Donderdag, 1 Januari 1891.
35ste Jaargang. ITo. 2468.
II
ÏBlIIIU M.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: Laan, B, 4.
een te Schagen,
ïkendmakingen.
kt wezen te Schagen.
'an A. VON KLttCKOWSTRöM.
1 8 90. - 1 89 1.
B i s ra a r c k, de groote kanselier, die de
marionetten van het Europeesch—Staatstooneel
naar hartelust en willekeur liet dansen, hij
is getuimeld en verloor in zijn verzet veel van
zijne grootheid.
Binnenlandsch Nieuws,
Schagen, 31 Dec. 1890.
i
Mnrtotif- L
verschijnt tweemaal per -week: Woenadar- Zater-
ad. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INDEN STOKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 8.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÉN van 1 tot B regels f0.26; iedere regel meer B ets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
leesteren Wethouders van Schagen bren-
lgemeene kennis
Raad dier gemeente, naar aanleiding
omen klachten omtrent willekeurige toe-
ip de weekmarkten aldaar, aan bepaalde
van de schapenhokken, welke geacht
p het Marktveld de beste standplaats
en mitsdien van bevoorrechting, in
de bestaande vnorschrilten, van der
iktbezoeker boven den ander, in zijne
'tg van 3 December beeft bepaald
ir de schapenhokken zal, gedurende het
wekelijks, in het waaggebouw, ten
van den marktmeester, eene loling
ihouden, en wel, daags vóór lederen
das namiddags ten zes ure.
de loting moet door de gegadigden per-
f bij gemachtigde worden deelgenomen
re van het getal hekken waarvoor zij
deel te nemen.
loting wordt in dier voege geregeld, dat
nemer, naar gelang van bet door hem
nummer, de vrije keuze heeft, wat
plaats die hij met zijne opgegeven
ltijd naast elkander) wenscht in te ne-
verschuldigde belasting, ad .20 cents per
onmiddellijk na de loting, aan den
irsoonlijk of bijgemaehtigde tegenwoor-
hter worden voldaan. Geschiedt zulks
behoudt laatstgsnoende over die hokken
vrije besclnkkiug.
bij loting verkregen lokken, mogen door
wienze zijn toegewezen, niet aan een an-
'n overgedaan.
eester en Wethouders wijzen er ten
dat ten aanzien vai de hokken, welke
len loting vrij zijn gibleven, de bestaan-
ïriften van kracht tlijven, en dat der-
r eerstkomende het recht heeft, in te
i
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Ite roode Donino.
taef alleen achter. Eet was haar, na
^oud met Hans, tot itikkens benauwd,
dat Hans het huis erlaat, zonder bet
1 waard te achten, en woord van ver
spreken, en aan he drittig toeslaan
i ontwaart zij, dat hj in hot ongnn-
1 leur baar verlaat, hbt saamgetrokken
en staat zij bij het venster en kiikt
bij in een buurijtuig springt en
Moet zij nog langer a slaafsche aihan-
by dezeu man blij va, voor wien zij
le noch achting meff gevoelt Wie,
rerhouding kent, ^ou het haar euvel
anneer zi) een scheidiig van hem tot
s nitlokt en zieh metde rest van baar
redt
-dt gescheld. De bediede treedt binneD
of mijnheer de baon bij mevrouw
rheer Wesberg meldd zich aanmijn-
aron had hem gezegd dat hij tegen dit
zou zjjn.
egeelt zich weder in de kamer. Een
ige gloed stijgt haar >p bet gelaat,
aan moet de afspraak ergeten hebben,"
met bevende stem. ,L»at mijnheer
binnen. Misschien is fet iets, wat ik
n."
m slechte tooneelspelster. Wesbeig
>n eersten blik, dat eriets is voorge
it oogenblik staan zij prakeloos tegen-
er, alleen bare blik cbijnt hartstoch-
ragen: „Bemint gij mj nog? Is het
ons nog bij het oude Daarop zegt
:n zenuwachtig schoudqopbalon
aan een keerpunt in mjn leven."
J u overkomen
n dit leven niet lanfr verdragen
ut, de handen wringede en in een
nemen en te gebruiken, de hokken welke open
zjjn, en die hij noodig heeft, en noodigen mits
dien de marktbezoekers dringend uit, van iedere
onbilljjkheid, van iedere onvoegzame behandeling
of van eenige van het hiervoren staande afwijkend-
daad, door de pachters der marktgelden enz. of
door hunne adsistenten jegens ben gepleegd, ter
gemeentesecretarie kennis te geven, zullende als
dan een gestreng onderzoek worden ingesteld, en,
worden de klachten gegrond bevonden, de pach
ters, voor zooverre hunne handelingen in strijd
zijn met de bestaande voorschriften, worden be
boet, en, gelden de klafrhten de adsistenten, deze
onmiddellijk worden ontslagen.
Schagen, den 19en December 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
Het heden en het verleden reiken elkaar de
hand en weldra behoort het heden tot het
verleden.
Dat verleden, het jaar 1890, zal voor velen
zoowel in het maatschappelijk als in het hui
selijk leven pijnlijke herinneringen achterlaten.
1890 is ronduit een ongeluksjaar geweest voor
heel de wereld en kenmerkt zich door ont
zettende en talrijke rampen.
Als de eerste noemen wij de Influenza, eigen
lik nog eene noodlottige nalatenschap van
1389, voor ons land in '90 evenwel een ware
paag, die. duizenden van menscheu allerwege
ten doode doemde en even zoovele huisgezinnen
in diepen rouw dompelde.
Plaatselijke rampen als de brand te Laeken,
zeerampen op onze Westkust, branden, spoor
wegongelukken, ontploffingen en dergelijke, zijn
nog al aanzienlijk geweest in aantal.
De Nona of slaapziekte, koos hier en daar
haar slachtoffer.
stoel vallende, terwijl haar de tranen in de
oogen springen. .Wat heb ik toch misdaan, dat
ik als een galeislaaf aan de ketting gekluisterd
moet blijven, welke ik in lichtzinnig onverstand
mij aanlegde, zonder te weten, wat dat inhad
„Zyt gij ongelukkig?"
.Kunt gij dat nog vragen Wat voor een
leven lijd ik dan Ik was verweDd door liefde
en teederheid, toen ik trouwde. Ik geloofde, dat
de wereld voor mij open stond. Ik gelooide, dat
ik de gave bezat, de harten der menschen te
minnen. En wat is er van mij geworden
Een verlaten, verkeerd beoordeelde, door haren
man veronachtzaamde vrouw, die geeu mensche-
lijk wezen beeft, die baar vriendschappelijke sym
pathie betoont, geen vriendenhand, welk haar
wordt toegestoken, geen mensch, die medelijdend
tot haar zal zeggen: ,kom, gij arm, jong, oner
varen wezeD, ik begrijp uw haitstochtelijk smach
ten naar een weinig geluk, ik wil u ten steun
zijn, opdat gij met uw hartstochtelijke, miskende
en gegriefde natuur, niet ten gronde gaat.' Ik
ben alleen, geheel alleen. Daar is niemand, die
naar mij vraagt."
.Alice,4 roept hij vertwijfeld nit, weet gij dan
niet, dat mij de handen gebonden zijn Het
verscheurt mij het hart, u zoo te booren spreken
en u niet in mijne armen te mogen sluiten. Hoe
gaarne zou ik uw vriend, nw steun in het leven
zijn, maar ik kan niet, ik kan niet I Ik ken
mij zeiven de kracht en de zelfbeheersching daar
voor Diet toe. Gij zijt de vrouw van mijn vriend,
en ik ben door eer en geweten tegenover hem
gebonden.4
.Ja, zegt zij bitter. .En daarom moet ik maar
ten gronde gaan. Mijn man heeft mij zedelijk in
het gelaat geslagenhij erkent den band, door
welken ik mij met hem verbonden moet beschou
wen, voor zich Diet meerwij zijn geesteljjk
van elkander losgemaakt, en toch wil hij mij de
vrijheid niet teruggeven, naar welke ik verlang.
Zijn belang eischte het, dat ik voor de wereld
naast hem blijf. En ik, die door deze boeien
zwaar gewond ben, die mijne handen hulpeloos
uitstrek tot den eenige- vriend, die mij verstaat,
en hem zou willen smeekenmaak mij vrij
ik moet mij met een stroopop van eer en gewe-
De Cholera gaf in hevigheid en uitgebreid
heid de influenza al weinig toe en sneed ins
gelijks duizenden menschenlevens af.
Op politiek gebied bood 1890 evenzeer een
reeks van teleurstellingen.
De Hongaarsche minister-president K o 1 o-
m a n i s z a moest eveneens gedwongen af
treden; doch week Bismarck voor de keizer,
Tisza moest reven voor eene onverzoenlijke op
positie.
In Spanje werd het hoofd der liberale partij,
S a g a s t a dank zij de politieke en hofintri-
gues der conservatieven den voet gelicht.
En om het klaverblad van vier vol te ma
ken, herinneren wij aan den Beierschen minis
ter-president, v o n L t z, die gelijk het
heette zijn ontslag nam wegens gezondheids
redenen, doch wiens aftreden algemeen werd
beschouwd als zijnde een nasleep van Bis-
mark's val.
Ofschoon geen gevallen ministers, is 1890
nog mede getuige geweest van den val van
andere politieke grootheden, als van den on-
verzoenlijken jodeuvervolger, den Duitschen
exhofprediker Stöcker. Verder de treurige lijdens
geschiedenis van het Iersche Volk en zijn
Home Ru/ehetwelk in het zedelijk onvoldoend
gedrag van zijn leider P a r n e 11 dezer dagen
eeu geduchten nederlaag leed.
Met betrekking tot ons land, heeft 1890
ons zwaar getroffen in den dood van onzen
laatsten Vorst uit het Oranje-Huis.
Wat aangaat onze staats—huishouding wijst
1890 op tal van teleurstellingen, door onze
„Christelijke" regeering in velerlei opzichten aan
land en volk bereid.
ten tevreden stellen en op zijde laten dringen.4
Wesberg's bloed geraakt langzamerhand in
gesting. Het zien harer bleeke lieftalligheid en
het bewustzijn, zich met haar alleen te bevinden,
doet hem zijne kulme bezonnenheid verliezen.
„Zoo niet, zoo niet smeekt hij op half gedemp-
ten toon. .Heb toch medelijden met mij Ik
kan het niet verdragon, u zoo te hooren spreken."
Zij heit haar verlokkend schoon gelaat lang
zaam tot hem op en laat haar gloeienden blik
rusten in den zijne.
„Hebt gij medelijden met mij
Hij is voor haar op de knieën gezonken en
heeft baar stormachtig in zijn armen gesloten.
Het bruischt en suist hem in de ooren en de
stem van zijn versland wordt daardoor verdoofd.
Zijn mond zoekt den bare met brand, nde kussen
en afgebroken woorden van teederheid komen
over zijn lippen.
„Ik ben te gelukkigfluistert zij, met de
slanke, zachto handen zijn hoofd omvatlende.
„Dit oogenblik alleen is het waard, daarvoor
geleefd te hebben Ik kan nu de geheele wereld
het hoofd bieden, want ik ben nu niet meer
alleenik heb u, gij zult mij beschermen."
Ilij laat baar plotseling los. Hij drukt zyn hoofd
tegen haar knie en slaakte een diepe zucht, die
veel gelijkt op gekreun.
„Hoe kon ik zoo iets doenVergeef mijIk
had verstand voor ons beiden moeten hebben,
want na dit oogenblik van geluk zal ons het
leven dubbel woest en rampzalig toeschijnen."
„Gij wilt toch niet daarmede zeggen, dat wij
acdermaal moeten scheiden roept zij angstig
uit en beft zijn hoofd met beide banden omboog,
teneinde op zijn gelaat te lezen.
„Myn arme lieveling, bet moet zoo zijn. Het
was een ongelukkig noodlot, hetwelk ons te
zamen bracht eu onze harten vcreenigde, daar
tusschen ous toch een onoverkomenlijke scheids
muur staat, dien ik nimmer overklimmen kan,
nimmer."
,Gy kunt, gij moogt mij niet weder verlaten.
Neem mij met u, laat mij niet hier alleen zal
een schim, een denkbeeldig iets in staat zijn,
twee menschen, die voor elkander bestemd zijn, I
die elkander echter te laat leerden kennen, voor
Zullen de kiezers in 1890 droevige ervaring
genoeg hebben opgedaan, om een einde te
willen maken aan een partij-monster, hetwelk
Nederland op den duur ten onder moet brengen
Wat is er gedaan voor algemeenen dienstplicht
voor belasting op geldbezitvoor handel en
nijverheidWie kan er iets van belang aau-
toonen
1891, moge ons in voorspoed en welvaart
vergoeden, wat zijn voorganger ons heeft ont
houden, zoowel in het maatschappelijke als in
het particuliere leven.
De gebruikelijke, maar daarom niet minder
ware wensch Veel Heil en Zegen, moge in
1891 in ruimere mate in vervulling kome.
De bijzondere collecte, door de Diaconie
onlangs te Schagen gehouden, heeft opge
bracht 240 gulden. De gewone collecte bracht
op f 400, welk bedrag heden in levensmiddelen
en brandstoffen aan de behoeftige gezinnen zal
worden uitgereikt. Met liet oog op dezen buiten
gewonen strengen winter en de Zeer groote be
hoefte, stelleu de Diakenen zich voor, over enkele
weken nogmaals eene collecte te houden.
Bij het correspondentschap der Neder-
landsche bank werd over het at'geloopen jaar
het volgende verwisseld:
690005 aan bankbiljetten tegen bankbiljetten,
f 199660 aan bankbiljetten tegen specie,
f 127120 aan specie tegen bankbiljetten.
Op 27 December 1.1. zijn tot leden van
het bestuur voor den polder Valkoog herkozen
de heer W. Govers Sr., als lid van het Dage-
lijksch bestuur en de heer K. de Groot als
Flootdingeland.
altijd te scheidon
„Ach, belaas, het is zoo!"
„Wanneer gij mij opoffert aan nw overdreven
eergevoel, dan ga ik ten gronde. Hans zal en
moet in een scheiding bewilligen."
Wesberg staat nn recht op, en zij is voor
bem op de knieën gezonken, houdt zijne handen
krampachtig vast en bedekt die met kussen.
Haar hartstochtelijk gestel is ten diepste geschokt.
Zij bedient zich van de Spaansche taal, de taal
harer moeder, welke taal Wesberg, gelijk zij
weet, zeer goed verstaat, en hare stem klinkt
betooverend schooD.
Met een vrij ruwe beweging maakt hij zijne
handen uit de haren los.
„Het is onmogelijk; aan dure verplichtingen
mag men zich niet ontirekkeo. Gij hebt uwen
man trouw gezworen, en er zullen tijden komen,
in welke hij u uoodig heett en in welke het uw
plicht is, hem ter zyde te staan. Maar ik zal
nimmer den man, wien ik het leien beb te
danken, zijn vrouw ontrooien. Ik kan en mag
het niet; ik zou een schurk zijn, als ik het «jeed.
Alleen zijn dood zal den scheidsmuur tusschen
ons wegnemen."
„Is dat uw laatste woord
„Maak het mij toch niet zoo vreeselijk zwaar
smeekte hjj haar ontwijkend.
„Ga!" roept zij heftig uit. „Wat blijft gij nog
hier, daar gij toch voor mij niets gevoelt 1"
„Alice 1"
„Ga, zeg ik! Uw aanblik wordt voor mij eeno
kwelling. En wanneer ik eenmaal schipbreak heb
geleden, moogt gij u zeiven verwijten, dat gij
mij hadt kunnen redden en het niet gedaan hebt.*
Hij brengt bare handen nog eenmaal aan zijne
lippen, nog eenmaal smeeken zijne oogen om
vergiffenis, doch hij ontvangt geen antwoord-;
daarop gaat hij heen. Maar zij blijft als genageld
aan den grond staan, den strakken blik vol eer
twijfeling gericht houdende op de deur, die achter
Wesberg in het slot viel. Zij wilde bem terug
roepen, zijne vergiffenis afsmeeken, maar het is
alles uit; zij weet, dat zij zijn besluit nimmer
meer aan 't wankelen kan brengen, en bet is
haar, alsof een kille hand verstijvend langs haar
hart strijkt. HORDT VERVOLGD-