UIT DE PERS.
Gemengd Nieuws,
334ste STAATSLOTBRIJ.
G e t r o k k e n I* r ij z e n.
Burgerlijke Stand.
Cjrcntcciite ftcliag'cn.
I er den winter naderen. In tal van arbeiders
gezinnen heeft men reeds nu de in dezen zomer
Lrooide aardappelen verbruikt, en het geld ora
ich zelfs de noodzakelijkste levensmiddelen aan
te schaffen, ontbreekt. Komt de liefdadigheid
„jet te hulp, dan staat broodsgebrek voor de
|]eur maar ook al wordt er eenige ondersteu
ning'verleend, dan nog blijft de toestand aller
treurigst*
Pat alles is bet gevolg van de noodlottige
werkstaking in den afgeloopen zomer. Andere
jaren was er tegen den winter door de meeste
arbeider» aardig wat overgespaard thans is daar
heen
sprake.
pn waar blijven thans de volksmenners, die
deze arme menschen hebben opgeruid Laten
zij zich thans vertoonen en hen, die ze in de
diepste ellende dompelden, met raad, doch vooral
met daden, te hulp komen. Domela Nieuwen-
huis is wel te Nijehorne en te Tjalleberd opge
treden, en ook elders wordt hij verwacht. Maar
noch te Bests, noch te Appelscha schijnt hij
tiet niodig te achten te verschijnen. En juist
daar is, naar onze meening, thans zijne plaats.
Laat hij zich ten minste door eigen aauschou-
wjng overtuigen welke vruchten zijn arbeid
draagt voor dat volk, dat bij zegt zoo lief te
hebben. Waar blijft thans Van Emmenes Hij
beloofde immers in den afgeloopen zomer, dat
hij bij de werkstakers blijven zou om met hen
honger te lijden Nu is daartoe gelegenheid.
Laat hij maar eens eene enkele week vertoeven
in een der gezinnen, wier leden hem voor
enkele maanden als een profeet des lieils ver
eerden.
Van harte is het te hopen, dat het bitter
lijden, dat thans voor de deur staat, en reeds
hier en daar moet worden doorgestaan, althans
dit uitwerke, dat de arbeiders hunne ooren
sluiten voor de vogelaars, die met zoet geflnit
komen, doch steeneu geven voor brood. N.R.Ct.
De toestand van Z. M. den Koning blijft,
naar gemeld wordt, over het geheel genomen,
steeds bevredigend. Alleen begint zich meer
behoefte aan rust te openbaren. Ook schijnt in
de laatste dagen de eetlust minder goed te zijn.
{Hancl.)
Zit de Koning- gevangen
Aan het Nederlandsche Volk.
Landgenooten
De Staatsbegrooting voor bet jaar 1891 is ingediend. Meer
dan Dertig Millioen worden voor 's Lands defensie aange
vraagd. Wordt deze begrooting aangenomen, dan zijn ongeveer
Honderd Millioen Gulden toegestaan voor de verdediging
des vaderlands, nadat in het openbaar is bewezen, dat wij
om zoo te zeggen weerloos zijn. Na de uitgave van die
Honderd Millioen Gulden zullen wij weerloos blijven, tenzij
men besluite meer ingrijpende hervormingen in te voeren,
en dit ongeacht of de niewe legerwet al of niet wordt
aangenomen.
Thans mogen wij aannemen, dat bet der Regeering aan
den wil ontbreekt het bestaande te veranderen. Jaren lang
toch berustte zij in den buidigen toestand, hoewel duidelijk
is aangetoond, dat de onafhankelijkheid des volks hierbij
elk oogenblik kan gevaar loopen.
Hoe menigmaal heb ik o. a. voorgesteld aan te geven,
boe alles veranderd kan worden en hoe onze onafhankelijk
heid kan worden verzekerd zonder dat dit tot meerdere
uitgaven zou leiden. Nooit werd van mijn aanbod gebruik
gemaakt. Op verzoek van een der leden van de Regeering
diende ik, nu ruim een jaar geleden, eene memorie in,
waarin ik verschillende noodzakelijke verbeteringen aangaf,
doch ook dit hielp niet alles bleef ongeveer bij het oude.
Ik wacht zelfs nog op bet bericht, dat men mijne memorie
ontvangen heeft.
Even als de Regeering nam ook de meerderheid der
volsvertegenwoordiging genoegen met het bestaande. Zij
weigerde aan te dringen op verbetering in den toestand
onzer weermiddelen en wilde dit zells geen punt van ernstige
bespreking doen uitmaken.
Reeds meermalen besprak ik met eenige van de kundigste
officieren de veranderingen, die ik zou wenschen aangebracht
te zien, en, zooals ik ook in een van mijne requesten aan
de Tweede Kamer zeide, die deskundigen zijn overtuigd van
de juistheid van mijne zienswijze. Maar hoe den toestand
te veranderen slechts een weg bleef open. In overeenstem
ming met hen besloot ik een beroep te doen op Z. M. den
Koning, en Hem in kennis te stellen met het gevaar dat
onze onafhankelijkheid dreigt.
Ik begaf mij naar het Loo om eene audiëntie te vragen.
Ik zou den Koning zelf overtuigen, van het gevaarvolle van
onzen toestand, en het zou mij mogelijk zijn tegenover den
Koning nog heel wat andere argumenten te gebruiken, dan ik
in het openbaar heb kunnen of mogen bezigen. Daarenboven
wilde ik duidelijk aangeven, hoe alles veranderd kan worden
en zou hiertoe een zeer gedetailleerd plan hebben overge-
legd.
Op het Loo werd ik ontvangen door den Adjudant van
dienst, den Kapitein der Artillerie Baron Sikii:ma van
Gkovestins. In zijne hoedanigheid van Adjudant yan dienst,
deelde deze Heer mij mede, dat de gezondheidstoestand
van Z. M. den Koning van dien aard is, dat hij weigeren
moest zelfs mijn verzoek om audiëntie aan den Koning
over te brengen. Naeenigen tijd met den fleer Sirtema van
Grovestins hierover, gesproken te hebben, verliet ik het
Koo, nadat mij beloofd was, dat, mocht er eenige wijziging
ten goede komen in den gezondheidstoestand des Konings,
men Z. M. met mijn verzoek zon in kennis stellen.
De treurige indruk, dien dit bezoek op het Loo op mij
maakte, is begrijpelijk. De gezondheidstoestand van den
regeerenden Vorst bleek van dien aard te zijn, dat men
zelfs moest weigeren een verzoek om audiëntie over te
brengen van iemand, die den koniDg wenschte te spreken
over zaken, de hoogste belangen van den Staat rakende.
Met den gezondheidstoestand des Konings, den Opperbe
velhebber van Zee-en Landmacht, die volgens de Grondwet
verdragen sluit en bekrachtigt met vreemde Mogendheden
svan welker inhoud alleen wordt kennisgegeven aan de
beide Kamers der Staten-Gcncraal, zoodra Hij oordeelt, dat
het belang van den Staat dit toelaat", die beslist over oorlog
en vrede, enz., was het zóó treurig gesteld, en de Natie
werd hiervan onkundig gehouden!
Ik besloot alles nauwkeurig te onderzoeken, daar ik meende
hierin alweder eene verklaring gevonden te hebben van bet
feit, dat ons onafhankelijk volksbestran gevaar blijft loopen,
bitt,TD8t"a;<le de gr00te ofter9 (lie de natie zich voor het
behoud yan hare onafhankelijkheid feetrooet.
l, '.1' onderzoek mij leerde is schier ongeloofelijk. Ik
had met gedacht, dat toestanden, zooals ik ze vond, op het
Z jXrrTDUCDi\etnW' m°8diJfc zouden zijn. Het komt
mij werkelijk onverantwoordelijk voor, dat het volk niet
met de geheele waarheid wordt bekend gemaakt. Daar dit
l;;„eroraKe g--erm,gSW,ege nlfit geschiedt, zoo acht ik het
mijne plicht mijne landgenooten in kennis te stellen met
den waren toestand.
De Koning wordt afgescheiden gehouden van de geheele
wereld memand, behalve enkele personen, die met den dienst
zijn belast, worden bij Hein toegelaten, en de personen, die
toegang tot Ilern hebben, weten vooraf waarover zij mogen
spreken en waarover zij moeten Zwijgen. De verzoeken Van
personen, die den Koning wenschen te sprek n, worden niet
overgebracht, zelfs niet al betreft dit de gewichtigste
belangen van den Staat. Brieven of stukken den Koning
toegezonden komen niet in zijne handen, zij worden achter
gehouden. De Koning krijgt alleen datgene te hooreu en te
weten, wat de regeering en Zijne omgeving goeddunkt. Hoe
streng dit isolement wordt toegepast, kan uit het volgende
blijken. Gedurende de laatste jaren is door alle Dagbladen
in Nederland onze defensie druk besproken. Telkens kwam
men er op terug, deze schreef in eenen, gene in anderen
zin, maar de zaak bleef steeds aan de orde. Welnu, tot
op het huidige oogenblik weet Z. Ml. de Koning
niet, dat er eenige quaestie hieromtrent bestaat. Het
is Hem geheel onbekend, dat ooit eenige aanmerking
werd gemaakt op het beleid van den Minister van
Oorlog.
De gevolgen van eene dergelijke afsluiting van de wereld
zijn duidelijk. Hoe is het voor een Vorst mogelijk te regee-
ren, als men den toegang weigert aan iedereen, die Hem
inlichtingen zou konen gevenwanneer geen brieven of
stukken tot Hem komen, zelfs niet die, welke betrekking
hebben op de gewichtigste staatsbelangen; wanneer Hij
niet door de organen der publieke opinie op de hoogte
wordt gehouden van wat er in de wereld en in zijn koning
rijk omgaat
Twee onderstellingen zijn in deze slechts mogelijk, óf
wel Z. M. de Koning wordt tegen zijn zin gevangen gehou
den, en dit komt mij niet waarschijnlijk voor, of wel de
Koning is werkelijk niet in staat iemand te ontvangen en
zich met hem over gewichtige zaken bezig te hondenHij
is niet meer in staat brieven en stukken te lezen en te
beoordeelende staat van zijne gezondheid is van dien
aard, dat zelfs couranten Hem onthouden moeten worden.
Maar in dit geval is de Koning zeker „huiten staat de
regeering waar te nemen," de Minister verzuimde dan de
plicht hem door Art. 38 der Grondwet opgelegd.
Het eerste lid van Art. 38 van de Grondwet luidt als
volgt
„Het Koninklijk gezag wordt mede aan een Regent opge
dragen ingeval de Koning buiten staat geraakt de Regeering
waar te nemen."
In Art. 3 van de Wet op de verantwoordelijkheid van
de Hoofden der Ministerieele Departementen lezen wij
„Strafbaar zijn de Hoofden der Ministerieele Departe
menten
e) die nalaten uitvoering te geven of te doen geven aan
de voorschriften der Grondwet enz.
f) die, ook zonder opzet, de uitvoering, onder litt. e
omschreven, grovelijk verzuimen."
Bestaan deze wetten nog of niet zoo zij bestaan, waarom
worden zij dan niet toegepast
Deze vraag moet zoo spoedig mogelijk opgelost worden
niet alleen de onafhankelijkheid, maar ook de eer van het
Nederlandsche volk is daarmede gemoeid.
HENRY TIN DAL.
INT&EZQINDEIT.
M. de 11.
Ik lees de Enkhuizer Courant niet, maar
heb door uwen Sprokkelaar gelegenheid gehad
kennis te maken met een artikeltje uit boven
genoemd blad.
Ook had ik het genoegen in de vergadering
op 11 September te hooren van een zekeren
Mijnheer Egmond, die naar ik verneem, redac
teur is van de Enkhuizer, dat hij sterk is voor
de kanaalverbinding maar dat hij als waterbouw
kundige tegen de voorgestelde richting is.
Nu, in die vergadering was meer dan voldoende
gelegenheid over de richting te spreken.
Hoe nu die Enkhuizer Courant de geheele
zaak kan voorstellen als eene utopie, als een
hersenschim dat onbereikbaar is, hoe hij om
zoo te zeggen den zijnen toeroept: „Steun de
zaak niet, wat het zal leiden tot niets", dat
is mij niet recht duidelijk. Of moet men hier
soms deuken aan eene combinatie Egmond,
Arkes, Tram, Kanaal en dan bedenken dat het
„leer om leer" nog niet uit de wereld is?
Mij dunkt de Enkhuizer Courant dient zijne
woonplaats slecht en mocht het zijn dat men
te Enkhuizen onverschillig is, zou dan de
Commissie niet goed doen hare aandacht te
vestigen op eene verbinding van Hoorn met
het N.-Holl. kanaal bij De Stolpen?
Te wenschen ware het wel dat van de burgerij
van Enkhuizen eens vernomen werd in hoeverre
zij het met „Conatus" eens is.
II.
Mijnheer de Redacteur!
De uitvoerigheid en duidelijkheid die u plagt
eigen te zijn en de zucht naar waarheid, is
oorzaak dat het magere en onjuiste berichtje
in de Schager Courant van j.1. Donderdag over
de door onze Landbouwafdeeling gehouden keu
ring van Ramiammeren, mij zeer onaangenaam
aandeed.
Ik kreeg bij het lezen daarvan den indruk
als gold de landbouw ook bij u slechts als een
aanhangsel, en ik zou u daarvan een verwijt
maken als gij niet zoo menigmaal blijken had
gegeven in tegenovergestelden zin. Onjuist is
uw bericht, omdat niet 36 van de 42, maar
alle 42 aangevoerde ramiammeren konden en
hebben meegedongen naar de prijzen. Mager:
omdat bovendien nog ter opluistering waren
ingezonden 6 oudere rammen, benevens 16
ooilammeren, te zamen 64 stuks. Daarbij mag
zeker nog vermeld worden dat deze flinke aan
voer en een tamelijk levendige handel een
voldoening waren vooral voor die leden onzer
afdeeling, die de kósten dezer keuring uit hun
eigen zak betaalden.
Hoogachtend,
heb ik de eer te zijn, uw Dw., Dr.,
de Secretaris van de afdeeling
Schagen en Omstr. der Holl. M.
van Landbouw.
M. de R.
Wonderlijke dingen gebeuren tegenwoordig
te Alkmaar.
Verbeeld IJde liberale kiesvereeniging
„Eensgezindheid" stelde in hare vergadering
van 18 September als haren candidaat voor den
gemeenteraard Mr. H. Boelmans ter Spill, terwijl
de als liberaal bekend staande Mr. E. F. Karse-
boora, zooals eene advertentie van de R. K.
kiesvereeniging „Vrijheid en Recht" mededeelt
in eene vier dagen later gehouden vergadering,
door de Katholieken als tegen—candidaat is
gesteld en de candidatuur tegen Mr. H. Boel
mans ter Spill heeft aanvaard.
Dat de handelwijze van den Heer Karseboora
velen bevreemdt is natuurlijk. Hij toch stond
te Alkmaar bekend als iemand die de liberale
beginselen geheel was toegedaan; meu meende
zelfs dat hij tot de linkerzijde der liberale
partij behoorde. Wat hem bewogen heeft om
de bedenkelijke eer te willen hebben door de
R. K. partij in den raad gebracht te wordeu is
voor velen onverklaarbaar. Maar men ziet het
meer, als het getij verloopt worden de bakens
verzet. Zeker toch heeft hij na kunnen gaan,
dat hij geheel en al als middel, als werktuig
gebruikt zou worden om, indien hij gekozen
wordt, de Katholieken eene zeer drieste houding
tegenover de liberalen te doen innemen. Den
eersten toch is het te doen om duidelijk te
laten voelen dat hun candidaat te Alkmaar
steeds gekozen kan worden, dat dus, willen de
liberalen kans hebben op welslagen, zij met de
Katholieken rekening hebben te houden. Deze
overwinning bij de aanstaande stembus is hun
voldoende. Wat andere kan de oorzaak zijn
dat zij een liberaal tegenover een liberaal stelt?
In den laatsten tijd zijn, wanneer de Katho
lieken de kans hunner candidaten niet al te
best verlrouwden, meer protestanten door hun
toedoen in de raad gekomen. Alen heeft er
echter wel voor gezorgd dat steeds iemand
gekozen werd, die niet tegen het redenaars
talent en de slimheid van hunnen leider, Mr.
J. P. Kraakman, aan kon.
Zoodoende bleef de schijn voor hen, terwijl
de gekozenen verplichting aan hen hadden.
Iudien de heer Karseboom hierover eens goed
nadenkt, dan zal hem de eer, om een aanzoek
van de Katholieken gekregen te hebben, toch
nog al twijfelachtig voorkomen.
De advertentie van de R. K. kiesvereeniging
is ook niet juist. Zij toch deelt mede dat in
hare vergadering met algemeene stemmen be
sloten is den Heer Karseboom candidaat te
stellen. Indien iets met algemeene stemmen
besloten is, is het toch voor een ieder duidelijk
dat er in de eerste plaats gestemd moet zijn.
Dit nu is niet gebeurd.
Wel hebben leden gevraagd of er ook tot
stemming werd overgegaan, waarop echter van
de bestuurstafel moet geantwoord zijn, dat dit
onnoodig was, dat de heer Karseboom als de
candidaat der vereeniging beschouwd kon worden.
Hoe nu de Heeren Dr. J. Kraakman en
A. Kusters kunnen adverteeren, dat met alge
meene stemmen is besloten, kunnen zij misschien
het best zelf ophelderen.
't Is te hopen dat de protestantsche kiezers
te Alkmaar den strik van verdeel en heersch,
heel duidelijk zien, maar in het trouw ter
stembus komen een voorbeeld nemen aan de
Katholieken. Laten zij toonen dat als de laatsten
moeten stemmen, zij willen stemmen.
Alkmaar, 26 September.
Verkiezing- te Alkmaar.
Ra, ra, wat is dat?
Het is genoeg bekend, hoe de katholieken
bij verkiezingen handelen, waar ze in de minder
heid zijn. Zij zullen steeds de candidatuur
steunen van den onbeduidensten der candidaten
van de tegenpartij. Hebben ze de keuze tusschen
een man van karakter en een draaibord, beiden
protestant, dan steunen ze den man, wiens
wankel karakter hun uitzicht geeft op eenig
voordeel. Weten ze dan de protestanten te
bewegen om althans een of twee katholieke
leden tot den raad toe te laten om hun die
te gunnen, dan is de zaak gezond. Een zoo n
katholiek weegt dan dikwijls op tegen vijf of
zes protestante mooiwecrspelers
Bij de verkiezing op 1 October a s. te Alk
maar staan de zaken anders. De liberale kies
vereeniging „Eensgezindheid heeft caudid.iat
gesteld
PVIi*. II. Boelmans ter Spill,
een eerlijk, flink ontwikkeld man met een ferm
k jirsk ter»
De katholieken nu hebben gesteldMr. F.
F. Karseboom, een man waarvan hetzelfde
gezegd kan worden.
Wat kan de katholieken nu bewogen hebben
tot deze handelwijze, afwijkende van hun gewone
tactiek
Sommigen beweren, dat de katholieken een
eigen candidaat tot het laatste oogenblik ver
borgen houden, en deze de verdeeldheid onder
de liberalen brengen om daarvan zelve te
profiteeren.
Divide et impera.
Anderen houden vol dat de canditunr van
den Heer Karseboom ernstig is gemeend.
Wordt Karseboom gekozen dan weet hij aan
welke partij hij zijn zetel te danken heeft, en
dat kan voor de katholieken te Alkmaar in
geen geval schadelijk zijn
Hoe het ook zij, wij betreuren het, dat een
man als Mr. Karseboom zich heeft laten be
wegen, de candidatuur voor den gemeenteraad
aan te nemen van de R. Kath. Kiesvereeniging
en wij willen het niet verzwijgen, dat juist deze
overwinning van den Heer Kraakman ons doet
hopen, dat
Mr. H. BOELMANS TER SPILL,
zal worden gekozen.
ZXZ.
Dezer dagen was een ploeg m ij n-
werkers te Haydeck bezig een put te
delven. Onder hen was er een Richard Gil»
genaamd. Zij hadden verscheiden kardoezen
geplaatst om het gesteente te doen springen
en Gill had zooals hij meende, het goede teeken
gegeven om de mand, waarmede zij nederge
daald waren, weder te doen ophalen. De lonten
waren aangestoken, maar er kwam geen bewe
ging in de mand en Gill bedacht zich opeens,
dat hij een verkeerd teeken had gegeven. Hij
gaf toen het goede en sprong meteen uit de
mand om de lonten uit te dooven. Terwijl hij
daarmede bezig was begon de mand te rijzen
en zijn kameraden riepen hem toe het teeken
te geven om de mand weder te doen dalen
opdat hij mede zou kunnen gaan.
Gill begreep evenwel, dat hij geen tijd ineer
had alle lonten te blussehen en antwoordde,
dat het. beter was dat hij alleen omkwam dan
zij allen. De mand ging omhoog en nog vóór
de oppervlakte bereikt was, had de ontploffing
plaats, die den zichzelf opofferenden held den
dood bracht, dien hij wist dat onvermijdelijk was.
Op eene stellage onder een zeer hooge
brug bevonden zich onlangs vier werklieden,
die geen acht sloegen op hunuo gevaarlijke positie.
Wel was bekend gemaakt dat de rivier niet
voor schepen met hooge masten of pijpen bevaar
baar was, maar toch waagde een groote stoom
boot het onder den boog door te stoomen, waar
door eeu der masten met groote vaart tegen den
steiger aankwam.
De kapitein zag zijn dwaling, en gaf direct
noodsignalen, doch het was te laat: met donderend
geweld viel het gevaarte onder de voeten der
werklieden vandaan op het dek. De arbeiders
hadden zich nog intijds aan de ijzeren staven
vastgeklemd en nu hingen zij, van elke redding
verstoken, 200 voeten boven den stroom. Niets
bleef hun over dan in den vloed te springen.
Vijf minuten duurde het eer de eerste zich
losliet, pijlsnel viel en in de diepte wegzonk,
om even als degeen, die hem gevolgd was,
terstond weer boven te komen. Ze werden door
een schip opgenomen en op het droge gebracht.
De twee anderen hielden het in hun benarde
positie langer uit. Eindelijk vielen ze echter
bijna tegelijk, en werden meer dood dan levend
opgeviseht.
In Amerika hebben zich verscheidene
spoorwegmaatschappijen vereeuigd om de Hudson
te overbruggen, die tot nu toe slechts door
middel van overzetvceren kan worden gepasseerd.
De geheele aanzienlijke breedte der rivier (2800
a 3000 voet), zal, wegens het buitengewoou
drukke scheeovaartverkeer, door één enkelen boog
worden overspannen. Bij de Forthbrug bedraagt
de grootste spanning slechts 1700 voet. In het
geheel zal de nieuwe Hudsonbrug, die de Staten
New—York en New—Jersy moet verbiuden, eene
lengte van meer dan 2ya kilometer ver
krijgen, terwijl de Forth'orng slechts iy2 K. M.
lang is. Het werk zal volgens het stelsel van
hangbruggen uitgevoerd worden. Twee krachtige
slanke pijlertorens van meer dau 600 voet hoogte
boven den waterspiegel dienen tot opneming van
de drsagkabels, die eene doorsnede van 4 voet
bezitten; de gezamenlijke bouwkosten zullen 192
millioen galden bedragen.
Over het spoorwegongeluk tus
schen Montjoie en Kalterherberg heeft de K'óln.
Volksztng. het volgend uilvoerig bericht:
De twee personentreinen, die in de tegenge
stelde richting St. Vith-Aken en Aken-St. Vith
gingen, mocsteu volgens afspraak op het station
Momjoie kruisende botsing had plaats een
eind voorbij het station Montjoie waar de weg
een groote krominiug maakt. Daardoor konden
de machinisten der beide treinen eikaars nadering
niet zien, tot zij zich vlak bij elkaar bevouden
De schok was verschrikkelijkde beide locomo
tieven werden aanmerkelijk beschadigd en evenzoo
de eerste vier wagens van den "trein. Drie
personen verloren terstond liet leven; eeu machi
nist, een joDg meisje uit Kalterherberg en een
klein kind. Dit laatste zat bij het ongeluk op
den schoot der moeder en verloor het jonge
leven terwijl de moeder ongedeerd bleef. Een
hoofdconducteur, een macl inist, een conducteur
en een passagier zijn zwaar gewond. De machi
nist viel van de machine op een steen en
bekwam een dubbelen ribbebreuk, de passagier
stond toevallig aan het geopende raampje,"hij
werd bij de botsing zoo opgetild, dat hij
ruggelings in het venster zat, het eene been
naar buiten hangend het andere tusschen twee
banken gekneld. Vreeselijk was het gejammer
en het halpgeroep van den armen conducteur,
hij was zwaar aan de beenen gewond. Men
bracht hem naar Montjoie in het hospitaal
waar hij 's middags overleed.
De machinist van den anderen trein, bekwam
verscheidene ribbebreuken, de hoofdconducteur
werd deerlijk aan het onderlijf gekneusd, een
der conducteurs brak een been, een ander werd
aan den arm gewond. De twee stokers kregen
vele erge verwondingen. Alleen de hoofdconduc
teur van den tweeden trein bleef ongedeerd.
Tien personen werden licht verwond.
Over het treurige lot van den 11 a 1 i-
aacschen operazanger Ügo Fraschetti lezen we
het volgende: De eens gevierde bariton, die
met een bekend Italiaansch kunstenaarsgezel-
schnp in vele Europeesche steden, welverdiende
lauweren geoogst heeft, verliefde verleden jaar,
toen hij in Milaan gastvoorslelliugen gaf, op
eene schoone zangeres. Eerst beantwoordde zij
zijne gevoelens, doch met Kerstmis hoorde
Fraschetti plotseling, dat zij met een rijken
Braziliaan naar Amerika vertrokken was. Zoo
zeer trof deze tijding den armen zanger, dat
hij zenuwkoortsen kreeg die hem weken lang
te bed hielden, en na zijne genezing waren
zijne geestvermogens zoo gekrenkt, dat hij in
een krankzinnigengesticht opgenomen moest
worden.
Tegen het einde van Mei werd hij daaruit
ontslagen, hoewel zijn toestand nog altijd
bedenkelijk was. Hij had echter gehoord dat
zijne geliefde en de Braziliaan zich te Buenos
Ayres ophielden en nu had hij geen rust of
hij moest daar heen, wat hem dan ook toegestaan
werd. Zijne stem had hij bijna geheel verloren
en met opoffering van zijn laatste spaarpenningen
woonde hij in het Theater te Buenos Ayres een
voorstelling bij om daar naar de voortvluchtigen
te zoeken.
Eindelijk vond hij hen inde loge; zij vorste
lijk gekleed naast den medeminnaar, en daar
de ongelukkige hoorde, dat zij daar eiken avond
kwamen, vroeg hij een plaats als korist, die
hem ook spoedig gegeven werd. Daar zag hij
nu weken lang, van het tooneel, zijn vroegere
geliefde aan de zijde van den Braziliaan, doch
niemand bemerkte iets van zijne smait. Eindelijk,
den löen Augustus, kon hij zich niet bedwin
gen. Gedurende de voorstelling sprong hij van
het tooneel, loste een pistoolschot in de richting
der loge, raakte niemand en werd terstond
gevat om wederom in een krankzinnigengesticht
opgesloten te worden.
Krachtens eene onlangs tot stand gekomen
wet tot wering van loterijen, zoo ineldt men
uit Philadelphi3, verzendt de post geen dagbla
den meer, waarin desbetreffende advertentiën
voorkomen.
5de Klasse. Trekking van 25 3 e pt.
Prijs van f 1000: No. 4855 6985 7115 17327
400: 1095 1287 2852 3164
3653 19579
200: 7108 16172
100: 292 1104 2441 4860
5461 7015 9090 10241
10474 11523 13271 16489
5de Klasse. Trekking van 26 Sept#
Prijs van f 1000: No. 68
4002531 10540 15870
200: 2650 4197 11000 16960
18233
100: 170 4583 5879 8317
8954 11619 16112 17011
17757 19956 20009 20374
20956
Ingeschreven van 24 tot en met 26 Sept. 1890.
Geboren Gcene.
OndertrouwdJan Boontjes, weduwnaar van
Neeltje Bijpost, oud 51 jr., wonende te Haailum
en Anna Roggeveen, jd. oud 42 jr., wonende te
Scliagen. Geriit Niouwenbuijs, weduwnaar van
Elselina Hendrika Wageuaar, oud 30 jr., en
IJboltje Hulstra, jd. oud 36 jr., beiden wonend#
te Sehagon.
Getrouwd en OverledenGeene.