Zondag, 22 December 1839.
33ste Jaargang. Uo. 2361.
Insgelijks zal liet nuninier dat
moest verschijnen op Woensdag,
1 Januari, worden uitgegeven op
DINSDAG, 31 DECEMBER,
in welk nummer alsdan gelegenheid zal be
staan tot liet plaatsen van de gebruikelijke
\IEUWJAAHSWEASCII E\, tegen 25 ets', a
contant, van 1 5 regels.
De Uitgever,
J. WfMKBaL.
®ation ale Militie.
OPROEPING
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAOEH, laan, I), 4.
Wegens het invallend Kerstfeest,
zal liet eerstkomend nummer der
Schager Courant verschijnen op
DINSDAG, 24 DECEMRER 1889.
- f'""8
1/
1
GODRAAI
Mffilfillit- LllllB
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
tot de inschrijving voor het jaar 1890, volgens de
wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.)
Burgemeester en Wethouders van Schagen, srelet hebbende
op Bet bepaalde bij AitiKv.1 10 Jv. ~r 1^
van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), herinneren bij
deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne verplichting
tot het doen van aaugilte voor den dienst bij de Nationale Militie,
met verwijzing naar het bepaalde bij de artikelen 15 en 20,
I alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende:
Art 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den eersten Januari van het jaa
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
Roman van MORITZ VON BEI CHEN BA CR
4.) VIJFDE HOOFDSTUK.
„De graaf heeft mij nog allerlei beminnenswaardigs over Karla
gezegd," zeide hij, „de kleine schijnt eene verovering op hem te
hebben gemaakt."
Mevrouw von Roven zette een ernstig gelaat. „Het zou zulk
een groot geluk voor het meisje zijn," zeide zij, „dat ik er nog
niet aan kan gelooven, maar hij heeft haar laatst boven allen
onderscheiden en heden zijn bezoek Hochfeld zeide mij ook,
dat de graaf van plan was te trouwen maar meu moet zich
wachten voor dwaze hoop."
„Lieve hemel, Karla met hare twintig jaren en de graaf met
zijn vijf en veertig bij kon haar vader wel zijn
„Maar ik bid u, een arm wezen als Karla
„Mijn lieve oudje, nu ken ik u toch niet meerGij, wiens hart
altijd in de eerste plaats heeft gesproken, gij hebt voor het meisje
toch ook weinig over 1"
„Wees niet boos op mij, maar op mijn bejaarden leeftijd kan
ik niet meer beginnen voor u komedie te spelen, Gustaat. /iet
gij, vroeger heb ik wel eens naar een dochter verlangd lma^r
dat is lang geleden, en daar de hemel ons alleen zoons schonk,
heb ik mijn geheelo bart aan hen gewijd. En toen onze Willi
stierf, is mijne liefde voor de beide anderen, die ons gebleven
zijn, nog toegenomen, want de angst, dat ook zij ons konden
worden ontnomen, kwam er nog bij. En nu ik oud ben, nu ben
ik met hart en ziel zoo geheel met u en de jongens vereenzel
vigd, dat er voor een vreemde geen plaats meer is. Huwen onze
zoons eenmaal, dan zal ik hunne vrouwen als mijne dochters
aannemen, dat is iets anders, maar met Karla zij is en blijtt
mij vreemd, ik kan er niets aan veranderen 1"
Mijne beste, oude vrouw, wanneer ik vermoed had, dat zij u
tot last in stede van tot hulp zou zijn
«Tob daarover niet, wij hebben nu eenmaal de verplichting
jegens dat meisje op ons genomen en moeten die nakomen
maar gij moet het mij niet euvel duiden, dat ik de gedachte met
vreugde begroet, dat Karla zou kunnen gaan huwen."
Op het eerste bezoek van graaf Hefften volgde spoedig een
weede, en eenige dagen later riep mijnheer von Boven Karla in
zijn kamer. Toen zij binnen trad, kwam mevrouw von Boven haar
egomoet en omhelsde haar. Karla was geheel onthutst door dit
ongewone bewijs van teederheid en hare verwarring nam nog
oe. als de oude dame haar sprak ovor een groot, ongehoopt geluk.
begon nu ook mijnheer von Boven, „liet is in der daad
lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn
beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van
28 Juli 1850, (Staatsblad No. 44).
,2°, di®. goene °uders of voogd hebbende, gedurende de
laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari
van het jaar der inschiijvmg in Nederland verblijf hield:
va" vviens ouders de langstlevende ingezeten was al
blijf 1Jhoudt 86011 1DgeZeten' mits hlJ binnen het Rijk ver-
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreomdeling behoorende
tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten
krijgdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch voor het volbrengen van zjjn 20ste ingezeten'wordt, is ver
plicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven
bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving
volgens Art. 16, moet geschieden.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1°. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont
2°. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente
waar hrj woont;
3o. Van hem, die goen vader, moeder of voogd heeft, of door
dezen is acbtergela'en, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd
is, in de Gemeente, waar hij woont;
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlan
der, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont,
m de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland
gewoond heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven
zet'enDailngeen ¥ëaer'fani&r j#tergebleven zoon van een inge-
ubo, nF oeu vreemd Kijk verurj,
van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten
Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden inge
schreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven, tusschen den lsten en den 3lsten
JANUARI;
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of,
is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn
voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen tevens ter
een groot geluk, dat ik heb mede te deelen. Graaf Hefften doet
aanzoek om uw band
Karla stond geheel verbluft, als had de bliksem ingeslagen.
Hulpeloos keek zij nu eens haar oom, dan weder haar tanto aan,
en was niet in staat een enkel woord uit te brengen. Met vrou
welijk instinkt had zij gevoeld, dat do graaf haar onderscheidde;
dit had haar gevoel van eigenwaarde gestreeld en zij was hem
er dankbaar voor geweest, maar aan een aanzoek, ja aan de
mogelijkheid daarvan, had zij nooit gedacht.
„Nu, kind, wat zegt gij?" riep mijnheer von Roven uit, waarna
zijne vrouw in plaats van Karla antwoordde
„Zij is verbaasd en verward, gij ziet het toch, en ik vind het
natuurlijk, tegenover zulk een groot, onverwacht geluk."
„Ik ik keu hem volstrekt niet," kwam het nu over Karla s
^Een jong meisje als gij kan eon ervaren man, gelijk de graaf
is "natuurlijk niet na zulk een korte kennismaking kennen
maar dat is ook niet noodig. Hij gelooft, met u gelukkig te kun
nen zijn, en het zal dus aan u zijn, dit vertrouwen te recht-
Karla's oogen stonden vol tranen, zij beefde over haar geheelo
„O, mijn God, mijn God, hoe is dat dan mog. lijk 1 riep zij
uit" de handen voor het gelaat drukkende.
Dwaas kind," riep mevrouw von Koven uit, terwijl naar man
zich geroerd en radeloos afwendde, „dwaas kindzij moet eerst
wat tot kalmte komen; kom, wij willen wat in den tuin gaan
wandelen; de frissche lucht zal u goed doen, en dan willen wij
nos eens de geheele zaak bespreken. Kom
Zij greep Karla's hand, maar deze ontwrong haar die en nep
snikkende uit
„Neen, ik bid u, laat mij alleen ik, ik kan nie
WCeGoéd! blijf dan alleen," viel mevrouw von Roven haar in de
reden over een uur kom ik naar u zien 1"
Karla" stormde naar buiten Daar bezon zij zich een °ogenblik,
keerde toen in huis terug en snelde de trap op,
tot zij hijgende, voor de deur stond, welke tot Frits Kamer roe
gang gaf. Wat haar naar Frits dreot, waarom ril Julst h®" 'd
-orat h iqr in zulk eene grenzelooze ontroering had ge
moest zien en spreken.
Zij klopte.
Niemand antwoordde.
Onwillekeurig opendo zij de deur.
hij gewoonlijk zat.
Prys per jaar f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
kennisse van de belanghebbenden dat tot de inschrijving »e-
legen beid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter
occretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags,
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur.
Schagen, den 17 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
JACHT.
De Burgemeester der gemeente Schagen
Brengt ter kennis van belanghebbenden, bet navolgende
De Commissaris des Konings in Noordholland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie dd.
27 November 1889 no. 23.
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87),
tot regeling der jacht en visscherij
Brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de sluiting der jacht op Icleiti tvild voor Noordholland is
bepaald op Dinsdag 31 December 1889, mot zonsondergang;
en dat alzoo op grond van het bepaalde bij het eerste lid van
artikel 27 der aangehaalde wet, het verkoopan, te koop 'uitstallen
en het vervoeren van wild uiterlijk tot en met 14 Januari 1890
zal mogen plaats hebben.
En zal dit besluit in hot Provinciaal Blad worden geplaatst en
voorts in elke gemeente van Noordholland worden aangeplakt.
Haarlem, 2 December 1889.
DeCommisaris des Konings voornoemd
SCHORER.
Schagen, den 20 December 1889.
Do Burgemeester voornoemd,
„fH R«rr.<i- 0
bekeuringen, ter kennis der ingezetetien, dat de schoorsteenen,
voor zooverre die des zomers worden gestookt, volgens art160
van het politiereglement dezer gomemte, ten minste twee malen
's jaars, en wel in Maart en December, moeten worden geveegd
en schoongemaakt.
Schagen, 20 December 1889.
De Bujgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Een gevoel van verzet kwam er over haar. Hier wilde zij hem
afwachten, met hem spreken. Mochten de anderen denken wat zij
wilden. Zij zou doen, wat Frits haar ried. Daar viel haar blik op
de geopende schrijfmap voor haar.
Een gesloten, met Frits' handschrift voorzienen brief lag er op.
Onwillekeurig las zij bet adres
„Aan de Opera-zangeres
Mejuffrouw Angela Peretti,
Weenen, Hotel Matscliakes Hof."
Het was alsof er een electrische stroom door haar lichaam voer.
Zij greep naar het couvert, hield het een oogenblik in de hand
en slingerde het toen van zich.
Zij "sprong op; de naast den stoel staande papiermand viel door
de onstuimigheid harer beweging om en stortte den inhoud over
het tapijt; Karla raapte de losse stukken bij elkaar en wierp zo
weder in de mand. Toevallig bleef een stuk van een briefin haar
hand.
„Geliefde, zoete Angela 1" las Karla. Zij lachte sarkastisch,
vloog uit het vertrek en stormde de trap af, naar buiten. Reeds
na een kwartier trad zij weder de kamer van mijnheer von Roven
binnen.
„Arm, arm kind," fluisterde hij medelijdend. Zij ging voor hem
staan, do handen vast ineen gewrongen. In hare donkere oogen
straalde een zonderling vuur, terwijl hare wangen wit gelijk
marmer waren.
Oom, ik ben besloten, ik neem het aanzoek van den graaf aan 1
Haar tante kwam nu ook in de kamer, Karla werd omarmd
en met teedere namen overladen. Het scheen haar alles toe een
droom te zijn
Frits trad nu het vertrek binnen.
„Karla is de verloofde van graaf Hefften," zeide haar oom, en
het verheugde haar, dat Frits bij deze mededeeling blijkbaar ont
stelde en slechts een lang gerekt„Mijn God zoo spoedig
uitbracht. Ook de klank van het woord .verloofde' had voor haar
een eigenaardige beteekenis en vervulde haar met het bewust
zijn: ^Ik heb u allen niet noodig, ik behoor aan een ander, aan
een, die mij zijn hand heelt toegestoken, omdat hij mij bemint,
mij,' die gij allen niet wilt lief hebben I"
Aan deze gedachte klemde zij zich vast. Ja, de graaf moest
haar lief heb oen, want waarom zou bij haar anders tot vrouw
begeerd hebben En zij had zoo vurig naar liefde gesmacht
°Hij bemint mij, hij bemint mij," herhaalde zij dikwijls, en haar
hart antwoordde: „en ik, ik zal hem ook lief hebben." Ja, zij
wilde hem lief hebben, hem, die haar zijn hand toestak, om haar
van haar bescheiden plaatsje te brengen op de hoogten des levens.
Tegen den avond kwam de graaf.
Blozend, met hevig kloppend hart frad zij hem te gemoet, be
reid hem den geheelen rijkdom harer liefde te schenken. Daar