Donderdag, 24 Juli 1890. 34ste Jaargang- Ho. 2422. t J tl. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: liaan. D, 4. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Hondje. Vasthouden van Eenden. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGËft COURANT. Mtttifi- k Llllfl "pjtblad verschijnt tweemaal per weekW o e 11 s d L»gavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, nNTIÊN in hst eerstuitkomend nummer geplaatst, INGEZONDEN STEKKEN één dag vroeger. ag- Zater- worden ADVEE- Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer f 0.05 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. wJ m Ir S n eiucomv POLITIE, i Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen ta bekomen omtrent een alhier opgevangen Burgemeester en Wethouders van Schagen Gezien art. 103 van het politiereglement dezer Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat vanaf heden tot [en met 30 September a.s. de eenden binnen deze gemeente opgesloten of gehokt moeten worden. Nalatigheid is bij politiereglement strafbaar gesteld met eene boete van hoogstens drie gulden. Schagen, 18 Jnli 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Zondagavond 20 Juli, 11. werd door de zangvereeniging //Kunsten Vriendschap" te Sint Maarten in de kolfoaan van den heer C. Kieft aldaar een zangwedstrijd tusschen de werkende leden gehouden. Als jurileden fungeerden de heeren E. Meijer Drees en C. Bijpost van Haringcarspel en de heer P. Stadt van Schagerbrug. Het gezelschap jas verdeeld in 5 groepen, belast met de voor wacht van een kwartet //Lente klacht" van Kreipe. Wegens 't ontbreken van enkele ;emmen en een lid werden de groepen onder- ng aangevuld, zoodat sommige der leden weemalen in 't kwartet optraden. Groep No 5 kalde 22, No 1-16, No 3-14, No 2—li1/* No 4-7 punten. Behalve werd nog door 't iheele gezelschap als aanvulling van 't program- Roman van H. VON OSTEN. 34. DERDE HOOFDSTUK. Lucy Tannenberg zat, nadat haar vader de kamer verlaten had, in gedachten verzonken. Een zonnestraal speelde op hare donkere vlechten, °P het fijn besneden, bleeke gelaatin haar ge moed was het evenwel verre van zonneschijn. Zij schrikte eensklaps op uit hare overpeinzing. In de kamer haars vaders wetd driftig gebeld. J~'J w'st, dat het den dienaar gold, zij durfde het daarom niet wagen binnen te tredeD, maar oor hevigen angst gedreven, snelde zij den gangin. Een soldaat verliet juist de kamer van den overste en liet een oogenblik de deur lomp ver open staan. lna»1^ 2a" '.'aar vador, doodsbleek, de uniform ge noopt, in do sofa leunende, een geoponden hnef in de band. Hij wenkte ongeduldig met de band de deur e' nu in het slot. \tpt!1..00oenblik stond het jonge meisje onbe- be ijk en luisterde. Zij hoorde niets dan het ul»»S erVeD^a geluid van de voetstap van den kende' 'D W'611 2Ü nu Schlingen's oppasser her- ^at was er gebeurd oen u *erd er beneden een deur toegeslagen, op t bekende, elastische tred kwam de trap Restnll 'n bet T0'geiKle oogenblik stond de slanke "e van den adjudant voor Lucy Tannenberg. zich t noijnheer von Linstrow," zeide zij, ziet kalmte dwingende, „wat brengt gij?Gij ,is tCr °°k al als een geest uit. Zijt gij ook be- geworden e0 av'n> gij zijt een dapper, goedhartig meisje die h66' U *e heheerschen. Ik zou niemand weten, k-tn f'6r geschikt zou zijn, iemand op een zwa- s,ag voor te bereiden." '®de >p»Vrow' miJn wa' 's er gebeurd Mijn ma gegeven: //Afscheid van't Woud" van F. Mendelsohn Bartholdy, //Alles wat adem heeft, love den Heer!" van Ér. Silcher, „Mijn Vader land," koor van Dan. de Lange en het niet op het programma voorkomende (/Herders Morgen lied." Kunnen we met allen lof van deze gezamelijk voorgedragen stukken gewagen, zoodat de avond den kunstlievenden leden uren van werkelijk genot aanbood, toch kunnen wij niet onze sympathie deelen met zoodanigen wedstrijd van werkende leden onderling, in het openbaar te houden, tenzij in organiseering en leiding een andere weg wordt ingeslagen. De uitslag moest, voor de meeste leden, ontmoedigend zijnhet was niet anders te verwachtende groepen waren door het lot grillig te zamen gebracht. LedeD, die nog slechts enkele maanden aan de vereeniging waren aangesloten geweest, konden met de anderen de proef niet doorstaan, 't Was onzes inziens beter, als men dit, niet te versmaden middel om eigen krachten te sterken en te oefenen, te baat wil nemen, in eigen kring het resultaat van voorafgaande studie, aan het oordeel der direc teur over liet. Wij raden daarom den directeur, wil hij later de proef nog eens wagen, de keuze der kwartetzangers zelf te bepalen, nu en dan bij hunne oefeningen tegenwoordig te zijn en bij de uitvoering bij elke groep zelf den dirigeerstok te gebruiken. In dat geval zal de harmonische schoonheid van 't gezang er niet alleen bij winnen, maar ook de onsmakelijke taaiuitdruk kingen vermeden worden, zooals de alt in de 3e groep ze te hooren gat bij het driemaal herhaald en in crescendo zingen van de woorden z/de liefden, leesliefde heeft eens maar". De vereeniging is waarlijk nog te jong om aldus op eigen wieken te vliegen. Op uituoodiging der vereeniging, ondersteund door het publiek, werd door den heerP. Stadt ten slotte nog een paar solo's ten beste gegeven, „Hem betreft het niet; maar er is een groot ongeluk gebeurd. Lees dit telegram, hetwelk zooeven bij de adjudantuur bezorgd werd." „Majoor von Schlingen is heden bij de Korha- nenjacht verongelukt. Zijn eigen geweer ging af. Dadelijk dood. Lijk in mijn huis. v. Meisenberg-Hohenwaldau." las Lucy. Het papier beefde in haar hand. Vreese- lijk," zeide zij zacht, „zooeven nog bracht Schlin- gen's oppasser een brief." „Een brief! En Schlingen's oppasser hier? Zou men daar reeds weten?" „Ik geloof het niet, die man zag er zoo onver schillig uit," meende Lucy. „Gravin, ik weet, dat gij vrouwen niet veel hieldt van mevrouw von Schlingen, en niemand is meer geneigd, uw gevoel te begrijpen, dan ik, maar in zulke gevallen Hij aarzelde, want Lucy sloeg de oogen open keek hem met hoogst ernstigen blik aan. „Ik begrijp u, ik moet de ongelukkige voorbe reiden. Ik zal bet doen, omdat gij hot wenseht, maar het zal mij zwaar vallen, want mij kwelt de gedachte, dat zij aan dit onheil Diet onschul dig is," zeide zij zeer zacht. „Gij gelooft dus niet aan een ongelukkig toe val vroeg Linstrow zacht en gejaagd. Lucy knikte ernstig mot het hoofd. De adjudant stond in gedachte. „Ik moet naar de overste," zeide hij toen eensklaps, „en gij, gravin „Ik ga naar mevrouw von Schlingen," ant woordde Lucy op beslisten toon. „Neen, neen, wacht; het is toch ook een vree- selijke opdracht 1 Ga naar de vrouw van Majoor Kehler, zij moet die taak op zich nemen, zij woont ook dicht bij. Maar, ik bid u, spoedig, want er is geen tijd te vorliezen." „Mama is met den eersten trein naar K. ge reden. Olto moest naar don tandarts," zeide Solma Kehler. Zij keek Lucy nieuwsgierig vra gend aan. Lucy stond in gedachte verzonken, eindelijk wendde zij zich met een korten groet om en begaf zich langzaam naar Schlingen'» villa. Het gevolgd door een solo van Mej. Chr. Kieft. De woorden van dank aan zanger en zangeres beiden, door den Eerw. heer J. H. Mühring, namens 't auditorium uitgesproken, werden op wel verdiende wijze met daverend applaus begroet. Daar bij den Kerkeraad te Eenigenburg nog geen officieel bericht is ingekomen dat de heer R. Hazelhoff' te Blijham het beroep naar die gemeente al of niet heeft aangenomen, wordt, wijl de daarvoor bepaalde tijd reeds verstreken is, geacht, dat ZEW. voor het beroep naar Eenigenburg heeft bedankt. Op het gemotiveerd verzoek, onlangs door deu gemeenteraad te Nieuwe Niedorp bij de hooge regeering ingediend, om te mogen worden vrijgesteld van de wettelijke verplichting tot het heffen van schoolgeld, is afwijzend beschikt. Men schrijft uit Oudkarspel: Op een wagen, waarmee Maandag hooi zou gehaald worden, bevonden zich zes en twintig kinderen, waaronder een van drie jaar. Bij het afrijden van eene brug kon de voerman den dissel niet in stuur houden zoodat de wagen onderstboven in de sloot tuimelde, en de kinderen op twee na, die er nog in tijds afgesprongen, allen te water geraakten. Gelukkig waren er terstond menschen bij, zoodat alle kinderen zijn gered. Per tram Hoorn-Alkmaar. Men schrijft uit Ursem aan de Alhm. CU. De reizigers, die zaterdag namiddag met den tramomnibus van Alkmaar of van Hoorn meen den te vertrekken, zagen zich zeer teleurgesteld, daar dien middag de dienst niet werd vervuld, naar men zeide: omdat de weg te zwaar was. Als dit Juli reeds plaats vindt, hoe zal dit dan in den a. s. herfst en winter gaan? Zondag is er den geheelen dag niet gereden, Uit Tessel wordt gemeld: De beide verloren reddingstoestellen van den was haar als droeg zij lood aan de voeten. De villa lag nog in morgenrust; uit den prach- tigen tuin stroomde Lucy een verkwikkende bloe men- en heestergeur tegemoet. De stalknecht reed juist met een jong bruin paard uit, terwijl hij een tweede aan den teugel hield. Het geklapper der hoeven, het gekir der duiven verbraken alleen de stilte. De meesteres der villa lag nog wel in droomerige ochtendsluimering, en de heer Lucy rilde. Zij dacht in dit oogenblik aan de ongelukkige mevrouw von Yohberg en haren vloek hoe spoedig, hoe spoedig was deze in vervulling gekomen, hoe spoedig was het ongeluk over het regiment losgebarsten 1 Zij haalde de bel over. Het duurde lang voor de bediende verscheen. Meld mij aan bij uwe mevrouw, ik moet haar onmiddellijk spieken." De man zette groote oogen op. „Mevrouw staat niet voor tien uur op, ik zal Anna, de kamenier roepen." Een schoon meisje met een wit mutsje ver scheen eu verzocht Lucy, haar te volgen. Snel doorliepen zij de prachtige vertrekken. Lucy meende het kloppen van haar eigen hart te booten. Zij stonden nu in mevrouw Thea's boudoir. „Wees zoo goed, een oogenblik te wachten, mevrouw de gravin ik ga de barones uwe komst verwittigen," fluisterde bet kamermeisje, terwijl zij met een beweging der hand op een divan wees, en verdween hierop achter de portière. Het jonge meisje bleef peinzend bij do divan staan. Het oog ter neder geslagen, dacht zij na over de woorden, met welke zij hare jobstijding wilde aanvangen. Daar zog z:j op het donker flu- weelen tapijt een gouden voorworp schitteren, werktuigelijk boog zij zich cr naar en hield een medaillon in de hand. Een bloedstroom verlde haar gelaat. De vingers drukten opeen verborgen veer; een lief, tecder vrouwenportret, op elpenbeeD geschilderd, vertoonde zich. „Mama, mama 1" fluisterde Lucy. Het portret harer moeder, hier 1 De reine heer P. C. Koning, waarmede onlangs eene proef werd genomen, zijn door visschers ge vonden, en aan den eigenaar terugbezorgd. Uit Frankrijk ontving de heer Koning een nader bericht omtrent zijn te Toulon tentoon- gestelden reddingseylinder, welke onlangs met eene bronzen medaille was bekroond geworden. De jury heeft bij nader onderzoek geoordeeld, dat aan den inzender een zilveren medaille moest worden uitgereikt. Omtrent de feesten, ter eere van het Zestigjarig Bestaan der Kon. Liedertafel nZang en Vriendschap" te Haarlem gehouden op Zater dag en Zondag jl. ontleenen wij aan de Opr, Haarl. Ct. het volgende Zaterdagavond te half 7, begon de wedstrijd voor de le atdeeling, d. i. van die Liedertafels, die nog niet een eersten prijs hebben behaald. Er hadden zich 17 Liedertafels laten inschrijven, nl.: //Nationale Zangschool en Zangvereeniging", „Ctecilia", Kunst na Arbeid", //Apollo" en K,St. Caecilia" te Amsterdam, //Wormerveer's Mannenkoor", „Sappho" te Hoorn, //Oefening en Uitspanning" te Bovenkarspel, //Haarlem's Zanggenot", //Aurora" te Arnhem, //Fidelio" te Utrecht, //Purmerender Mannenkoor", „Arnstel'» Werkman", //Crescendo" te Hage en „Werk- manslust" te Krommenie. z/Orpheus" te Tiel en //Niedorp's Mannen koor" hadden zich teruggetrokken. Het verplichte koor dezer le afdeeling „De Barre Rots" van Philip Loots, was veel te moeielijk voor de krachten der Liedertafels. Zeker is het, dat het zoo hier en daar de hand verraadt van een jong componist, die zich nog niet recht bewust is van de eischen, die men aan zangers kan en mag stellen. Geen wonder dan ook dat enkele Liedertafels totaal schipbreuk leden in de voordracht van dit lied. Het zingen van het „Purmerender Mannenkoor" en van de Vereeniging „Amstel's Werkman" was beneden kritiek, maar ook andere, die werkelijk blijk meisjes-ziel huiverde als voor iets onbestemds gemeens. Was het denkbaar, dat een geschenk neen, neen, dat tenminste is onmogelijkhij heeft het bepaald verloren, ik, de dochter, mag het behouden. Juist als Lucy het medaillon haastig in de zak verbergt, ontstelt zijhot is haar, als hoorde zij een gil in de aangrenzende kamer. Zij opent de deur, daar snelt haar reeds het kamermeisje met verschrikt gelaat tegemoet. „O mjjn God, gravin, ik weet niet wat ik er van denken moet, mevrouw de barones is niet in haar slaapkamer 1" „Niet in haar slaapkamer?" herhaalde Lucy; „nu, dan is zij misschien reeds opgestaan en uitgegaan." „Ach, gravin, mijne mevrouw zoo vroeg zonder mij zich aankleeden en zelfs uitgaan 1 Neen, neen, zij is sedert gisteren reeds weg, naar het schijntbet bed is ongebruikt ziet u zelve maar." Zij tilde de portière op, en Lucy wierp een blik in het weelderig en met fijnen smaak inge richte slaapvertrek. De met mat-blauwe zijde gevoerde gordijnen van bet grooto ledikant waren teruggeslagen en lieten de rijk met kant bezette, onaangeroerde kussens en dekens vrij. Kasten en laden stonden ten deele geopond, kostbare gewaden, kanten, doe ken en wat niet al hingen er uit, ook op de prachtige meubels lagen allerlei voorwerpen door een. Delucht was benauwd door denheliotropengeur. Juist wilde Lucy zich verwijderen, toen haar blik op de groote met allerlei potjes en flesschen bedekte toilettafel viel. „Ik geloot, dat daar een brief ligt," zeide zjj zacht. Het kamermeisje greep naar het couvert en overhandigde het Lucy. „Mijnheer de majoor is op de jacht" zeide zjj, een blik op bet adres werpende. „Aan den heer Majoor von Schlingen. Eigen handig." luidde het opschrift. Lucy beefde. WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1