Zondag, 31 Augustus 1890. 34ste Jaargang. Ho. 2433. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEI, liaan, D, 4. Binnenlandsch Nieuws, Schagen, 30 Aug. 1890. Roman van RICHARD VOSZ. Afgevaardigden voor de op llSept. alhier te houden vergadering betreffende onder met bonte linten versierde oogstkronen hingen, heette voortaan zaal, bad een gümmenden parket vloer, prachtige spiegels, roodzijden gordijnen, een kroonlamp en een Bechsteinvleugol gekre gen; want in die zaal moesten des winters de feestelijkheden en bals plaats vinden. Juliane moest eene kamenier er op na houdenaan tafel bedienden twee knechts in met zilver afgezette livrei, en men at van porcelein, op hetwelk het grafelijk wapen prijkte; 's middags werd er driemaal bediend en de heerlijke bordeaux-wijn werd niet vergeten. De beide inspecteurs aten met de huishoudster ineen bijzondere kamer, en op een geheel ander uur dan de familie. Na tafel begaf men zich in het salon, waar de koffie ge bruikt werd. Kwamen er gasten, dan werd de gebruikelijke „drukte" niet meer gemaakt, en er kwamen zeer dikwijls gasten; uit de stad de burgemeester en de president der rechtbank, uit den omtrek de adellijke grondbezitters. De oude vrienden bloven achtereenvolgens weg, ofschoon Ottokar ben steeds met de meeste hoffelijkheid behandelde; doch deze trouwe, eenvoudige men- scben waren bang voor zooveel uiterijke groot heid en deftigheid. SCHAGER A COURANT. Atoteii- Lilliill Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTrÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer 5 ots. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Vijftien leden, benevens 2 gasten, woonden Donderdagmiddag de algemeene vergadering bij van de Afdeeling //Noord-Holland" der ver- eeniging //Het Nederlandsch Paardenstamboek." Omtrent de punten 7an beschrijving, zie ons no. van Aug. 1.1. Na lezing en goedkeuring der notulen werd mededeeling gedaan van de bekroningen van merriën en hengsten, van de keuring 11 Maart 1.1. te Schagen gehouden. Deze uitslag zal later door de afd. in de bladen worden bekend gemaakt. In het geheel waren in dit vereenigingsjaar 12 hengsten en 43 merriën ter inschrijving aangenomen. Het ledental der afd. bedroeg 192, waaronder 7 begunstigers en 2 donateurs. Nog deelde de voorz., de heer J. Breébaart Kzmede, dat de afd. Zeeland 300 leden telt dat er ook in Gelderland en Overijsel afdeelin- gen zijn opgericht en Limburg spoedig zal volgen. Utrecht heeft ook een Paardenstamboek opgericht, doch zich niet bij de Vereeniging aangesloten, doch voorz. gelooft te mogen veronderstellen dat de aansluiting dier provincie niet lang op zich zal laten wachten. Met betrekking tot de punten van beschrijving werd besloten, dat de afgevaardigde ter algem. vergad. de voorstellen van het Hoofdbestuur zal ondersteunen. (Zie vorig no.) Ook het voorstel van de afd. Zeeland, om alle hengsten aan een jaarlijksche keuring te EK. 4|i 9. ACHTSTE HOOFDSTUK. De verandering had langzamerhand, geleidelijk en onmerkbaar plaats. Niemand zou hebben kunnen zeggen liet begon hiermede of daarmede, op dezen of op dien dag. Maar na verloop van eenigen tijd was op Elzenhof alles anders. Vooreerst in huis zelf. Het was een oud huis, ruim en groot, doch eenvoudig en ouderwetsch. Daarentegen had het ruime, heldere kamers, een woonkamer, groot als een zaal, een bodenkamer. De kamers waren allen behangen met de meest smakelooze patronen in de schreeuwendste kleu ren; de vloer bestond uit fijne witte planken, welke eiken Zaterdagavond geschuurd en met fijn zand bestrooid werden, zoodat het onder de voeten knarste. Zeer burgerlijk waren ook de groote blauwe ovens, om niet te spreken van de inrichting der zoogenaamde „mooie kamer," de 8,Üve, met donker damast overtrokken meubelen, het kleine, met bonte bloomen versierde tapijt voor de sofa, de sentimenteele engelsche koper gravures aan de wanden, en de eerwaardige ^glazenkas," waarin de zeldzaamheden uit den Djd der voorvaderen bewaard werden. Met een woord, er was in het geheele huis niet eene kamer, niet een stuk, dat door den nieuwen grafelijken eigenaar waardig werd gekourd be houden te blijven. Doch niemand kon van Ottokar zeggen, dat hij bij het leven van den ouden heer zich had uitgelaten over de huishouding van zijn schoonvader, hoezeer daarin ook alles in strijd Was met zijn stand, zijne gewoonten en zijn ka rakter. Ook te dien opzichte had hij zich voor treffelijk gedragen; zijne vrienden, de adellijke huren, noemden het bewonderenswaardig. De kamers, welke hij met zijn jonge viouw bowoond had, zou een iedor van zijn standgenooten onbe woonbaar genoemd hebbun doch hij had er zich zonder bedienden in beholpen, hij bad het ver dragen, dat het aan de tatel van zijn schoonvader toeging, gelijk deze bet gewoon wasmen be diende zich zelf, alleen des Zondags werd er een nieuw tafellaken opgelegd, alleei des Zondags gebraad en gebak, alleen des Zondags wijn, doch die nog wel van een zeer gewoon soort. De heide inspecteurs en de volontair aten mede Ban de huistafelde oude heer had voor en na tafel zelve het gebed uitgesproken, en slechts onderwerpen, wordt besloten te steunen. Punt 6 verkrijgt insgelijks algemeene instem ming. Als voorstel, na het verzenden der convocaties voor de algem. vergad. ingekomen en door het Bestuur voor dadelijke behandeling geschikt ge acht, volgt nu de bespreking over de wijze waarop de rijkstoelage tot bevordering van de Paardenfokkerij het zuiveist en meest doeltreffend over de verschillende provinciën kan worden verdeeld. De voorz., deelt ter toelichting mede, dat door het Rijk dit jaar f40000.was toegekend voor al de provinciën, doch daarvan ontving Noord-Holland slechts 1250, terwijl Z.-H. bijv. meer dan f 5000.subsidie ontvangt. Spr. acht als oorzaak hiervan dat de Regeering is afgegaan op het verslag, dienstjaar 1886, door de verschillende gemeentebesturen gedaan. Doch men wist het, dat die gemeente-ver slagen ten opzichte van de paardenfokkerij hoogst gebrekkig zijn. Het Bestuur der afdeeling is van meening, dat de afd. Noord-Holland recht matig aanspraak heeft op een grooter deel der bovengenoemde rijkstoelage en acht het nu wenschelijk de Regeering te wijzen op de alsnog verstrekte onvertrouwbare gegevens en haar voor te stellen de toelage te verdeelen in verhouding der zelf gefokte veulens over het geheele rijk. Het Bestuur wenscht er bij de Regeering tevens op aan te dringen dat dit elk jaar worde opge nomen, aangezien in de eene provincie de paarden fokkerij meer vooruitgaat dan in de andere. In dezen geest wordt door de vergad. eene bepaling wenschelijk geacht. wanneer er gasten waren, volgde er 's namiddags geen rogge-koffie, s'avonds geen rijstebrij met aardappelen. Ottokar's vrienden baddm dus met hunne bewondering voor den grafelijken schoon zoon volstrekt niet zoo ongelijk. Juliane was vertrouwd geworden met alle hoe ken en plaatsen in het oude huis. In een der stijle, eenvoudige dakkamers was zij geboren; de groote dienstbodenkamer was het lokaal van allerlei spookgeschiedenissen, welke zij van hare bonne te hooren kreeg, en ook nog toen zij eene jonge maagd was, keek zij nog geregeld met scherpen onderzoekenden blik naar de donkere hoeken. Zij was zoo geheel de dochter vau haar vader gebleven, dat zjj zelfs nu, als zij reeds sedert vijf jaren gravin van Laucha was, nog altijd niet wist, dat wit geschuurde, met zand bestrooide delen het tegendeel van voornaam waren, dat een „mooie kamer" reeds lang uit de mode was, een „glazen kas" met heel zijn eer- biedwaardigen inhoud eigenlijk in de rommel kamer boorde en een grafelijke tafel anders ingericht moest worden, dan de hare het was. Daarentegen wist zij, dat, zoodra er bezoek kwam, en al waren het ook de besto vrienden, men „drukte" maakte, dat de huishoudster werkelijke koffie natuurlijk sterk met chigorei vermengd te zetten en in aller ijl wafelen te bakken had, dat bij het avondeten bet „beste servies" op tafel kwam, en als bijzonder feestgerecht bet gebraad met een dikke saus van room, niet te vergeten oen kip- of duivenfricassée en tot slot een rijst- of griespudding. Langzamerhand bracht haar man bet zoover, haar duidelijk te maken, dat het nu geheel anders behoorde. In het oude heerenhuis van Elzenhof hield de nieuwe tijd zijn intocht. De dienstmeidon kondeo het zich maar niet begrijpen, dat zij op Zaterdag niet van den vroegen morgen tot den laten avond de delen te schuren haddende vloeren werden ten deel geparketeerd, gedeelte lijk mot tapijten belegd. Dezelfde verandering had er ook plaats met het behangsel. Het geheele geslacht vierkante stoelen, recbtleunige sola s, ouderwetsehe kasten, commodes en talels werd benevens de blauw trypen meubels, en de glazen kast naar de dakkamers verbannen, die nu be vorderd werden tot logeerkamers; de kleine bur gerlijke „mooie" of „pronkkamer" schoot er na tuurlijk het leven bij in en werd nu een salon. De kamer van den ouden heer kreeg een echt turksch aanziende met roode tiebelsteenen bevloerde, met vervaarlijke eikonbouten balken voorziene woonkamer, aan welker zoldering de Met betrekking tot de rijkstoelage adfl250. deelt voorz., mede, dat aan Ged. Staten is voor gesteld van dit bedrag twee subsidies ad f 600. beschikbaar te stellen voor een tweetal hengsten, aangekocht op een der buitenlandsche markten, van 1 Aug. 31 Dec. van dit jaar, onder beding dat die hengsten in '88 of vroeger ge boren moeten zijn en in geheel het volgende seizoen beschikbaar gesteld moeten worden. Met het oog op den aankoop vau hengsten had het Bestuur vooral het oog op de markten te Aurich en in Normandië. Als plaats waar de volgende afdeelings-ver- gadering gehouden zou worden, werd Alkmaar gekozen. Ingevolge eene opmerking van den heer Lel Court werd besloten, dat als er zich genoeg aanbiedingen voordeden, vóór 1 Nov. nog eene keuring van merriën le doen houden. Door den secretaris, den heer W. Teengs werd medegedeeld, dat uit den kortelings opge- maakten staat van sprongbewijzen der 6 bekroonde hengsten bleek dat door dezen 460 merriën waren gedekt geworden. Ingevolge voorstel van den heer Sicager wordt bij acclamatie aangenomen op de volgende ver gadering voorstel te doen tot verhoogiug van het honorarium van den secr.—penningmeester. Ten slotte wordt nog op voorstel van den heer Boekei aangenomen, een onderzoek in te stellen naar de veulens der bovenvermelde 460 mernen. Juliane liet alles geschieden. Door het onrecht vaardige testament liaars vaders had haar man onbeperkte macht over haar verkregen, en hij bezat de gave, baar geen dag te laten vergeten, wat hij uit liefde tot haar gedaan had, toen hij, door haar gesmeekt en gebeden, haar vergund had, het door zijn schoonvader hem toegevoegde zware onrocht te verzoenen. Terwijl hij Juliane's burgerlijk ingericht ouderlijk huis in een graaflijke woning veranderde, toonde zijn gelaat haar elk uur van den dag, welk een zelfbeheerscbing het hem kostte, den heer te spelen. Overeenkomstig haar karakter kon Juliane er niet toe komen, bij al die veranderingen eenigerlei bedenking in het midden te brengen. Zells in den vorm van een schuchter verzoek voorgedragen, zou zij olke be denking beschouwd hebben als een onhandigheid of als een beperking juist van dat recht, hetwelk zij hem gedwongen had aan te nemen, of als oen brutale aanmaningvergeet niet, dat ik het eigenlijk ben, die hier te bevelen beeft, dat al die kostbare inrichtingen geschieden van het geld mijns vaders. Haar man zou nog geheel andere dingen hebben kunnen doen, zonder dat Juliane er iets van gezegd zou hebben. Zij was niet sentimenteel van aard. Hoe zeer zij het ouderwetsch ingerichte huis ook liet had, gaf zij bij deze gedaanteverwisseling zich volstrekt niet over aan een gevoel van spijt, en zoek KanaalplanStolpe-Enkhuizen. Behalve de in onze vorige nummers reeds vermelde afgevaardigde, kunnen wij nog ver melden, dat: Door het lansbestuur van het polderdistrikt St. Pankras tot afgevaardigde is benoemd de heer P. Nobel, burgemeester. Eveneens is door het gemeentebestuur de heer Nobel afge vaardigd, en tot plaatsvervanger de heer I. Lujf. Tot afgevaardigde voor het polderdistrikt Winkel is benoemd de heer K. Breebaart. Dijkgraaf en Heemraden vau de Zjp.e en Hazepolder hebben besloten geen afgevaardigde te zenden. Dinsdag 11. hield de Raad der gemeente Zijpe, eene buitengewone vergadering. Uit het rapport der commissie tot onderzoek der rekening voor 1889 bleek, dat de rekening der gemeente werd in orde bevonden, en sloot met de volgende balans: in ontvangst op f 33414,22 in uitgaaf op f .31873.10 met een batig saldo van f 1541.10. De rekening van het algemeen armbestuur gaf aan dat er werd ont vangen f 10230.71, uitgegeven f 8838.60, zoo dat er een batig saldo is van 1 1393.11. De rekening van het weeshuis had de volgende balans: ontvangst f 3581.26', uitgaat f 2862.86', batig saldo f 718.58. Verder werd besloten volgens voorstel door het Dag. Best. tot de aanbesteding van het in orde brengen der terreinen te Oudesluis en Burgerbrug voor speelplaats en het houden der vrije en ordeoefeningen der gymnastiek. Uit het bestek blijkt dal de kosten zijn toan Ottokar de groote verandering in haar leven eenmaal besloten had, hielp zij zelfs overal krach tig een handje mode, was zy overal werkzaam mot haar alles regelenden geest. Juist omdat zij er zoo niets van begreep, hoe men van een weel derige inrichting een levenskwestie kon makeD, kwam de geheele zaak haar zoo onbeduidend en nietig voor, dat zij vrede nam met de kame nier en de beide livrei-bedienden, zoowel als met het salon, de danszaal en de zilveren bladen, opwelke voortaan de brieven en couranten moes ten worden overhandigd. Desniettegenstaande kwam het op zekeren dag lusscben de echtge- nooten toch tot een conflict. Het geschiedde, toen er voor de kinderen een fransche bonna moest worden geëngageerd Juliane wilde hare kinde ren opvoeden in den geest van haar land. Waarschijnlijk zou zij in deze zaak overwin- nares geworden zijn, had zij zich niet, geprik keld door de koele bedaardheid van haar man, tot heftigheid laten verleiden. Ottokar maakte nu gebruik van zjjn voordeel en de transche juf kwam in huis. NEGENDE HOOFDSTUK. Zware tijden voor den Duitschen landbouwer! Het bleef dezelfde oude klacht. Gelijk een geest des onheils zweelde het over het vruchtbare land. De menscb, die de zwarte, zware teelaarde bebouwde, mocht hot nog zoo eerlijk in het zweet zijns aanschijns doenhg mocht met onafgebro ken zorg waken over zijn eigendom, zijn akker met oplettendheid ploegen en de vruchten van zijn grond door trouwen zorg tot bloei brengen; hij mocht in lange nachten zijn brein almatten, koe dit of dat nog was te verbeteren, bij mocht door noesten vlijt trachten vooruit te komen of staande te blijven het bloven voor den Duit schen landman zware tijden. Jaren van mislukte oogsten volgden elkan der op. Niet alleen de tijd die groote tijd van wereld-historische gebeurtenissen deed zich voor als vyand van den Duitschen landman, ook de natuur trad met reusachtige krachten tegen hem op vorst, verdorring, onafgebroken neerstroomende regens vernietigden alle verwach tingen, verlamden do arbeidskrachten, en wat in goede jaren den vlijt van den landman beloonde, werd nu weinig waard door den verbazenden invoer uit vreemde werelddeelen. Onder deze verhoudingen nam menigeen tot vertwijfelde hulp middelen zijn laatste toevlucht: menigeen werd een spekulant, voor menigeen werd een fabriek de stroohalm, aan wolken de drenkeling zich vastklemt. WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1