Uit en voor de Pers.
WORDT VERVOLGD-
Liberalisme en democra
tie. In een tweede artikel over dit onder
werp geeft de Zutph. Ct. de volgende behar
tigenswaardige beschouwing
weg.
Een der belhamel» komt zelfs terug, maar
nu gekleed.
Een wonde aan 't voorhoofd, een verhit gelaat,
de bemodderde broek zijn nog duidelijke sporen
dat de man deelgenomen heeft aan 't gevecht.
Yau verschillende zijden klinkt de waarschu
wing: „Janus ga nou naar huis!"
't Antwoord is een dreigement.
De politie raadt hem kalm aannu maar
heen te gaan. Janus schreewt „ik heb g. v. d.
aan de heele politie." Met beide handen in de
zakken kijkt hij de zeven agenten aan. Onder
't volk zijn er die 's mans moed bewonderen.
Na veel loven en bieden slagen eenige vrienden
er in, dat onmensch te bewegen naar huis te
gaan.
Langzaam gaat hij de Lauriergracht op en
de eerste dwarsstraat in. De zeven agenten zijn
hem gevolgd tot de dwarsstraat; toen trokken
zij terug.
Of zij zich overtuigd hebben, dat hij werkelijk
zijn roes is gaan uitslapen, betwijfel ik.
De Amst.
De juffrouw, die beklaagd werd zich in
Maisori Hirsch te Amsterdam aan diefstal
te hebben schuldig gemaakt, is verdwenen. Er
waren geen termen tot voorloopige aanhouding,
en daarvan heeft zij gebruik gemaakt, zoodat,
toen de rechtbank Woensdag bevel tot inhech
tenisneming gaf, de juffrouw niet te vinden was.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat ze de
wijk naar Duitschland genomen heeft, daar ze
eene Duitsche van geboorte is.
De zaak zal dus geen voortgang hebben,
daar het misdrijf te oubeteekeneud is voor uit
levering.
Het wetsontwerp, strekkende fot
benoeming van H. M. de Koningin tot regentes,
zoolang de Koning buiten staat blijft de regeering
waar te nemen, was in de afdeelingen met
algemeene instemming ontvangen, en voorloopig
verslag had uiting gegeven aan de ingenomen
heid, waarmede het door de gansche Staten—
Generaal was begroet. De vergadering van Vrijdag,
waarin alle ministers aanwezig waren, bepaalde
zich tot de aanneming met algemeene (120)
stemmen van het voorstel, zonder dat daaraan
eenige discussie voorafging. Aanstaande week
Donderdag of Vrijdag zal nu waarschijnlijK in
eene vereenigde vergadering van de Staten—
Generaal door de Koningin-regentes in handen
van den voorzitter de volgens art. 43 der grondwet
gevorderde eed worden afgelegd.
Vóór dien tijd kan het wetsontwerp tot
bepaling van de som, die op het jaarlijkshc
inkomen der Kroon zal worden genomen voor
de kosteu van het regentschap, door de beide
Kamers der Staten—Generaal zijn aangenomen.
Keeds Vtijdag werd het in de afdeelingen der
Tweede Kamer ondeizocht.
wereld behoort en gewend is aan de meest beschaafde
geestelijke en stoffelijke genoegens. Haar hart
krimpt inoen. Alles, maar alleen dat niet! Haar
warm, levendig en onstuimig vloeiend bloed
doet haar de vingertoppen tintelen, zij kan het
niet langer uithouden op die groenen pluche-stoel,
te midden dier zwartzijden en roode costuums,
en eensklaps opspringende, zegt zij op gejaagden
toon, dat zij den tuin eens gaat bezien, waarvan
Hans zoo dikwijls heeft verteld.
Het is niet waar. Zij koestert geenerlei belang
stelling voor den tuin en nog minder hee t Hans
haar daarvan ooit iets verteld; maar zij moet tot
olken prijs deze omgeving kunnen verlaten. Nie
mand houdt haar trouwens terug. De vrouwen
hebben baar handwerk ter hand genomen, hare
schoonzuster Lena zit te midden van eenige jonge
meisjes en houdt zich bezig met haar eenige
schrijfvoorbeelden voor te teekenenalleen TiDa
roept, als zij door de glazendeur naar buiten
treedt, baar door het keukenvenster toe„Wacht
even op mij, lieve Alice, ik kom dadelijk buiten,
om u alles aan te wijzen."
Nog werpt de zon haar grillig licht op de
smalle kronkelpaden van den tuin, en zendt baar
stralen uit over de kleine grasperkjes met de
heesters en gewone bloemsoorten. In het rabat
langs het huis woekeren stijve, roode leliën en
stokrozen, een weinig verder, daar waar de moes
tuin en boomgaard beginnen, heerscht de zoete
geur van den Spaansche vijgenboom en van heliotro
pen. Het is een groote en in zijn geheel niet
onaardige tuin, die zooveel mogelijk aan het nut
tige beantwoordt, want het deel, hetwelk aan de
bloemen is gewijd is nietig klein in vergelijking
met de groenten-bedden en ooftvelden, die tus-
schen lijen braamstruikon en kruisbesbagen liggen,
en boven welken breed getakte boomen een prach-
tigen oogst rijpe appels en peren ten toon spreiden.
Geheel aan het einde heeft men oen gedeelte
gewijd aan het genot, in den vorm van een zoo
genaamd doolhof, in welks midden een van zink
vervaardigde Galathea van haar steenen voetstuk
met een pijnlijken lach de bezoekers van dit
lustoord ontvangt.
Toen Alice in de nabijheid van dit beeld kwam,
bespeurt zij, dat zij toch niet, gelijk zij meende,
de eenige bezoekster van den tuin was geweest,
want op een bank naast de Galathea heeft Weg
berg plaats genomen, die evenwel dadelijk opstaat
en in de tegenovergestelde richting zich wil ver
wijderen.
Te Purmerland is een tachtigjarig vrouwtje
in eene sloot achter hare woning gevallen en
aldaar om het leven gekomen.
Te Haarlem wordt sedert Dinsdag vermist
een 21 jarige dienstbode. Bij het verlaten
van haar dienst had zij op een bood-
schaplei geschreven „niet weerom, dood
Reuter seint uit Parijs, dat een officieel
besluit den invoer en den doorvoer in Frank
rijk verbiedt van alle soorten van runderen,
schapen, geiten en varkens, afkomstig uit België
en Nederland.
Een eigenaardige soort van menschen-
redding houdt een jongen er op na, die in
het begin dezer week door de politie te Amster
dam werd gearresteerd. Eerst duwde hij in de
nabijheid van de Potgieterstraat twee kinderen
in een sloot, om ze daarna te redden, ten
einde een belooning te erlangen voor het red
den van drenkelingen. De politie zal hem eene
andere belooning toekennen dan die hij ver
wacht heeft. {H
Dezer dagen vervoegde zich
ten poslkantore te W. een boertje met een
briefkaart, naar aanleiding waarvan zich het
volgende gesprek ontspon met een der postbe
ambten
Boertje (zijn briefkaart toonende): Mot hier
ook nog zoo'n dingie opP'
Beambte: „Een postzegeltje, bedoelt ge?
Neen, dat behoeft niet; voor u zullen we de
briefkaart wel voor niemendal meenemen."
(Boertje, uitermate in zijn schik, groet en
wil heengaan).
Beambte: „Hei, zeg ereis! daar staat niet
eens een adres op uw briefkaart."
Boertje: „Mot dat ook nog? Als ze aan
den anderen kant kijken, kennen ze oramers
zien, da-i naar mijn broer mot!"
Zutph. Ct. (Historisch).
Donderdag ochtend is te Tjalleberd het
aangekondigde appèl der werkstakers
gehouden. Ruim 200 arbeiders waren tegenwoor
dig. Als spreker trad op de socialist Travailleur,
die tot volhouding aanspoorde. Hij wekte op
tot het oprichten van een jongelingenverbond,
welks leden eene wekelijksche bijdrage van 10
cent zouden storten om daardoor een weer-
standskas voor werkstakers te vormen. Op het
volgend appel zou hij zich weder doen hooren
en dan hoopt hij die zaak in orde te brengen.
Ten slotte werd onder algemeene toejuiching
besloten de werkstaking voort te zetten.
De reden, waarom de arbeid gestaakt is, is
deze: tot dusverre verdienden de beste werk
lieden f 1.25 per dag: dat loon daalde voor
minder goede tol f0.60, Daar echter het werk,
dat thans verricht moet worden, veel minder
zwaar is, wil de aannemer het dagloon vermin
deren. De werklieden eischen het oude loon.
Worden hunne eischen toegestaan, dan zou de
beste arbeider ongeveer f 1.60 per dag verdie
nen, daar het thans te verrichten werk veel
lichter is.
Naar men zegt, zal de aannemer het werk
terstond opnieuw uitbesteden. In dezen tijd van
het jaar zijn arbeiders in overvloed te krijgen.
Bij den apotheker G., te Maastricht,
vervoegde zich in de vorige week diens broeder,
Leonard G. uit Vaals, welke bijwijlen aan
verstandsverbijstering lijdende is.
Hij vroeg om geld en toen hem dit geweigerd
werd, dreigde hij zijnen broeder met moord.
De 27jarige dochter des huizes, het rumoer
hoorende, trad de woonkamer binnen en kwam
tusschenbeide. Toen zij het moordtuig, eene
revolver, in de hand des waanzinnigen zag,
yel zij in zwijm, en werd daarmate door den
schrik bevangen, dat zij eene bloedspuwing
kreeg en weldra den geest gaf. L. G. werd
gearresteerd en naar een krankzinnigengesticht
overgebracht.
De allereerste eisch voor de toekomst moet
zijnhervorming van ons belasting
stelsel en wel totstandbrenging
van een progressieve inkomsten
belasting, afschaffing van het pa
tent, afschaffing van de accijnzen
op de eerste levensmiddelen, be
lasting van de weelde.
Er zijn menschen, die het niet onmogelijk
schijnen te vinden om te zorgen, dat alle ar
beidersgezinnen 's middags een hoen in de
pot vinden en die er kans op zien om, hetzij
van gemeente—, hetzij dan als dat niet kan
van Staatswege de kinderen der armen van
schoeisel, kleederen en voedsel te voorzien.
Daar hoort nog slechts bij dat het vrije huwe
lijk hier wordt ingevoerd en dat wij een soort
van Mormoonsche huishouding krijgen, bande
loosheid en onmatigheid van elke soort toe
laten en tour es eifcaar wel kun-
W.J «ij,
nen, dat is misbruiken en privi ,e
hebben te enghartig hun eigen standsbelang
VeVanddaar die schreeuwende contrasten in
onze maatschappij, die terpnde overvioed bij
enkelen, dat schrijnend gebrek bij de massa.
Aan het eigendomsrecht wenschen wij na
tuurlijk niet getornd te zien: doch is het nu
niet onzinnig te noemen, dat men den arbeid
overal belast en de rustige couponkuipperij met
vrede laat.
Wij wenschen dat hervorming van ons be
lastingstelsel in democratisclien geest, dus met
invoering van progressieve inkomsten-belasting,
thans eens het shibbolslh bij de verkiezingen
zal wezen.
Wij hopen dat dan namelijk de legerwet
van de baan zal zijn en aan een ander privi
legie der hoogere en bezittende standende
gelegenheid tot plaatsvervanging, een einde zal
gemaakt zijn.
Nog al te veel is het lidmaatschap onzer
Tweede Kamer een amusement de grand
seigneur: er zijn, hoe lang is die klacht
al wel niet aangeheven, nog steeds te veel
juristen en andere kamergeleerden en te weinig
industrieelen, kooplui, mannen van het ge
wone praktische leven in.
Welk verkwikkelijk schouwspel hebben we
in '91 misschien weêr te wachten
De firma „gemeenschappelijke actie" zal wel
op den bestaanden voet worden voortgezet om
op nieuw te trachten in de Kamer een anti
liberale meerderheid en dan ook dit Ministerie
te behouden. En wat hebben we dan in 's
Hemelsnaam van dezen minister van Financiën
te verwachten De toestand is zoo, dat als de
heeren Vermeulen en Travaglino den snaakschen
inval hebben om den minister Godin de
Beaufort tegen „overijld handelen" te waar
schuwen, de heele Kamer in een homerischen
schaterlach uitbarst!
Zoo lachten in oude tijden, de Auguren als
zij elkaar ontmoetten!
Zie, dat zijn toch grappenmakerijen, die ten
slotte het volk verbitteren moeten.
Zulke ministers van financiën moesten on
mogelijk zijn.
Ieder volk krijgt de regeering, die het waard
is. De teekenen zijn er, dat het volk een
anderen weg op wil: de clericale partijen
maken er even goed hun werk van om het
volk een Beloofd Land voor te spiegelen als
de sociaal-democratische partijhoe schoon
klonken de beloften in '88 niet en wat is de
oogst thans schraal
Thans klinkt het engelachtig uit Dr. Kuypers
mond„gij moet ons minstens nog een jaar
of zestien baas laten, dan zult gij alle heerlijk
heden aanschouwen."
Wij en velen met ons bemerken, dat het
volk ongeduldig wordt: welnu laten we flinke
hervormingsgezinde mannen naar de Kamer
zenden, die de nooden des volks kennen en
het niet willen paaien met woorden, doch
die rechtvaardigheid willen gaan be
trachten met daden. Geen candidaten, die
ons door de vrienden, de mannen „en place"
worden opgedrongengeen candidaten wien
de zetel een aangenaam verblijf in den Haag
schenkt, dat zoo bij hunne positie hoort, doch
mannen die we kennen, die we vertrou
wen, die bereid zijn ons hunne politieke
geloofsbelijdenis te doen en ondubbelzinnige
verklaringen af te leggen.
Het wordt zaak, dat wij langzamerhand de
candidaten zoeken, die we noodig hebben; het
wordt zaak, dat wij hen verklaren wat wij
van hen verlangen, dat zij ons zeggen waarvoor
ze strijden willen.
Wij zouden wenschen, dat het volk zich nu
reeds de verkiezingen van '91 aan ging trekken.
Het is wenschelijk dat er een veel intiemer
band tusschen kiezers en afgevaardigden ontsta
dan er tot nog toe geweest is.
Wij wenschen een liberalen candidaat, die
de democratischen beweging van onzen tijd
begrijpt, doch die deze met een helder verstand
tot de juiste proportiën weet op te vatten en
terug te brengen.
Laten de kerkdijken het voor God en hun
geweten verantwoorden, dat zij hun godsdienst
sleepen m het gedrang van het dagelijksch
staatkundig leven en eendrachtig samenwerken
waar hun geweten daarbij in opstand komen
moest.
Wij wenschen hun tegenvoeters te ziin en
naar den sinds lang geijkten veranderlijken zin
van het woord zeggen wij
Wij zijn en'blijven liberaal J u
wij wenschen dat het liberalisme zich in demo
cratischen geest ontwikkele.
Alles vloeit in deze
reeds de Grieksche dichter
Welnu, daar zijn wij liberaler,
van overtuigd.
elj
Zor.p
ten
Geen doodsch, onbuigzaam prot-r
wij wij wenschen te handelen
/Ion piar»}l rlpa filrlo ISST U
ernsti.
"V handelen n.
den eisch des tijds; geen hoerenbed^'»4
wij 118 5 wij voorspellen noch ee„
lukzaligheid, noch een Eden hier '8®
Wij zouden slechts willen dal °jP aatV
geering kwam in handen van m,,,, TolW
ernst der tijden begrijpen. n' die dea
De liberalen kunnen wellicht n
worden, doch dan moeten ze wetenT!°^8Pa'tij
er is geen tijd meer te verliezen R Tjdele»;
dien tijd vroeger beter gebruikt en zij
ontevredenheid niet tot zulke w'ondeVi°U 4
schijnselen hebben geleid. ver.
Wij hopen nog op het gezond verst, i
kiezers en der leiders.
Prof. llobertKocïvs^rr
middel der Tiibcrcm0s<
Prof. Koch heeft zijue ervaring
zich te der genezing van tubercuk
Deutsche Medizinische ff},
schrift" aan de wereld medegedeeld tv v
Rolt Ct. geeft dit artikel in zijn geheel
Daar de uitgebreidheid er van
het art. in zijn geheel te geven"
eierpeeren datgene, wat voor onze zers
toch zeker aan het wetenschappelijke <rJ,
er van evenmin iets zullen hebben
andere leek op dit gebied, - o. i. het voorna^
Veel gewichtiger evenwel, dan in zijre «gft,
tot diagnostische doeleinden, is het middel in
geneeskracht.
„Ik verhaalhet middel doodt niet
tuberkelbacillen, maar het tuberculeusevreefie]
Daarmede is echter ook terstond en bepaald dé
grens aangegeven, tot welke de werking nu
het middel zich vermag uit te strekken, Het
kan alleen op het levend tuberculeuse weefsel
invloed uitoefenen. Op reeds doode, bijv. afge.
storven kaasachtige massa's, necrotische beende
ren, enz. werkt het niet, evenmin als op liet
weefsel dat door het middel zelf reeds tot
afsterven is gebracht. In zulke doode weefsel-
massa's kunnen de altoos nog lerende tuber
kelbacillen huisvesten, die of met het necrotisè
weefsel worden uitgestooten, of echter misschien
ook, onder bijzondere omstaudiglieden, weda
in het nabijgelegen nog levende weefsel zondes
kunnen indringen.
„Juist op deze eigenschap moet nauwkeurig
worden acht gegeven, wanneer men van kt
genezende werking op juiste wijze partij til
trekken. In de eerste plaats moet alzoo bi
nog levende tuberculeuse weefsel tot afstemi
worden gebracht, en vervolgens alles in ht
werk worden gesteld om het doode zoo spoedig
mogelijk, bijv. door chirurgische bijhulp, t(
verwijderen. Waar dit echter niet mogelijk ii
en alleen door eigen hulp van het organisme
de afzondering langzaam kan plaats hebben,
moet tevens, door voortgezette toepassing
het middel, het in gevaar gebrachte
weefsel worden beschermd tegen het terugkomen
der parasieten.
„Uit het feit, dat het middel het tuberculeuse
weefsel doet sterveu en slechts op het Ier®'
weefsel werkt, laat zich nog een ander hoogst
eigenaardig verschijnsel verklaren, namelijk dit
het raiddel in zeer snel toenemende hoeveelheden
kan worden toegediend.
„Men zal echter dan, teneinde den zieke,
lang er nog bacillen in het lichaam aan*"'
zijn, voor nieuwe infectie te behoeden,
langzaam vermeerderde doses en met tusscne
ruimten de behandeling moeten voortzetten.
„Of deze opvatting en de daaraan vastgeknoop^
gevolgtrekkingen juist zijn, zal de toe o
moeten loeren; voorloopig zijn zij door
als grondslag aangenomen, om daar0P^
toepassingswijze van het middel te
welke bij onze proefnemingen zich a9 rffjje
gevormd heeft. Om weder met het eenvo
geval, nl. met den lupuste beginnen,
wij bijna bij alle soortelijke ziekten 88
de volle dosis van 0.01 kub. cM3- ,n?
vervolgens de reactie geheel laten a
na 1 it 2 weken weder 0,01 kub. ca c^j(f
zoo voortgaande tot de reactie steeds
werd en tenslotte ophield. Bij twee zl^r(|[i«,
aangezichts-fojtwa zijn op deze w'Jze, 3tjenmek
resp. vier inspuitingen de lupeuse p8^
een glad litteeken genezende ovcrl^e0 ju»'
zieken zijn genezen naar gelang va" ,s „el®
der behandeling. Al deze zieken,.zljnyroeger of
jaren aangetast geweest en zijn resol'
verschillende wijzen, maar steeds zo
taat, behandeld. been- f?
Eveneens zijn kliergezwellöu, «w
gewrichtstuberculose behandeld, tofc"-'
groote doses met ruimere ,us ®be(Zelfde
ni
past werden. Het resultaat v'as. eB
bij lupus; spoedige genezing Jb°te;SCb«p
gevallen, langzaam voortgaande
i" ionge Lo i
licb®