psnderdag, 7 November 1389.
33ste Jaargang. Uo. 2348.
Gemeente Schagen
Binnen Uwdsch /Vieuws.
Roman van 11JERMANN HEIBERG.
WORDT VERVOLGD.
sc HICE R
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
j s g av o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
rBlITI®N in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
XjröBZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
H e k e n (1 m a k i n g e n.
SS E VOL 14 I Hf C4.
Onderstaande personen worden in hun belang aangemaand,
ich zoo spoedig mogelijk ter Secretarie dezer gemeente te ver-
roegen, ten einde opgave voor de Bevolking-registers te doen
Guurtje Admiraal.
Marijtje Bergen.
Pieter Bleeker.
Antje Latenstein.
Correlis Ament.
Johannes Jacs. Bruining.
Karei Jobs. Engeringh.
Karei Lceflang.
Schagen, 6 November 1889.
In de voor dit seizoen eerste vergadering van liet Depar
tement Schagen der Maatschappij „tot Nut van 't Algemeen",
j.1. Dinsdagavond gehouden, trad als spreekster op mejuffrouw
larie van Weelen (noine de plume).
Het aantal leden in aanmerking nemende, dan was deze
rergadering vrij goed bezocht.
Mejuffrouw v. Weelen, die ter behartiging van een liefdadig
Del lezingen houdt, gaf met succes ten beste een fijn geteekende
ekets van Weremaeus Buning.
Ter afwisseling werden in de pauze een paar muzieknummers
ten gehoore gebrachtdoor den heer Borstlap een hoorn-solo
ran Bach, door den heer W. Rieu een Elegie v. Kiehl, solo
roor Clarinet, en door beide heeren de serenade van Titl, welke
immers door genoemde heereii zeer verdienstelijk werden
ree/gegeven.
onflGrfltachtigfliiizenfl
46:
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Mijnheer van der Woord, bij wien de bankier Simon zijn vriend,
ffl advokaat-notaris Ignis had aanbevolen, zat nu tegenover
bis in diens werkkamer en deelde in korte woorden het doel
ijner komst mede.
«Ik ben, ofschoon ik eea hollandschen naam draag en tot voor
*®>ige jaren nog als koopman in Mexico leefde, toch duitscher.
«ijne moeder was eene Mexicaansche, en ook mijno vrouw is daar
geboren. Mijne voorvaderen bezaten hetzelfde landgoed, Ma-
"hof, hetwelk ik sedert een jaar bewoon. Mijno zaken heb
aan kant gedaan.
«Ongeveer drie maanden geleden stierf in den Haag de onge
ronde broeder van mijn vader en wel meteen testament, hetwelk
100 ""duidelijk is, dat het gerecht aldaar mij weigert do nalaten-
Pjut te keeren. Een afschrift van bedoeld testament heb ik
pSjDjj en verlang nu uw advies te vernemen."
nog eenige mededeelingen, op deze zaak betrekking heb-
'ade, verwijderde mijnheer van der Woord zich.
Ketds den volgenden morgen begaf Ignis zich aan den arbeid
11 een paar dagen later bracht hij een bezoek op Mariabof.
,;on,s stond verbaasd over de pracht die hier in huis heorschte.
iag er voornaam <m smaakvol uit, en vooral de bibliotheek
werkkamer van den heer v. d. Woord trokken Ignis'
«dacht.
Nadat bij een flesch portwijn de zaken besprokpn en vastge-
,e'd waren, schelde de hoer des huizes en vroeg den binnen
erven ouden mexicaanschon bediende of het diner gereed was.
dit bovestigd was geworden, begaven de beide heeren zich
de eetzaal.
L Alvorens evenwel plaats te nemen, werd Ignis voorgesteld aan
e°htgenooto van den heer v. d. Woord, diens dochter Maria
aan «onzen beminnelijken buurman, graal Brandenstein."
laa tafel nam Ignis ijverig deel aan het onderhoud en vond
®genheid zijn meening te zeggen over het woelige, ongestadige
«er groote stad Berlijn.
a tafel maakte men te zamen met uitzondering van de
_JrKouw, voor wie het klimaat te koel was een wandeling
"et landgoed on de bosschen en rustte uit bij eene kleine
jer§' die aan de grens van het landgoed lag, bij den straatweg.
arwij! de beide andere beeren wegens een jachtaangelegenheid
U eraerg binnentraden, bleef Ignis met Maria alleen en knoopte
gesprek aan dat een meer persoonlijk karakter verkreeg,
ij.,aD jje groote steden hebt gij zeker wel al veel gezien en
jj vroeg hij.
0(j8tla schudde het hoofd als een kind. Zij was ook nog een
«Ik66-! onsc'lu'd'g> betooverend kind.
ko^aSv,^Wee ^aar na 0118 ver'rek u'' Mexico in Barcelona op
1 duit-S k en 'a,er> terwijl mijne ouders Europa doorreisden,
bbenso.. te keren in Frankfort. Ruim een halt jaar geleden
hen van ('aar afgehaald. Parijs en Londen ken ik niet.
>2oo maar 'weemaal in Berlijn geweest."
zoo", zeide Ignis verbaasd. «Hoe oud zijt gjj dan,
C1URAIUT.
MÉ- LnQgintlii
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: 8CBAGEIS, JLaan, I>, 4.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Een door 118 ingezetenen van de gemeente Haringkarspel
onderteekend adres, is heden aan de le kamer der St. Gen.
gezonden, om aan te dringen op verwerping van het wetsont
werp op het onderwijs.
De heer P. Nobel, burgemeester der gemeente St. Pancras
schrijft ons:
Naar aanleiding mijner missieve, gezonden aan de Heeren
Leden der Staten dezer provincie, hebben de heeren Zijp, van
Abbekerk, en Buis, van Opdam, mij bericht gezondeD, dat zij
verhinderd waren om de te geven inlichtingen ter plaatse bij
te wonen. Alleen de HoogEdelGeboren Heer Van Leeuwen,
Officier van Justitie te Alkmaar, heeft van de gelegenheid ge
bruik gemaakt om zich ter plaatse te laten in—en voorlichten.
Wat zal nu het gevolg zijn van het groote belang voor de
groentenverbouwende landbouwers van de 7 gemeenten in
Geestmerambacht, die daar zoozeer bij betrokken zijnals men
weet dat vanaf 1 Juli tot 26 Oct. jl. te Hugowaard zijn geladen
799 waggons groenten, wegende 6,608,800 kilogram, dat elke
waggon f 3 kost eer bij op de hoofdlijn staal, en wat er een
enorme tijd toe noodig is, om een half uur lang, langs diep
en wijd, bij harde wind zeer inoeielijk vaarwater, die 799
waggons te vullen inet honderden kleine vaartuigen, als schuitjes,
boeiers en pramen, en dat dit alles zou vervallen a;s"~op het
binnenwater kon worden geladen.
Zijn de afgevaardigden van het distrikt Schapen met deze
toestanden lokaal bekend, ik mag nu veronderstellen van wel,
en dan zullen zij, met al de kracht die in hun is, bij deze
zoo geschikte gelegenheid bereid bevonden worden, de verbinding
Alkmaar—Hoorn mee te helpen tot stand te brengen, maar tot
mejuffrouw Ik hield u
„Nu?" vroeg Maria nieuwsgierig.
Ignis baalde de schouders op en keek haar glimlachend aan.
„Ik moet nog zeventien worden!" antwoordde zij en sloeg
Ignis' gelaat nauwlettend gade om te zien, welken indruk deze
mededeeling op hem maakte. Maar hij boog het hoofd en schreed
zwijgend naast haar, terwijl zij voortpraatte.
Ignis vergeleek de hem bekende meisjes van denzelfden leeftijd
bij dit lieftallig schepsel, dat, naar het verhaalde, nog nooit een
theatre bezocht, geen soirees en bals medegemaakt had en op
haar leeftijd nog al het nieuwe met groote, verbaasde oogen
gadesloeg. En toch bezat zij een kritisch verstand en veel humor.
„Ik hoop dat gij en uwe ouders mij eens in Berlijn zult komen
bezoeken, eerstdaags, spoedig zeide Ignis.
Nadat zij betuigd bad zulks zeer gaarne te willon doen en de
beide andere heeren weder den terugweg hadden aanvaard, volgden
ook Ignis met Maria.
„Ik verheugde er mij over," zeide zij nu tot Ignis, „dat gij
beden aan tafel het landelijk leven loofdet. Graaf Brandenstein
wil er niets van weten. Hij dweept mot het stadsleven en is van
plan, zich geheel in Berlijn metterwoon te vestigen." r
„Is de graaf een aangenaam mensch?" vroeg Ignis.
„Ik mag hem wel," zeide Maria gulhartig. „Wij musiceeren
samen, rijden schaatsen, rijden, varen. Alleen," zeide het meisje
met naïve openhartigheid, „is hij dikwijls zeer wispelturig. Ik
geloof, dat hij een weinig geblaseerd is."
„En moogt gij hem toch lijden
Maria sloeg den blik op en bloosde, maar het was niet duidelijk
of het een bektntenis was van hare gonogonheid voor den graaf
of slechts, omdat zij gevoelde, dat Ignis' woorden een diepere
beteekenis hadden.
„Hoe moet men dan zijn, om u welgevallig te zijn?" vroeg
Ignis vriendelijk en met nadruk.
„Dat kan ik niet zeggen!" antwoordde zij met ongekunstelde
vrijmoedigheid. „Ik houd van alle goede menschen. Ongevoeligen
en hoogmoedigen gelijk ik ze op de kostschool aantrof
stooten mij af en jagen mij vrees aan. Mijn vader en mijn moedor
heb ik onuitsprekelijk lief
„Maar er is nog een andere liefde," waagde Ignis te zeggen
en sloeg Maria's gelaat oplettend gade.
Maria antwoordde niet. Ignis merkte, dnt hij haar verlegen
maakte en bad berouw over zijne woorden. Hij erkendo, dat er
nog andere schepsels in de wereld waren, dan zijne verbeeldings
kracht zo hem had afgemaald. Door dit reine wezen hervond bij
zijn geloof aan de onschuld, en omdat dit zoo was, deed het zijn
gemoed opzwellen.
Maar daar hij nu zoo zwijgend naast haar bleef gaan, vreesde
zij dat haar stilzwijgen hem misschien zou hebben kunnen be-
leedigen. Zij bad behoefte om iets tot hem te zeggen eu vroeg
nu aarzelend „gij praat niet meer, mijnheer Ignis 1 Deed ik iets
onwelvoegelijks Gij vroegt iets, en ik begreep u niet geheel en
3 j71" antwoordde Ignis. „Ik sprak van een andere liefde. Men
heeft zijn ouders lief, zijn broeders en zusters, den Schepper -
Hij zweeg; zij knikte hem nu eenige malen toe en zeide met
bCkJa 'ja^ik^be^ry'p'u. De liefde, die de menschen tot elkander
brengt, en voor hun geheelo leven verbindt, die is zeker heerlijk
en nog veel, veel schooner, geheel anders
het uiterste toe zullen zij moeten pleiten, om de roete te nemen
langs Broek op Langendijk. Zijn zij niet lokaal met den toestand
bekend, dan is hun aangenomen houding mij onverklaarbaar,
zij kunnen toch niet hebben gedacht, dat het een aardigheidje
was elk lid een missieve te zenden.
De Rederijkerskamer Aurora" te Noord-Schermer herdenkt
Maandag den llden Nov. e.k. haar 25—jarig bestaan.
Dienzelfden avond ten 7 ure geeft zij in den kolfbaan van
den heer C. Schagen aan de Stompe-toren eene uitvoering, die
zeer veel belooft. Niet minder dan 6 nummers vormen het
feestprogramma:
le. Welkomstlied, te zingen door alle leden der kamer.
2e. Eene vergadering der Rederijkerskamer »Aurora" op
Donderdag 26 Sept. 1889 gedroomd door een werkend lid
//Schets in een bedrijf".
3e. Marcel. Drama in één bedrijf.
4e. Gedeserteerd of drie vrouwen te gelijk. Blijspel met zang.
5e. Leer om leer of fop je mij ik fop je weer. Blijspel met
zang in één bedrijf.
6e. Tableau. Allegorische voorstelling van Scbermeers kunst
lievende ingezetenen.
Toegang tot deze feestvoorstelling hebben alleen de kunstlievende
leden met ééne dame en de oudwerkende leden met ééne dame.
Heeren en Dames, buiten de Schermeer woonachtig kunnen
tegen betaling van 0,49 de persoon worden geïntroduceerd,
door do kunstlievende leden. Werkende leden van andere Rede
rijkerskamers hebbatn toegang op vertoon van hun diploma.""
Dinsdag 12 November vereenigea zich de werkende leden
des avonds ten 6 ure aan een diner, waarbij zich de kunstlievende
„JaDie liefde meen ik juist" viel Ignis haar in de rede.
„En gij hebt gelijk, zij verbergt iets in zich, dat de menschen
boven alles verheft."
Maria keek Ignis aan, en haar blik bozat een eigenaardig vuur;
zij hing aan zijne lippen en betreurde het, dat hij niet meer
gezegd had.
„Tot zulk eene liefde," zoo ging Ignis voort, „behooron even
wel twee gelijk gezinde zielen en harten. Heeft do mensch een
hopelooze liefde, dan maakt zo hem grenzeloos ongelukkig, zoo
ongelukkig, dat hij de wereld wel zou willen missen."
Hier werden zij in hun gesprek gestoord. De beide hoeren
hadden hen opgewacht. Graaf Brandenstein sloot zich bij Maria
aan. En terwijl Ignis naast haar vader wandelde, verloor hij haar
toch niet uit het oog.
Na de wandeling begaven de heeren zich naar de kamer van
mijnheer van der Woord en waren daar spoedig in aangenaam
gekout.
Ook graaf Brandenstein nam meermalen het woord, doch zoo
wel uit zijne woorden als uit zijn houding bleek het dat hij een zeer
oppervlakkig mensch was, die reeds van de wereld „te veel"
genoten had.
Het scheen Ignis toe dat hij tegenover mijnheer van der Woord
in het oogloopend voorkomend was, hem altijd gelijk gaf en
buitengewoon gemaakt lachtte wanneer de gastheer eenige scherts
ten beste gaf.
Of hij kwam om v. d. Woord's geldkast te exploiteren, óf hij
kwam om zijn dochterMisschien ja waarschijnlijk om beiden.
Daar de graaf een werkelijk schoon manspersoon was, begreep
Ignis, dat hij bij Maria, wie hij in zeer sterke, in het oogloopende
wijze het hof maakte, zijn doel zou bereiken.
Waarom zou hij, Ignis, niet dingen naar de hand van Maria
Och kom, hij was toch niet als Alexander von Arnim Hij
had immers den tijd laten verstrijken
Terwijl do heeren spraken, werd onverwachts de deur geopend
en verscheen Maria.
„Ik kom de hoeren uitnoodigen te soupeeren 1"
Na het souper werd er muziek gemaakt en zong Maria een
paar nummers.
De graaf had bij de piano plaats genomen. Het andere gezel
schap was iu do kamer blijven zitten. Ignis die toevallig tegen
over oen spiegel zat, hield het oog gericht op Maria en den
graaf. Deze was dicht bij Maria gaan staan, greep, voor zij bet
bad kunnen beletten, haar hand, keek haar doordringend in de
oogen, sprak hartstochtelijk tot haar en boog zich diep over haar,
Hij ga! haar een kus! Ongetwijfeld! Ignis beefde over zijn geheele
lichaam. Er weerklonk een gil.
„Wat is er?" riep mevrouw v. d. Woord ontsteld uit.
„O, niets, niets!" antwoordde de graaf, die met de grootste
bedaardheid in de deur verscheen. „Mejuffrouw Maria viel een
druppel der waskaas op de hand. Het is reeds voorbijHij
lachte.
Ignis wierp een blik in den spiegel. Maria zat met het
hootd op de band geleund bij de piano.
Eenige oogenblikkcn later liet Maria zich verontschuldigen, dat
zij niet wel was geworden. Ignis zag haar dien avond niet meer.
En ook niet den volgenden morgen, toen hij afreisde
L