34ste Jaargang. Ho. 2447.
Zondag, 19 October 1890.
ONZE LASTEN.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEST, Laan, 1), 4.
Roman van RICHARD VOSZ.
24. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Binnenlandsch Nieuws.
Schagen, 15 Oct. 1890.
1
COURANT
MfrtÉ- LiliiilM.
Pit blad verschijnt tweemaal per week: WoenBdag- Zater-
s&,avond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEK-
fENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Schagen,
gefeen dm aki u gen.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen
te bekomen, omtrent een alhier gevonden
kleine portemonnaie,
inhoudende eenig geld.
Met een enkel woord wil ik even terug
komen op de regelen, die in de ongenoemde
gemeente gevolgd worden bij het vaststellen
ian iemands belastbaar inkomen.
De vraag rijst namelijk, hoe een verharend
rijk rentenier met 9 kinderen getroffen zal
worden, indien hem Vio korting voor zijne
vrouw en yi0 korting voor elk zij/ne kinderen
wordt toegestaan? Inderdaad zou, zoo daarom
trent niets naders ware vastgesteld, zoo iemand
vrij zijn van gemeente-lasten. Gelukkig echter
heeft men bepaald, dat in geen geval de kor
ting voor één kind meer dan 200 gulden zal
bedragen. j,
Te Schagen heeft men het doel, verdeeling
der lasten naar het draagvermogen, langs een
anderen weg trachten te bereiken. In hoeverre
men is geslaagd, zal bij eene volgende gelegen
heid worden besproken.
Nu slechts een enkel woord over de opcenten.
Geachte lezer, neem even uw aanslag—biljet
voor de personeele belasting ter .land.
Gij vindt daar onder de aanwijziging der
grondslagen van de belasting:
le wegens de huurwaarden.
2e de deuren en vensters.
3e de haardsteden.
4e mobilair.
5e u dienst- en werkboden.
6e de paarden.
SLOT.
Juliane had geen licht aangestokende maan
■wierp haar vaalkleurig licht in de kamer. Toen
«fuliane de oogen opende en het maanlicht zag,
huiverde zij. Na een poos richtte zij zich met in
spanning op en deed eenige schreden in het ver
trek, maar zij wankelde en moest aan de tafel
steun zoeken. Eindelijk ging bot toch iets beter.
Zij wilde geld meenemen, alles wat in huis
was. Het zou natuurlijk nog veel te weinig zijn
kon hem evenwel nog meer beloven, het land
goed kon verkocht worden, zij konden op nieuw
beginnen; als hij eerst maar weder weg was.
Bet geld Jag beneden in de gewezen kamer
wan haar man; tegenwoordig zag het er daar
§«heel anders uit. Wanneer hij ze weder betrok,
sou hp het er misschien weder even als vroeger
'a,en inrichten. En wanneer dan alles weer kwam,
Splijk hot vroeger had plaats gehad De
P'stolen, die nog altijd geladen aan den wand
■"ngen, zou hij nu voor de tweede maal ook wel
ongebruikt laten. Dat zou zijn zoon beter kuDnen
oen morgen reeds. Die pistolen waren het
oonige, wat van de oude inrichting der kamer
Was overgebleven. De maan bescheen die pistolen,
S'j schitterden, zij wenkten - Juliane was naar
"O geldkast gegaan, zij wilde die openen, moar
hsre armen hingen haar onbewegelijk langs bet
Johaam hij zou het geld niet aannemen, want
wilde blijven.
Zij stikte bijna. Zij liep naar het venster, opende
?ot, ademde met lange teugen de koele nachtlucht
111 on begaf zich toen op weg. Evenals dien nacht,
l^vele jaren geleden, wierp zij bij het verlaten
61 kamer nog een laatsten blik op de pistolen,
"rist wilde zij de huisdeur openen, toen zij
jpschrikt bleef staan. De wachthonden op den
hieven een verwoed geblaf aan, tegelijkertijd
oorklonk Martin's stem. Hij riep de honden aan en
pok met iemand. Juliane voelde haar hart ineen-
"apen van vrees; in een gedeeltelijk bowuste-
Over de twee laatste grondslagen, waarop
verschillende uitzonderingen zijn en vooral
over punt 6, dat zoo menig fatsoenlijk mensch
in de treurige noodzakelijkheid brengt, om een
paard en rijtuig te verhuren, willen we zwijgen.
Ik wil aannemen, dat gij zijt aangeslagen
als volgt:
le huurwaarden f 9.
2e deuren en vensters f 9.
3e haardsteden f 5.
4e mobilair f 7.
samen f 30.
Iets lager op uw aanslag-biljet vindt ge dan.
20 voor het rijk.
opcenten 3 de provincie,
30 de gemeente.
Het rijk is dus nog niet tevreden met uw
30 gulden, maar verlangt bovendien van elke
gulden 20 centen, dus van 30 gulden 30 X 20
centen 6 gulden. De provincie vraagt van
elke gulden 3 centen dus van 30 gulden
30 X 3 centen f 0.90 en eindelijk vraagt
de gemeente Schagen 30 centen van eiken
gulden, 30 X centen 1 9. Zoodat gij
behalve de kosten van taxatie, telling, herzie
ning en zegel hebt te betalen
In hoofdsom f 30.
20 opcenten voor 't rijk 1
3 u de provincie f 15.90
30 de gemeente
samen f 45.90
De grondslagen der personeele belasting zijn
door velen, en terecht, veroordeeld. In de eerste
plaats zijn allen, die geen geheel huis bewonen,
maar bij iemand inwonen, vrij gesteld; inden
regel dus alle vrijgezellen al bezaten ze tonnen
gouds. Nu is het wel waar, dat de bewoner
van het huis die lasten op den in wonenden
vrijgezel kan verhalen, maar daar wordt het
loozen toestand hoorde zij de andere stem Martin
antwoordenhet was de nachtwacht met wien
Martin sprak. Wat die twee spraken, kon zij
door het geblaf der bonden niet verstaan. Daarop
werd het venster gesloten, de nachwacht riep zijn
uur af en vervolgde zijn weg. De honden vlogen
nog een poos blaffend rondom het huis, daarna
werd alles stil. Juliane opende de deur.
Zij lokte met zachte stem de honden tot zich,
dio kwispelstaartend hun meesteres over den hof
volgden; bij het hek joeg Juliane ze terug. Geen
honderd schreden nog was zij gegaan, toen de
teruggekeerde haar in den weg trad Zij ontstelde
bij het zien van deze afschuwelijke gestalte
inderdaad zag hij er nu nog woester en wilder
uit, dan toen zij hem 's avonds had ontmoet.
„Die vervloekte beesten! Ik weet niet, waarom
ik ze niet heb neergeschotenhun heer en meester
aan te blaffen
„Waart gij op den hof?"
„Ik wilde niet langer wachten."
„Heeft iemand u gezien
„Wat gaat u dat aan? Ik wilde in huis, maar
die vervloekte beesten had ik ze maar neer
geschoten!"
„Zij bewaken het huisdat is hun plicht,"
bracht Juliane werktuigelijk in het midden.
De Amerikaan riep uit:
„Wat viel mij ook inMij door u buiten te
laten sluitenMaar nu is het genoeg. Ik wil
niet langer als een dief rondom mijn eigen huis
sluipen, ik wil mij niet langer als een rooveren
moordenaar schuil houden I Ik heb op u gewacht;
nu is het voldoende, kom nu mee naar binnen!
„In huis
„In huis. Ik ben hongerig en vermoeid.
Maar Juliane ging langzaam verder den weg,
die door den moestuin naar de weide en naar
den dam voerde.
„Hoort gij niet 1"
Hij hiet den arm op met eeno beweging, een
gebaar maar Juliane lette daarop niet. Hij gaf
haar nu een slag.
Die slag trof haar op het hoofd, zoo hevig,
dat zij waggelde en vielzij lag als verdoofd op
de knieën, bet hootd was op de borst gezonken.
Haar man stond voor haar en keek op haar neer
met een blik vol onbeschrijfelijke!» haat. Hij voegde
rijk weinig beter van en zoo redeneerende
zou zelfs het slechtste belastingstelsel verdedigd
kunnen worden „De een zal het wel op den
ander verhalen." Stel u tien personen op eene
rij voor, en neem aan, dat de eerste een fermen
oorvijg krijgt, dan zal die eerste tegen den
tweeden bonzen, die tweede tegen den derden
enz., maar wezenlijk ik ben in dat geval veel liever
nummer twee dan nummer één.
Verder weten we, dat velen om hunne zaken
verplicht zijn een groot huis te bewonen, terwijl
vele luidjes, die er warmpjes in zitten in een
bescheiden huisje hunnen intrek hebben geno
men. Eindelijk maakt de personeele belasting
geen onderscheid tusschen een eigen en een
gehuurd huis, tusschen een pand dat met hypot
heek bezwaard is en een onbezwaard eigendom.
Alles samen vattende, kunnen we dus zeggen,
dat de personeele belasting er eene is, die de
nijverheid bezwaart en het kapitaal
ontziet.
Vooral in Schagen, waar zoo vele burgers en
boeren „zwaar" wonen, moesten geene of althans
zeer weinig opcenten worden geheven, en wij
verwachten, dat hetzelfde raadslid, op wiens
voorstel een paar jaren geleden de opcenten
zijn verhoogd, eene belangrijke verlaging zal
aanbevelen. De omstandigheden zijn sedert
veranderd. Toen liet de klassenverdeeling der
belastingschuldigen bijna evenveel te wenscben
over als de regeling van de personeele belasting,
en bestond er weinig kans, dat eenig voorstel
tot het aanbrengen van verandering zou worden
aangenomentoen stond aan het hoofd onzer
gemeente een man, uitgeput door een slepende
ziekte, toen was de verhooging der opcenten
het gemaakkelijkste en eenvoudigste middel
om aan meer geld voor de gemeente te komen,
maar nu, nu onze raad is versterkt met jeugdige
krachten, en aan 't hoofd onzer gemeente een
haar toe
„Dat is daarvoor, dat gij mij het liefst op den
bodem der rivier of stervende achter een hek
zaagt. Dat is daarvoor, dat gij op de wereld niets
zoo haat als mij, niets zoo veracht als mij, van
niets zulk een afkeer hebt als van mij. Dat is
daarvoor, dat gij liever mot dien ander sterven,
dan met mij leven wilt, dat gij mijne kinderen
liever op de lijkbaar zaagt dan in mijne armen.
Dat is daarvoor maar ik zal u! Wreken zal
ik mij, vergelden zal ik het u Terwijl ik een
opgejaagd wild was, terwijl ik bijoa van honger
omkwam maar daaraan wil ik eiken dag, elk
uur denken! Ik zal het u met mijne handen
doen voelen, wanneer gij het anders niet gevoelt.
Alles zult gij mij teruggeven verstaat gij Ik
wil alles terug hebben, alles, alles 1"
Hij boog zich over haar, vatte haar bij den
arm, trok haar omhoog. Toen kwam er weder
leven in haar.
„Ja, gijStaar mij maar aanZoo is het en
zoo zal het zijn. Wanneer gij deokt, dat ik weder
zal heengaan maar zoo dom zijt gij niet, dat
te denken dom waart gg nooit. Doch gij
denkt misschien, hij gaat toch, want het gerecht
is er ook nogIk kan hem niet wegjagen, maar
bet gerecht zal het doen. Denkt gij dat Zoo
dom ben ik nietde zaak is verjaard, sedert
dit jaar is de zaak verjaard. Ik wist wel, waarom
ik zoolang wachtte, niet langer, dan noodig was,
geen uur langer. Hieldt gij mij voor zoo dom
En gij zijt nog altijd niet man en vrouw Zeker,
omdat ik geen bewijs van overlyden had over
gestuurd? Jammer, jammer, dat ik u van elkander
scheiden moet, jammer, dat ik niet in de rivier
verdronken ben, maar ik hier levend voor u sta.
Siddert gij, huivert gij Mijn utierljk boezemt
u afkeer in? Zoo wordt men daar ginds, ja
zeker, daar ginds
Hij stiet die woorden uit, terwijl zjjn woede
tot razernij klom, toen hij Juliane onbewegelijk
voor hem zag. Onbewegelijk gelijk een standbeeld
stond zij daar voor hem, terwijl het bleeke maan
licht het spookachtige van haar gelaat verhoogde,
over hetwtlk eeuige druppels bloed rolden: bloed,
hetwelk Juliane niet wegveegde.
Als had hij nog geen enkel woord tegen haar
gosproken, als ware zij zooeven juist bjj hom
man is geplaatst, in den bloei des levens, nu
is het te verwachten dat de woorden van 't raads
lid Nobel bij onze raadsleden ernstig zullen
worden overwogen en zij er niet tegen zullen
opzien den moeielijksten weg te bewandelen, ali
die de rechtvaardigste, de billijkste is.
Onze plaatsgenoot, de heer R. C. Poster,
deurwaarder bij de Dir. Bel. alhier, is bij
ministrieel besluit van 10 October 11. als zoo
danig bevorderd naar Nieuwer-Amstel, en zal
met 1 Nov. a.s. aldaar in functie treden.
Naar ons is medegedeeld, mag de korte
lings opgerichte Kollvereeniging „Noord-
Holland" irots zijn op haar ledental, hetwelk
in die enkele} dagen reeds tot 190 is geklommen.
Yoor den kolfwedstrijd op aanstaanden Maan
dag en Dinsdag alhier, kan men nu reeds reke
nen op 130 personen, die daaraan zullen
deelnemen.
Voor den tegelijker tijd te houden Biljart-
wedstrijd hebben zich reeds 80 personen aan
gegeven.
De wijze waarop deze laatste wedstrijd zal
worden gehouden, zal door het bestuur in eene
vooraf te houden vergadering beslist worden.
Dit kunnen wij er alvast van mededeelen, dat
die wedstrijd niet, zooals het gerucht gaat, zal
bestaan in het maken van de meeste punten
over een bepaald aantal stooten, maar dat zal
worden gehouden een kampstrijd, hetzij in ca-
rambols, of in het maken van gewoon spel, het
eerst uit te spelen.
Op muzikaal gebied, en wel het vocale
gedeelte, staat den minnaars en kenners eerstdaags
gekomen, begon zij te spreken. Hare stem beefde
niet
„Gij zijt heengegaan en ik ben bij uwe kinde
ren gebleven. Ik heb uwe kinderen met mijne
beste krachten opgevoed tot goede, deugdzame
menschen. Ea met mijne beste krachten heb ik
met Martin er aan gearbeid, dat uw naam zoo
veel mogelijk van de smet werd gezuiverd al
uwe schulden werden betaald, niemand heeft door
uwe misdaad een peuning verloren. Lang heeft
het geduurd vele jaren achtereen. De taak
was zwaar, en dikwijls geloo'den wij, dat wij het
doel niet zouden bereiken en het zouden moeten
opgeven, maar telkens weder hebben wij hot
beproefd ter wille uwer kinderen, die gij verlaten
hadt, voor wie gij dood waart. Ik heb uw zoon
opgevoed in liefde en eerbied voor zijn vader,
die voor hem oen beid en esn martelaar was.
Omdat Bruno's beste vriend zijn vader een eer-
looze noemde, heeft hij zjjn besten vriend gedood.
Nu komt die vader zoo terug ter wille van
uw zoon ga weder heen
Zij wachtte op zijn antwoorddit was een
vloek, eene verwensching. Na een poos sprak
de ongelukkige vrouw verder
„En ook ter wille van uwe dochter zij is
zoo gelukkig, uw dochier zij is de bruid.
Wanneer gij blijft, zullen de ouders van uw
aanstaanden schoonzoon bet huwelijk van hun
zoon met uwe dochter niet dulden, de verloving
zal dan verbroken worden; en zij is zoo gelukkig!"
Weder wachtte zij en wederom kreeg zij het
zelfde antwoord.
„Wanneer gij gaat, dan zal ik bet landgoed
verkoopen, ik zal u volgen I Gjj kunt mjj dan
eiken dag mishandelen. Alleen blijf dood voor
uvro kindoren, ga dus weer been nog heden,
nog dezen nacht, ter wille uwer kinderen." En
het scheelde weinig of zij was mot smeekend
omhoog gelieven handen voor hem op do knieën
gevallen ter wille harer kinderen.
„Ik blijf."
Zjj zeide niets meer. Er kwam slechts oen
enkele klank over haar lippen, verschrikkelijk
als do zucht eener stervende. Zij voer met de
kille hand langzaam over haar gelaat en trok de
hand terug, vochtig van bloed.
„Ik ga in huig."