Sondag, 12 Octolser 1890. 34ste Jaargang. No. 2445. B R ANDWE E R. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHA GEN, Laan, O, 4. Bekendmakingen. Burgemeester en Wethouders v. Schagen; Gelet op de omstandigheid, dat zich tot 1 op heden slechts weinigen hebben aange meld, genegen om tegen eene geldelijke rergoeding dienst te doen bij de brandweer; Overwegende dat zulks wel gedeeltelijk het gevolg zal zijn van onbekendheid der tegenwoordige spuitplichtigen met het be oogde doel, en voornamelijk met de ge volgen, welke zullen voortvloeien uit het zich niet in voldoende getale aanmelden van personen genegen om tegen vergoeding bij de brandweer werkzaam te zijn; Brengen ter algemeene kennis, dat de gevolgen o.a. hierin zullen bestaan, dat de tegenwoordige inrichting der brandweer, wat betreft de verplichting der manlijke ingezetenen tusschen de 18 en 50 jaar om, overeenkomstig de bepa lingen der bestaande verordening, bij de Roman van RICHARD YOSZ. brandweer dienst te doen, onveranderd zal blijven bestaan, en roepen mitsdien bij deze nogmaals Op, alle binnen de kOHl der gemeente woonachtige manlijke ingezetenen boven de 18 jaar, die genegen zijn, 'tzij geheel vrijwillig, 't zij tegen eene vergoe ding van f 0.25 per uur, dienst te doen bij de brandweer, zich vóór of op 18 O (1T O B E Sfc e.k. aan te melden ter Gemeente-Secretarie. Schagen, den 26 September 1890. Burgemeester en Wethouders voorn., C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Schagen, 11 Oct. 1890. WORDT TERV0LGB- SCHAB i COUKAN m rtcitid- L Dit blad versoliijnt tweemaal per weekWoensdag. Zater. I jag&vond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEK- TJIfTlÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst, xuGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÈN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5 sts. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Schagen, 22. ZESTIENDE HOOFDSTUK. Er kwam du een tijd van aangename bedrij vigheid op Elzenhof werd het uitzet gereed gemaakt. In de kamer van Martin's moeder en in de sginkamer werd de voorraad linnen alles in iuis gesponnen en geweven steeds grooter. Juliane's handen en oogen waren overal. Na lange beraadslagingen en berekeningen met de oude vrouw was zij vast besloten, de stukken zelve te snijden. Een kleine schaar jonge meisjes zat met naald en draad gewapend, ijverig te werken. Zooveel geluk werd nog vermeerderdvoor Adolfa door de brieven van haar beminde, voor Juliane door de menigvuldige, uitvoerige berichten 'M haren zoon, die de dagen telde, tot hij zijn moeder zou kunnen omhelzen, tot hij Martin de band zou kunnen drukken. Onder opgeruimden arbeid en blijde hoop ver streek de winter, welks stormachtige dagen en lange avonden in het oude huis een elk de harte lijkheid van den ouderlingen omgang nog beter deed gevoelen. Tusschen Juliane en Martin was schijnbaar alles bij bet oude geblevenmet dezelfde kalme bedaardheid en zekerheid leefden zij naast Alkander voortDooit gaven zij elkander de hand, 2!) keken elkander zoo weinig mogelijk aan, nooit spraken zij over j,un toekomst, nooit over hunne Tervvachtingen. Toch lag over beider gelaat een gelukkige vrede, een blijde rust, gelijk na lange f oroiennog vliegt wel bot zwerk, doch de zon 'u dü0r en de wordt schooner. Met de eerste lentebloemen worden voor Bruno's Rugkomst deuren en kamers versierd. Daarna 'eed Jnliane naar het station om den verwachte e ontvangen. Maar zij bevond haar zoon anders n 2ij verwacht had, bleek, met ingezonken "gen, welke eene onzekere, schuwe uitdrukking ezaten. Juliane voelde, hoe bij bet aanschouwen sn haar zoon baar hart ineenkromp; nauwelijks *at zij met Bruno in den wagen, als zij zijne ."snd vatte «n hem met angstig smookenden blik 01 de oogen staarde. Met doffe stem zeide zij »Er ru8t n0g eon drukkende last op uw gemoed, jongengij hebt uw moeder nog altijd "'et vergeven." Even zacht als de vraag was geweest, klonk antwoord »Het gaat mij slecht, moederhet zijn de ge- jten welko ik niet verjagen kan, die telkens ,ecjer terug komen in die lange dagen, in die ""elooze nachten. Gij draagt er geen schuld Gij kondet mij niet zoggen, dat mijn vader anders was, dan ik geloofde. Ik had bet moe- too |8don' wan' 'k ha(b u moeten kennen. Nu 'k altijd denkenwanneer zjjn dood niet VACCINE. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de plaatselijke geneesheer aldaar, Dr. P. DE BOER, Vrijdag, 17 dezer des namiddags van 1 tot 2 ure, ten zijnen huize, Laan Wijk D, no. 8 zifting zal houden tot het verrichten van koste- gekomon was, wanneer hij anders, minder schoon en heldhaftig, was omgekomen, of wanneer hij nog leefde, zoo leefde, als hij gij weet, wal ik bedoel. En dan zijnentwille, ter wille van zulk een vader zijn besten vriend gedood te hebben moeder, moeder, dat zijn altijd mijne gedachten hoe ik mij ook kwel, ik kan maar niet tot andere gedachten komen. Ook dat is vreeselijk: ik ben zelfs niet in staat, mij mijn vader dood voor te stellen. Ik zou hem zoo gaarne zien, gelijk hij daar moet liggen na volbrachte heldendaad, kalm, vreedzaam, met een glans op zijn gelaat. Maar steeds zie ik hem voor mij, ademend, bevend, een gestalte, die en daarom moet gij mij helpen, anders weet ik niet, wat er van worden moet. Dikwijls word ik overvallen door onbeschrijfelijke angst en ontzetting. Ü3n is hot in mjjn hoold, als moest ik mijn verstand vor- liezen." Hij zuchtte en zweeg. Juliane begon, zonder zijn hand uit de hare te laten, met half gedempte stem met hem te spreken, altijd hotzelfde„Uw vader heeft door zijn dood zijn leven verzoend hij heeft zijn zondon geboet met zijn leven. Gij moogt aan hem denken als aan een wedergeborene, uwe moeder, die zoo ontzettend geleden heeft, verzekert het u 1" Zij sprak zoolang tot hem, tot hare troostvolle, overredende woorden hom kalmer maakten, tot zijne oogen weder eenigen glans kregen en zijn goheele houding vrijer werd. Eindelijk kregen zij den kerktoren van Elzenhof in het gezicht, de daken der huizen en der stallen. Om het heeren huis vertoonde zich nu een doffe schemering, do bloeiendo jonge elzen, die aan het dorp spoedig zijn Elzenweide zouden teruggeven. Bruno vroeg, of Martin aebter de schuren populieren had laten zetten, en hij verheugde zich er over, toen zijne moeder hem vertolde, dat ook op den dam de jonge linden prachtig gedijden. Elk stuk land, hetwelk zij voorbijreden, was voor hem een vriend uit zijn jeugd. De weiden zagen er frisch uit langs den weg, het zaadland stond dicht en hoog, de weiden waren bont van meibloempjes en boterbloempjes, en de zoete geur der viooltjes waaide Bruno tegen. In de lucht jubelden de spreeuwen, ook de zwaluwen en de ooievaars waren er reeds. Toen zij het voorplein opreden, zeide Juliane ernstig, bijna plechtig: „Nu zijt gij weder thuis, Eu Bruno herbaalde in diepe ontroering; „weder thuis." Het verloofde paar zelf verzocht de trouw plechtigheid uit te stellen tot Bruno's geest be vrijd zou zijn van de op hem drukkende ver slagenheid. Aan Juliane's invloed gelukte het meer en meer, den jongen man meer levenslust te doen krijgen, terwijl zij hem telkenmale op nieuw wees op den dood zijns vaders, en dat zulk een einde veel alles verzoendo. Ook het opene, eenvoudige en hartelijke, met hetwelk Martin hem tegemoet trad, miste zijn verstor- looze vaccine. Schagen, 11 October 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. Biimenlaridsch Nieuws. Men deelt ons mede dat bij den eersten groote Kolfwedstrijd alhier, van de Kolfver- eeniging „Noordhelland", die plaats zal hebben op 20, en zoo noodig 21 Oct. a. s., tegelijk in bet Kolt-Lokaal eene tentoonstelling zal worden gehouden van voorwerpen, die met het Kolfspel in verband staan en daarop betrekking hebben. Den aanwezigen Leden zal de gelegenheid wor den aangeboden, om zich zooveel mogelijk te amuseeren, daar buiten het Biljart, waarop ook een wedstrijd in dit spel zal plaafs hebben, in de Lokalen nog aawezig zullen zijn een tweede Biljart, een Brusselsch biljart, en een Tol-Tafel. Dat men bet aloude Nationale Kolfspel weder in bloei ziet toenemen, hiervan is het bewijs geleverd bij den gehouden wedstrijd te Spanbroek, kenden invloed niet; de onopgesmukte goedheid der grijze moeder en Adolfa's teedere zusterliefde, alles vereenigde zich, om Bruno met zachte handen een nieuw leven in te leiden. Daarbij kwam nog de hulp der jeugrlelijke levenskracht. Toen dan reeds bij het eerstvolgend bezoek van Emile, do beide jonge lieden elkander zoo goed bevielen, dat Bruno in zijn toekomstigen zwager ook een vriend won, toen was er niets meer tegen, poort en deur te openen voor het geluk, hetwelk Ël- zenhof wilde binnentrekken. Het was twee dagen voor den trouwdagde bruidegom was reeds aangekomen; de ouders werden den volgenden dag verwacht, alsmede eenige gasten. Achter het huis zaten de jonge meisjes, dio het uitzet genaaid hadden, onder heuvels van frisch loof en bloemen. De bruid hielp ook nu, en Bruno en Emil hielpenmet volle handen brachten zij het aan en zij moesten het zich laten gezeggen, dat zij niet eens de kunst verstonden, bruiloftsguirlandes te helpen draaien. Juliane had sedert den vroegen morgen de keuken en de eetkamer ter nauwernood verlaten. Zij had voor de eerste maal haar rouwkleeding verwisseld tegen een lichtkleurig zomercostuum, in hetwelk hare gestalte aan levenskracht scheen gewonnen te hebben. Sedert haar meisjesjaren had Juliane niet met zooveel lust en ijver alle huishoudelijke voorbereidselen getroffen zij moest zelve over alles baar blik laten gaan, zelve «er- sierde zij de taarten met suiker en met inge maakte vruchten en hield het toezicht op liet bakken van een verbazend grooten koek, die bij het haardvuur zeer kunstig gegoten en gedraaid werd en het geheele huis met heerlijken geur vervulde. Af en toe liep zij naar Martin's moeder, om haar te laten proeven en haren raad in te win nen, en nu en dan kwam Adolfa eens kijken. Ook Emil versmaadde het niet zijne nieuwsgie righeid door een kijkje in de keukeu te bevredigen. Ook Martin trachtte eenige malen Juliane's werkplaats binnen te dringen, doch werd telken male teruggezondenop zulke dagen bad men geen tijd om naar de mannen om te zien. Zoo verstreek de dag en daar ieder nog voor het een of ander te zorgen had, werd er haastig in den tuin gegeten. Daarop begaven de jonge lieden zich naar de kerk, welke voor de huwe lijksinzegening feestelijk versierd zou worden. Juliane had nog het een en ander te doen inde huishouding, doch beloofde, toch ook nog te zul len komen. Martin moest naar Segenfeld, waar hij eenige zaken had af te doen met den pachter, wiens contract was afgeloopen het landgoed zou niet weder verpacht worden. De duisternis viel reeds, toen Juliane het huis verliet, om de jonge lieden naar de kerk te volgen. Zij gevoelde zich vermoeid van den arbeid en do inspanning van dezen dag, had behoefte aan rust en kalm nadenken, en nam daarom niet maar ook niet minder wordt hier het bewijs geleverd, daar de Afdeeling Schagen van de nieuwe Vereeniging alleen reeds ruim 40 Leden tellen. Bij Circulaire is heden door het Be stuur der Afdeeling Noord-Holland van de Vereeniging „Het Nederlandscii Paar- den-Stamboer", aan de leden medegedeeld dat bij schrijven van Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, dato 1 Oct. 11., N°. 87, een Rijkssubsidie is toegekend vanf 1250. ter bevordering van den aankoop van bui- tenlandsche fokhengsten. Het Bestuur der Afdeeling heeft dit bedrag gesplitst in twee premiën, elk van f 600. en zal die premiën uitloven voor de twee beste der hengsten, de ondersteuning ten volle waardig, geboren in 1888 of vroeger, welke na 1 Aug. 1.1. en voor 20 Dec. e.k. zullen worden ingevoerd, welk besluit is goedge keurd door H. Ex. de Ministers van Oorlog en Waterstaat, Handel en Nijverheid. De premiën worden toegekend in verband met de voorwaarden en bepalingen aan de Provinciale Subsidie verbonden, en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de hengsten den korfsten weg door het dorp naar de kerk, maar ging door den tuin, die onmiddellijk achter het heerenhuis aan het open veld grensde. Een smal pad geleidde langs de hooge gebouwen, voorbij de boomgaarden naar het kleine godshuis. Een Juni-avond ten platte lande Na een reeks zonnige dagen is de grond doordrongen van een zachte warmte, welke als de adem der aarde opstijgt in de koelere avondlucht. De dauw hangt aan de keiken en stengels der bloemen, bevoch tigt halmen en gras, over hetwelk een zilver kleurig waas ligt gespreid. De hemel is onbe wolkt en helder. In de verte de zwarte donkere dennenwouden. Het groene koren werd door den avondwind golvend heen en weer bewogen; de blauwe korenbloemen, do wilde roode papaver, de wilde roode distels glinsterden als even zoo vele verspreid liggende edelgesteenten. Een laatste leeuwerik steeg fladderend op, zijn nachtlied zingende, de lucht is vervuld van den zoeten geur der vlierboomen, wier bloeiende bosclijes een witten muur om het kleine dorpje trekken. Capri- folium en juniroosjos vormen in den tuin vnn het heerenhuis bontkleurige wallen. Van uit het dorp weerklinkt het geloei en geblaat der terug- keerende kudden, het geblaf der houden, bet gezang der maagden, het gejoel der spelende kinderen. Uit de schoorsteenen stijgt de rook kaarsrecht omhoog. Dat voorspelt bestendig weder, zegen voor de velden en de mcnschen Alles rust, zells de wieken der molens. Op do vleugels van den nacht daalt het schoonste geschenk des hemels, de vrede, op de aarde neder, die haar dagtaak heeft volbracht. Moeielijk was hetma-ir hij dio ze getrouw verrichtte, ontvangt nu deu heiligen avondzegen. Juliane, langzaam naast het golvende koren voortschrijdende, voelt dit loon van den ver moeiden arbeider in het diepst van haar gemoed; daar het leven nu eenmaal een strijd is, moet de mensch strijden. Juliane dacht aan haren strijd, die zwaar ge weest was een lang, lang worstelen vol doods angst, voortdurend met den ondergang voor oogen, en niet alleen haar ondergang, maar ook de ver nietiging van het ievensgsluk harer kindereu, die zij voor huu eigen vader had moeten be schermen. In dit vreedzame, plechtige uur stond het haar voor den geesteen vrouw, die aan een kind het leven geoft, bezit voortaan geen eigen leven meereen moeder houdt op, eon mensch voor zich zelve te zijn, alles heeft zij aan haar kind gegeven. Even als de vogel, die zijn jong gebroed met zijn bloed voedt, zoo moet het leven van haar leven zijn, met hetwelk een moeder haar kind opvoedt. Niets, wat een moeder voor haar. kind niet zou kunnen doen. Voor een kind lijden, zorgen cn ontberen, dat is het minste. Juliane bedacht, dat er moeders geweest waren, die voor haar kinderen nog veel meer gedaan hadden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1