Alïrtfi- k Liii Zondag, 14 Decemter 1830. 24ste Jaargang. Ho. 2483. d Gemeente Schagen, B e k e n iï m n k i a g- e ii, Binnenlandsch Nieuws. Schagen, 13 Dec. 1890. 25 Jaar geleden. Postkantoor Seliagcn. WORDT VERVOLGD- COURANT Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAOEI. E^aan, I), 4. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 rebels f0.25; iedere regel meer 5 cU Qroote letters worden aaar plaatsruimte berekend. UI Burgemeester en Wethouders van SCHA GEN, brengen ter algemeene kennis, dat de gewone weekmarkten, vallende op Don derdag 25 December a. s. en 1 Januari 1891, zullen gehouden worden op Woensdag' 24, en 31 Beceni- ber a. s. SCIJAGEN, 5 December 1890, Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. In de Schager Courant van Donderdag 21 December 1865, lezen wij #J1. Maandag (18 December 1865) is de spoorweg Nieuwediep-Alkmaar feestelijk geopend geworden. Ten ongeveer 11 ure begaven zich D E. fiiliMDM'. Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM. 15. VIJFDE HOOFDSTUK. „Een vlinder fladdert om het licht." Alice zit met een weinig voorover gebogen bovenlijf en half geopende oogen, als wilde zij geen van Wesbergs woordeD zich ontgaan laten, en een uitdri kking van geluk verheldert haar gelaat, zij gevoelt dat hij de waarheid sproekt. Sedert den eersten dag hunner kennismaking heelt zij symphatie voor hem gevoeld. Zijn ern stige bedaarde houding, zijn karigheid met woor den hebben haar geprikkeld, zij heeft niet onbe proefd gelaten, hem een lachje, een goedkeurenden blik at te dringen, als hij haar bij viel, was zij blijde als een schoolkind, dat geprezen wordt, en in den tijd van hun gezamenlijke reis heeft zij geleerd, tot hem, wieDS degelijkheid zoo voordeelig uitblonk boven het wispelturig en zorgelooze karakter van haren man, met een geloovig vertrouwen op te zieu, voor hetwelk slechts eene kleine aanleiding noodig was, om in liefde te veranderen. En die aanleiding is nu gekomen. Zij ziet in hem niet meer den nauw- gezetlen vriend, maar den man, die haar het groote geschenk zijner liefde in den schoot geworpen heetten wien haar eigen hart juichend tegemoet vliegt. Wat heeft zij dan ook tot nu toe van liefde gewe ten? Gelijk een stijfhoofdig kind is zij met een man, die op haar een vluchtig welgevallen uitoefen de, getrouwd, omdat men zich tegen haar wil verzette, om daarna tot de ontdekking te komen, dat zij niet eens bij machte was, dezen man ook slechts een korten tijd te boeien, en dat haar prikkelbaar, licht ontvlambaar gemoed, hetwelk behoefte had aan een steuii, bij hem heel nog trooBt vond. Zeker, zij mag Hans nog altijd gaarne lijden, maar voor hem heelt nog uooit haar hart zoo stormachtig geslagen als dit nu geschiedde. „De gedachte, voor altijd vau u gescheiden te worden, u bepaald nimmer te zien, was voor mij onveidragelijk," herneemt Wesberg andermaal het woord, als gevoelde hij behoefte alles te biech ten. „Tegen mijne betere overtuiging in verzette ik mij niet, toen Herrling Hans overhaalde, zich bij onze onderneming aan te sluiten. Ik maakte mij wijs, dat ik uit belangstelling voor hem zoo handelde, uit galanterie jegens u, die den weusch had uitgesproken, dat bij een vast verblijf in Duitschland mocht kiezen, uit belangstelling voor de onderneming zelve, maar dat was een de liedertafel Eulerpe en de kinderen der zangschool Schagen, vooraf gegaan door een muziekcorps in plechtigen optocht naar het station gebouw, ten einde den feesttrein aldaar te ver welkomen, die ongeveer ten 11 Ys ure aankwam. Alstoen werden door de leden van mEuterpe" en de kinderen der zangschool eenige toepasselijke liederen gezongen, waarna de hoofdonderwijzer, (de heer J. H. W. Slangen) eene aanspraak hield, die door den Commissaris des Konings beantwoord werd, waarop de feesttrein zijn weg naar Alkmaar voortzette." Onze plaatsgenoot de heer J. Hoekstra is benoemd tot ambtenaar bij het Miuisteiie van Waterstaat, afdeeling Posterij. Lijst van brieveD, geadresseerd aan onbe kenden in de 2e helft der maand Nov. 1890. Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestem, van Schagen, S. Besse, Alkmaar. Verzonden geweest naar Duitschland, n G. J. W. Kaul, Friesdorfh. Men meldt ons uit de Wieringer- waard Dinsdag 11. werd tot raadslid gekozen, de heer R. D. Kaan. Door de Vereenigiug „Veefonds" alhier werd in de plaats van den heer J. K. Kaan, tot leugen, want het geschiedde alleen uit een ellen dig egoïsme. Wij zouden ook zonder Hans, met een ander deelgenoot de zaak begonnen zijn; voor hem zeiven ware het misschien beter geweest, juist niet te Berlijn te blijven, en voor u insgelijks, maar ik verkreeg daardoor demoge lijkheid, roet u in dezelfde stad te wonen, u wtder te zien wanneer ik wilde. En toen ik nu bereikt had, hetgeen ik miste toen legde ik mij de zelfbeproeving op, verre van u te blijven. Ik gevoelde mijne standvastigheid niet opgewas sen tegen het aanhoudend gevaar. Ik leed, wanneer ik zag, dat andere in onbevangen ver trouwelijkheid met u verkeerden; ik had wel dengene willen weggooien, die het waagde, uw bami aan te raken. En daarbij rustte op mij de verplichting der dankbaarheid tegenover Hans en legde mij den zedeljjken dwang op, aan wel ken ik mij moest onderwerpen." „En aan mij dacht gij niot, mijn vriend?" zegt zij zacht. „Aan u Ja 1 Wist gij dan niet, dat ik dag aan dag te vergeefs op u gewacht heb Dat het mjj veel zielepijn heeft berokkend, te zien, boe gij u op een afstand van mi) hieldt, of mij ternauwernood een karig woord gundet, wanneer het toeval ons te zamen bracht „Niet verder, AliceOm Gods wil, waarheen dwalen wij af! Rechtvaardige hemel, gij bemint mjj „Wanneer dat liefde is, dat verlangen naar een woord, een blik, die vertoornde smait over de geringste miskenning - ja, dan bemin ik u Het is zeer stil in het salon, ook in de aan grenzende zaal, waar men niets anders hoort dan het zacht geschuifel der kaarten. Do twee men- schen daar bij de pianino kijken elkander met levende taal in de oogen, bedwelmd door een ongekend gevoel van geluk. „Wat moet er van worden?" vraagt Alice eindelijk, de handen tegen de slapen drukkende. „Mijn God, wat moet er van worden En hoog schaamrood overtoog zijn gelaat. „Vergeef mij," fluistert hij. „Ik beb mij laten medeslepen. Het mocht tusscben ons niet zoover komenmaar het was mijne schuld. De vlinder fladderde om het licht. Ik dank u voor het oogen- blik van geluk, hetwelk gij mij geschonken hebt, en ik bid u, vergeet, hetgeen ik u in een oogen- blik van waanzin geschonken heb „Hoe is dat mogelijk! Kunt gij een stroom gebieden, achterwaarts te vloeien „Dat niet, maar men kan hem door een dam, welken men opricht, in andere, kalmer beddingen geleiden. Er is voor ons slechts een weg scheiding haren Secretaris—Penningmeester benoemd, de heer R. C. Blaauicboer. De Wieriugerwaarder IJsclub benoemde in hare d. d. gehouden vergadering, tot voorzitter, den heer Jb. Zijp en tot vice— voorzitter, den heer R. D. Kaan. Tevens besloot zij Zondag 14 December, dus morgen, een wedstrijd te doen honden in Schoon- r'J .1 door paren, boven 16 jaar. Donderdag had de overtocht van Tessel naar Helder met de ijsvlet plaats, door dien de stoomboot niet meer door het ijs kon slaan. Zoover het oog reikt, is in oostelijke richting de zee met ijs bedekt. Van treiu 107 der Holl. Yz. Spoorweg maatschappij is gisterenmorgen tusschen Noord- scharwonde en Schagen de achterste goederen wagen ontspoord, zonder evenwel ouge- lukken te veroorzaken. Alleen is trein 112 hierdoor vertraagd. Voor de Nieuwjaarsbedeeling te Purme- rend is langs de huizen der ingezetenen eene som van f 500 opgehaald met 118 roggebroo- den. Evenals vroeger zal het geld besleed wor den tot uitdeeliug van levensmiddelen en braudstotfen. Zaterdagavond j.1. kreeg de arbeider K., te Purmerland, bezoek. Een man, die, naar hij zeide, kort geleden aan het spoor was geplaatst en Vau „Wij zullen beiden daarvan het slachtoffer worden." „Dat mag zoo zijn! Liever dood dan eerloos De jonge vrouw leunt bleek en roerloos in haar stoel en is niet in staat van hem afscheid te nemen, noch een enkel wooidop zijne verkla ring te antwoorden. In dit oogonblik worden de stoelen in de aangrenzende kamer ter zijde gesehoven. Er wordt over en weer door elkander gesproken. De heeren maken de rekening op. Goud en banknooten worden over de tafel gewor pen, ook geschreven briefjes, vau welke het grootste deel het Unndschritt bevatte van den heer des huizes; daarna komt Hans in het salon. Hij heott sterk verloren, en het ging om groote sommen, maar zijn hoogrood gekleurd gelaat draagt nu weder de joviale en zorgelooze uit drukking als altijd. „Dat is zeer vriendelijk van u, dat gij nog gewacht hebt," zegt hij, zijn arm vriendschappe lijk vertrouwelijk in de zijne stekende. „Op u kan men zich altijd verlaten. Ik zou gaarne nog een particulier zaakje met u hespre ken." Terzelfder tijd deed baron Lindmar in het boudoir zijner eehtgenoote, waar hij deze nog op vond en bezig met schrijven, verslag van hot zooeven gehouden leest bij de Eiseurotts. „Hebt gij u goed vermaakt, liefste vraagt zij, vriendelijk en verstrooid hem aanziende. „Uitstekend 1" antwoordt hij. „Maar het is mij toch aangenaam, dat gij er niet waart. Gij zoudt behalve de vrouw des huizes de eenige dame geweest zijn, en de jonge vrouw van Eiseurott heeft iets zoo vrijpostig, in het oogvallende in haar houding, dat gij er u onaangenaam door getroffen zoudt hebben gevoeld. De zeden van ons land zijn haar vreemd, aan den gebeelen indruk, welke men daar in huis krijgt, moet men zich eerst gewennen, en voor alle gevallen is bet mij aangenaam, wanneer gij daar niet verkeert." ZESDE HOOFDSTUK. Een verdachte vriendschap. Alleen altijd alleen! Alice staat bj het venster en kjkt naar het wintertafreel in de straat. Kleine sneeuwvlokjes dwarrelen neder, op de daken een dun wit kleed vormende, doch bljft op de straat slechts een oogenblik liggen, om dan de massa slijk te ver- meerdeieu, waarmede de stiaat is bedekt. Tram wagens, omnibussen en rijtuigen van allerlei soort jagen rusteloos met klokgebengel en dof gerol door elkaar, en vormen een scberpe tegenstelling met de ongezellige stilte in het schemerig ver trek. Schaïk heett.e,zocht een kosthuis. Zijne ouders, die op dePnns Hendrikkade te Amsterdam woonden, zouden hem Dinsdag zijne kist met kleerett enz. zenden. Men werd het over de voorwaarden spoe dig eens; de nieuwe spoorwegbeambte zou bij K. in den kost blijven en liet zich hel intus- sehen opgedragen eten goed smaken. Den ge- heelen Zondag bleef mijnheer achter de kachel zitten, om Maandag ochtend, naar het heette, naar het werk te gaan. K. wacht echter tot nu toe te vergeefs op zijnen kostganger en een paar nieuwe laarzen, dat hij hem geleend had. Het bleek al spoedig, dat de directie van het spoor geen nieuwen beambte had aangesteld. Naar zijnen tongval te oordeelen, komt de be drieger uit Gelderland. Een der spicringvisschers op de Zuiderzee liep in eeu bijt, door eeu ander ge hakt, zonder dat het bemerkt werdt. Zijn lijk werd later gevonden. Zijn zoontje had zoo lang den vader gezocht dat hij geheel verkleumd op het ijs was neergevallen. Men wanhoopt aan het behoud van zijn leven. In het Diakoniehuis te Monnikendam, ontstond Donderdagnacht een begin van brand. Den vorigen avond had het bestuur in eene der benedenkamers vergaderd, bij welke gelegenheid vermoedelijk een vonk in den turtbak is terecht gekomen. Om halféén was de conciërge nog in die kamer geweest en had niets bemerkt. De jonge vrouw rilt en huivert niettegenstaande hut lustig brandend haardvuur en de warme zijden kamerjapon, die in zachte plooien hare gestalte omgeeft. Geen uitzicht, dat eenige be zoeker bij dit winterweder hierheen zal dwalen, en toch is Alice zoo ongaarne met hare gedach ten alleen, want deze zijn zelden van opgeruim- den aard. Sedert die avondpartij bij haar aan huis, is het leven voor haar even grauw en kleurloos geworden als het Februari-weder daarbuiten. Zij beeft Wesberg sedert dien avond niet weder gezieu. Hans heelt hem eenmaal uitgenoodigd te dineeren, maar hij bedankte. Zij gevoelt^ dat hij gelijk heelt, dat deze volstrekte verwijdering voor hen beiden de eenige weg is, op welken zij tot rust en nadenken kunnen komen, en al zijn er ook uren, in welke zij op hem boos is, zoo is zij hem toch in h3ar hart dankbaar, dat hij met zijne zeltbeheersching haar den weg voorteekeut, welken zij te gaan heeft. Zij heelt in het schuldgevoel tegenover haar man getracht, voor hem eeuo toegevende, lieftal lige lt veiisgezellin te zijnzij heeft beproefd bem door een aangenaam onderhoud aan huis en aan zich te binden, maar hij heelt er ternauwer nood acht op geslagen. Somwijle» echter klopte hij baar goedhartig lachende op den schouder en verzocht haar, zich in generlei opzicht zijnent wille te geneeren, maar zich het loveu zoo aangenaam mogelijk te maken, en dan bad zij zich telkenmale weder ontnuchterd en ontmoedigd gevoeld. Daarbij kwam nog dat zij slechte tijdingen had ontvangen uit haar geboorteland. Haar moeder schroei haar herhaaldelijk, dut zij geldelijk groote verliezen geleden had en gedwong en was, zich de grootste be/.uinigingen op te leggen. Aan een verder uitbetalen van de gewoon lijke toelage viel onder deze omstandigheden niet te denken zij mocht nog blijde zijn, dat het vaderlijk erfdeel der dochter bij haar huwe lijk uit de zaak getrokken en haar uitbetaald was geworden; zoo was tenminste baar toe komst verzekerd. Alice had Hans dezen brief voorgelegd, bij las hem vluchtig, haalde de schouders op en sprak een paar woorden van deelneming, maar bij dacht er niot aan, zijn huis voor zijn schoonmoeder open te zetten, noch gaf bij eenige opheldering, wan neer zijne vrouw hem vroeg naar hun eigen geldelijke aangelegenheden. „Maak u toch niet het hoofd warm o* er zulke dingen, beste kiud," zeide hij dan wel. „Een deel van uw ver<> ogen is immers goed belegd in de „Nieuwe duitsebe pers." Gij kont toch onmogelijk vau eiken gulden, welken ik uitgee', rekenschap verlangen, evenmin als ik uwe uitgaven narekon

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1