Donderdag, 9 Januari 1890.
34ste Jaargang. Ho. 236S.
m
Gemeente Schagen
A R B E I L) S W E T.
Roman van MORITZ VON REICHEN BACIL
Kinnenlandsch Nieuws.
COURANT
lubi
peil Dit blad verschijnt tweemaal per week .-Woensdag- Zater-
3 agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
urTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
dit
INGEZONDEN STEKKEN èen dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHACHT, liaan, 4.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.1
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekendmakingen.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een alhier gevonden
zilver-en haakpennetje.
(Art. 10, Wet van 5 Mei 1889, Staatsblad No. 481.
Het Gemeentebestuur van Schagen, vestigt hiermede de aan
dacht van belanghebbenden op het wettelijk voorschrift, dat het
hoofd of de bestuurder van een binnen de gemeente uitgeoefend
wordend bedrijf of van eene aldaar gevestigde onderneming, indien
daarin of daarvoor op of na 1 Januari 1890 arbeid wordt verricht
in een fabriek of eene werkplaats door een persoon beneden zestien
jaren, verplicht is te voren voor eiken zoodanigen persoon eene
kaart aan te vragen ter Gemeente-Secretarie, onder opgave van
den naam, de voornamen, den dag en de plaats van geboorte van
dien jeugdigen arbeider, en van den naam en de woonplaats van
het hoofd des gezins waarbij of van het gesticht waarin deze inwoont.
Schagen, den 27en December 1889,
Het Gemeentebestuur voornoemd,
C. H. BEELS, Burgemeester,
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, noodigen hij deze
belanghebbenden, die over den jare 1889 van de gemeente
iets te vorderen hebben uit, hunne rekeningen vóór of op den
lenFebruari a, s. ter plaatselijke secretarie in te leveren.
Schagen, 8 Januari 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
9.)
NEGENDE HOOFDSTUK.
Mevrouw von Roven was bedlegerig, een aanval van beroerte
had haar rechterzijde verlamd en haar spraak onduidelijk ge
maakt. Sedert deze toestand ingetreden was, had Karla de huis
houding en het verplegen der zieke op zich genomen, en het
was na dat oogenblik, als namen hare krachten en bekwaam
heden toe op eene door haar zelve tot nu ongedachte wijze. Zij,
die zoo mismoedig door huis en tuin geslenterd en met weerzin
de kleine verplichtingen, die mevrouw von Roven haar oplegde,
uitgevoerd had, zij kon nu alles en zij deed alles met frisscben
moed. Ze begreep nu mevrouw von Roven en voorkwam zelfs
hare kleinste wenschen. Hier trad zij vertroostend, daar bevelend
ophet was, als was er eensklaps een andere geest in haar
gevaren en was zij geheel en al veranderd.
De doctor bad verklaard, dat do verlamming slechts voorbij
gaande zou zijn. Toen deze evenwel langer aanhield, dan hij voor
zien had, sloeg hij voor, eene ziekenverpleegster te laten komen,
i Mijnheer von Roven was juist op het veld, toen de doctor op
Ide ziekenkamer dit voorstel deed, en Karla wilde er niets van
weten.
Waartoe eene verpleegster?" zeide zij; „het kamermeisje van
tante, dat trouw en zorgvuldig is, en ik, wij zijn toch zeker wel
voldoende."
„Kind, overschat uwe krachten niet," vermaande de doctor,
„de geheele huishouding rust op uwe schouders, gij moet steeds
gereed zijn uw oom te troosten en hem gezelschap to houden,
1 en do zieke moet ook telkens iemand om zich heen hebben. Gij
zijt niet gewoon aan zulk eene groote inspanning."
J „Beste doctor, ik bemerk eerst nu, dat ik werkelijk iets vol
brengen kar, en dat maakt mij gelukkig en sterk, trots alle
akeligheid."
De doctor keek haar aan, gelijk zij daar zoo slank en tenger
voor hem stond, met haar schitterende oogen en frissche gelaats
kleur, een beeld van jeugdige kracht.
„Ja, afgemat en overspannen ziet gij er wel is waar nog niet
uit, maar
„Nccd, neen, beste doctor, ik overspan mij volstrekt niet, maar
j ziet gij, ik geloof, dat ik er niet voor geschikt was, altijd slechts
uit te voeren, wat mij bevolen werd. Zelve zien, zelve bevelen
en, waar anderen bet niet beter doen kunnen dan ik, zelve doen,
doch alles doen uit vrijen wil, dat past mij. Ik weet zeer goed,
dat ik ongelukkig zou worden, wanneer ik den geheelen dag hier
bij mijne ongelukkige tante zou moeten zitten, om haar die hulp
te betoonen, waartoe het kamermeisje evengoed in staat is. Maar
haar aflossen, wanneer deze vermoeid is, op alles letten, wat
teute verlichting kan ver6chaffeo, en Marie, het meisje, wanneer
terugkomt, onderrichten, opdat alles goed gaat, dit kan ik.
Schagen, 8 Januari 1890.
Ook in onze gemeente komen eenige gevallen voor van griep,
terwijl de ziekte—gevallen van aanverwante verschijnselen niet
zeldzaam zijn.
Nu, verontrusten zal dit bericht zeker wel niemand, want
waar genoemde epidemie in alle oorden van ons land haar
slachtoffers heett, zou het wel een wonder mogen heeten, als
onze gemeente werd ontzien.
Zoo lezende, wat uit alle oorden der wereld wordt mede
gedeeld over deze ziekte, die in den beginne nog al eens „ziekte
der rijken" werd genoemd, is het toch zeker nog al kenschetsend,
dat uit ons eigen land, alsmede uit Frankrijk en Engeland
berichten komen, waaruit blijkt dat door die ziekte zijn aange
tast o. m. spoorweg-ambtenaren, postbeambten, drukkersge
zellen, arbeiders, enz.
Men noemt de griep niet besmettelijk, doch hoe noemt men
het dan, als men bijv. in de part. corresp. uit Londen aan de
N. R. Ct. leest
„De eerste gevallen van „Russische influenza" hebben zich
hier in de dokken voorgedaan, hetgeen trouwens natuurlijk was,
daar er ieder oogenblik schepen aankomen uit allicht besmette
Oostzeesteden. Thans echter begint de demon der griep met
zijne zeis te maaien, niet alleen over geheel Londen, maar ook
over het geheele Yereenigde Koninkrijk. Geen stand, geen
ouderdom of geslacht, blijft gespaard}
«Influenza zit in de lucht, en als zij ook in de leden zit,
dan komt er elke etmaal een dozijn gelegenheden voor, dat de
passieve ziektekiemen werkdadig kunnen worden. Het kan tot
eene crisis komen in een spoorwegwagen of omnibus, bij het
overhandigen van een telegram in een besmet postbureau, ja
na het openen en lezen van een brief, door een lijder of lijdeies
afgezonden. Vele slachtoffers te Livetpool hebben op die manier
onverkwikkelijke nieuwjaarswenschen uit Rusland ontvangen,
Voor hulp, bijzonder des nachts, heb ik ook nog de onderwjjzers-
vrouw, die eene ervaren ziekenverpleegster en een zeer oplettende
vrouw is, en zooals ik oom en tante ken, zou de tegenwoordig
heid van een in costuum gekleede zuster beiden slechts veront
rusten. Dus laten wij het bij het oude."
De doctor schudde lachend het hoofd.
„Nu, gij weet, wat gij wilt, en daarom valt het u ook niet
moeielijk, ook anderen tot uwe meening over te halen. Zoolang
gij er zoo uitziet als nu en de zieke zoo goed verpleegd wordt
als tot heden, mag ik, ook als arts, mij niet tegen uw wil ver
zetten. Slechts een ding verlang ik, dat mijnheer do luitenant
overkomt, al is het maar voor één dag. Onze zieke verlangt zoo
zeer naar hem."
„Daaraan heb ik ook reeds gedacht, en u kan ik het wel zeg
gen, dat ik voor alle zekerheid reeds aan baron Frits geschreven
en hem verzocht heb, zoo mogelijk, den volgenden Zondag hier
te komen. Ik heb hem ook medegedeeld, wat hier het geval is
tegen den wil van mijn oom wel is waar, die zijnen lieveling
ook deze zorg wilde besparen; maar ik vind, baron Frits is een
man, en daarom is het niet noodig, hem altijd de waarheid ver
guld toe te dienen."
„Zoo, zoo, hebt gij dat gedaan, nu, mijn besten dank daar
voor; want, een aanval van beroerte is ten slotte toch een zaak,
waarmede nooit valt te spotten, en ik ben er ook niet voor, dat
men een volwassen mensch, als mijnheer Frits, het gevaar ver
zwijgt. Heeft hij op uw brief reeds geantwoord
„Neen, en daarom verwacht ik reeds half en half, dat hij van
daag of morgen komt."
„Dat zal onze zieke gerust stellen, dat is goed."
„Ik verheug mij, dat gij dit zegt, beste doctor!"
Zij drukten elkander de hand, zij waren goede vrienden gewor
den sedert de oude mevrouw von Roven ziek wis geworden.
De dag verstreek zonder eenig bericht van Frits. Karla, die
dagelijks een wandeling maakle, ter bevordering van hare ge
zondheid, richtte hare schreden heden naar den straatweg, die
naar het spoorwegstation geleidde. Het was haar, als moest
Frits komen, en toen zij een stofwolk voor zich in de verte op
de straat zag opwarrelen, bleef zij staan en zeide zij in zich zelve:
„Dat is hij."
Vijf minuten later hield de wagen bij haar stil en Frits sprong
er uit.
„Karla, gij hier? Hoe gaat bet met mama?"
„Voor het oogenblik bestaat er geen gevaar, ik wist, dat gij
komen zoudt."
„En gij komt mij daarom tegemoet Hoe goed van u 1"
„Ik ga dezen weg dagelijks, daarbij is niets bijzonders; maar
ik ben blijde voor uwe mama, dat gij gekomen zijt. Ik zal bij u
in den wagen plaats nemen, dan zijn wij te eerder opDaloord'."
Frits liet zich nu vertellen, hoe alles gekomen was, en Karla
zeide hem ook, dat zijn vader niets van zijn komst wist, dat hij
niet gewild had, dat Frits de waarheid zou vernemen.
„Die goede, lieve papa, alle leed zou hij ons wel willen be
sparen 1" zeide Frits, en het was hem daarbij een gevoel van
en men wil, dat lord Salisbury in persoon de Russische influenza
heeft ingeademd uit dépêches van den Engelschen gezant te
St. Petersburg."
Ofschoon het waar schijnt te zijn dat de griep spot met alle
zoogenaamde quarantaine-middelen, moet toch worden aange
raden, vooral te letten op zuiver drinkwater en op gezonde
lucht in de woningen en voornamelijk men make zich niet
noodeloos ongerust.
Tot Burgemeester der gemeente Kwadijk, Middelie en
Warder is benoemd de Heer S. Berman, secretaris der gemeente
Barsingerhorn,
In de Schermeer is Vrijdag 3 Jan. j. 1. eene afdeeling
opgericht van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw,
58 leden hebben zich bij deze nieuwe afdeeling, die den naam
van „Schermeer" draagt, aangesloten. Het Bestuur bestaat uit
de volgende Heeren K. Schoone, lsto voorzitter J. Glijnis Pz.,
2de voorz.V. Schoen, secretaris J. Rolff, penningmeester
P. Glijnis Cz., A. Bruin en K. Spaan, bestuursleden. Deze
afdeeling bepaalt den kring harer bemoeiingen uitsluitend tot
den polder Schermeer.
Gedurende het jaar 1889 werd aan het hulpkantoor Kol-
horn in de postspaarbank ingelegd de som van f 8055.73 in
926 inlagen.
De gemeenteraad van Sijbekarspel heeft mej. Hensen—
Sonnenberg op haar verzoek eervol ontslag verleend als onder
wijzeres, ingaande met 1 Februari a.s. Tegen dien datum zal
daar eene onderwijzeres benoemd worden f 500 's jaars of
f 200 minder dan de toelage nu bedraagt.
Een treurig drama is Oudejaarsavond afgespeeld in het
werkhuis te Hoorn.
Terwijl eenige gedetineerden bij elkander zaten om stroohnlzen
te slechten, sprong een hunner plotseling op een ander toe, met
de woorden„gij zult tenminste niet met de volkstelling mee-
verlichting, dat wederkeerig hij zijn vader bet leed had bespaard,
dat de kennisname van zijn speelschuld hem zou berokkend hebben.
TIENDE HOOFDSTUK.
Frits' bezoek scheen op de zieke werkelijk een gunstigen invloed
te hebben. Zij werd kalmer en sliep in' don nacht na zijn aan
komst goed. Den volgenden dag kwam de doctor en lachte, toen
mijnheer von Roven hem de „aangenamo verrassing" mededeelde,
dat hij gehad had.
„Het meisje, Karla, is een schat voor uw familie," zeide hij
later tot Frits, toen deze hem naar zijn rijtuig geleidde; „wij allen
zouden, denk ik, niet dat in haar gezocht hebben, wat er in haar
steekt."
„Ook ik ben verbaasd, te zien, hoe zij opgewassen is tegen
den plotseling ingetreden toestand," meende Frits.
„Ja, ja, ja, ik zeg altijd maar, nood leert bidden; maar dat zij
zich zoo uitstekend van haar taak zou kwijten, had ik nooit
gedacht. Graaf Heffien kan zich verheugen, dat wordt eenmaal
een kapitale vrouw
Des namiddags ontmoette Frits Karla in den tuin.
„Ik ben u er zeer dankbaar voor, dat gij hebt bericht, hoe het
met mama staat," zeide hij.
„Zij keek hem vriendelijk aan.
„Niet waar? Het is toch beter, de waarheid te vernemen, dan
als een kind behandeld te v> orden."
„Die goede papa gaat in zijne teederheid te ver."
„Ja, en ik houd het ook niet voor goed, dat men u zoo ont
ziet ik
Zij word verlegen en haperde.
„Wat wildet gij zeggen, Karla?"
Zij keek hem flink in de oogen.
„Nu, mocht gij intusschen boos op mij zijn, dan moet ik dat
dragen, maar zeggen moet ik het toch eenmaal; ik bedoel, dat
gij ook minder geld zoudt verspillen, wanneer gij wist, dat uw
papa zulko zware geldelijke zorgen heeft."
„Wat zegt gij daar, Karla? Geldelijke zorgen?"
„Ja, geldelijke zorgen Ziet gij, ik heb het eerste jaar hier
als in een droom rondgewandeld, als met gesloten oogen ik wist
alleen, dat ik hier zelts te voel was, en maakte mij mijzelve tot
een last. Daarna kwamen mijne verloving en de ziekte van tante,
en beide omstandigheden hebben mij wakker geschud en ziende
gemaakt. Sedert weet ik, dat uw papa onder zorgen gebukt gaat,
dat bij een hypotheek heeft moeten nemen."
„Mijn God, daarvan bad ik niet het minste vermoeden
„Neen, want uwe ouders denken er slechts aan, om n het
leven zoo aangenaam mogelijk te maken. Ik zal u nog meer zeg
gen ik weet van den doctor, dat uw mama naar Karlsbad moest
gaan en dat deze de badkuur niet genomen heeft, om geld te
besparen."
„Karla
„Ja, daar ontstelt gij van, dat wist ik wel; maar ik kon het
niet meer geduldig aanzien, ik moest het u eenmaal zeggen, en
als gij nu zoo spoedig tengevolge vaD mijn brief hierheen kwaamt,