UIT DE PERS. Gemengd Nieuws, 334ste STAATSLOTBRIJ. G e t r o k k e n I* r ij z e n. Burgerlijke Stand. Cjrcntcciite ftcliag'cn. I er den winter naderen. In tal van arbeiders gezinnen heeft men reeds nu de in dezen zomer Lrooide aardappelen verbruikt, en het geld ora ich zelfs de noodzakelijkste levensmiddelen aan te schaffen, ontbreekt. Komt de liefdadigheid „jet te hulp, dan staat broodsgebrek voor de |]eur maar ook al wordt er eenige ondersteu ning'verleend, dan nog blijft de toestand aller treurigst* Pat alles is bet gevolg van de noodlottige werkstaking in den afgeloopen zomer. Andere jaren was er tegen den winter door de meeste arbeider» aardig wat overgespaard thans is daar heen sprake. pn waar blijven thans de volksmenners, die deze arme menschen hebben opgeruid Laten zij zich thans vertoonen en hen, die ze in de diepste ellende dompelden, met raad, doch vooral met daden, te hulp komen. Domela Nieuwen- huis is wel te Nijehorne en te Tjalleberd opge treden, en ook elders wordt hij verwacht. Maar noch te Bests, noch te Appelscha schijnt hij tiet niodig te achten te verschijnen. En juist daar is, naar onze meening, thans zijne plaats. Laat hij zich ten minste door eigen aauschou- wjng overtuigen welke vruchten zijn arbeid draagt voor dat volk, dat bij zegt zoo lief te hebben. Waar blijft thans Van Emmenes Hij beloofde immers in den afgeloopen zomer, dat hij bij de werkstakers blijven zou om met hen honger te lijden Nu is daartoe gelegenheid. Laat hij maar eens eene enkele week vertoeven in een der gezinnen, wier leden hem voor enkele maanden als een profeet des lieils ver eerden. Van harte is het te hopen, dat het bitter lijden, dat thans voor de deur staat, en reeds hier en daar moet worden doorgestaan, althans dit uitwerke, dat de arbeiders hunne ooren sluiten voor de vogelaars, die met zoet geflnit komen, doch steeneu geven voor brood. N.R.Ct. De toestand van Z. M. den Koning blijft, naar gemeld wordt, over het geheel genomen, steeds bevredigend. Alleen begint zich meer behoefte aan rust te openbaren. Ook schijnt in de laatste dagen de eetlust minder goed te zijn. {Hancl.) Zit de Koning- gevangen Aan het Nederlandsche Volk. Landgenooten De Staatsbegrooting voor bet jaar 1891 is ingediend. Meer dan Dertig Millioen worden voor 's Lands defensie aange vraagd. Wordt deze begrooting aangenomen, dan zijn ongeveer Honderd Millioen Gulden toegestaan voor de verdediging des vaderlands, nadat in het openbaar is bewezen, dat wij om zoo te zeggen weerloos zijn. Na de uitgave van die Honderd Millioen Gulden zullen wij weerloos blijven, tenzij men besluite meer ingrijpende hervormingen in te voeren, en dit ongeacht of de niewe legerwet al of niet wordt aangenomen. Thans mogen wij aannemen, dat bet der Regeering aan den wil ontbreekt het bestaande te veranderen. Jaren lang toch berustte zij in den buidigen toestand, hoewel duidelijk is aangetoond, dat de onafhankelijkheid des volks hierbij elk oogenblik kan gevaar loopen. Hoe menigmaal heb ik o. a. voorgesteld aan te geven, boe alles veranderd kan worden en hoe onze onafhankelijk heid kan worden verzekerd zonder dat dit tot meerdere uitgaven zou leiden. Nooit werd van mijn aanbod gebruik gemaakt. Op verzoek van een der leden van de Regeering diende ik, nu ruim een jaar geleden, eene memorie in, waarin ik verschillende noodzakelijke verbeteringen aangaf, doch ook dit hielp niet alles bleef ongeveer bij het oude. Ik wacht zelfs nog op bet bericht, dat men mijne memorie ontvangen heeft. Even als de Regeering nam ook de meerderheid der volsvertegenwoordiging genoegen met het bestaande. Zij weigerde aan te dringen op verbetering in den toestand onzer weermiddelen en wilde dit zells geen punt van ernstige bespreking doen uitmaken. Reeds meermalen besprak ik met eenige van de kundigste officieren de veranderingen, die ik zou wenschen aangebracht te zien, en, zooals ik ook in een van mijne requesten aan de Tweede Kamer zeide, die deskundigen zijn overtuigd van de juistheid van mijne zienswijze. Maar hoe den toestand te veranderen slechts een weg bleef open. In overeenstem ming met hen besloot ik een beroep te doen op Z. M. den Koning, en Hem in kennis te stellen met het gevaar dat onze onafhankelijkheid dreigt. Ik begaf mij naar het Loo om eene audiëntie te vragen. Ik zou den Koning zelf overtuigen, van het gevaarvolle van onzen toestand, en het zou mij mogelijk zijn tegenover den Koning nog heel wat andere argumenten te gebruiken, dan ik in het openbaar heb kunnen of mogen bezigen. Daarenboven wilde ik duidelijk aangeven, hoe alles veranderd kan worden en zou hiertoe een zeer gedetailleerd plan hebben overge- legd. Op het Loo werd ik ontvangen door den Adjudant van dienst, den Kapitein der Artillerie Baron Sikii:ma van Gkovestins. In zijne hoedanigheid van Adjudant yan dienst, deelde deze Heer mij mede, dat de gezondheidstoestand van Z. M. den Koning van dien aard is, dat hij weigeren moest zelfs mijn verzoek om audiëntie aan den Koning over te brengen. Naeenigen tijd met den fleer Sirtema van Grovestins hierover, gesproken te hebben, verliet ik het Koo, nadat mij beloofd was, dat, mocht er eenige wijziging ten goede komen in den gezondheidstoestand des Konings, men Z. M. met mijn verzoek zon in kennis stellen. De treurige indruk, dien dit bezoek op het Loo op mij maakte, is begrijpelijk. De gezondheidstoestand van den regeerenden Vorst bleek van dien aard te zijn, dat men zelfs moest weigeren een verzoek om audiëntie over te brengen van iemand, die den koniDg wenschte te spreken over zaken, de hoogste belangen van den Staat rakende. Met den gezondheidstoestand des Konings, den Opperbe velhebber van Zee-en Landmacht, die volgens de Grondwet verdragen sluit en bekrachtigt met vreemde Mogendheden svan welker inhoud alleen wordt kennisgegeven aan de beide Kamers der Staten-Gcncraal, zoodra Hij oordeelt, dat het belang van den Staat dit toelaat", die beslist over oorlog en vrede, enz., was het zóó treurig gesteld, en de Natie werd hiervan onkundig gehouden! Ik besloot alles nauwkeurig te onderzoeken, daar ik meende hierin alweder eene verklaring gevonden te hebben van bet feit, dat ons onafhankelijk volksbestran gevaar blijft loopen, bitt,TD8t"a;<le de gr00te ofter9 (lie de natie zich voor het behoud yan hare onafhankelijkheid feetrooet. l, '.1' onderzoek mij leerde is schier ongeloofelijk. Ik had met gedacht, dat toestanden, zooals ik ze vond, op het Z jXrrTDUCDi\etnW' m°8diJfc zouden zijn. Het komt mij werkelijk onverantwoordelijk voor, dat het volk niet met de geheele waarheid wordt bekend gemaakt. Daar dit l;;„eroraKe g--erm,gSW,ege nlfit geschiedt, zoo acht ik het mijne plicht mijne landgenooten in kennis te stellen met den waren toestand. De Koning wordt afgescheiden gehouden van de geheele wereld memand, behalve enkele personen, die met den dienst zijn belast, worden bij Hein toegelaten, en de personen, die toegang tot Ilern hebben, weten vooraf waarover zij mogen spreken en waarover zij moeten Zwijgen. De verzoeken Van personen, die den Koning wenschen te sprek n, worden niet overgebracht, zelfs niet al betreft dit de gewichtigste belangen van den Staat. Brieven of stukken den Koning toegezonden komen niet in zijne handen, zij worden achter gehouden. De Koning krijgt alleen datgene te hooreu en te weten, wat de regeering en Zijne omgeving goeddunkt. Hoe streng dit isolement wordt toegepast, kan uit het volgende blijken. Gedurende de laatste jaren is door alle Dagbladen in Nederland onze defensie druk besproken. Telkens kwam men er op terug, deze schreef in eenen, gene in anderen zin, maar de zaak bleef steeds aan de orde. Welnu, tot op het huidige oogenblik weet Z. Ml. de Koning niet, dat er eenige quaestie hieromtrent bestaat. Het is Hem geheel onbekend, dat ooit eenige aanmerking werd gemaakt op het beleid van den Minister van Oorlog. De gevolgen van eene dergelijke afsluiting van de wereld zijn duidelijk. Hoe is het voor een Vorst mogelijk te regee- ren, als men den toegang weigert aan iedereen, die Hem inlichtingen zou konen gevenwanneer geen brieven of stukken tot Hem komen, zelfs niet die, welke betrekking hebben op de gewichtigste staatsbelangen; wanneer Hij niet door de organen der publieke opinie op de hoogte wordt gehouden van wat er in de wereld en in zijn koning rijk omgaat Twee onderstellingen zijn in deze slechts mogelijk, óf wel Z. M. de Koning wordt tegen zijn zin gevangen gehou den, en dit komt mij niet waarschijnlijk voor, of wel de Koning is werkelijk niet in staat iemand te ontvangen en zich met hem over gewichtige zaken bezig te hondenHij is niet meer in staat brieven en stukken te lezen en te beoordeelende staat van zijne gezondheid is van dien aard, dat zelfs couranten Hem onthouden moeten worden. Maar in dit geval is de Koning zeker „huiten staat de regeering waar te nemen," de Minister verzuimde dan de plicht hem door Art. 38 der Grondwet opgelegd. Het eerste lid van Art. 38 van de Grondwet luidt als volgt „Het Koninklijk gezag wordt mede aan een Regent opge dragen ingeval de Koning buiten staat geraakt de Regeering waar te nemen." In Art. 3 van de Wet op de verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministerieele Departementen lezen wij „Strafbaar zijn de Hoofden der Ministerieele Departe menten e) die nalaten uitvoering te geven of te doen geven aan de voorschriften der Grondwet enz. f) die, ook zonder opzet, de uitvoering, onder litt. e omschreven, grovelijk verzuimen." Bestaan deze wetten nog of niet zoo zij bestaan, waarom worden zij dan niet toegepast Deze vraag moet zoo spoedig mogelijk opgelost worden niet alleen de onafhankelijkheid, maar ook de eer van het Nederlandsche volk is daarmede gemoeid. HENRY TIN DAL. INT&EZQINDEIT. M. de 11. Ik lees de Enkhuizer Courant niet, maar heb door uwen Sprokkelaar gelegenheid gehad kennis te maken met een artikeltje uit boven genoemd blad. Ook had ik het genoegen in de vergadering op 11 September te hooren van een zekeren Mijnheer Egmond, die naar ik verneem, redac teur is van de Enkhuizer, dat hij sterk is voor de kanaalverbinding maar dat hij als waterbouw kundige tegen de voorgestelde richting is. Nu, in die vergadering was meer dan voldoende gelegenheid over de richting te spreken. Hoe nu die Enkhuizer Courant de geheele zaak kan voorstellen als eene utopie, als een hersenschim dat onbereikbaar is, hoe hij om zoo te zeggen den zijnen toeroept: „Steun de zaak niet, wat het zal leiden tot niets", dat is mij niet recht duidelijk. Of moet men hier soms deuken aan eene combinatie Egmond, Arkes, Tram, Kanaal en dan bedenken dat het „leer om leer" nog niet uit de wereld is? Mij dunkt de Enkhuizer Courant dient zijne woonplaats slecht en mocht het zijn dat men te Enkhuizen onverschillig is, zou dan de Commissie niet goed doen hare aandacht te vestigen op eene verbinding van Hoorn met het N.-Holl. kanaal bij De Stolpen? Te wenschen ware het wel dat van de burgerij van Enkhuizen eens vernomen werd in hoeverre zij het met „Conatus" eens is. II. Mijnheer de Redacteur! De uitvoerigheid en duidelijkheid die u plagt eigen te zijn en de zucht naar waarheid, is oorzaak dat het magere en onjuiste berichtje in de Schager Courant van j.1. Donderdag over de door onze Landbouwafdeeling gehouden keu ring van Ramiammeren, mij zeer onaangenaam aandeed. Ik kreeg bij het lezen daarvan den indruk als gold de landbouw ook bij u slechts als een aanhangsel, en ik zou u daarvan een verwijt maken als gij niet zoo menigmaal blijken had gegeven in tegenovergestelden zin. Onjuist is uw bericht, omdat niet 36 van de 42, maar alle 42 aangevoerde ramiammeren konden en hebben meegedongen naar de prijzen. Mager: omdat bovendien nog ter opluistering waren ingezonden 6 oudere rammen, benevens 16 ooilammeren, te zamen 64 stuks. Daarbij mag zeker nog vermeld worden dat deze flinke aan voer en een tamelijk levendige handel een voldoening waren vooral voor die leden onzer afdeeling, die de kósten dezer keuring uit hun eigen zak betaalden. Hoogachtend, heb ik de eer te zijn, uw Dw., Dr., de Secretaris van de afdeeling Schagen en Omstr. der Holl. M. van Landbouw. M. de R. Wonderlijke dingen gebeuren tegenwoordig te Alkmaar. Verbeeld IJde liberale kiesvereeniging „Eensgezindheid" stelde in hare vergadering van 18 September als haren candidaat voor den gemeenteraard Mr. H. Boelmans ter Spill, terwijl de als liberaal bekend staande Mr. E. F. Karse- boora, zooals eene advertentie van de R. K. kiesvereeniging „Vrijheid en Recht" mededeelt in eene vier dagen later gehouden vergadering, door de Katholieken als tegen—candidaat is gesteld en de candidatuur tegen Mr. H. Boel mans ter Spill heeft aanvaard. Dat de handelwijze van den Heer Karseboora velen bevreemdt is natuurlijk. Hij toch stond te Alkmaar bekend als iemand die de liberale beginselen geheel was toegedaan; meu meende zelfs dat hij tot de linkerzijde der liberale partij behoorde. Wat hem bewogen heeft om de bedenkelijke eer te willen hebben door de R. K. partij in den raad gebracht te wordeu is voor velen onverklaarbaar. Maar men ziet het meer, als het getij verloopt worden de bakens verzet. Zeker toch heeft hij na kunnen gaan, dat hij geheel en al als middel, als werktuig gebruikt zou worden om, indien hij gekozen wordt, de Katholieken eene zeer drieste houding tegenover de liberalen te doen innemen. Den eersten toch is het te doen om duidelijk te laten voelen dat hun candidaat te Alkmaar steeds gekozen kan worden, dat dus, willen de liberalen kans hebben op welslagen, zij met de Katholieken rekening hebben te houden. Deze overwinning bij de aanstaande stembus is hun voldoende. Wat andere kan de oorzaak zijn dat zij een liberaal tegenover een liberaal stelt? In den laatsten tijd zijn, wanneer de Katho lieken de kans hunner candidaten niet al te best verlrouwden, meer protestanten door hun toedoen in de raad gekomen. Alen heeft er echter wel voor gezorgd dat steeds iemand gekozen werd, die niet tegen het redenaars talent en de slimheid van hunnen leider, Mr. J. P. Kraakman, aan kon. Zoodoende bleef de schijn voor hen, terwijl de gekozenen verplichting aan hen hadden. Iudien de heer Karseboom hierover eens goed nadenkt, dan zal hem de eer, om een aanzoek van de Katholieken gekregen te hebben, toch nog al twijfelachtig voorkomen. De advertentie van de R. K. kiesvereeniging is ook niet juist. Zij toch deelt mede dat in hare vergadering met algemeene stemmen be sloten is den Heer Karseboom candidaat te stellen. Indien iets met algemeene stemmen besloten is, is het toch voor een ieder duidelijk dat er in de eerste plaats gestemd moet zijn. Dit nu is niet gebeurd. Wel hebben leden gevraagd of er ook tot stemming werd overgegaan, waarop echter van de bestuurstafel moet geantwoord zijn, dat dit onnoodig was, dat de heer Karseboom als de candidaat der vereeniging beschouwd kon worden. Hoe nu de Heeren Dr. J. Kraakman en A. Kusters kunnen adverteeren, dat met alge meene stemmen is besloten, kunnen zij misschien het best zelf ophelderen. 't Is te hopen dat de protestantsche kiezers te Alkmaar den strik van verdeel en heersch, heel duidelijk zien, maar in het trouw ter stembus komen een voorbeeld nemen aan de Katholieken. Laten zij toonen dat als de laatsten moeten stemmen, zij willen stemmen. Alkmaar, 26 September. Verkiezing- te Alkmaar. Ra, ra, wat is dat? Het is genoeg bekend, hoe de katholieken bij verkiezingen handelen, waar ze in de minder heid zijn. Zij zullen steeds de candidatuur steunen van den onbeduidensten der candidaten van de tegenpartij. Hebben ze de keuze tusschen een man van karakter en een draaibord, beiden protestant, dan steunen ze den man, wiens wankel karakter hun uitzicht geeft op eenig voordeel. Weten ze dan de protestanten te bewegen om althans een of twee katholieke leden tot den raad toe te laten om hun die te gunnen, dan is de zaak gezond. Een zoo n katholiek weegt dan dikwijls op tegen vijf of zes protestante mooiwecrspelers Bij de verkiezing op 1 October a s. te Alk maar staan de zaken anders. De liberale kies vereeniging „Eensgezindheid heeft caudid.iat gesteld PVIi*. II. Boelmans ter Spill, een eerlijk, flink ontwikkeld man met een ferm k jirsk ter» De katholieken nu hebben gesteldMr. F. F. Karseboom, een man waarvan hetzelfde gezegd kan worden. Wat kan de katholieken nu bewogen hebben tot deze handelwijze, afwijkende van hun gewone tactiek Sommigen beweren, dat de katholieken een eigen candidaat tot het laatste oogenblik ver borgen houden, en deze de verdeeldheid onder de liberalen brengen om daarvan zelve te profiteeren. Divide et impera. Anderen houden vol dat de canditunr van den Heer Karseboom ernstig is gemeend. Wordt Karseboom gekozen dan weet hij aan welke partij hij zijn zetel te danken heeft, en dat kan voor de katholieken te Alkmaar in geen geval schadelijk zijn Hoe het ook zij, wij betreuren het, dat een man als Mr. Karseboom zich heeft laten be wegen, de candidatuur voor den gemeenteraad aan te nemen van de R. Kath. Kiesvereeniging en wij willen het niet verzwijgen, dat juist deze overwinning van den Heer Kraakman ons doet hopen, dat Mr. H. BOELMANS TER SPILL, zal worden gekozen. ZXZ. Dezer dagen was een ploeg m ij n- werkers te Haydeck bezig een put te delven. Onder hen was er een Richard Gil» genaamd. Zij hadden verscheiden kardoezen geplaatst om het gesteente te doen springen en Gill had zooals hij meende, het goede teeken gegeven om de mand, waarmede zij nederge daald waren, weder te doen ophalen. De lonten waren aangestoken, maar er kwam geen bewe ging in de mand en Gill bedacht zich opeens, dat hij een verkeerd teeken had gegeven. Hij gaf toen het goede en sprong meteen uit de mand om de lonten uit te dooven. Terwijl hij daarmede bezig was begon de mand te rijzen en zijn kameraden riepen hem toe het teeken te geven om de mand weder te doen dalen opdat hij mede zou kunnen gaan. Gill begreep evenwel, dat hij geen tijd ineer had alle lonten te blussehen en antwoordde, dat het. beter was dat hij alleen omkwam dan zij allen. De mand ging omhoog en nog vóór de oppervlakte bereikt was, had de ontploffing plaats, die den zichzelf opofferenden held den dood bracht, dien hij wist dat onvermijdelijk was. Op eene stellage onder een zeer hooge brug bevonden zich onlangs vier werklieden, die geen acht sloegen op hunuo gevaarlijke positie. Wel was bekend gemaakt dat de rivier niet voor schepen met hooge masten of pijpen bevaar baar was, maar toch waagde een groote stoom boot het onder den boog door te stoomen, waar door eeu der masten met groote vaart tegen den steiger aankwam. De kapitein zag zijn dwaling, en gaf direct noodsignalen, doch het was te laat: met donderend geweld viel het gevaarte onder de voeten der werklieden vandaan op het dek. De arbeiders hadden zich nog intijds aan de ijzeren staven vastgeklemd en nu hingen zij, van elke redding verstoken, 200 voeten boven den stroom. Niets bleef hun over dan in den vloed te springen. Vijf minuten duurde het eer de eerste zich losliet, pijlsnel viel en in de diepte wegzonk, om even als degeen, die hem gevolgd was, terstond weer boven te komen. Ze werden door een schip opgenomen en op het droge gebracht. De twee anderen hielden het in hun benarde positie langer uit. Eindelijk vielen ze echter bijna tegelijk, en werden meer dood dan levend opgeviseht. In Amerika hebben zich verscheidene spoorwegmaatschappijen vereeuigd om de Hudson te overbruggen, die tot nu toe slechts door middel van overzetvceren kan worden gepasseerd. De geheele aanzienlijke breedte der rivier (2800 a 3000 voet), zal, wegens het buitengewoou drukke scheeovaartverkeer, door één enkelen boog worden overspannen. Bij de Forthbrug bedraagt de grootste spanning slechts 1700 voet. In het geheel zal de nieuwe Hudsonbrug, die de Staten New—York en New—Jersy moet verbiuden, eene lengte van meer dan 2ya kilometer ver krijgen, terwijl de Forth'orng slechts iy2 K. M. lang is. Het werk zal volgens het stelsel van hangbruggen uitgevoerd worden. Twee krachtige slanke pijlertorens van meer dau 600 voet hoogte boven den waterspiegel dienen tot opneming van de drsagkabels, die eene doorsnede van 4 voet bezitten; de gezamenlijke bouwkosten zullen 192 millioen galden bedragen. Over het spoorwegongeluk tus schen Montjoie en Kalterherberg heeft de K'óln. Volksztng. het volgend uilvoerig bericht: De twee personentreinen, die in de tegenge stelde richting St. Vith-Aken en Aken-St. Vith gingen, mocsteu volgens afspraak op het station Momjoie kruisende botsing had plaats een eind voorbij het station Montjoie waar de weg een groote krominiug maakt. Daardoor konden de machinisten der beide treinen eikaars nadering niet zien, tot zij zich vlak bij elkaar bevouden De schok was verschrikkelijkde beide locomo tieven werden aanmerkelijk beschadigd en evenzoo de eerste vier wagens van den "trein. Drie personen verloren terstond liet leven; eeu machi nist, een joDg meisje uit Kalterherberg en een klein kind. Dit laatste zat bij het ongeluk op den schoot der moeder en verloor het jonge leven terwijl de moeder ongedeerd bleef. Een hoofdconducteur, een macl inist, een conducteur en een passagier zijn zwaar gewond. De machi nist viel van de machine op een steen en bekwam een dubbelen ribbebreuk, de passagier stond toevallig aan het geopende raampje,"hij werd bij de botsing zoo opgetild, dat hij ruggelings in het venster zat, het eene been naar buiten hangend het andere tusschen twee banken gekneld. Vreeselijk was het gejammer en het halpgeroep van den armen conducteur, hij was zwaar aan de beenen gewond. Men bracht hem naar Montjoie in het hospitaal waar hij 's middags overleed. De machinist van den anderen trein, bekwam verscheidene ribbebreuken, de hoofdconducteur werd deerlijk aan het onderlijf gekneusd, een der conducteurs brak een been, een ander werd aan den arm gewond. De twee stokers kregen vele erge verwondingen. Alleen de hoofdconduc teur van den tweeden trein bleef ongedeerd. Tien personen werden licht verwond. Over het treurige lot van den 11 a 1 i- aacschen operazanger Ügo Fraschetti lezen we het volgende: De eens gevierde bariton, die met een bekend Italiaansch kunstenaarsgezel- schnp in vele Europeesche steden, welverdiende lauweren geoogst heeft, verliefde verleden jaar, toen hij in Milaan gastvoorslelliugen gaf, op eene schoone zangeres. Eerst beantwoordde zij zijne gevoelens, doch met Kerstmis hoorde Fraschetti plotseling, dat zij met een rijken Braziliaan naar Amerika vertrokken was. Zoo zeer trof deze tijding den armen zanger, dat hij zenuwkoortsen kreeg die hem weken lang te bed hielden, en na zijne genezing waren zijne geestvermogens zoo gekrenkt, dat hij in een krankzinnigengesticht opgenomen moest worden. Tegen het einde van Mei werd hij daaruit ontslagen, hoewel zijn toestand nog altijd bedenkelijk was. Hij had echter gehoord dat zijne geliefde en de Braziliaan zich te Buenos Ayres ophielden en nu had hij geen rust of hij moest daar heen, wat hem dan ook toegestaan werd. Zijne stem had hij bijna geheel verloren en met opoffering van zijn laatste spaarpenningen woonde hij in het Theater te Buenos Ayres een voorstelling bij om daar naar de voortvluchtigen te zoeken. Eindelijk vond hij hen inde loge; zij vorste lijk gekleed naast den medeminnaar, en daar de ongelukkige hoorde, dat zij daar eiken avond kwamen, vroeg hij een plaats als korist, die hem ook spoedig gegeven werd. Daar zag hij nu weken lang, van het tooneel, zijn vroegere geliefde aan de zijde van den Braziliaan, doch niemand bemerkte iets van zijne smait. Eindelijk, den löen Augustus, kon hij zich niet bedwin gen. Gedurende de voorstelling sprong hij van het tooneel, loste een pistoolschot in de richting der loge, raakte niemand en werd terstond gevat om wederom in een krankzinnigengesticht opgesloten te worden. Krachtens eene onlangs tot stand gekomen wet tot wering van loterijen, zoo ineldt men uit Philadelphi3, verzendt de post geen dagbla den meer, waarin desbetreffende advertentiën voorkomen. 5de Klasse. Trekking van 25 3 e pt. Prijs van f 1000: No. 4855 6985 7115 17327 400: 1095 1287 2852 3164 3653 19579 200: 7108 16172 100: 292 1104 2441 4860 5461 7015 9090 10241 10474 11523 13271 16489 5de Klasse. Trekking van 26 Sept# Prijs van f 1000: No. 68 4002531 10540 15870 200: 2650 4197 11000 16960 18233 100: 170 4583 5879 8317 8954 11619 16112 17011 17757 19956 20009 20374 20956 Ingeschreven van 24 tot en met 26 Sept. 1890. Geboren Gcene. OndertrouwdJan Boontjes, weduwnaar van Neeltje Bijpost, oud 51 jr., wonende te Haailum en Anna Roggeveen, jd. oud 42 jr., wonende te Scliagen. Geriit Niouwenbuijs, weduwnaar van Elselina Hendrika Wageuaar, oud 30 jr., en IJboltje Hulstra, jd. oud 36 jr., beiden wonend# te Sehagon. Getrouwd en OverledenGeene.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 3