Donderdag, 24 April 1890. 34ste Jaargang. Uo. 239S. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHlGEAf, liaan, I), 4. 9 ure 's morgens. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Binnenlandsch Nieuws, SCHAKER A El Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post 8.60. Afzonderlijke nummers 6 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer f 0.05 G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend. Met het oog op de a. s. Zaterdag te dezer plaatse aan te vangen feestelijkhe den hebben wij besloten ons eerstuit komend nummer te doen verschijnen Zaterdag 26 April des middags ten 12 ureen verzoeken wij vriendelijk belanghebbenden, dat zij de voor dat nummer bestemde adv. inzenden VÓÓl" De Red. Burgemeester en Wethouders van Schagen gelet op art 265 der Gemeentewet, brengen tor kennis van belanghebbenden, dat het door Heeren Gedeputeerde Staten op den 16en April 1890 goedgekeurde kohier van den hoof- delijken omslag dezer gemeente en dat voor de belasting op do honden, dienst 1890, gedurende vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen 3 maanden na den dag der uitreiking vaa het aanslagbiljet, bij den Raad, op ongezegeld papier, worden ingebracht. Schagen, den 22 April 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEBLS. do Secretaris, DENIJS. Do Burgemeester van Schagen, breDgt ter kennis van belanghebbenden, dat ter Secretarie dezer gemeente, inlichtingen zijn te bekomen omtrent de stukken, welke overgelegd moeten worden, bij de aanmonstering voor de Haring- visscherij. Schagen, den 22 April 1890. De Burgemeester voornoemd, G. H. BEELS. Roman van H. VON OSTEN. 8. EERSTE HOOFDSTUK. Het echtpaar Vohberg zat aan het diner. Kristal en zilver pronkten schitterend op de zware eikenhouten tafel en op het groote, prachtig gebeeldhouwde buffet, hetwelk voor de betrek kelijk kleine kamers, welke Wiesenau kon aan- p.en' nu te pronkerig stond. Bleek en vermoeid in een stoel leunende, speelde de jonge vrouw met mes en vork. Behalve ?CI' P"ar lepels soep had zij niets genuttigd. Zij a aar broeder de laatste dagen niet gezien n maakte zich over hem bezorgd. Van tijd tot an g ZÜ °°gen op, en een schuchtere, kJi g° k'ik 8'eed over den echtgenoot, die haar en zoo zonderling voorkwam, v hoog roo(] ge|na(; zaj Vohberg aan tafel, drn'ua 'D 6e<lachte zijn brood, at weinig, te meer en trachtte af en toe, op endelijke wijze, met zijne vrouw te spreken. 00110 opmerkzaamheid ongewoon, ant- ordde zij onhandig en schuchter, indeljjk zeide hij met gehuichelde losheid: de <1° kln<h gij ziot er werkelijk bleek uit, Raarf"168 k6^011 golijkgij komt te weinig uit. uit,, e™8> W0lko verrassing ik voor u heb ik h t? GlJ kunt het niet Nu dan, oud t U V00r hed0n avond aangediend bij uw ve 8*scH°olvriendin, mevrouw Molling, Tot K. 'k U' yan daar 8P00rt g'j die paar stations Wu 11° mpni0r alleen. Het rijtuig van Molling afhalen^0t statlon' 'ater kom lk Z0"' u Yaii Vohberg deze woorden snel, als een grj: mten g0leord lesje sprak, rustten de zachte, stip v 0c8en ^er vrouw met een zonderling ang- fagendo uitdrukking op zijn gelaat. Do Burgemeester van Schagen Gezien art. 23 en 29 van het politieregleraent dezer gemeente "Verleent vergunning: aan de tappers, om op Zondag 27 April a. s. muziek te laten maken, danspartijen te doen plaats hebben en na bezetten tijd te tappen. Schagen, 22 April 1890. De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. Schagen, 23 April 1890. Men verzoekt ons in het algemeen helang melding te willen maken van eene aanhaling van voor menschelijk voedsel bestemd vleesch, bij een slachter in pnze gemeente. Er hing niet minder dan een pas geslachte koe, gedeeld in elf stukken, waarvan de grootste gedeelten in rottenden toestand verkeerden. Het beest was Zondagmiddag gestorven en werd voor menschelijk gebruik gereed gemaakt in den nacht Van Zondag op Maandag. Op last van den heer Burgemeester is dat vleesch door den heer P. de Boer, onzen plaat selijk geneesheer, afgekeurd en door den heer G. Mnijs, rijksveearts te dezer plaatse, volgens wettelijk voorschrift gekerfd, met petroleum ingesmeerd en „begraven." En wel een groot geluk voor vele onzer inge zetenen, die anders wel eens door het nuttigen van dat vleesch zeiven ^begraven" hadden kunnen moeten worden. Op zijn allerminst zouden de gebruikers daarvan door hevige bra kingen en diarrhae geteisterd zijn geworden. Gelukkig is dit geval toevallig ontdekt. Nog werd medegedeeld dat de ingewanden van dit smakelijk boulje aan een winkelier ter dezer plaatse verkocht waren als hondenvoer, s' Mans beestjes hebben er evenwel weinig van willen eten, daar hun hondenneus hen waar schuwde, doch zelfs dat weinigje hetwelk zij er van gebruikt hadden, was reeds voldoende om de beesten „ziek" te maken. Wat beteekende deze inschikkelijke welwillend heid? zij was er zoo weinig aan gewend, dat deze haar beangst maakte. In het nauw gebracht door haar blik, dronk Vohberg snel zijn glas uit en zeide toen onge duldig „Nu, ziet gij, dat dacht ik welEen andere vrouw zou natuurlijk zich verheugen en dank baar zijn. Maar gij zit stom voor u uit te staren, en mon weet ternauwernood, of gij mij ook ver staan hebt." Deze toon kwam haar natuurlijker en bekender voor, zij herstelde zich en zeide met een pijnlijk glimlachje „Het is werkelijk zeer welwillend van u, lieve Richard maar de zaak komt mij zoo onverwacht voor. Gij weet, ik heb altijd lang werk besluiten, ook blijft mij niets geen tijd, om nog hot een en ander vooraf in orde te brengen." Zij sloeg den blik op de pendule. „Ah, daaraan heb ik gedacht; ik ken u vol doende en weet, hoe men u behandelen moet. Emma is in hot complot, de koffers zijn gepakt, gij hebt niets anders te doen, dan uw huiskleed te verwisselen tegen uw gereed liggend reis toilet. Over tien minuten staat Friedrich mot het rijtuig voor. Hij geleidde nu zijne vrouw naar haar kamer. Toen de deur der slaapkamer achter Fauny in het slot viel, haalde Vohberg weder ruimer adem, als was hij van een zwaren last bevrijd. Haastig liep hij terug naar de eetkamer en dronk oon glas wijn, terwijl hij zijn sigaar driftig door het geopende venster wierp. Onrustig liep Vohberg heen en weer, van tijd tot tijd driftig aan zijn snor trekkende. Toen het rijtuig voorkwam, verscheen Fanny in roiscos- tuum. Op de magere, bleeke wangen lag een bescheiden blosje. Zij zag er in bet eenvoudige reiskleed zeer lief uit. „Weet gij Richard," zeide zij schuchter, terwijl zij haar handschoenen toeknoopte, „ik zou gaarne Als curiositeit vermelden wij den navol genden inhoud van een ongeleekende briefkaart, op 22 April 1.1. uit den Helder gezonden aan onzen Marktmeester, den heer C. de Vries. Bedoelde inhoud luidt letterlijk aldus M. de marktprijzen door UEd. gesteld zijn veel te boog, te Wieringen en Texel ontfangen de boeren f 1.60 voor kleine f 1.80 voor groote, aan alle winkels te N. Diep staan ze te koop de kleine 2 cent groote 4 voor 11 cent. Stel nu men koopt aan Uwe plaats 100 eijeren groote a f2.70 te N. Diep kau men niet hooger komen dan 70 cent de 25 stuks, dan moet of wil de verkoopcr gaarne iets ver dienen, spoorvracht komt ook reken nu zelf s. v. P. dan zijn er onder doorgelegen en geheel stinkende, de volgende keer komende, een of 2 eijers vergoeden geef weg 2 of 3 weg ver dienste indien UEd stelde f 2.50 de hoogste f 2.00 de kleine, dan zou de opkooper iets verdienen. De atdeeling Schagen, der Heil. Maatsch- van Landbouw hield heden morgen de uitge schreven stierenkeuring. Tot keurmeesters traden op, de heeren P. Schenk Dz. te Wieringerwaard, J. Schenk Sr. te Schagen en Jb. Bruin te St. Maarten. Aangevoerd waren 10 Stieren, waarvan wer den bekroond, de stieren toebehoorde aan de heeren J. Bakker Jr. te Wieringerwaard, len prijs. K. Blaauboer te Schagen, 2en en K. Jonker te Barsingerhorn, 3en Zondag 20 dezer, genoot het kunstminnend publiek te Sint Maarten een gezelligen avond. In de kolfbaan van den heer C. Kieft aldaar, gaf de vereeniging ffKunst en Vriendschap" haar laatste wiuter-concert, reeds te voren aan gekondigd. De uitvoering der meeste zangstukjes, door eene, nog zoo jeugdige vereeniging met gemengd koor gegeven, gaf blijk van inspannende en nauwgezette voorbereiding. Daarom kunnen we ook den directeur, den heer J. Borstlap, met even ophouden bij Max, hij gaat toch spoedig weg, en ik zou hem nog willen zeggen „Kind, die zit nu natuurlijk aan het diner," viel Vohberg haar in de rede, „wij hebben ook geen tijd te verliezen. Gij kunt hem immers door Friedrich tijding laten zenden, misschien komt hij u wel bij de Molliugs opzoeken." Te K. in bet groote spoorwegstation zat Fanny in de groote wachtkamer, terwijl Vohberg op het perron met eenige kameraden heen en wedor wandelde. Het schooue, lichtzinnige gelaat van den echtgenoot scheen haar ongewoon ernstig toe, als zij hem van ter zijde naoogde. In de overvolle wachtkamer keerschte een drukkende bedrijvigheid, en liet rumoer der in gestadige afwisseling komende en gaande treinen, de zware met kolendamp bezwangerde atmosfeer, hadden een verslappenden invloed op de zenuwen der jonge vrouw. Zij gevoelde zich vermoeid en afgemat, en ware zij niet bevreesd geweest voor de ontevredenheid van haar echtgenoot, dan zou zij hem gesmeekt hebben „Neem mij weder mee terug, het is mij alleen zoo bang te moede." Nu kwam Emma, de kamenier, aan dribbelen. „Mevrouw, ik goloof, dat wij moeten instijgen." Ook Vohberg kwam naar zijn vrouw toe. „Spoedig, Fanny, ik zal u nog in de coupée brengen, mijn trein vertrekt ook dadelijk. Enkelen seconden later zat Fanny met haar kamenier in een coupé eerste klasse. „Mijnheer de luitenant, de trein naar Wiesenau wordt reeds afgeluid," zeide do conducteur. „Nu, vaarwel, Fauny, gelukkige reis Ik kom u afhalen." Een vluchtige kus op het voorhoofd, en reeds was Vohberg te midden der menschenmassa ver dwenen. „Arme vrouw," hoorde zy^ een stem medelij dend zeggen, „arme vrouw! Zij kromp ineen. Het was, als golden die woorden haar. Doch welk een onzin; haar kende den uitslag geluk wenschen. Een versterking van sommige partijen, vooral die der baspartij zou enkele nummers zeker beter hebben doen uitkomen, maar de krachten in aanmerking nemende, erkennen we de moeielijkheid geschikte personen te vinden om die partij aan te vullen. De stukjes No. 5 ,/s Morgens in 't Woud," 6 Morgen hymne", en no. 12 //Mijn Vaderland,' werden keurig gezongen en vooral heeft Mej. C. Kieft met het zingen van no. 9 #De Vis- schersbruid", (alt-solo) uitstekend succes behaald. Een afwisseling van den zang door instru mentale voordrachten verhoogde de aantrekke lijkheid van 't programma. De heer Borstlap toonde in het geven der „Valse No. I par Durand", (solo pour piano) meester "op het door hem bespeelde instrument te zijn. Niet minder voldeed no. 8 van 't repertoir//Air de 1'Opéra Le Barbier de Sevilla", (solo pour clarinet). De liefelijkheid van het spel, geac compagneerd door de tonen van een huisorgel (harmonium) maakte een verrassenden indruk. Een woord van dank aan den heer Rieu, clari- nettist en den directeur zij hier op zijne plaats. Minder beviel No. 10 //Air de Eijlise de 1'Opéra Alessandra Stradella" (solo pour Cor— Stella). Al mocht de voordracht er van ook aan de eischen der techniek hebben voldaan, de doorloopende mineurtoon werkt vermoeiend op 't gehoor, is afmattend en wordt alleen schoon, wanneer gepaste overgang iD den majeurloon plaats heeft. In de gemeente Schoorl is een driejarig kind in een zoogenaamdeu ierput gevallen en levenloos daaruit opgehaald. In den polder Waard en Groet is voor dit jaar veel land voor den verbouw van sui- kerpeenen verpacht, ten behoeve van verschillende suikerfabrieken. Naar matige becijferiug worden tegen woordig alleen van het eiland Tessel wekelijks ruim 4000 kievitseieren uitgevoerd. De ver zending duurt ongeveer 5 weken, zoodat men het getal der uitgevoerd^ eieren veilig op ruim immers geen raensch hier, en waarom zou men haar dan wel beklagen, ja, waarom „Instappen, Bebra Eisenach I" werd er ge roepen. Enkele wagondeuren werden reeds dicht ge slagen. De jonge vrouw keek toevallig haar kamenier aan en ving een ernstigen, medidijdenden blik op. Fanny's hart begon hevig te kloppen, en plot seling kwam het bewustzijn bij haar op: „In Wiesenau gebeurt iets, men wil mij uit de voeten houden." Het bloed drong in hare oogen, en juist toen de conducteur in de coupé kwam, om het kaartje op te vragen, stond zij eensklaps op, stopte don verbluften conducteur haar kaartje in de hand uitroepende „Daar, daar, maar ik stijg uit, ik rijd niet mede," en in het volgende oogenblik stond zij weder op het perron. Voor de verschrikte kamenier haar volgen kon, vlood Fanny heen, herhaaldelijk vragend roepende „Waar staat do trein naar Wiesenau?" Lachend keken haar de menschen na. „Halt, halt, dame, haast u niet zoo, het is te laat, da trein is juist vertrokken 1" riep een medelijdend spoorbeambte haar toe. Fanny wankelde en zou gevallen zijn, had de man haar niet ondersteund. „Ziet gij, dat komt van het loopen 1 Het is wel jammer, want heden komt gij niet meer te Wiesenaumaar hier zijn dichtbij fijne hotels, daar kunt gij overnachten en morgen met den eer sten trein kunt gij vertrekken." De jonge vrouw keek den goedhartigen be ambte verward 8an. „Wanneer gaat de eerste trein P" vroeg zij op doifen toon. Zes uur vijftig minuten," was het antwoord. WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1