Mie- Liiiil
Donderdag1, 15 Mei 1890.
34ste Jaargang- Ho. 2402.
Uitgever: J. WINKEL.
BSiirean: SCHAOKF, JLaan, 15, 4.
Roman van H. VON OSTEN.
zooGn beven en sidderen, een gevoel van
dat ^.0o'e zwakte en verlatenheid, overviel haar,
°P '3e' taPÜt °P de knieën viel tn, het
liitte- ver')erSende in het kussen van de sofa, in
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden, verzonden in de 2e helft der maand
April 1890.
WORDT VERVOLGD-
COURANT.
Dit blad versohijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH-
TENTIBN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STOKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer f 0.05
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Schagen,
Bekendmakingen.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtin
gen te bekomen omtrent een alhier opge
vangen hou d.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Schagen, maken hiermede bekend, dat naar aan
leiding van Art. 186 en volgende van het Po-
litie-rcglement dezer gemeente, betreffende de
dienstplichtigheid hij de Brandspuiten alhier, alle
geëmployeerden bij die spuiten den ouderdom
van 50 jaren bereikt hebbende en verlangen
uithoofde van lichaamsgebreken ol zwakke ge
zondheid hun ontslag te bekomen, worden opge
roepen, om zich tot dat einde, vóór of uiterlijk
op den 23 dezer, van 's morgeus 9 tot 12 ure,
ter Secretarie der gemeente aan te geven en
bunne herkenningsteekenen terug te brengen,
zullende na dien tijd, de zich DÏet aangemeld
hebbende personen, nog voor een jaar worden
gecontinuëerd.
Schagen, den 9 Mei 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
S» Ot 40/94XI ti
14.
EERSTE HOOFDSTUK.
Nauwelijks was Elsbeth alleen, of vol vertwij
feling bedekte zij met beide handen het gelaat.
Zij weende niet, maar haar lichaam schokte als
in hevige koorts. Bedrogen, vernietigd is levens
geluk en levensrust, bedrogen door hem, die
voor haar de wereld was. Geen oogonblik gaf
zij zich over aan de hoop, dat de toedracht der
zaak werkelijk van onschuldigen aard kon zijn.
Neen, neen, zij gevoelde het maar al te zeer,
dat was de sleutel van het geheimschrift, hetwelk
zij zoolang in Kurt's duistere gelaatstrekken be
studeerd had. Hij had eene andere lief! Weldeed
hem zulks leed voor zijne vrouw, hij was immers
vriendelijk jegens haar, voor zooveel hij kon,
maar een andere bezat het hart, in welks ge
droomd bezit Elsbeth zich zoo rijk had gewaand
het hart, in hetwelk zij niet de beste plaats
mocht innemen.
Waarom had hij haar, die hij beminde, niet
getrouwd Was zij misschien reeds gebonden,
eene gehuwde vrouw
Elsbeth huiverde, doch zij bad reeds genoeg
van het leven leeren kennen, om dat voor moge
lijk te houden.
En met zulke gevoelens in het harte bad hij
een jong, onschuldig meisje uit den gelukkigston
familiekring gerukt -- Elsbeth voelde, hoe een
gevoel van haat in haar opwelde. Zij sprong in
e7'?e gejaagdheid van de sofa op en, geen
t slaande op hare zwakte, liep zij rustelqos
de kamer heen en weer.
at doen, wat doen 1 Sehoiden Scheiden
jj ,ein ec'ltver°eniging van vier maanden!
schandaal eener echtscheiding als geschei-
het Jr0uw. *erug naar hare familie, waar meu
- y 1-1 KJ KJ V Ol tJCl UU i
6r gsvveon losbarstte. Dat deed haar goed.
Lee! hu" tranen eindelijk ophielden to vloeien,
tot fin kn'e®n 'iggen in vurig gebed
Als ^at Hij haar den rechten weg zou toonen.
op |Zj! Da etn P008 ep'tene, viel haar eerste blik
deedt 'evens£r"ot portret van haar man. liet
lan„ .F aangenaam aan. Zij stond op en keek
scho llaar edelgevormde gelaat en do
hare1]'"' neen, duizendmaal neen, deze man kon
lelde niet onwaardig ziju. Hij mag in het
"ie, ernstige oogen.
Binnenlandsch Nieuws,
Schagen, 14 Mei 1890.
Postkantoor Schagen.
Namen der geadresseerden, plaats van bestemm.
v. SchageD, Haarlemmerhouttuin 20, Amsterdam.
u Wed. Biersteker, Helder.
In de jl. Maandagavond gehouden ver
gadering der Liberale Kiesvereeniging werden
tot aigevaardigden naar de op Donderdag e. k.
te houden bestuursvergadering van den Boncl,
gekozen de heerenW. A. Hazeu en C. J.
Plomp.
Het Departement Schagen, der Maat
schappij /Tot Nut van 't Algemeen," hield
Dinsdagavond 1.1. ingevolge art. 26 van het
Huishoudelijk reglement eene vergadering.
Medegedeeld B'erd, dat voor het lidmaatschap
bedankt was door de heeren C. de Vries en
Th. J. ter Linden.
Aangezien het ledental voortdurend afnam,
werd besloteu een commissie te benoemen, die
persoonlijk een bezoek zal brengen aan diegenen
onzer ingezetenen, wier maatschappelijke positie
en wier persoonlijke richting hun tot zedelijkeu
plicht opleggen, het Departement te steunen.
Tot leden dier commissie werden benoemd, de
uur der verleiding zwak geweest zijnf maar hij
is geen eerloozehij strijdt een zwaren strijd
tusschen zijn plicht en zijn zondige liefde. Én
zij, zijn vrouw, die zich voor het altaar aan hem
verbond voor goede en voor boozo tijden, zijne
vrouw zou hem in zijn nood verlaten Had zij
niet dagelijks gezien, hoe hij leed Zij had hem
toen niet begrepen, zij vocht tegen spokennu
kent zij het gevaar, nu zal zij dapper strijden.
Legt dan niet het huwelijk de verplichting op,
elkander te steunen
Ja, het huwelijk is een heilige band tusschen
man en vrouw, en dengenen, die het werkelijk
als zoodanig beschouwen, zal God do kracht,
geven, de struikelenden op te richten en op het
goede pad terug te voeren.
Nog weet Elsbeth niet, wat zij te doen of te
laten heeft, maar haar wrok en haar vertwijfeling
zijn verdwenenzij staat gereed te worstelen
voor hare vurige liefde, voor haar levensgeluk.
„Dengenen, die God lief hebben, moeten alle
dingen ton beste komen," fluisterde zij, en hare
inzegeningsspreuk gedenkende, ziet zij in haar
geest de waardige gestalte van den bejaarden
geestelijke harer geboorteplaats, hoe hij zegenend
hij het trouwaltaar stond. Het is haar, als hernieuwt
zij de plechtige gelotte. In gedachten verzonken,
grijpt zij naar den waaier, dien Malehen op de
tafel had gelegd. Een scherpe geur van heliotroop
waait haar daaruit tegen. Huiverend wierp zij hem
weg, en een oogeublik ontzonken haar bij deze
ontdekking moed en hoop; walging bevangt haar.
Maar zij overwint dit gevoel, en met gevouwen
handen'fluistert zij: „Het is niet mogelijk, hij kan
mij niet verlaten, terwille van eene Theo van
Schlingen."
TWEEDE HOOFDSTUK.
Wiesenau bevond zich in een roes.
Zoo vele rijtuigen met hooge gasten, excellen
ties, ja zelfs een prins van den bloede, waren
sedert menschen-heugenis niet over het oneffen
plaveisel van het stadje gerold.
De weinige particuliere rijtuigen waren niet
eens toereikende, om de vreemde gasten van het
station verder te brongen, zoodat de rammelende
hotelwagen van „den duitschen keizer," de oude
familie-kalesch van den landdrost Webor en ten
slotte de onnihusson moesten dienst doen.
Mijnheer von Meisenberg, die reeds den ge-
heehn dag in de stad verloofde, stelde zijn ele
gante equipage ter beschikking, ten einde prins
S. op waardige wijze te kunnen inhalen.
Alle rijtuigen reden deuzel den weg op naar
de groote kazerne, welke op een kleine hoogte
lag. Reeds hij hot invallen der duisternis straalde
deze in een zee van licht. Op de borstweringen
brandden overal pekpannen, en joegen hun zwarte
heeren P. Buis Jz., Jb. Denijs Jz. en W. A.
Hazeu.
Tot afgevaardigde naar de algemeene vergad.
der Maatschappij werd bij acclamatie gekozen
de heer Jb. Denijs Jz., en tot diens plaatsver
vanger de heer van Kluyve.
Eveneens wetd bij acclamatie de heer A. W.
v. Kluyve benoemd tot Voorzitter. Tot Com
missarissen der Afdeeling, werden gekozen, de
heerenMr. C. H. Beels en Jb. Denijs Jz.
Verder hadden de volgende herbenoemingen
plaats Tot regent en regentes der Dep. Be
waarschool, de heer Ph. de Heer en Echtge-
nootetot lid der commissie voor de Volks—
leesbibliotheek, de heer Ph. de Heertot lid
der comm. v. Volksvoordrachten, de heer C. J.
Plomp; tot lid der comm. v. d. Dep. Zang
school, de heer Jb. Denijs Jz en tot lid der
commissie voor den cursus in Huisvlijtonderwijs,
de heer A. W. van Kluyve.
De heer P. Denijs, Secretaris te Beverwijk,
is gisteren door den Baad aldaar, tevens benoemd
tot gemeente-ontvanger.
De vereeniging //Getrouw Schoolbezoek"
te Heer Hugowaard zal, indien de bijdragen der
ingezetenen mild vloeien, dit jaar het school
feest doen bestaan in voor de oudste leerlingen
een reisje naar Amsterdam en voor de jongere
een rij toert je.
Tot tegenschatters der Rijks pers. bel.
rookwolken dwarrelend, van de gloeiend roode
vlammen gelekt, naar het met sterren bezaaiden
hemelgewelf. Het reusachtige front was geheel
geïllumineerd, en toen het eene rijtuig na het
andere de groote poort binnenreed werd het
fantastisch schouwspel voltooid door ettelijke
potten bengaalsch vuur. De groole trap en het
voorportaal waren in een geurig dennenwoud
herschapen, en onbeweeglijk als standbeelden ston
den op regelmatige afstanden op de breede, met
tapijten belegde trap de grootste soldaten in de
dracht van Frederik den Groote. Hier snelden
adjudanten en de jongere officieren heen en weer,
om de dames te verwelkommen, op te geleiden,
en elk een geurig bouquet te overhandigen.
In de groote zaal, die zeer smaakvol met
tapijten en krijgskundige zinnebeelden versierd
was, ontving graaf Tannenberg de gasten. Aan
zijne zijde stond mevrouw Thea, in wit atlas
gekleed, welke de schoone vormen eng omsloot.
Witte paarleu en zilveren loovers waren in rijken
"etale op het kleed vastgehechtdoor de rood-
blonde vlechten slingerde n zich paarlsnoeren. In
hot bleeke gelaat vonkelden de oogen on gloei
den de lippen. Er lag iets duivelachtigs in de
schoonheid dezer vrouw.
Zij gelijkt op eene dier fabelachtige wezens,
welke de Rumeniërs Striga noemen. Een vrou
welijke vampyr in de werkelijkheidik zou wel
eens willen woten, wiens bartebloed zij heden
nacht nog ter verfrissching zal drinken. Neem
u in acht, kleinefluisterde Schrattenbach lui
tenant Barneveld toe, die heden openlijk do kleu
ren der schoone vrouw mocht dragen hij was
toch in een in costuum gereden quadrille haar
partner geweest. Want het gold hier niet een
eenvoudig bal, neen, een schitterend voorbereid
en prachtig uitgevoerd ridderfeest had do inlei
ding gevormd, en de Ulanen, de kranige com
mandant aan het hoofd, genoten weder eenmaal
bij de gedachte, welk een flink regiment zij
waren en hoe de dragonders in K. zich in de
verste vorte niet met hen konden meten. Dat
zulk een feest eigenlijk mocielijk overeen te
brengen was met de van hooger hand gewenschte
beperking van leefwijze, wie bekommerde zich
heden daarover
Wel is waar had graaf Tannenberg zijne offi
cieren in een zeer goed gestileerde rede^ spaar
zaamheid en eenvoudigheid in de regeling der
feestelijkheden en in de costumes dringend op
het hart gelegd.
„Het rijden, mijne heeren, het rjjden is het
eenige belangrijke, en dat kunt gij in een een
voudig linnen kleed evengoed als in zjde en atlas,
en op een eskadronspaard evengoed als op het
duurste volbloed raspaard aan den dag leggen!
Dat klonk zeer scherp, maar men wist toch
te Heer Hugowaard zijn benoemd de hh.: K.
Schuit en M. Klaver.
Zaterdag avond viel te Hoorn iemand te
water op het Monnikenveld. Met veel moeite
werd de drenkeling nog levend opgehaald eu
thuis gebracht, doch hij is dienzelfden nacht
bezweken. Misbruik van sterken drank was oor
zaak van het ongeval.
//Restaurant Riche" op den Singel, in de
voormalige rectorswoning bij het Gymnasium
was gesloten. Hongerig en dorstig liep yhij"
rond, in de stad waar de winkelkasten tartend
schenen te doen zien, dat er van alles over
vloed was. Maar voor hem was het geen over
vloed, vooral niet sedert hij zich een knappe
halfsleetsche jas had gekocht, waarbij zijn
gansch vermogen op vier cent na in 's kleer-
koopers zakken was overgegaan. Hij kwam
voorbij een winkel in een onzer straten, die
haar naam aan 't Sticht ontleent. Wat lagen
ze daar smaak- en maagtergend, die sierlijke
pain de luxe, die cadetjes zacht als een meis
jeswang, die schoone halve horentjes, deden
herinneren aan de uilen en meerkatten die Uilen
spiegel eens gebakken en verkocht had.
Hij drukte zijn neus dicht tegen de spiegel
ruit. Daar kwam de eigenaar en Schepper dier
verlokkelijkheden naar buiten en spoedig kwam
van den overkant buurman de kruidenier, van
wien het kwade gerucht ging, dat zijn onder-
maar al te wel, hoe scherp mevrouw Thea's oogen
waren, en hoe onbarmhartig zij haar spot zou
uitstorten over dengene, die aan zijn persoon
of zelfs aan zijn paard sporen vertoonde van de
openlijk zoo hoog geroemde, maar heimelijk ge
minachte deugden.
Onder de andere officieren waren cr wel eenige
die mopperden over de onnoodige kosten, maar
de meesten vergaten voor den triomf van het
oogenblik „het hinkende paard" en lieten .het
aan hun leveranciers en schuldeischers over, be
denkelijke gezichten te zotten.
Bij de brandende kachel stond dc deftige ge
stalte van den generaal, prins S., omringd door
een groep hooge officieren.
„Een schitterend feest, hm, hm!" wendde zich
de hooggeplaatste tot een grijzen overste uit K.,
en zijne groote, lichte oogen gleden met de uit
drukking van welbehagen over hot gehoele beeld
en bleven rusten op de verrukkelijk schoone ver
schijning van meviouw Thea. „Een schitterend
feestIk meen ovenwei, hm, hot zal met de
fiiiantiën der Ulanen, hm, juist niet zoo bijzonder
gunstig staan", voegde hij er goedhartig lachend
aan toe.
„Niet waar, excellentie antwoordde onmid
dellijk de 'aangesprokene, „ik kan wel zeggen,
dat ik dezelide gedachte koesterde".
„Ik insgelijks," zeide een dikke generaal met
heesche stem. „Onze dragonders in K. zijn zeker
niot minder kranige ruiters dan de Ulanen, maar
zulk een feest aan te richten, daartoe zou men
niet gemakkelijk besluiten, en de heereu Ulanen
hadden toch alle redenen
Hij brak zeer diplomatisch den zin af, en een
derde voegde er nog zacht en veelbeteokenend
aan toe
„Vooral daar men van hooger hand wenscht,
dat Sr oen andere toon heerscht in het regiment.
Niet alleen de verkwisting, maar ook de licht
zinnigheid hoopte men door de verbanning naar
dit bescheiden stadje to onderdrukken. Voorloopig
schijnt d9 uitslag nog niet groot, men hoort ten
minste zoo allerlei bij ons in K. daaromtrent
verhalen."
Het gelaat van den hoogen gast verloor zijn
vergenoegd lachje, een wolk verduisterde het nu.
Hij herinnerde zich eensklaps zijne hoogere plichten
en knikte een paar malen met het bootd.
„Ik moet een ernstig woord met graaf Tannen
berg spreken, hm, hm," zeide hij, zich verwijde
rende. „Die man speelt den jongen man en den
vurigen minnaar op e n wij/e, die hem, hm, hm,
bijna bespottelijk maakt," bromde de zwaarlijvige
exellentio, toen hij ontdekte, hoe mevrouw Thea
in druk gefluister was met den slankt n oveiste.