishoudingj op te richten, soliede
11! z'ck 'n uw vrouw te verheugen, met haar te genieten,
""r te pronken. Gij denkt aan een nakomelingschap. Maar
zijn.
Neen, vriend, wilt gij
uit
geereto plaats wilt gij toch bemind en gelukkig worden.
zal u beschoren
^ükjUWe heerlijke vrijheid prijs geven, kies dan een meisje
i'nieT'Z'°° na een Poos voort. „Uw geld bemint
iogt komt morgen de vorst van Thurn en Taxis, dan
öid 'w'n''?maal uw naamkaartje afgeven. Neen, neen
nat maar voor good een streep door die rekening. Weet
slechts verwondert?"
^n"2°en| *s waar no£ jong, maar anders in practische
r&toat" V^enS®vv°on helderziend hoofd zoo optimistisch, zoo
lts t„V? is, zich door zulk een vrouwspersoon bij den
,Jtn en nemen."
Die blÜft *°ch altijd menseh," antwoordde Simon.
'gtn naar akl0Dk,®n blJna week. Ook deze man had een ver-
1 «tmr j1 a.n<^ere dingen, dan do levensstroom er dagelijks op
v "au wierp.
Ptak Simon den advokaat-notaris van een zjjnor cliënten,
is benoemd J. Eaber te Callaiüsoog.
De Vereeniging tot Ontwikkeling van den landbouw in
Hollands Noorderkwartier zal hare najaarsvergadering houden
op Woensdag, 6 November 1889, des voormiddags te 10 ure,
bij den heer L. DE GOEDE te Hoorn, ter behandeling van
de navolgende punten van beschrijving:
1. Mededeelingen van verschillenden aard.
2. Ingekomen stukken.
3. Verslag van het landhnishoudkundig congres. Uit te brengen door den
Heer Jn. ZIJP Kz.
4. Verslag van de vergadering van de vereeniging „Het Nederlandsch
Paardenstamboek." Uit te brengen door den Heer W. TEENGS.
5. Rapport omtrent
a. het onderzoek naar de goede werking der hier bestaande bliksem
afleiders. Rapporteur de Heer R. D. KAAN.
b. Blunt's veevoederpers. Rapporteur Jhr. Mr. P. VAN EOREEST.
c. den aankoop van engelsche fokrammen. Rapporteur de Heer S.
ZUURBIER.
d. het bewaren en vervoer van melk, melkprijzen en melk-export. Rap
porteur de Heer E. C. WILLEKES MACDONALD.
e. de gehouden stremselproeven. Rapporteur de Heer K. BREEBAART Jr.
f. de verspreiding van voorjaars-zaaizaden. Rapporteur de Heer W.
TEENGS.
6. Benoeming van eene Commissie van drie leden tot het onderzoeken der
rekeuing van dit en der begrooting van het volgende jaar. Voordracht
van het Bestuur: de Heeren P. SCHUURMAN, P. STAPEL en
K. TENSEN.
7. Bepaling van de plaats waar de Algemeene Vergadering in Maart 1890
zal gehouden worden. Voordracht van het BestuurNieuwe Niedorp.
8. Praktische proefneming, tijdens de vergadering, met Dr. Rijder's patent
Amerik. droogtoestellen, door den Heer G. STOUT te Tiel.
9. Voorstel van de afdeeling Zijpe der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw, luidende als volgt: Gezien de groote onbillijkheid der
wet, die bij eventueele gevallen van vlekziekte onder de varkens
voorschrijft deze te onteigenen en te verbranden zonder eenige ver
goeding te geven aan den eigenaar, bij de Regeering aan te dringen
tot wijziging dier wet, waarbij aan betrokkenen in bedoelde gevallen
de halve waarde van Rijkswege wordt uitbetaald. In te leiden door
een der leden der afdeeling Zijpe.
een nabij Berlijn wonend rijk grondeigenaar, van der Woord ge-
hoeten, en legde er den nadruk op dat hij hom Ignis op
diens vraag naar een bijzonder ervaren raadsman had aanbevolen,
en dat deze hem ook eerstdaags een bezoek zou brengen.
Daarna nam de bankier Simon afscheid en begaf Ignis zich
weder aan zijn werk.
Hij zou een bazar voor een liefdadig doel regelen. Men had
hem tot voorzitter gekozen en met do geheele leiding belast. Nu
moest hij dat in de nachtelijke uren in orde brengen.
Yoor hij zich weder aan zijn arbeid begaf, overdacht hij de
laatste dagen. Dat was nu de derde verliefde dwaas, en een
er van was hij zelve geweest
„Over eenige dagen is het de voorjaarsrennen in Charlotten-
burgzeide Mendel op zekeren morgen tot Frida. „Willen wij
er ook heengaan Ik bevind mij nu weder even goed als voor
mijn ziekte. Hier nog langer zitten te versuffen, zint mij niet
meer. Wjj gaan met een mooi rijtuigje Alma kan met
ons. Ik zal zelf rijden. Het zal een prettige dag worden, en
en na de rennen -
„Waarom juist Alma?" viel Frida haar man in de rede en
liet duidelijk hare ijverzucht uitkomen. En zeer minachtend voegde
zij er aan toe
„Aima's kleeding past bij een fijn rijtuig, evenals een vlag op
een modderschuit."
„Altijd jaloerseh antwoordde Mendol. „Het meisje wil toch
ook wel eens een pleiziertje hebben, en wat be'reft haar costuum
ik zal er haar een schenkenBij Mannheimer is dat in vier
en twintig uur te krijgen."
Frida stond zwijgend op en begaf zich naar het venster. Zij
staarde naar buiten, doch hare gedachten waren niet bij hetgeen
zij zagin haar binnenste woedde een hevigo strijd.
Nauwelijks was haar man weder gezond, of hij dacht weder
aan pleizier, en zij, Frida, was hem niet meer genoeg. Alma
moest er altijd bij zijn! Mendel en de vriendin lachten, schertsten,
en zij zat zwijgend daarbij en verging van verdriet. En nu had
hij gezegd, dat hij voor Alma een costuum wilde koopen Alsof
hij de eigenaar van het geld was Het behoorde toch haar alleen,
en zij was er nu verheugd ovor, dat zij bem niet, gelijk zij een
maal van plan was geweest, de papieren toevertrouwd en do
schuilplaats hem genoemd had.
Hij had herhaalde malen bij haar er op aangedrongen, hem do
schuilplaats aan te wijzen. Op de katholieke kerk had hij ook
gezinspeeld, maar zij had hem voor haar gang daarheen een
andere reden opgegeven.
„In de kerk Waar zou men de papieren moeten verbergen t
had zij geantwoord. „Ik zeg het u niet, omdat het beter is, dat
maar óén de plaats kent. Wanneer gij het in uw hoofd kreegt,
zoudt gij kunnen klappen. Wat er is, dat behoort ons beiden.
Wat wiit gij dan nog meer weten De plaats is goeddaar
komt geon menseh aebtor."
Mondei had zich toen tevreden gesteld. Zoo trouweloos als hij
zelf was, zoo zeer vertrouwde hij haar. En dan bedacht hij ook
no-*, dat de zaak toch eenmaal aan bet licht zou kunnen komen
en'"hij wilde, wanneer het een gerechtszaak werd, de schuld
geheel alleen op haar schuiven. Hij wist volstrekt van niets.
10. Voorstellen van het Bestuur:
a. tot het nemen van proeven met Kunstmeststoffen op weiland. Inleider
de Heer C. J. VAN LOOKEREN CAMPAGNE, directeur van
's Rijksproefstation te Hoorn.
b. tot het houden van een wedstrijd met Knnstmest-strooimachines.
Inleider de Heer E. C. WILLEKES MACDONALD.
c. tot het beproeven van een nienw landbouwwerktuig (bietenrooier.)
Inleider de Heer K. BREEBAART Jr.
d. tot het houden van eene tentoonstelling van rundvee, schapen en
kaas. Inleider de Heer K. SWAAG.
e. om voor f 1000,deel te nemen in het waarborgfonds voor de
tentoonstelling te Buenos-Ayres, mits voor die tentoonstelling
minstens 20 stuks rundvee in de provincie Noord-Holland worden
aangekocht. Inleider de Heer J. ZIJP Hz,
f. omtrent verspreiding van deugdelijke vooriaars-zaaizaden. Inleider
de Heer W. TEENGS.
11. Bespreking van verdere werkzaamheden.
De mazelen heerschen te Benningbroek vrij algemeen
onder de kinderen. De school staat bijna stil, ook al doordat
twee der onderwijzers niet mogen schoolhouden wegens het
heerschen der ziekte in liunne gezinnen. Gelukkig schijnt de
ziekte niet gevaarlijk te zijn; tot nu toe zijn nog geen sterf
gevallen voorgekomen.
De groote najaars-veemarkten te Hoorn zullen gehouden
worden op Maandagen den llden en 25sten November a. s.
De portier van de loods der studentenroeivereeniging
iiNereus" te Amsterdam, staat zeer in de gunst van de jonge
lui. Toen dezer dagen zijne vrouw hem verblijd had met een
nieuwen wereldburger, zag hij den volgenden dag tot zijn ver
wondering een fraai rijtuig voor zijn woning, waarin twee be
stuursleden der roeivereeniging, die den gelukkigen vader ver
zochten in te stappen en mede te rijden naar het stadhuis,
waar de jeugdige spring-in-'t-veld werd ingeschreven met de
namen yNereus, Gerrit, Hendrik." Dit is zeker de eerste maal
dat de eerste naam, in de registers van onzen hurgelijken stand
prijkt.
zou hij zeggen. Beter was beter
Als Frida nu zoo zwijgend bij het venster bleef zitten, over
legde hij, of hij kwaad weg wilde gaan, dan of hij haar een goed
wcord zou geven. Het viel hem in, hoe trouw zij hem verpleegd
had, en dat zij zich daarop kon beroepen. En zoo zegevierde niet
zijn beter gevoel, maar de logica alleen had invloed op zijn besluit.
Hij trad op haar toe, omvatte haar slanke leest, trok haar
van het venster weg en zeide vleiend
„Altijd weder dezelfde zaak! Maar wanneer gij er boos om
zijt, dan rijden wij alleen, on gij zult er uitzien, als de vrouw
van een overste."
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
„Koml Maak u gereed! Wij gaan eerst het rijtuig bestellen,
en dan laat ik voor u een costuum maken bij Rosenthal, waarnaar
de prinsessen begeerig den blik zullen slaan."
Na deze woorden omarmde de jonge vrouw Mendel met harts
tochtelijke teederheid, kustte hem herhaaldelijk en vleide zich
aan zijn borst.
En de namiddag, op welken het rennen was bepaald, kwam.
In de Hoornstraat hield de koetsier, een kleine groom in
blauwe, met zilver omboorde livrei met moeite de ongedul
dige schimmels, die Mendel besteld had.
Ah gelukkige menschen Alles deftig en soliede Hoe teeder
de gelaatskleur, en hoe kalm, afgemeten do uitdrukking in het
gelaat der schoone dame!
Mendel reed door de drukste straten naar de Brandenburger-
poort.
Niemand die hen niet nastaarde.
„Een schoon paar, zeker vreemdelingen!" Hoe geoefend be
stuurde de man de paarden en hoe ernstig zat de kleine groom
met over de borst gekruiste armen.
Op de renplaats aangekomen, nam Frida een plaats op de
tribune, terwijl Mendel zich naar de baan begaf en spoedig met
eenige heeren een weddenschap had aangegaan.
Na eenigen tijd kwam Mendel bij Frida op do tribune terug.
Hij had gewed en g»wonnen en zijne oogen schitterden Velen
dor aanwezigen kende hij, wees ze aan zijne jonge vrouw en
noemde hunne namen.
„En wie is die heer, die daar met de twee anderen voorbij
gaat Kont gij die vroeg Frida.
Mendel haalde dc schouders op, doch vroeg het aan zijn buurman.
„De middelste is baron Priminil van het Leipziger plein, die
links is de bankier Simon uit de Vosstraat en de andere, die is
de beroemde advokaat-notaris, Ignis.
Bij den laatsten naam kromp Frida ineen en vatte onmiddellijk
Mendel's arm. „Ignisfluisterde zij. „Bij hem moesten toen de
honderdtachtigduizend Mark afgegeven worden, tegen een beloo
ning van tweeduizend gulden."
„Stil, stil!" fluisterde Mendel en stiet de jonge vronw aan.
„Geen namen en teiten noemen
Frida zweeg en richtte op nieuw den blik op hare omgeving.
Eindelijk was het rennen afgeloopen en Frida was gelukkig,
toen zij weder naast Mendel, haren Mendel, in de cabriolet zat
en terugreed naar Berlijn.
WORDT VERVOLGD-