34ste Jaargang. No. 2416. IIT REGI1KNT Gemeente Schagen, Bekendmakingen. ZIEKENFONDS. jan Boos en TIiU§ Bij post. Roman van H. VON OSTEN. SCHAGER 1 COURANT. pit blad verschijnt tweemaal per weekWotnsd dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, jNNTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STEKKEN één dag vroeger. g- Zater- worden ADVER- Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGKN, £aan, D, 4. Prjjs per jaar f3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cents. ADVERTENTTËN van 1 tot6 regels f0.2S; ledereregel meerf0.05 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. HOOISTEKERS. Burgemeester en Wethouders van Schagon; Gezien artt. 174 en 175 van het politieregle- jnent dezer gemeente; Gelet op art. 179, letter O, der wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad No. 85); Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat door hen, voor het jaar 1890, tot hooistekers voor de geheele gemeente zijn aangesteld, Wordende belanghebbenden tevens herinnerd aan de bepalingen, voorkomende in de hierboven genoemde artikelen van het politiereglement. Schagen, 1 Juli 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 0. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. Ziekte, ongetwijfeld een der treurigste om- standigheden, die een huisgezin kan treffen, veroorzaakt dikwijls den achteruitgang van menig flink gezin. Gemis van inkomsten, uitgaven van allerlei aard, zij werken samen om het leed scherper te doen gevoelen. Elke poging dus, die kan strekken om de gevolgen voor den zieke en zijn gf zin te verminderen, verdient aanbeveling. Door die overweging gedrongen, maken wij r gemeente Schagen een plan kenbaar, dat gesteund door belanghebbenden en goed gezin den, zal strekken ter bevordering van het geluk van een groot gedeelte onzer medeburgers. O 28. DERDE HOOFDSTUK. „Gij schijnt mij toe," zoo verdedigde Erna zich, I „nog niet goed wakker te zijn, of de lentelucht heeft u bedwelmd en zeker geen dichter van u gemaakt. Gij zult ten slotte nog willen beweren, dat gij van mij gedroomd hebt." „Bat heb ik ook." „Dat vind ik tamelijk vermetel." «En vraagt gij niet naar het vervolg van mijn room Zoo kort zijn droomen toch zelden, zelfs I"6 ,d® kortste nachten," zeide Scbrattenbach, 1 n u Erna P'ag0nd aanzag. och de jonge daifie wendde zich af. .Ik ben met nieuwsgierig," zeide zij kortaf. vcLir °-0,£ seen Terv0lg- Ik ben een ongeluks vogel, zelfs in mijn slaap." ook Ct-8-ib0tinsto raornont ging mijn droom «wering dn« L I e<n onaangename her- ffieinffrfn™ p daarmedeWees blijde, n den hliid rDa' da' zu'ke herinneringen voor bederven"611 mor£en Tan bedon niet kunnen iW'u,0^011 ?°-?T don ernstigon toon keek Erna drukkin» n ui nant 'n bet gelaat, welks uit- Is7 r droefgeeaGg was "mh S onaangerlaanis overkomen vroeg zij. Ihd al8 ^er®00n'1jk misschien het minst, maar ik genocp f)60 Tan een 8ebe0l mede. Gij zult spoedig °»erdrevaarvan booren en zeker wel in de meest li zLin, dioT ,w9ze> 'k zou niet gaarne de eerste tet 'geluk encllt 'ersprcidt, ook zou ik liever laten Van dezen morgen mij niet vergallen Ei Erna niaa'jt u dan 200 gelukkig?" vroeg neGer °rs,0nd' ^och 8,oeg bare oogen weder terde d de zlJnen- ^Vat v°or plannen koes- geheei 6 lan&e luitenant toch, hij was nu zoo Hq mi anders dan gewoonlijk. Niet, dat hij haar het nu .aa^de> "I31 nu juist niet, doch zij hield 4°°^ maar voor geraden, ook een ernstig Sch zetten. rattenbach zag de wolk aan zijn voorjaars- Wij wenschen een ziekenfonds op te richten. Aangemoedigd door de hulp ons toegezegd door een onzer geneeskundigen en de beide apothekers, aan wier medewerking gaarne hulde wordt gebracht, stellen we ons voor den leden zoowel geldelijke ondersteuning als kosteloos geneeskundige behandeling en medicijnen te verschaffen. Geldelijke ondersteuning ad f 2.50 per week (vooreerst beperkt tot 10 weken) voor ieder manspersoon boven 18 jaar en weduwe zorgende voor jonge kinderen. Bovendien kostelooze ge neeskundige behandeling en medicijnen voor dienstboden, werklieden, hunne vrouwen en kin deren. Niemand wordt van onze vereeniging uitge sloten, integendeel, ieder noodigen we uit zich bij ons aan te sluiten, door te worden hetzij lid, hetzij donateur. Als lid erkennen wij, alle manspersonen in onze gemeente van 1855 jaar. Gehuwd, kunnen zij deelnemen voor vrouw en kinderen beneden 18 jaar. Ook laten wij, bij denzelfden leeftijd, boven bedoelde weduwen en vrouwe lijke dienstboden als lid toe. Als donateurs nemen wij ieder aan die jaar lijks f2.50 of meer wil offeren. Zooals van zelf spreekt, behooren de leden zich eene bijdrage te getroosten. Yoor leden is die gesteld op f 0.10, voor hunne vrouw op f0.02 en voor elk kind op f 0.01 per week. Ziedaar, in korte trekken ons plan. Natuur lijk wordt de wijze van toelating, even als zoovele andere zaken in het reglement geregeld. Kunt ge U met de hoofdzaak vereenigen, wilt ge aansluiten, toont het ons, door wat de leden aangaat, naam, voornaam, ouder dom, beroep en woonplaats op te geven aan een der ondergeteekenden, en wat allen betreft, hemel en zeide, schielijk het over een andere boeg werpende „Ik ben gelukkig, omdat ik een mensch gered heb." „Gij heden nu," riep Erna vol verba zing uit. „Ja, ik, heden, zooeven. Niet uit het water, gelijk gij schijnt te vermoedeneen reddings- medaille heb ik niet verdiend. Het was een zedelijke redding, en meer kan ik er ook niet van zeggen, want ik weet imir ers, dat gij niet nieuwsgierig zijt, en ik rep ook alleen hiervan, om er aan toe te kunnen voegen, dat ik zooeven de hoop koesterde, ten slotte ook nog gered te kunnen worden." Schrattenbach zweeg, plukte een paar gras halmen uit en speelde er mee. Ook Erna zweeg, wierp hem een verstolen blik too en dacht met onrustig hartkloppen „Waar moet dat nu weder heen? Wij kunnen heden geen kalm gesprek met elkander krijgen, het is maar beter, dat ik heenga." Als zij nu een beweging maakte, om van haar plaats op te staan, wendde Schrattenbach zich plotseling tot haar, greep hare hand en zeide met bevende stem „Gij wilt voort, werkelijk, mejuffrouw Erna, gij wilt mij verlaten, mij te verstaan geven, dat ik niet meer te redden ben „Maar, mijn God," zeide Erna half lachende, half opgewonden, „uit welk gevaar moet ik u dan redden „Uit dat, voor mij zelve en voor de wereld overbodig te worden. Werkelijk, mejuffrouw Erna, ik geloof, dat er nog een zeer fatsoenlijk mensch van mij kan worden, ik zou misschien ten slotte nog de kracht vinden, mij op te werken uit den ouden slenter, indien ik maar wist, waartoe en voor wie; wanneer er maar één mensch op de wereld was, die daarin eenig belang stelde.' Erna keek ernstig. Een trek van gestrengheid en misnoegdheid lag op haar gelaat. „Dat schijnt mij een zwakheid toe, een man geheel onwaardig. Ik ben maar een vrouw en opgevoed in do vooroordoelen van mijn stand. Want al heb ik ook een moedor en zusters, dan kan ik eveDgoed zeggen, dat niemand zich be kommert om hetgeen ik doe. Wat ik doe, is wel niet veel, maar wat ik doe, dat goschiedt toch door zoo mogelijk eene vergadering bij te wonen in het koffiehuis „de Posthoorn" van J. de Beurs, op Zondag 13 Juli e. k., s' na middags 7 uur, bij welke gelegenheid het reglement zal worden vastgesteld, en terstond daarna overgegaan tot de benoeming van een bestuur. Reeds den lsten Augustus e. k. zouden wij den arbeid willen aanvangen. Eendracht maakt macht, laat die spreuk ook ons bezielen; en dit blijken door dat niemand bij de bevordering van dit plaatselijk belang achterblijft. Wij verzoeken der redactie van onze plaatse lijke bladen beleefd bovenstaande regelen te willen opnemen en betuigen daarvoor bij voor baat onze erkentelijkheid. Schagen, 28 Juni 1890. C. BURGER. J. CASTRICUM. G. NIEUWENHUIS. J. OVERTOOM. Th. ROEP. P. VAN TWUIJVER. Mr. C. H. BEELS. C. J. PLOMP. Tan de Tl er mis. Het schijnt zich elk jaar meer en meer te bevestigen, dat de laatste Zondag van kermis is aangewezen, als te worden de drukste dag. Ditmaal is er dan ook weder een verbazend groote menigte uit de naburige plaatsen op dien dag in de kom onzer gemeente geweest. Van de op dien dag gegeven voorstellingen of uitvoeringen, resten ons nog een viertal ter bespreking. uit eigen beweging, om niet onder te gaan in nietigheden en akeligheden, en een man, die een ernstig beroep heeft, voor wien de geheele wereld open staat, die zou hulp behoeven, om niet te verongelukken in den slenter, gelijk gij het noemt?" Erna's oogen fonkelden, en op Sehrattenbach's, gelaat zetelde weder het oude humoristische lachje. „Ziet gjj, mejuffrouw Erna, dat is het juist wat ik wil. Zulk een allerliefste kleine boetpre- dicatie uit den gelief hm, uit uwen mond, meer verlang ik niet dan dat. Wanneer gij mij van tijd tot tijd zoo een wilt toedienen, dan groeit er nog wel een tweede Moltke uit mij. Geef mij uw hand er op, dat gij het daaraan niot zult laten ontbreken." „Wanneer gij anders niets verlangt, daarmede kan ik u bij tijd en wijle van dienst zijn," zeide Erna lachende en stak bem haar hand toe. Schielijk gieep de lange luitenant de kleine, tengere hand en hield deze met warmte vast, terwijl zijne heldere oogen ernstig op die van het jonge meisje gericht waren. BKn wanner ik toch op zekeren dag meer verlangde, Erna, wat zoudt gij dan antwoorden vroeg hij zacht. Erna bloosde hevig en trachtte te vergeefs hare hand vrij te maken. „Maar ik bid u, mijnheer von Schrattenbach, wat voor een onzin," zeide zij eindelijk op hare oude wijze, terwijl haar stem toch innerlijke ont roering verried, „ik denk, dat wij liever de oude vrienden van vroeger moesten blijvenwij weten immers beiden maar al te goed, hoe wij over het huwelijk denken." „Neen, gij weet zeer goed, hoe ik er tot nu over dacht, maar ik ben geheel en al van inzich ten veranderd," zeide Schrattenbach met warme ernst. „Wie, al is het ook maar uit de verte, het mede heeft aanschouwd, hoe de zedelijke macht van het huwelijk Mansfeld veranderd heeft, hoe diezelfde macht den rampzaligen invloed van zekere dame voor altijd verbroken heeft, hoe juist die macht zijn jonge vrouw kracht gaf tot eene zelfopoffering, welke men bewondert, die zal erkennen, dat deze band, welke twee menschen- kinderen voor altijd aan elkander verbindt, iets verhevens, iets groots moet zijn Hij zweeg een oogonblik en daar Erna met Vooreerst het vrij druk bezocht Concert, gegeven door de Kleine Kapel van het Staf muziekkorps der K. N. Marine van Den Helder, onder directie van den onder—kapelmeester, den beer L. A. Schouten. Daar de beer Schouten tevens dezer dagen is benoemd geworden tot directeur vau Schagen's Harmoniekapel, had dit concert dus voor de Schagers dubbele waarde, dewijl het ons kennis deed maken, met den man, aan wiens hoede den verderen bloei onzer kapel nu is toevertrouwd. Het met zorg gekozen programma werd door dit uit omstreeks 15 man bestaande korps keurig en hoogst accuraat uitgevoerd, en muntte uit door beschaafden voordracht en fijne nuan ceering van toongeluid en klankgehalte. Gehoord dit concert en ziende de directie des heeren Schouten, gelooven wij dat onze Kapel onder zijne leiding een nieuwe toekomst tegemoet kan gaan. „Het Nederlandscb Tooneel" heeft Zondag avond met de opvoering van: „Het Pater Noster" v. Erangois Coppé, en „Yorick" v. Estebanez, bet met de beide voorafgaande uitvoeringen verspeelde terrein herwonnen. Heerlijk schoon is er dien avond geacteerd, en welk een prachtige, gloeiende taal, welk een rijke woordkeuze, vooral in Het Pater Noster, hetwelk geheel in versmaat was geschreven, en welks vertaling door Mr. H. Cosman, in schoon heid van stijl en uitdrukking ongetwijfeld met dichterlijk vuur is volbracht. In dit klein maar edel drama, was mevrouw Frenkel-Bouwmeester als Juffrouw Rosa weder Ntêrland's eerste kunstenares op bet gebied der tooneelspeelkunst. Sympathiek figuur als zij is, boeide zij onmid dellijk baar auditorium, cfat nu weder als aan hare lippen en oogen hing. ter nedergeslagen oogen, half afgewend staan bleef, vervolgde bij op zijne gewone wijze: „Ziet gij, mejuffrouw Erna, het komt maar op de proefneming aanwij wagen er immer* toch niet veel bij. Wij gaan zoo zonder eenige illusie het huwelijk in, zoodat wij ook geen ont nuchteringen hebben te vreezen, en bet zou toch wel eens aardig zijn, eens, in de goede beteeke- nis, zich bedrogen te hebben." Een lachje speelde er om Erna's lippen. „Ja, maar waarom moet er dan juist getrouwd worden „Omdat ik niet leven kan zonder u, Erna," zeide hij op een toon, wier klank voor haar nog geheel vreemd was zij gevoelde zich aan zijn kloppend hart gedrukt, en voor hare lippen een woord van tegenweer konden spreken, werden zij door een lange kus gesloten. De zwaluwen streken vlak voorbij het paar, een paar verliefde vlinders dansten boven hun hoofd, en de beide over-verstandigo menschen- kinderon waren in dit oogenblik al even onver standig gelukkig als elk ander verliefd paartje. Daar hinnikte het paard. „Om Gods wil, er komt iemand, men heeft ons gezien!" riep Erna verschrikt zich los wringende. „Wat hindert dat, hartelief, een verlovings- aankondiging in den nieuwsten vorm," fluisterde Schrattenbach en scheen wel van plan den aanval nog eens te wagen, maar Erna maakte zich lachend vrij en zeide blozend „Wanneer u niet dadelijk verstandig wordt, dan loop ik weg." „Gij herhaalde Schrattenbach, terwjjl hjj den arm om haar slanke leest sloeg„wanneer ge nu nog meer u tot me zegt, dan bekent ge daarmede, dat ge u van een wild vreemd mensch hebt laten kassen. Spoedig, noem mij dadeljjk Frits, en beloof mij, dat ge mijn klein, lief vrouwtje wilt zijn!" „Krah! Krah klonk het dicht boven hun hoofd. „Een kraai, die geruimen tijd op de hooischelf gezeten had, in de hoop, iets belangrijks af te luisteren, vloog mistroostig weg. „Altijd het oude liedje," dacht juffrouw Kraai. HOUDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1