Zondag, 14 September 1890.
34ste Jaargang. Uo. 2437.
PT BERICHT. "^8
BRANDWEER.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAGEIÏ, Baan, D, 4.
Wie zich tlians op dit blad abon
neert, ontvang de exemplaren die
vóór 1 October a. s, verschijnen,
gratis en franco.
Gemeente Schagen.
Beken dm aki n gen.
Binnenlandsch Nieuws,
SCHAGER
Al£gfleei Ni
COURANT.
AiiirisÉ- Liliil
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÉN in het eorstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STEKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Verloren alhier op Dinsdag, 9 September j.1.
een gouden dames remontoir-horloge
met zilveren ketting.
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter
Secretarie dezer gemeente.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen, noodigen bij deze uit de binnen de
kom der gemeente woonachtige mannelijke
ingezetenen, tusschen 18 en 50 jaar,
die genegen zijn tegen eene ver
goeding van f Ó.25 per uur, dienst
te doen bij de Brandweer, zich vóór
den SJOsten September e.k.
persoonlijk daartoe aan te melden ter
G emeente-Secretarie.
Schagen, 2 September 1890.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Roman van RICHARD VOSZ.
13.
TIENDE HOOFDSTUK.
Voor de deur van Otlokar's kamer viel Juliane
tegen den muur. In die houding bleef zij, tot
rij eenig geruisch aan zijn deur hoorde hij sloot
die. Dus wilde bij het doen zou hij door een
pistoolschot een einde maken aan zijn niets
waardig bestaan. Het e enige wat hem trouwens
nog over bleef.
Juliane werd door ontzetting overvallen, ook
over sich zelve. Kon hij niet leven blijven, was
het sterven werkelijk zijn laatste plicht en niet
slechts vlucht en lafheid Ja, wanneer
hij een andere man was geweest, of wanneer
hij nog een ander mensch had kunnen worden,
ben tnnn, die de verdiende schande droeg, om
moedig een nieuw leven te beginnenl Maar zoo,
gelijk hij eenmaal was, zou hij blijven, en hij
was door en door bedorven en laag. Voor zulk
een bleef slechts zulk een daad als de laatste.
Zij moest God nog danken, dat hij daartoe nog
den moed bezat.
De bediende kwam en bracht wijn op een
tabouret; Juliane ging heen.
Eindelijk begaf zij zich naar de woonkamer,
welke door eenige kamers was gescheiden van
de kamer van den graaf. Martin wachtte nog
°P haar.
Maar de uitdrukking van haar gelaat was zoo
ernstig, dat hij niet den moed bezat, baar aan
'e spreken. Juliane zeide kortaf: Hij weet het."
"En gij zijt niet bij hem gebleven
»lk liet hem alleen."
«Wat denkt hij te doen
Daarop antwoordde zij niets. Maar zij zag
Martin met een blik aan, dat deze haar eens
klaps verstond. Afgrijzen vervulde hemdoch
kare oogen verboden hem te spreken. Zoo ston-
den zij zwijgend tegenover elkander, met ingo-
jjouden adem, luisterend, luisterend Een
bliksemflits doorkliefde de lucht, na geruimen
P°os volgde de donder. De beide zwijgende men-
Scben keken elkander verschrikt aan.
een poos zeide Juliane fluisterend:
«Ga nu naar huis."
»Nu
Door den Raad der gemeente Haring
karspel, is het schoolgeld vastgesteld voor
één kind op 30 cents per maand, voor twee
kinderen op 20 cents elk, en voor 3 kinderen
en meer op 15 cents elk per maand.
Ds. S. G. Geertseaia Beckeringh te Schoon-
dijke is beroepen bij de herv. gemeente te
W ieringerwaar d.
De raming der begrooting van 1891, der
gemeente Zijpe, bedraagt in ontvangst en
uitgaaf de som van f 30491.88. De H. O. is
L000 Gld. verlaagd, voor aflossing en rentebe
taling is niets geraamd, en evenmin voor straat
verlichting.
In de zaal van den heer Jb. Appel te
te Rijp had Zondag en Maandag de eerste
tentoonstelling plaats van de vereeniging „Elora-
lia" voor de gemeente Rijp en Graft. Deze
eerstelinge kan als vrij goed geslaagd beschouwd
worden. Niet alleen maakten de bloemen en
planten, aan de leden in het voorjaar als stekjes
uitgedeeld, een goeden indruk, maar eenige
bloemen- en plantenliefhebbers hadden door
hunne inzending ter opluistering er veel toe
bijgedragen, om alles een flink geheel te doen
zijn. Een talrijk publiek bezichtigde de tentoon
stelling. Den volgenden dag, Dinsdag, had de
prijsuitdeeling plaats en besloot bet Rijperfanfare-
corps de feestelijkheid met een concert.
Het onderzoek in zake Aafke Kuypers
is ï.og niet gesloten. Tegen het einde der week
zijn nog personen gedagvaard.
amuniMii mi iuih a—nm—n
«Ga. ga!"
„Wanneer gij het verlangt."
„Ja. Gij belooft mij, dadelijk naar huis te gaan
en niet te wachten. Beloof mij dat."
„Gij kunt het niet alleen dragen."
„Ik moet leven blijven. Stil hoordet gij
niets
„Neen."
„Morgen vroegmorgen
„Wees sterk."
Zij knikte met het hoofddaarop ging hij
heen. Ook hij had fluisterend gesproken, als lag
er een doode in huis.
Juliane dwaalde door de kamers, zij wilde naar
hare slapende kinderen, bad reeds de hand aan
de deur der slaapkamer, doch verwijderde zich
weder. Het was of zij met geweld getrokken werd
naar de kamer van haren man. Daar binnen was
het stil. Zij trachtte door het sleutelgat iets te
zien. Het was haar, als zag zij de lamp op tafel
branden en viel er een brcede lichtstraal op haar
man, die op den grond lag en langs wiens voor
hoofd bloed stroomde, hetwelk het vloerkleed
drenkte; Juliane zag overal bloed, waarheen zij
ook den blik wendde.
Juliane schudde zich wakker uit dezen angstigen
droom en wilde de deur openen; doch deze was
van binnen gesloten Zij moest dus om hulp
roepen; men moest de deur openbreken, men
moest van buiten door het venster naar binnen
dringen. Zij schreeuwde uit alle macht, zjj schudde
aan de deur met de kracht van een vertwijfelde;
eindelijk weck de deur
De kamer was ledig.
Hij had die verlaten, hij had het buiten gedaan.
Morgen zou men hem vinden, zou men hem
brengen.
Daar viel haar blik op den muur. Daar aan
het rek hingen nog de pistolen, de beide pis
tolen.
„Hij was laf laflaf 1"
In dit oogenblik vernam zij op den ho. een
gedruisch als van een galoppeerend paard. Zij
vloog naar het venster, rukte het open een
ruiter vloog met losse teugels als op de vlucht
voort. Nu was hij verdwenen.
„Lafaard, lafaard!"
Zij schreeuwde het hem na, als een verwen-
sching, als een vloek, die hem in zijn verder
leven zou vervolgen.
„Lafaard, lalaard!"
Uit Amsterdam wordt aan
het Vad. geseindNaar men verneemt, is de
laatste volkstelling alhier door de Regeering
foutief bevonden en is een nieuwe gelast. De
burgermeester vereenigt zich niet met de Mini-
strieele beschikking, zoodat met spanning het
advies van den Raad van State wordt tegemoet
gezien.
Idylle uit een dorp in den omtrek van
Haarlem.
Onderwijzeres (des morgens). Waarom huil
je, Jantje?
Jantje. Mijn vingertop is afgekneld tusschen
de deur.
Onderwijzeres bevindt dat inderdaad de top
van den rechter wijsvinger geheel er af is, en
zendt Jantje naar huis.
Hoofd der school. Wat is er gebeurd, juffrouw
Onderwijzeres. Jantje's vingertop is afgekneld.
Hoofd. Zoo, waar is nu de vingertop?
Beide zoeken, maar tevergeefs, naar den vin
gertop.
Inmiddels keert Jantje terug alsof er niets
gebeurd was ja, zelfs verheugd, want de
dokter, die hem verbonden heelt, zegt dat hij
nu wel voor deu dienst zal worden afgekeurd.
Men wele dat Jantje zes jaar oud was.
Onderwijzeres (des namiddags). Waar toch die
vingertop gebleven isWeet jij het ook, Jantje?
Jantje. Jawel, juffrouw, Klaas heeft er den
geheelen dag al mee zitten spelen, en wil hem
niet teruggeven.
De onderwijzeres treft werkelijk het vermiste
voorwerp in Klaas' zak aan en neemt het in
beslag. Ze wordt een beetje griezelig van deze
school-idylle.
Juliane stond midden in de kamer. Zij zag de
sporen van zijn vlucht Hij had de schrijftafel
geopend en er uit weggenomen wat er in was
geld, het laatste geld, hetwelk in huis was
vrouw en kinderen mochten bedelen Verachting,
baat en afschuw vervulden de verlaten vrouw.
Zij sloeg het kostbaar meubilair gade de spie
gels, de tapijten, de vele beelden van porcelein
en brons, met welke do kamer overladen was,
het was haar als moest zij met eigen hand
het huis in brand steken, om de plaats te reinigen.
„Lafaard, lafaard!"
Zij verliet de kamer en het huis. Het onweder
was eindelijk losgebroken, de bliksemflitsen door
kruisten het luchtruim, do donder rolde en dreunde,
de storm barstte los, de natuur waswoest en wild.
Juliane ontmoette den inspecteur, die naar de
stallen snelde; maar zij zag hem niet eens. Al
was naast haar de bliksem ingeslagen en waren
de vlammen omhoog gestegen, zij zou niet staan
gebleven zijn. Ook in bare ziel waren de elemen
ten losgebroken.
Zoo snelde zij voort in de nachtelijke duister
nis en lette niet op regen en wind. Zij kwam
op den aarden dam, herkende de plaats, bleef
staan, keek rondom zich, begon te zuchten en
fluisterde: „de boomen, die gij geplant en ge
kweekt hebt, vader, hij heeft zo omgehouwen;
uw kind, hetwelk gij lief badt ook aan het
leven van uw kind heeft hij de hand geslagen.
Maar ik moet zwijgen. Wanneer de liefde der
vrouw blijkt een dwaliDg te zijn, een dwaling,
die schuld geworden is, dan rest haar alleen de
plicht, zich voor vertwijleling te behoeden
Zij wierp zich op de knieën en strekte met
angstig gebaar de armen ten hemel uit.
„Heer, Heer, hier lig ik met mijn mislukt
loven, ellendiger dan de vertreden worm 1 Ik hg
hier neder, maak gij mij sterk Laat mijn ge-
heele zijn slechts van dit eene vervuld zijn
de plicht! Ik heb getracht dien plicht te ver-
vullen van af het uur, in hetwelk ik de dwaling
van mijn hart iuzag. Maar de beproeving komt
eerst nu, nu ik echtgenoote ben en toch weduwe,
mijne kinderen vaderloos zijn en toch geen wee-
Z°En haar voorhoofd tegen den grond drukkende
„Hier stond de boom, in welks bast mijn vriend
in "kinderlijk spel onze harten sneed de bijl
heeft ook 'dien boom omgeslagen en het beeld
van onzo vereenigde harten vernietigd maar
Eergisteren werd nabij de Roode Brug
te Utrecht het lijk gevonden van een jongen,
die blijkbaar in een moddersloot
aldaar was gestikt. Volgens eenige personen
uit die buurt werd deze knaap achtervolgd
door een landman, daar hij uit diens tuin
eenige appels had medegenomen en zou toen
uit angst in die sloot zijn geloopen; volgens
anderen zou de hovenier hem zelf daarin hebben
geworpen. De politie van deze treurige zaak
verwittigd, doet streng onderzoek.
Doorliet spelen van kinderen met lucifers
zijn te Apeldoorn niet minder dan 30 vimmen
haver en 15,000 kG. hooi eene prooi der vlam
men geworden.
Eene boerin, die Donderdag te Rotterdam
voor eene winkelkast naar de uitstalling had
staan kijken, kwam ongeveer een uur later tot
de ontdekking, dat zij haar zilveren knip met
inhoud kwijt was. Dadelijk heeft zij daarvan
aangifte gedaan bij.... eene kaartlegster!
Vrijdagavond werden bij den heer Storm
de Grave te Ede van zijne circa 140 hennen
58 dood in het hok gevonden. Donderdag avond
waren ze allen oogenschijnlijk nog gezond; daar
een gedeelte de laatste dagen veel vertoefde in
een berkenbosch, waar nog al paddestoelen
staan, vermoedde men, dat het eten van deze
de oorzaak der sterfte zou zijn.
Een onderzoek, door een leeraar der Rijks
landbouwschool te Wageningen ingesteld, heeft
dit vermoeden niet bevestigd. In het darmkanaal
van de gestorven dieren werd niets bijzonders
gevonden. Was het eten van paddestoelen de
oorzaak der sterfte geweest, dan had de roode
die harten zijn toch vereenigd gebleven. Heer»
help mij Help mij, opdat mijn verlaten hart
geen echtbreuk pleegtZie, ik heb geworsteld,
opdat ik zelfs niet in mijne droomen van mijn
plicht afweek. Maar de verzoeking komt nu eerst.
Zij is gekomen in dezen nacht zij is er in
dit uurMaar ik mag mijne hulpelooze handen
niet uitstrekken, om de zijnen te omvatten. En
al sloop in dezen nacht voor een oogenblik de
gedachte in mijn hart gij hebt die zonde ge
wroken En ik wil ze boeten mijn leven lang 1"
Zij lag onbewegelijk, steunend en snikkend. De
wind streek over de neergezonken gestalte, blik
semflitsen omljjstten de verlatene. Eindelijk stond
zij op. Zij streek liet verwarde baar naar achter,
zuchtte diep en zeide met luider stem
„Maar ik moet het mijn vriend toch zeggen,
dat die ander een lafaard was."
Zij begaf zich nu naar Segenfeld, en liep dwars-
velds. De storm verminderde iets en het begon
te stortregenen. De koude stroomeu water, welke
over haar werden uitgegoten, brachten haar meer
en meer tot zich zelveeen groote vermoeid
heid overviel haar nu en zij wankelde bij het
gaan. Ook haar denkvermogen verflauwde.
Zij bereikte Martin's plaats, werd door honden
geblaf ontvangen, zag nog licht in huis, liep naar
bet venster en riep Martin's naam. Martin, die
nog wakker en aangekleed was kwam onmiddel
lijk tot haar.
„Ik gehoorzaamde n en ging naar huis. Het
viel mij zwaar genoeg, en nu komt gij tot
mij
Hij durfde niet verder don zin voltooien. Juliane
zeide
„Ik wil uw moeder smecken, de kinderen een
tijdlang tot zich te nemen bun vader is weg."
„Weg?"
„Ik denk, naar Amerika, wanneer de politie
hem niet onderweg inrekent".
Martin kon niet dadelijk woorden vinden; bij
vatte Juliane's hand en zeide zacht:
„Kom binnen, naar mijn moeder. Gij zijt hier
te huis."
Hij moest haar ondersteunen, want zjj waggelde;
maar nog voor zij den drempel ovorschroed, was
zij zich zelve weder meester.
WORDT VERVOLGD-