BullSlw WORDT VERVOLGD- rie? tdie Dé zaal van den heer Kos was eivol, zij was echter, gelijk wellicht verwacht was, niet versierd, daar versiering wellicht nadeelig kon zijn voor de acustiek. Slechts eene kleine versierde aanduiding boven de tribune deed zien, welke vereeniging, en waarom zij, feest vierde. Met de schoone Ouverture in c. moll, van Richard Hol werd het concert door het Symphonie Orchest geopend. Ook nu weder bleek hoe dit Orchest, werkelijk kunst te genieten geeft, waar het zijne ten hoogste gewaardeerde mede werking verleent. Na de ouverture nam de voorzitter van Euterpe, de heer W. Roggeveen Cz. het woord, drukte in welgekozen bewoordingen uit, hoe het gewaardeerd werd, dat de heer Jb. Denijs Jz., de Directeur van Euterpe, zijne beste krachten gedurende het tienjarig bestaan der vereeniging had gewijd aan den bloei der corporatie, en bood hem als blijk van die waardeering een sierlijk met goud bewerkten dirigeerstok aan. De heer Denijs voegde daarna bij zijn dank voor hetontvan- gene, de opmerking, dat hij den dank van Euterpe slechts voor een klein deel had verdiend, daar de ijver en de studie van Schagen's Mannen koor zijne taak zoozeer hadden verlicht. Hierop bracht de feestvierende vereeniging „Neerland's Taal" van A. Stille ten gehoore, waarbij reeds duidelijk bleek, dat de heer Denijs .met recht kon spreken van den ijver en de •tudie van „Euterpe". Onder daverend huldebetoon trad nu Mej. L. Denijs, élève-violiste aan het conservatorium te Amsterdam, woonachtig te Schagen, op en voerde, geaccompageerd door den beer D. De Lange, het eerste gedeelte van Mendelssohn 's concert uit. Waar het volgens een bekend criticus moeie- lijker is goed te prijzen dan goed te laken, wil ik mij in deze aan de moeielijke kunst, goed te prijzen, niet wagen en laat ik het aan den vorst der crititi op muzikaal gebied, den heer D. De Lange, over eene Violiste als Mej. Denijs, een baritonzanger als den heer Messchaert te beoordeelen. Yan ganscher harte echter onderschrijf ik het oordeel, hetwelk reeds zoo dikwijls is uit gesproken, dat Schagen in Mej. L. Denijs eene violiste bezit, waarop het trotsch mag zijn. En mede moet ik het bekennen, dat ik be hoor tot de vurige bewonderaars van den heer Joh. M. Messchaert, die nu met een viertal nummers optrad n.1.„Terugkomst," ,,'t Lie- deke van 't looze Molenarinnetje,",, Een vrouwken gezwind te spinnen zat" en „Pachter Jan," van welke het derde nummer mij het meest bekoorde. Onstuimig waren de toejuichingen, die eerst Mej. Denijs en voorzeker mede haren begelei- „der den heer De Lange, ten deel vielen, en niet minder donderend was het applaus, toen de heer Messchaert geëindigd had, waarop deze het laatste gedeelte van „Pachter Jan" bisseerde. schepsels gemakkelijker tot stand, en al zijn er nn ook onder de uitstekende vrouwen zulke idea len, die om des lieven vredes wille dat offer brengen, zoo is voor baar het geluk toch denk beeldig. Haar valt misschien daar boven de kroon des levens ten deel, hier op aarde zullen zij steeds den weemoedigen trek van het martelaarschap op haar gelaat hebben." „Dus volgens uwe meening ligt do schuld voor namelijk en altijd aan de mannen vroeg de gravin driftig. „God beware mij, zoover wil ik in mijn haat jegens de mannen niet gaan. Er zijn vrouwon, wij vieren natuurlijk uitgezonderd" voegde zij er spottend aan toe „die een heilige woe dend zouden kunnen maken, maar de mannen kunnen zich toch beter helpen, en kunnon zij dat niet, dan zijn het nu juist niet de rechte mannen. Maar de vrouw is trots hare beste karakter-ei genschappen, ja juist misschien wegens die uit- stekendo hoedanigheden er niet veilig voor, in het huwelijk niet met voeten gotreden te worden. De mannen jammeren altijd over het onverstand, de onwaarheid der vrouwen, zonder toch te beden ken, dat zij zolven haar daartoe noodzaken. Nooit zegeviert bij verschil van meening de vrouw door verstandelijk overwicht; de man acht het in zijn grootheids-waan zin bepaald onmogelijk, dat zij ook eens tegenover hem gelijk zou kun nen hebben. Instinktmatig neemt dus de vrouw haar toevlucht tot middelen, door welke zij alleen iets kan bereiken, ja menige verstandige vrouw doet hot met tegenzin en vol bewustzijn, daar zij weet, dat een paar dwazo tranen en klachten, een haudige vleierij meer uitrichten dan de prach- tigste logica. Wie onder de mannon gelooft er aan de logica uit der vrouwen mond In bet Bagno in Toulon is het mij duidelijk geworden, hoe treffend de oude gelijkenis der geboeide galeislaven voor het huwelijk is. Ik zag daar een herkulisch gebouwden kerel met dierlijk rood gelaat en naast hem een tenger knaapje. De ongelukkige moest zich in alles stipt naar zijn makker richten, hoe zwaar het hem ook viel, anders sneden de boeien hem dieper in het vleesch. Zoo is het ook in het huwelijk, de zwakste wrijft zich in de boeien aan het bloeden, maar de vrouw behoeft nu juist niet altijd de zwakste te zijn." Erna zweeg, plukte eenige grasjes en strooide 4io uit op haar gloeiend gelaat. In „De stem der Zee", hetwelk nu door „Euterpe" werd gezongen, bleek het wederom dat Schagen's Mannenkoor eeue waardige plaats op het gebied der zangkunst inneemt. Vooral het ensemble was schoon en het invallen ge schiedde gelijktijdig. Na de pauze klonk frisch en vroolijk, krachtig en gevoelvol eene „Matrozenlied" door de zaal, dat een' matroos het hart zou doen popelen. Uit deze compositie van den heer Hol bleek weder zijn meesterschap, terwijl het „da capovan het publiek voorzeker genoeg zaam bewees, hoe verdienstelijk de uitvoering was. In het nu volgende nummer klonken weder de wegslepende tonen uit Mej. Denijs' viool, en in niet mindere mate vielen ook nu haar stormachtige toejuichingen ten deel. Een waardig slot van den genotvollen avond was No 8, „In 't Woud", dat door Euterpe, onder begeleiding van het Symphonie-Orchest, werd gezongen, terwijl de heer Messchaert daarin als solist optrad. Overweldigend schoon klonk inzonderheid de solo „Geen ander heiligdom dan uwe trotsche dreven", enz., terwijl het geheel ons betreuren deed, dat het einde er was van dit concert, hetwelk eene schitterende feestgave is geweest van „Euterpe". Na Euterpe voerde Terpsichore den schepter, en dat ook deze godin aller harten streelt en gaarne wordt gediend, bewees het geanimeerde bal, dat tot laat in den nacht werd voortgezet en waarbij de heer Dol, van Den Helder, op uitnemende wijze als balletmeester fungeerde. Den volgenden morgen, circa 11 ure, waren op het perron van het station aanwezig Schagen's Mannenkoor „Euterpe", de Commissie van Ont vangst, Sehagens Harmoniekapel, en de Ulri- cherkapel, ten einde de Mannenkoren, die aan den Wedstijd zouden deelnemen, te begroeten bij hunne aankomst. Na die begroeting werd de optocht georgani seerd, die zich weldra onder de tonen, beurtelings der Schager Harmoniekapel en der Ulricher Kapel, langs de met vlaggen en groen getooide huizen bewoog. Aan het hoofd van den stoet toog de Harmoniekapel, met hare banier, die wederom van Schagen's kunstzin spreektdaarop volgden de Commissie en Euterpe, en vervolgens in dezelfde volgorde als waarbij zij zouden op treden, de deelnemende vereenigingen. Waar men van elke vereeniging als om strijd de pracht der banieren roemde, viel de adelaar van „Crescendo" zeer zeker wel het meest in het oog, terwijl het aantal der gewonnen medaille's bij „Csecilia" en Crescendo" het grootst bleek te zijn. Eene groote volksmenigte was gedurende den optocht op de been. Luide klonken de hoera's der zangers wanneer eene versiering hunnen aandacht trok en niet minder luide klonken zij, wanneer Schagen's schoonen hulde afdwongen, hetgeen (hetzij ter loops gezegd, zeer dikwijls en op zeer luidruchtige wijze geschiedde). Na den bepaalden weg afgelegd te hebben, hield de stoet stil voor het Raadhuis, binnen welker muren de besturen der deelnemende vereenigingen door het Gemeentebestuur werden ontvangen en waar hun de eerewijn werd aangeboden. Daar bevestigde officieel de heer Hazeu, 1ste wethouder, hetgeen ik reeds den vorigen avond vernomen had, n.1. dat de heer Burgemeester, Eere-Voorzitter der feestcommissie, door treurige familieomstandigheden verhinderd was bij het feest tegenwoordig te zijn. De heer Hazeu heette voorts den vereenigingen „welkom", met de volgende woorden: „Geachte Heeren bestuursleden der verschillende lieder- tafels, die met uwe vereenigingen naar Schagen ten Zang- wedstrijd zijt opgekomen. 6 „Bij ontstentenis van onzen veelgeachten Burgemeester, die door treurige familieomstandigheden daarin is verhinderd „prnppiUpho f6 eer ,)aak 0Pgedragen U namens het gemeentebestuur van Schagen een hartelijk „welkom" toe te roepen. „„rw?''r de S^°°ne ^un'ltea die bet meoschelijk gemoed r f lï bef baT«n> mag met recht de beoefening der muziek een eerste plaats bekleeden. V ".Ik w J1 "iet behoeven te gewagen van een heilzamen hartverheffenden invloed, dien de muziek reeds van de oudste tijden af op allerlei volken, bijzondere personen en zelfs de dieren heeft uitgeoefend. Hoevele componisten hebben hunne voortreffelijke gemoedsaandoeningen niet in de heer" lijkste muzikale werken neergelegd; welke zielroerende aandoeningen ondervinden wij zelve bij het aanhooren van goede muziek en meesterwerken. „In onzen tegenwoordigen tijd vooral is de beoefening der muziek meer en meer onder het bereik van alle .standen in de Maatschappij gekomen, dank zij de vele, voortreffelijke gelegenheden door conservatoria, muziekscholen en goed particulier onderricht daarvoor ten dienste gesteld; terwijl in evenredigheid daarvan de ambitie voor de Muziek van belang is aangewakkerd, zoodat er ook op vele kleine plaatsen zelfs aan de edele muziekkunst wordt geofferd hptlpp n 3 f S"Ze W°0npIaats' behoort daaronder'en Si v zangyereeniging „Euterpe", die in het jaar 1888 op den Zangwedstrijd te Purmerend het gonden eermetaal mocht verwerven, en Schagen's Harmoniekapel die in 1887 te Ngmegen met den tweeden prijs werd bekroond eene wet onwaardige plaats. ,o;'TJ,m0ge,n b,et dan °°k een gelukkig denkbeeld noemen om .aDgvcreen'ging „Euterpe" het initiatief nam vZ Jï „°rJa'!f bestaan te herdenken door het uitschrijven van een wedstrijd, die, naar wij vast vertrouwen, de mede dingers en daardoor ook Schagen tot eer zal strekken "„?im<ïn ook over wedstrijden, ook op muzikaal gebied moge denken, het is onmiskenbaar dat zij grootendeels nuttig zgn en tot meerdere ontwikkeling enTpw kk ng genoegen „jl om eoo mogelijk „el- gegeven en tot ons gekome j m0(r„n n;ei aller streven verdiende lauweren te ga™n> raietiWi "worden bekroond, met het verwerven van om hoe het groote doel bestaat toch niet gewenscht ook, dat eermetaal te °®h de beoefeufng der edele muziekkunst met ernst ten d0e^r wedstrijd in het wegen van elkanders muzikale krachten met moed en ij ver door aangebonden. Aan warme belangstelling hierin U niet ontbreken van allen die U hooren. Een waardig drietal Heeren, de Jury uitmakende is door Euterpe aangezocht uwe muzikale talenten te beooideeleii, dat daaraan welwillend heeft gehoor gegeven en als spe- cialiteiten op het gebied der muziek alle vertr ouwen Te'„Het gemeentebestuur van Schagen heeft ten blijk van ingenomenheid met Euterpe's feest en uitgeschreven wedstrijd den eersten prijs, een gonden medaille, voor den winnaar ter beschikking gesteld, terwijl Schagen in feestdos gehuld, daarmede van harte instemt. „Wij roepen nogmaals een hartelijk welkom toe en bieden daarbij een glas eerewijn aan, dat door U wel willend worde aanvaard en op het welslagen van onzen belangrijken wedstrijd door U worde geledigd. Daarna dankte de heer Jb. Denijs Jz. (Direc teur—Eere-voorzitter van „Euterpe") het Ge meentebestuur voor de royale wijze van onder steuning, die het bij deze gelegenheid aan den dag legde. Van het Raadhuis begaf uien zich naar het lokaal van den heer Kos, waar den Liedertafels door Schagen's Mannenkoor „Euterpe" de Feest groet werd toegezongen. Deze compositie, waar van de schooue tekst is gedicht door den Directeur-Eere-voorzitier, den heer Jb. Denijs Jz., werd ten zeerste geprezen, terwijl de uitvoering uitbundigen bijval verwierf. De 2e bas verdient genoemd te worden. [Aan het diner werd het geheim ontsluierd, dat deze compositie door niemand minder dan den heer Dan. de Lange was gemaakt.] Alsnu nam Ds. Van Kluyve, een feestredenaar bij uitnemendheid, het woord. In woorden, tintelend van geestdrift voor de kunst, van humor en ernst tevens, wees hij er op, dat het uit de bisseering van den feestgroet bleek, hoe streelend het welkom was, drukte hij den wensch uit dat den deelnemers aan den wedstrijd kracht en moed gegeven werd om te strijden met zulke schoone, edele wapens. Hij liet den nadruk er op vallen, dat, al hoopt ieder voor zich zelf in den te voeren strijd den palm der overwinning te verwerven, het edeler doel geens zins uit het oog moet worden verloren, ja, zelfs het hoofddoel moet zijn waarnaar jmen streeft, wil men de moeiten en kosten loonen. Daarna hield Spr. eene kernachtige beschouwing over den zang, als algemeen menschelijke, populaire, verheven kunst. Op meesterlijke wijze schetste hij, hoe de zang door bijna iedereen kan worden beoefend en op ieder invloed heetthoe verheven het zingen werkt op het gemoed hoe sans culottes, uitgeput en moedeloos, krachtig en onvervaard werden bij het zingen van pa-ira of de Marsaillaiseterwijl Spr. aan het slot zijner gloedvolle rede den wensch uitsprak, dat ook dit feest moge bijdragen om de overtuiging te wekken dat de zang werkelijk is eene verheven kunst. Na het gesprokene werd den zangers een glas wijn aangeboden. Te 2 ure was in het kerkgebouw geen plaatsje meer onbezet en nam de wedstrijd een aanvang. Als deelnemende Vereenigingen hadden zich aangemeld: „Kunst na Arbeid" te Amsterdam, „Crescendo" te Haarlem, „Helder's Mannenkoor" te Den Helder, „Csecilia" te Amsterdam, „Wor- merveer's Mannenkoor" te Wormerveer, en „Zaan- land's Mannenkoor" te Koog aan de Zaan. De Jury bestond uit de heeren: Dan. de Lange, Richard Hol en Joh. M. Messchaert. Aan dit kunstenaarsdrietal was de beoordeeling opge dragen, en waar de Meester oordeelt, zwijgt de leek derhalve vermeet ik mij geenszins het gezongene te beoordeelen. Slechts dit zij vermeld, dat de uilslag mijne verwachtingen geenszius te leur stelde. Als verplicht nummer werd door alle lieder tafels gezongen „Heldenmoed" van Richard Hol, terwijl daarenboven werd ten gehoore gebracht door Kunst na Arbeid", Amsterdam, Neêrlands Taal, „Crescendo" Haarlem, De Achtste Psalm' „Helder's Mannenkoor" Omhoosr O) Deze tekst luidt aldus „Gegroet 1 gegroetO wakk're strijders Gereed, in 't worstelperk der kunst Elkaar de zege te betwisten, Te dingen naar Apollo's gunst, Gegroet I Euterpe brengt U jub'lend Haar „Welkom!" op den schoonen dag Die U, in Schagen's grijze veste, Ten eed'len kamp verschijnen zag. Euterpe zond tot u de bede: „Komt BroedersViert mijn heerlijk feest, „Mijn hooggetijde met mij mede, „Naar zang'ren aard, met blijden geest"- Die zusterbee, door U vernomen, Zij vond bij U een willig oor, Uw komst is ons een' vreugd' en eere Dank Broeders 1 hart'lijk dank daarvoor 1 EVa - len, strüdl di"gt naar den lauwer, l»ie ginds den overwinnaar wacht Te winnen, niet door vuur of bloedstroom, Maar door der tonen wond're macht- Laat van d,e Macht uw lied getuigen,' t (jetuige ook mee. hoe noe* in 't Toij V S^dT-Tb dr'' in der Kuris'en Tempel Steeds t heilig vuur op 't outer brandt." vooral „Csecilia", Amsterdam, Omtiöo» „Wormerveer's Mannenkoor", Omhoo« „Zaanland's Mannenkoor", Aan de Nat Toen het laatste nummer gezongen w^1"' wijderde de Jury zich om het vonnis leUl]6'" en al had men in het kwart uur tijcis dat e°' volgde, voorzeker niet zoovele kansberekenj, te maken als in Muitatuli's Millioenenstud^" stellig ziju er heel wat kansen gewikt gewogen, zoowel door de zangers als door K publiek, voor dat de Jury terugkwam en k' monde van den heer llol de uitspraak deJ welke aldus luidde: „Crescendo" Haarlem, 1ste Prijs, met aU meene stemmen; „Wormerveer's Mannenkoor", 2dePrijs, TOet 2 tegen 1 stem; „Kunst na Arbeid" te Amsterdam en „Csecilia" te Amsterdam, met een gelijk aantal pttnten moesten loten om den derden en vierden prjjs' Later viel door de loting de 3de prijs aao' „Csecilia" en aldus de 4de aan „Kunst „a Arbeid" ten deel. Was het wonder, dat telkenmale als eene bekroning werd vermeld, luide hoera's door het aloude kerkgebouw weergalmden, en dat, toen men zich weder in de open lucht bevond, d8 vroolijkheid voornamelijk der overwinnaars ten top steeg en zich uitte in al hare dartelheid die echter nimmer de grenzen der welvoegelijk^ heid overschreed Eene ovatie werd gebracht aan de jury en yoorts vermaakte men zich in de cafe's en op straat op allerlei wijze totdat eindelijk het uur der prijsuitdeeling aanbrak, In tusecheu had de Üllricher Kapel zich van 0 8 ure op het Marktplein doen hooren en reien zullen zeker met mij den leden dier kapel, om hunne verdienstelijke wijze van uitvoering der verschillende nummers, een meer dankbaar publiek en wat meer warmte hebben toege- wenscht. Eveneens in dien tusschentijd hadden zich de feestcommissie en het bestuur van Euterpe in het hotel Broersma aan een gezellig diner verzameld, waarbij ook de Jury-leden als gasten aanzaten. Bij de prijsuitdeeling voerde wederom de heer van Kluyve het woord, en had hij des middags reeds als redenaar in hoogen mate geboeid, na scheen het, of hij zijne gaven van geest en humor wilde uitstorten in de achtereenvolgende toespraken tot de bekroonde liedertafels. Nogmaals wees hij er op, dat er een ver hevener doel is dan het verwerven van eere- prijzen voor hen die de ware kunst beoefenen; nogmaals liet hij er den nadruk op vallen, dat waar zulk eene degelijke, deskundige, eerlijke jury het oordeel heeft geveld, na-oordeelea achterwege moet blijven en in allen gevalle er geen rancune, gean vijandschap mag ontstaan tegen eeue meer gelukkige zustervereeniging. De voorzitters der liedertafelsCrescendo, Wormerveer's Mannenkoor, Caecila en Kunst na Arbeid, die respectievelijk het woord voerden, verklaarden allen zich volgaarne te onderwerpen aan het oordeel der jury, dankten in de meest hartelijke bewoordingen voor den ontvangst en brachten in warme bewoordingen hulde aan Euterpe, hulde aan Schagen, hulde aan Sehagens Gemeentebestuur. De Voorzitter van „Kunst na Arbeid, ver klaarde in zijne speeeh nog, dat die liedertafel de bronzen medaille, nu zij gelijk in waarde was met den 3den prijs, de zilveren medaille, 2°» later verzilverenwelke verklaring met een dondereud applaus werd begroet. Voor wij ons uit het lokaal van den Heet Roggeveen, waar de prijsuitdeeling plaats had, naar buiten begaven, wijdden wij eerst nog eens eenige oogenblikken aan de smaakvolle «t- siering tegen een der wanden van dit lokaal aangebracht, waarmede genoemde heer eene »fjt schoone attentie bewees aan de feestvierende vereeniging „Euterpe". Buiten gekomen, trok de verlichting en 6 versiering ten zeerste onze aandacht. De gedempte gracht was geheel met lamp|° 6 giomo verlicht, hetgeen een tooverac effect maakte. Daardoor kwan de versiering J den heer Kos en bij den heer Vader ten zeers uit. De lichtboog voor het café van den ee^ Roggeveen en de ster voor hotel Br^er^'°> maakten eveneens een aangenamen indruk, wijl langs weerszijden van de Heerenstraat i scheidene lampions hun veelkleurig Ucht v toonden, en op den hoek van de Heerens en de Loet eene geheel geïllumineerde eereP aller aandacht trok. Nog verdient te11 zce vermelding hoe aardig de bewoner van Kleine Winkel" zijn gevel versierd had vlaggen, klein als de winkel, en met lamp die des avonds de schitterende kleuren Nederlands vlag goed dedèn uitkomen. Eene fout zou ik begaan, indien ik nie meldde dat de sigarenwinkel van van mede zeer aardig was versierd, berWV een door de hulde aan „Crescendo" zeer, Ze„ mogeD ruim bezoek verdiende, en last not leas x wij geenszins vergeten, Euterpe-sigaren, door een transparant--.^^0 schenen in een kraampje op de mark

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 2