UIT DE PERS.
-
Zeer toevallig is mijn hond, zijnde een goed gespierè; 1
wit met bruine vlekken op den dag der stranding op die plat' 1
zoek geraakt.
Gemengd Nieuws.
Zaterdag ochtend ontdekt een vrouw, wonende in eene
gang aan de 'Bergstraat te Deventer bij hare tehuiskomst, dat
het bed, waarop haar jongste kind, een knaapje van 10 maan
den, la? gedeeltelijk in brand stond. Bijgestaan door de buren,
werd het kind, dat ernstige brandwonden aan de beenen bekomt n
had, uit zijn gevaarlijken toestand verlost, terwijl de brand met
eenige emmers water werd gebluscht. Het kind werd ter ver
pleging in het ziekenhuis opgenomen. Het 3jarig zoontje van de
vrouw dat zij alleen met haar jongste kind had achtergelaten,
stichtte den brand, door een stuk papier aan te steken en het
vervolgens in het bed van zijn broertje te werpen. (B.
Te Anjum (gem. Oestdongeradeel) heeft zich weer een
geval van bijgeloof voorgedaan, dat vermakelijk zou mogen
heeten, indien het niet zoo diep treurig ware. Eene vrouw,
aldaar woonachtig, en als bolleloopster hare gewone route
makende, kwam in zekere woneng, buiten Anjum gelegen, waar
zij in huis werd genoodigd om zich daar alles behalve zac i
te hooren beschuldigen van tsjoeuderij (beheksen), eene kwa e
daad, waarvan de kinderen des huizes gevolgen ondervonden.
Het was waarlijk een geluk, dat toevalligerwijze op dat oogen-
blik sommigen dat huis kwamen bezoeken wie weet wat de
bijgeloovige menschen anders de arme vrouw nadden gedaan,
waar reeds eene dreigende houding werd aangenomen.
De Koning heeft het besluit geteekend, waarbij eervol
ontslag wordt verleend aan den heer Keuchenius als minister
van Koloniën en in diens plaats wordt benoemd baron Mackay,
minister van Binnenl. Zaken, die als zoodanig wordt vervan
gen door jhr. mr. De Savorniu Lohinan, lid van de Tweede
Kamer,
Maandag 24 dezer aanvaarden de nieuwe ministers hunne
portefeuilles.
De Tweede Kamer der Staten—Generaal is bijeengeroepen
tegen Dinsdag 25 Eebruari aanst., te 2 uren.
Tegen een 10 jarigen knaap is te Deventer eene vervolging
ingesteld wegens diefstal van gootpijpen van woningen.
Het bestuur der Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maat
schappij zal een einde maken aan den onhoudbaren toestand
in het Centraalstation.
De treinen zullen nl. aankomen aan het eerste perron, zoodat
de reizigers niet meer, onder houten hutten door, langs de
smalle trappen geduwd en gestooten, door de tunnels het station
behoeven te verlaten, maar rechtstreeks van het perron van
aankomst langs de groote trappen den ruimen voorhof en de
straat zullen bereiken.
Het tweede perron wordt voor de vertrekkende treinen bestemd,
en het derde zou dienen uitsluitend voor bijzondere treinen,
pleizertreinen, voor het verkeer buiten den gewonen dienst.
De invoering dezer nieuwe regeling echter wacht op het
verdwijnen van het oude station, hetwelk dit plan in den weg
staat. (Hb.)
Gouden regen
Door den Raad vaD ministers moeten verschillende personen
zijn voorgedragen om bij gelegenheid van 's Konings verjaardag
benoemd te worden in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Den heer Keuchenius is, naar men denkt, het commandeurs
kruis toegedacht.
De Paus heeft de verschillende bisschoppen over de geheele
wereld gemachtigd om, wegens het heerschen der influenza in
Europa, voor zekeren tijd, te hunner btoordeeling, geheele of
gedeeltelijke dispensatie te verleenen, zoowel van het vasten als
van de onthouding (Vrijdag en Zaterdag).
Voor ons land heeft de Bisschop van Haarlem geheele
dispensatie verleend en de Aarts-bisschop van Utrecht geheele,
met uitzondering van den Goeden Vrijdag.
Voor vijf vacaturen als hoofd der openbare lagere scholen
te Amsterdam hebben zich 276 sollicitanten aangemeld.
Elf!
Als curiositeit deelt men uit Maastricht het volgende mede:
Den loteling Sviel bij de loting voor de nationale militie
het lot no. 11 ten deel. Hij bewoont het huis no. 11 in de
Wolfstraat, en de loting had plaats op den lln dezer, Zulk
een elfling kan, natuurlijk, in een eventueelen oorlog slechts
door 11 kogels sneven
Drente zijn over het algemeen de prijzen der landerijen
m het afgeloopen jaar aanmerkelijk gestegen. Uit vergelijkingen
van de prijzen op notariëele verkoopingen van 1888 en die van
1889 blijkt, dat de waarden doorloopend met 15 h 20 pet.
verhoogd zijn. Vooral wei- en hooiland is duurder geworden.
De voor den boer zoo voordeelige zomer van 1889 heeft hierop
zeker veel invloed gehad. De boerenstand komt er meer en meer
boven op.
Een der lotelingen in de gemeente Tietjerksteradeel een
dienstplichtig nummer trekkende, trok zich dit geval zoo aan
dat hij te Bergnm in de vaart liep. Hoewel hij niemand vooraf
van zijn voornemen had verwittigd, waren er toch spoedig genoeg
menschen op de been om den drenkeling te redden, die er
zonder die hulp gewis het leven bij had ingeschoten.
Brutale dieven
Onder de gemeente Halsteren komen in den laatsten tijd
herhaaldelijk diefstallen voor. Bij verschillende landbouwers
werden aardappelen, peren, enz. ontvreemd, zelfs bij den bouw-
man A. Aan Ireijen ontzagen de dieven zich niet de hammen
uit den schoorsteen te halen. Bij een arme weduwe stalen zij
een vet varken en zetten er een biggetje voor in de plaats
waarbij zij op de deur hadden geschreven
„Arruwke, maak dees verkentje vet,
„Of ze smooren jou in bed.
„Zorg, dat hij krijgt een dikken rng,
„Als bij vet is, komen we terug."'
Vrouwen aan 't praten
Terwijl moeder Mie met tante Bet, twee deugdzame huis-
moeders tevens buurvrouwen te Echt, omstreeks middagtijd
het overdruk hadden over koetjes en kalfjes, en reeds heel wat
hadden afgebabbeld, werden zij plotseling in haar interessant
gesprek gestoord door de Cn Ïnt^Bet tad
ff leelijke kat dat zal
ze duur betalen," grepen onze beide.huismoeders naar st<*
bezem om aan poes de gestolen lekkere port,e
doch noch poes noch vleesch waren ergens te vindera.
Tante Bet was over het verlies ontroostbaar en
en wee, terwijl moeder Mie met duizenden woorden haar leed
trachtte te verzachten, toen deze zich plotseling herinner
ook zij voor haar pot te zorgen had, naar huis iep,
schrik! de treurig ervaring opdeed, dat baar lekkere zuur o
heelemaal verbrand was.
Thans was goede raad duur: tante Bet geen vleesch, moeder
Mie geen kool, en de beide huisvaders op de komst
Doch vrouwenlist is vinding rijk Er werd besloten, dat
moeder Mie de helft van haar pot aan tante Bet afstaan, en
zij daarvoor in ruil de helft der welriekende carbonade zoude
ontvangen, dan wellicht zouden, haar echtgenooten er niets
van merken.
Twee uren later hervatten moeder Mie en tante Let tiaar
belangrijk gesprek.
O die vrouwen
X>e Ruzie. He Standaard (no. 5502) betoogt
in een hoofdartikel, dat het optreden der anti-revolutionaire
bladen en Kissvereenigingen ten gunste van Keuchenius niet
voortvloeide uit politieke berekening en ook niet was eene
„anti-revolutionaire furie," zooals het Handelsblad het noemde,
maar het natuurlijk gevolg van het beginsel der anti-revolu
tionaire partij. Zij schrijft omtrent haar standpunt ook tegen
over de Katholieken o. a. nog het volgende
„In den strijd tusschen Keuchenius en de Eerste Kamer
stond toch, het koloniaal beleid naar chrislijke beginselen lijn
recht tegenover het koloniaal beleid naar liberalistische begin
selen, en hoezeer ook Keuchenius' eigenaardige vormen deze
tegenstelling mogen verscherpt hebben, toch heeft ons volk
met onbedriegelijk instinct onmftldellijk gevoeld, dat het hier
om het heiligste beginsel van onzen strijd ging en dat op dit
punt niet mocht noch kon worden toegegeven. Immers op dit punt
moest het nu tot beslissing komen, of de andere staatspartijen
met wie wij samenwerkten al dan niet stonden op het stand
punt waarop wij stondenof wel, dat samenwerking voort
aan slechts met verzaking van ons beginsel mogelijk zou zijn.
Yandaar dan ook, dat we geen oogenblik geaarzeld hebben,
om den handschoen, die ons werd toegeworpen, op te rapen.
Dat in Be Maasbode soms gedreigd werd„Geene stem meer
op een anti-revolutionair, die onzen zin niet doet" deerde ons
niet. Het onpolitieke, onkiesche en incontitutioneele van die
uitdrukking ontnam haar alle kracht. Maar nu, terwijl het
christelijk beginsel is aangerand en we daarvoor opstuiven, een
man als dr. Schaepman den vinger tegen ons opheft, spreekt
het vanzelf dat wij onzerzijds elke saamwerkiDg wel als ver
broken moeten beschouwen, zoolang niet al wat zweemt naar
een bedreiging wegvalt."
„Legt," schrijft Be Standaard iets verder nog, „de Roomsche
staatspartij zich er op toe om, in bond met de conservatieve
krachten in den lande, haar geluk op andere banen te be
proeven, aan haar daartoe het onverkorte recht. Zij moet
weten wat haarzelve plichtmatig dunkt. Maar waagt men eene
poging, hoe zwak ook om de anti-revolutionaire partij voor
zulk eene combinatie dienst te laten doen, dan moge het ge
lukken, enkele conservatieve naturen van onze eigene partij
voor zulk een doel te winnen. Natuur kan boven de leer
gaan. Maar dit staat vast, daar krijgt men de anti-revolutio
naire partij nooit of nimmer toe."
Het conservatieve Haagsche Bagblad mnokt aan
het slot van een artikel, waarin het aantoont, dat de Standaard
partij niet het belang des lands maar haar eigen belang be
oogt, de volgende opmerkingen, welke daarom zooveel waarde
hebben, omdat ze uit de pen van een a n t i b e r a a 1 zijn ge
vloeid
„Als de liberalisten in 1891 de macht voor goed weder in
handen krijgen, dan zal dat niet zooals de Std. schrijft
het gevolg zijn van het Senaatsvotum, maar van de houding
van de Standaard, die twist en tweedracht zaait in de gele
deren der vereenigde anti-liberalen. Be Standaard wil niet een
anti-liberaalmaar een specifiek Calvinistisch-Standaard-Kabinet.
In plaats dat de Standaard in den overmoed, welken de Se-
naats-liberalen toonden, een drangreden te meer ziet om de
anti-liberalen met vereende kracht tegen het liberalisme in 't
veld te brengen, exploiteert de Standaard het Senaats-votum
m het belang van de doleerende fractie van zijn partij, welke
de met-doleerende groep tracht te overstemmen.
Yolhardt de Standaard in dat streven, dan 'voorspellen wij
hem, dat die jammerlijke vermenging van staatkunde en ker
kelijke richting in het eind zijn fractie een zeer „povere
figuur nog erger dan een „povere politiek" in 's Lands
Raadzaal en bij de Natie zal doen maken." Z. Ct.
F*1ketterse*1 muzikant. Wij ontleenen
aan het Belgisch blad „de Toekomst van Vlaanderen" de volgende
geschiedenis5
Een inwoner van Isenberghe (Veuene-Ambacht) had in de
kerk tegen een ander gefluisterd onderwijl pastoor preekte. Het
feit was van zoo weinig beteekenis, dat de burgemeester er
verbLw Z°\hebben Slacht, aan wie ook, daarvoor proces
verbaal te maken; maar, de pastoor had een ander doel. De
Prater.w'as medewerkend lid van de liberale muziek-
Zrg lT~ 611 hij' bedreig(lc hem met proces
erbaai, wanneer niet hij en zijn zoon tot de clericale Muziek-
geweigerdl8 iep6n- Dit werd> en zeer terecht, door hem
De waardige priester wreekte zich hierover door het onstellen
Zteekenen' h' 4SS
„als burgemeester zal ik steeds doen wat mij de
beveelt"(sic
Wel zeker! Wanneer men benoemd is door den pastoorÜ
men ook hem te gehoorzamen.
Daar de aan den liberalen muzikant ten laste gelegde fejj
niet ernstig waren, zag het Openbaar Ministerie van de X
schuldiging af, maar de rechtbank van Furnes veroordeelde |l
ketter tot fr. 26 boete. "ik
Het hof van Appèl te Gent sprak hem echter
Maandag vrij.
Be Volksv
riend
K s 1' II O M H K li
De Sprokkelmaand is er, geachte Lezer en de sproft J»1
gaat uit en komt in elke gemeente en sprokkelt, wat hij vjn|l
kan. Hier een dunne, daar een dikke, soms een enkele gr0(
tak wordt door hem bijeengebonden en telkenmale als hij
i„oi Uü ViP+ n tonnen. Om de dnrino
die eene triC
takkenbosje heeft, zal hij het u toonen. Om de dunne zal
lachen, over de dikke zal men zwijgen, over de groene tak
zal een storm van verontwaardiging losbarsten. Het zij
Maar mogen de takken al niet in aller oogen genade vindj.
bij het toeëigenen zal de stam niet beschadigd worden, teil
die stam verrot is!
•X*
Gisteren was ik bij mijn' vriend v. d. Eg,
van Holland's heldere, zindelijke vrouwen tot echtenoote h™
Het middagmaal was juist afgeloopen. 1 wee aardige bengelp 0
3 en 5 jaar, werden mond en handen door moeder afgewiSct- n
met eene vaatdoek of een vingerdoekje, de tafel werd afge^,
en vloer en meubelen zorgvuldig afgestoft en gladgewteij
totdat alles u tegenblonk. Mijn vriend presenteerde mij J
sigaar. Al rookende, liet ik bij toeval eenige sigarenasch vallj 1
en nimmer zal ik het toornige gelaat vergeten van de v%
des huizes, dat zij mij toonde, toen zij het ongeval zag. Eeni»
tijd later werd de thee binnengebracht en om de theekop) i
van het stof te reinigen, dat er wellicht niet eens iu te vindt
was, werd gebruikt het vingerdoekje, waarmede
knaapjes handen en mond waren afgewischt. Kraakzindelijl
huismoeders! hoevele vingerdoekjes zijn er zoo nog?
■X*
Er is in ons Noorderkwartier een klein plaatsje, dat nauwe!
800 zielen telt. Dat plaatsje staat echter onder het bestuurv?
iemand, waardig despotiek monarch over een millioenm
grooter rijk te zijn. Verbeeldt u, de eenige vereeniging
nut en vermaak die daar is, de rederijkerskamer, mag slede
tweemaal per jaar eene uitvoering geven en eerst dan m
wanneer het hoofd der gemeente inzage der op te voeren stuk!
heeft verkregen en er zijne hooge goedkeuring aan gehecht k
Wist gij het, lezer, dat er in ons land nog censuur bestoni
I
„Gebruik den domper" is de leuze van de tegenwoordig
regeering, indien meer licht wordt gevraagd. Een goed voc
beeld doet goed volgen. „Meer licht!" vraagt men in de Zijp
en: „Geen lantaarnsis het antwoord. Is het mogelijk;
onze verlichte negentiende eeuw geen licht!
Be Sprokkelaar.
HNGrEZONTD^lT.
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik een weinig plaatsruimte voor het volgende
Toevallig nam ik heden kennis van een in uw blad voor
komend ingezonden stuk van den Heer N. van Albada dd. i
Eebruari jl.
A7olgens diens mededeeling is bij de laatste stranding li
Callantsoog, behalve de twee geredden nog een derde wea
behouden nl. een hond, goed gespierd, wit met bruine vlekke
Gevaarlijk is het daaruit reeds de conslusie te maken daté j
hond branding, wind en weder heeft getrotseerd.
De eerste vraag is of die hond wel afkomstig is van li'
schip
Het derde wezen heeft dus hier geenszins m. i. het bewiji
geleverd, dat door dien hond nog velen gered hadden kunnei
worden.
U dankzeggende voor de plaatsruimte heb ik de eer te zijn
Uw. dw. dr.
Petten, '99. -g-
Op zekeren dag zat een priester te Dublin boven op
omnibus in zijn getijboek te lezen. Een theologisch tegen*
der zat toevallig naast hem en deze meende de pastoor 8®
een lesje te moeten geven. „In den bijbel leest men,"
sprak hij op duidelijk hoorbaren toon tegen zijn anderen bun|
man, „dat wij niet in het publiek moeten bidden, op de hof
ken der straten, om van de menschen gezien te worden. I
voor mij, als ik bidden wil, dan ga ik in mijn biunenkafflfe;
sluit de deur en dan bid ik in liet verborgen."
„Ja sprak nu de piester op zijn beurt, zonder de 0C?É-|
van zijn boek op te slaan, „en dan gaat ge boven op
omnibus zitten en vertelt ge het in T 'openbaar, aan iedereC
die het maar hooren wil."
Een variatie op de influenza. In de omstreken Jl'
Mantua is een ziekte verschenen, welke eenige gelijkenis
de influenza heeft en toch weer geheel verschillend is.
de aangetaste zich eenige dagen onlekker heelt gevoeld, v»H
plotseling 111 een lethargischen slaap. Deze tot stand duurt
tot vier dagen, en gaat gepaard met hevige koorts van 39
40 gr Na dien tijd ontwaakt de zieke en herstelt lwH
Somwijlen ook gaat de slaap in den dood over. De bew<>ne
van Mantua hebben aan deze vreemde ziekte den naam »ot
tn cn jooge man kwam eenigen tijd geleden 'savon(s
snti0"1 1 °n aaD' z'Jn bagage en ging naar de c°n j
- ezaa aar wandelde hij met een zeer gewichtig
amer op en neer. Eindelijk belde hij en gaf aan den "a
innen redenden k ellner ongeveer het navolgende bevel