UIT DE PERS.
Gemengd Nieuws.
het vastgesteld gewicht voldoet zie, dat be
vreemdt ons meer.
En toch is 't gebeurd.
Bij een der lotelingen, lichting 1890, inge
deeld bij het 7e regiment infanterie, stond de
lengte van zijn lichaam niet recht evenredig tot
de zwaarte drie-eu-twintig kilogrammen maar
kon hij halen!
En het mooiste van den grap is, dat in plaats
van zoo'n doorjager eens een paar weken bij
een flinken boer in de kost te doen, om zijn
geslonken omvang wat te doen rijzen, stoppen
ze onzen minimumlijder in het militair hospitaal,
om wat op zijn verhaal te komen en mis
schien door middel van //diët met karnemelk"
hem voor Konir.g en Vaderland te redden.
Nu, 't is uitstekend in het militairhospitaal
maar - dik wordt men er niet
Waarom zoo'n tweeden Succi of Tanner niet
in eens afgekeurd, wegens algemeene lichaams
zwakte
Men kan toch in gemoede van een kerel,
die, met zijn schoenen en kousebanden aan.
23 kilo weegt, niet vergen, dat hij een behoor
lijke militaire marsch van 4 h 5 uren maakt,
met een uitrusting aan zich van pl. m. 30 kilo
zwaar
Men zal zich herinneren dat de gepension-
neerde Generaal Jbr. B. van Merlen dezer dagen
eene oproeping heeft gedaan om ingelicht te
worden omtrent de nog in leven zijnde
o u d-s trijdersvan Waterloo.
Deze oproeping heeft tengevolge gehad dat
er zich zes hebben aangemeld, t. w.P. van
Alphen te Gameren bij Zalt-BomraelJ. Voogd
te 's Gravenhage; A. de Sterke te Dordrecht
H. Snijder te Nijeveen (Drente); W. Hasselo
te Assen (bij Helmond) en C. P. van Vliet te
Amsterdam.
Bovendien leeft er nog in het Oude Mannen
en Vrouwenhuis te Wageningen eene vrouw,
Elske van Aggelen, die als marketenster—plaats
vervangster van hare moeder, den slag heeft
bijgewoond. Zij was toen 19 jaar oud.
Allen zijn de 90 jaren reeds ver gepasseerd
en slechts één hunner, de heer van Vliet, is
niet onbemiddeld.
Onder de weinige o u d-s t r ij d e r s van
Waterloo, die nog in leven zijn, is er een,
die behalve het zilverenkruis, ook de zilveren
medaille voor 24 jarigen trouwen dienst draagt.
Het is Josephus Voogd, ruim 94 jaar oud,
wonende Bavensteinstraat No. 202, te 's-Graven-
hage, die als jongeling van 19 jaar op het
slagveld zijn leven heeft gewaagd voor Oranje
en Nederland, voor de onafhankelijkheid van
het vaderland.
Niet alleen aan de krijgsverrichtingen van
1813 tot 1815 en de veldslagen van Quatre-
Bras en Waterloo op den 16en en 18en Juni
heeft hij deelgenomen, maar ook heeft hij den
tiendaagschen veldtocht medegemaakt.
Na de Belgische onlusten van 1830 werd hij
wegens in en door den dienst bekomen lichaams
gebreken, voorden gewonen dienst onbruikbaar
geworden, als sergeant-instructeur bij het depot
geplaatst en vervolgens op 44 jarigen leeftijd,
op zijn verzoek, omdat hij door zijne gebreken
ook den dienst niet meer naar behooren kon
waarnemen, door den minister van oorlog 23
Nor. 1840 eervol ontslagen.
Wegens zijn onbesproken gedrag is hij in
hetzelfde jaar tot gerechtsdienaar aangesteld
(toen bestonden er nog geen rijksveldwachters)
en hij heeft toen 1400 moeten storten, ten einde
aanspraak te kunnen maken op pensioen. Op
62 jarigen leeftijd heeft hij pensioen aangevraagd
en werd hij als rijksveldwachter met f 266
gepensioneerd. Al dien tijd heeft hij met deze
som moeten rondkomen.
In de laatste IC jaren is hij niet meer van
zijne kamer afgeweest, behalve bij verhuizing,
dan moest hij zorgvuldig ingepakt per rijtuig
vervoerd worden,
Dagelijks wordt hij zwakker, lijdt veel aan
rheumatiek en is bijna blind. Zijne geestvermo
gens zijn echter nog uitstekend, en het liefst
spreekt hij over den militairen dienst, dat is
nog altijd zijn lust.
Te Meppel doet zich bij een 40 h 50
jarige vrouw, een geval van slaapziekte (nona)
voor.
Na tien jaar terug! Een brief,
den 19en Maart 1880 van Hellevoetsluis
naar Amerika verzonden, kwam 5 dezer bij den
afzender als onbestelbaar terug.
Bij het onweder, dat 11. Donderdag boven
Zuid-Limburg woedde, sloeg de b 1 i k s e m in
den kerktoren te Sibbe, gem. Oud-Valkenburg.
Hij veroorzaakte geen brand, doch aanzienlijke
schade aan het muurwerk. Ook te Carthilo,
gero. Wittem, en te Margraten werden boomen
door het hemelvuur getroffen. De kerktoren
vormde het hoogste punt der omgeving.
Te Rhenen is gisterenmiddag ongeveer een
bunder heide v e r b r a r. d. Daar men vermoedt
dat het aangestoken, is heelt de politie een streng
onderzoek ingesteld.
Een huishouden van Jan Steen.
Twee poesjes zalen in de deur in 't heerlijk
zonnetje zich te koesteren. Daar kwam een
kermisreiziger met een kwaden hond voorbij.
De hond blafte, de katten zetten een hoogen
rug en vloden in huis; de hond hen na, de
kaften op de tafel, de hond ook, koffiekan,
melkpot, theegoed in scherven over den grond,
de hond blaffende, de katten schreeuwende, de
vrouw des huizes jammerende en te veel ver
schrikt om een tang of veger te grijpen, de
katten van de tafel jen op een kastje, de hond
onmiddellijk ook, weer gebroken theegoed, katten
en hond de deur uit, de vrouw in wanhoop,
snikkende en weeklagende, de buren ook in
wanhoop van het lachen. Dit tragisch cotnisch
spektakelstuk beleefde men Woensdag middag
te Assen.
Door de lichtgeloovigheid van een vrouw
te Hoogeveen is deze de dupe geworden
van twee oplichters.
Men doet van 't geval ongeveer het volgende
verhaal
Twee vreemde kooplieden komen met een
huurrijtuig van Dedemsvaart en stappen af in't
café Meiboom. Zij gaan de plaats in en na
eenige vruchtelooze pogingen om zaken te doen,
treden zij de woning binnen van J. L. aan de
Brink. Zij vragen naar „antiek" en bieden de
vrouw van L. een enorme som 1160 voor
twee porceleinen bekers. Deze denkt nu dat
haar porcelein misschien eene onschatbare waarde
heeft en meent verstandig te doen niet dadelijk
toe te slaan. Hierop stappen de kooplieden van
't onderwerp af en vragen f 100 ter leen. Pas
hebben zij antieke goederen gekocht, die dadelijk
moeten worden betaald, maar op 't oogenblik
hebben zij niet de vereischte som bij zich. Dat
gebeurt hun wel meer op reis en als zij nu voor
een enkelen dag of eenige uren met f 100
geholpen kunnen worden, zullen zij het dubbele
bedrag terugbrengen en het stuk linnen, ter
waarde van f 250, dat zij bij zich hebben, als
pand achterlaten.
In 't kort, vrouw L. loopt er in, geeft huu
f 160 in ruil voor het linnen, dat hoogstens
f 16 waarde heeft; de oplichters vertrekken,
natuurlijk zonder terug te keeren.
Toen de politie, van de zaak onderricht,
onderzoek instelde, waren de vogels reeds gevlo
gen, en tot heden waren de nasporingen te ver
geefs.
Nona! Te Zevenhuizen (bij Gouda) heeft
een kind van 18 maanden, 34 uren achtereen
geslapen zonder eenig nadeelig gevolg.
In de nabijheid van het kerkhof van
Maastricht is Zondag jl. op klaarlichten dag
eene vrouw aangehoud e n en van haar geld
beroofd.
Te Zwaag Westeinde (Fr.) werden bij
gelegenheid van een huwelijksfeest een paar
knapen naar een tapper gezonden, om een flesch
sterken drank te halen. Een van de
knapen, oud 13 jaren, heeft de flesch bijna
leeggedronken; den volgenden dag was hij aan
de gevolgen bezweken.
Als bijdrage tot de bestrijding der varkens
ziekte verdient vermelding, dat een Groninger
boer, die veel varkens houdt, gewoon is de
dieren, zoodra het warme seizoen aanbreekt
's morgens en 's avonds een weinig (een pijpekop
vol) gemalen zwavel door hun voeder te
roeren, terwijl hij daarmede tot September pleegt
vol te houden. In tien achtereenvolgende jaren
heeft geenerlei ziekte zijn varkenshokken getei
sterd.
Men schrijft uit Andelst aan de N. Rott. Ct.
Wa doen de kersen 'n geld zeg! Ik zij ver-
leje Zaoterdag op de kersenverpachting gewest
te Harreveld en te Aalst, maor da's verduveld,
as datter zoo naor toe mot, dan wi'k oe wel
vertellen, da wij niet veul kersen onder den
neus zullen kriegen, behalve de musschepikkers
in 't Afschot. Nou 't is dan mit de miste
bogerden ök mieseraobel gesteld. Gebleuid heb
ben ze man dagge der de pet veur afgenommen
zoudt hebben, en as hier is 'en vrernde mins
weur gekommen, die zou gezeed hebbensjonges
sjongeswa'n prachtig gezicht, en wa zulde
gullie n kersen eten. Mar as ie dan 'en vertien
dagen laoter of zoo, nog is weer was gekommen,
dan zou ie heel anders gepraot hebben. Toe
hong de bloesem allemaol verdreugd aon de
boom. Nachtvorsten, ripsen, trekmaoijen en ik
weet verduveld niet wa nog al meer veur ding-
sigheden, hebben den boel gladdikaol bedur-
ven. Agge 't oan Aorie vraogt, die wit êt
krek, watter al veur ongedierte in de
bloesem hê gezeuten. Die ister wel achter,
geleuf ik hedde die zwarte smêr ringen bij
hun om de boomstammen nie zien zitten
AVitte wft dat is Nou dó za 'k oe zeggen.
Aorie ba gelezen, datter in 't naojaor 'n dingske,
ik zal mar zeggen 'n kèver, At den grond'
kroop tegen de boomen op, om in deknoppen
aikes te gaon leggen, waorut dan in 't veur-
jaor die ripsen of die óndere lillike dingen
kwaomen, en nou smêrde ie zwarte tar om de
boomen, om ze daonn te laoten klèven. Zoo
mót ie er duuzenden gevongen hebben
Ziede, kekas alle mmsen nou zoo ok deejen,
dan havve, geleuf ik, wel kans om v.u d»
ripseplaogen af te kommen. Dan mo k oe n D
£P Jf vertellen. Ik heb een paor appe bumkes
staon, da witte. Kerlkerlze bleuulen oo
mannefiek! Ik docht al pas op beur! die «nde
van 't zo ram er motten stuttenP08 4
kwaomen boven op de bluumkes allemaal van
die gêle blaoskes; ik docht bij in n eigen, wa
zou dó zijnIk plok er is een pam at, en
daor zat me verrechtig van binnen n klein
gêl wurmpke in, witte nou hoe 't komt da we
van 't jaar gin appels zullen kriegen Van al
die bloesems zijn er 3 gêf gebleven en da zullen,
as er niks meer veur komt, nou appels worden,
dus ik zal nie hoeven te stutten. En zoo is 't
nou krek overal. Aorie zee dat 't wurmpke
kwam van den appelosnuulkever, weet ik et
Pruimen zijn der haos nie, da zeggen wil,
en de péren, nou daor havve toch zoo n iesende
verwachting van, en wa zal 't nou nog zijn?
't Dreuge en kauwe wêr, man, dat hettem gedaon
Ze vallen nou nog as zaod van de boom. 't Is
'en gruwel! dad is 't. En ge kunt er mar niks
aon doen. De mester ha, geleuf ik op de school
verteld, dat er weer zukke ijsbargen in de zee
daor ievers dreven en dat et daorom hier zoo
koud was. Zou 't verrechtig waor zijn? Dan wou
'k eigenlijk, dal die ijsbargen goed en wel in
de Oost zaoten, daor zouwen de minsen er
meschien wat aon hebben. Wij hebben er hier
niks mee aon de pet
De errepels en boonen zijn verleje wêk bij
mijn en bij veul minsen nog kats bevroren en
as dat van die ijsbargen komt, dan viend ik
weinig raorighed aon die dingen. Wa gij
13e politieke toestand.
„Een veteraan van het liberale
leger" schrijft uit Den Haag aan de Arnh.
Ct. het volgende
„Wie de groote liberale campagne voor en
na de April-beweging hebben medegemaakt,
quorum pars infima fui, herinneren zich de on
zinnige praatjes zeker nog, waarmede de Haag-
sche camarilla en de destijds in-en-in-conser-
vatieve ambtenaarskliek Thorbecke als minister
zochten te ondermijnen; praatjes die, hoe on
zinnig en blijkbaar verzonnen ze waren, toch
hier en daar werking deden. Men vertelde o.a.
met afgrijzen, dat Thorbecke zich altijd met
minachting over den koning uitliet, dat hij
zijne vrouw sloeg, dat hij eenmaal, met eene
hooggeplaatste dame in gesprek, het blaffende
schoothondje aan de dame ontnam en in de
open haard geworpen had met de woorden
„dit gekef hindert" en dergelijke meer. Daar
gelaten dat deze laatste anekdote niet oor
spronkelijk is, maar reeds verteld was van den
Franschen musicus Grétry, die een kamerhondje
uit het venster wierp omdat het valsch blafte,
verrieden deze en dergelijke verhalen zooveel
onbekendheid met Thorbecke's karakter, dat
de kwade trouw van de uitstrooiers voor niemand
die hem kende twijfelachtig was. Toch vonden
ze bij de goegemeente geloof, en was daaraan
veel van zijne impopulariteit te wijten.
„Wanneer ik mij dit alles herinner en met
de dingen van den dag vergelijk, dan vind ik
niet veel vooruitgang. Zoowel de lichtgeloovig
heid van het publiek als de kwade trouw van
de praatjesuitstrooiers zijn nog even groot als
40 jaren geleden. Geen beter bewijs dan het
verhaal dat de Raad van State zéo zeer tegen
de militaire wetsontwerpen is, dat alle leden
eenparig het ongunstig advies daarover heb
ben onderteekend (er ontbreekt nog maar
eigenhandig onderteekend aan!). Dat de
eenvoudigste lieden in Noord-Brabant en Lim
burg zoo iets gelooven, is begrijpelijk; zij weten
van den gang van Haagsche bestuurszaken
weinig af. Maar het is te verwonderen dat
dagbladen uit de hoofdstad en hofstad over dit
sneA berichtje aan 't redeneeren gaan, over
„schending van ambtsgeheimen" en over „in
discretie" klagen en het aan een „lek in het
reservoir" waarom spreekt een kuiper niet
van de ton toeschrijven. Zij behoorden
beter ingelicht te zijn en te weten, dat lo over
wetsontwerpen de afdeeling van den Raad van
State, tot welker ressort het onderwerp behoort
het rapport opmaakt, niet de volle Raad; 2o
in geen geval de adviezen door «beleden van
den Raad, of zelfs door de leden persoonlijk on
derteekend worden. Daar ik tot nog toe niet
vernomen heb, dat in de pers op dit innerlijk
kenmerk van onwaarheid van het verzinsel is
gewezen, neem ik daartoe de pen op; men
moet zich wezenlijk de dwaze voorstellingen
niet maken, alsof Heemskerk, Jansen, De Vries
Van Alphen, Beijen, Ie bouillant Brouwers en
hunne collega's, met den dettigen Van Reenen
aan het hoofd, op en over elkander heenvallen
en reiken met uitgestrekte armen en gevulde
pennen, opdat hunne namen toch vooral op
het allerongunstigst advies niet zouden ont
breken.
„Nu ik toch aan 't schrijven ben
nog iets bijvoegen. Gij Weet '7.ik.
niet, dat Nederland weinig dagen i Wij
het nippertje van eene ministerieelec
gestaan. De ongunstige ontvangst"?1"
spoorwegovereenkomsten in de Tweed v
en in de pers, zelfs nadat de memorie?
woord was uitgekomen, heeft bijna a
gegeven, dat de regeering eenvoudig S
stappen en het liberaal kamerlid, aan n"
invloed al die tegenstand toegeschreven
moreel te dwingen het bewind te aan WC
en te zien of hij de zaken vóór de verkil*'
van 1891 in 't reine zou kunnen brengen
in deze kwestie moet ik zeggen, dat
laatste 30 jaren niet vooruit zijn ge„'J 111(
mijn tijd vergeef mij het pruikerige,??
is eene regeering wel eens op eene niet -
politieke kwestie afgetreden, maar nooit?!-
bedoeling, dat de politieke tegenpartij 1
moeten optreden Die tegenpartij
ZOU
gebruik!
zit
daarvoor toen niet hebben laten
zooals ik vermoed, dat de liberalen m jfjgn
wel niet zouden gedaan hebben. Maar
lieden van den ouden stempel gingen niet
den loop voor een ongunstig kamer
een veroordeelend dagbladartikel; ze
den „volkswaan van den dag" staan en weke
alléén voor een parlementair votum
een gebleken incompatibilité d'liun,
andere machten in den staat. Het is niet t
ontkennen, dat eene ministerieele crisis op jji
oogenblik het eenige middel is om het uiteen
vallen van de meerderheid in de Tweede kafflö
op het militaire vraagstuk te verhoeden ma;,:
wanneer de regeering een conflict wenscht, moet
zij het zoeken op zuiver politiek gebied. Moei
lijk te vinden is dat zeker, want met uitzon,
dering van de persoonlijke dienstquaestie besta
de regeeringsgezinde meerderheid in de Tweei
kamer tette quelle nog altijd, zoodat daar j
politiek conflict mogelijk is. En wanneer
waar is, wat in de regeeringskringen verzekerd
wordt, dat men in de spoorwegquaestieniet
alle leden der rechterzijde rekenen kan, di
wordt het nog moeilijker om in deze aan
politiek geheel vreemde quaestie een oonfl:
te verwekken met zuiver politieke gevolgen,
„De poging om de tegenpartij er in te latei
loopen en voor de moeielijkheden van den toe
stand te laten opdraaien, is zeer noviet
weinig handig; zij schijnt mij te bewijzen
de regeering zelve erkent, dat zij de zakei
verbroddeld heeft en geen kans ziet op herste
In die omstandigheden zou aftreding gee
honordble retraite, maar een bekentenis v-
onmacht moeten heeten.
Russiche rechtsplegin
den afgeloopen winter bemerkte de boer Dimit
Leosne, in het dorpje Doroschewkoje, dat
uit zijn kelder een vaatje versche boter
gestolen. Daar hij zijn buurvrouw verlat
verzocht hij den Starost der gemeente, meth
huiszoeking te houden, en men vond
het vaatje boter in het huis van de
Nastassia Iljuchenkaja.
Onder voorzitterschap van den Starost beslo
nu het dorpsgericht, dat, zonder
vooraf te waarschuwen, ze uit haar huis gehaa
en met het vaatje boter om haar hals, lo
het geheele dorp zou worden geleid, ten afschr
van alle dieveggen. Eu zulks
Tusschen Dimitri en een zotsky (politiema
in, achtervolgd door een bende zinL
jouwende kinderen, slaande en rammelde
allerlei bliktuig, bewoog zich de eigenaardi
stoet door al de straten en stegen van bet lo'
Tot besluit der executie werd de eebtgeno
van Nastassia gedwongen, een emmer brand#
als boete te schenkeD, die door Dimitri
rechters onder kwinkslagen en gezang
werd geledigd.
Prof. Parisi van de universiteit te AtJ
heeft ontdekt, dat de kokosnoot sterk 1
worm afdrijvende eigenschappen
eerst de melk der vrucht gedronken te e
at hij ook de vrucht zelve. Tffee
nam hij een gevoel van misselijkQ®1 o.
dat gepaard ging met een lichten gr'
buikloop. Den volgenden morgen ws
lintworm met kop en al te voorschijn.
Hij was destijds in Abyssinië, en
zijne terugkomst te Athene werd ne
lus
herhaaldelijk met goed gevolg door e
schreven. Het verdient volgens hem e J
boven andere wormafdrijvende midcee
geen voorafgaand diëet noodig is-
In alle behandelde gevallen kwam
in zijn geheel te voorschijn op den m^-
volgde na de toepassing van hetmi^^.
S P It A M K 1*1
Iedere menschenziel is een k''1!? Vjfi
Oneindige.
VOO'