Uit en voor de Pers. het ijs werden verhindeid zee te kiezen, moesten de reddingsboot en de reddingsvlet van de N. e°. reddingmaatschappij, van den zee dijk te water gelaten, naar de strandingplaats worden geroeid, wat wegens het vele en zware drijfijs en door de hevige branding van de red ders reuzenkrachten eischte. Gelukkig bereikte men echter met veel inspanning het schip en slaagde men er in de geheele equipage, bestaande uit 21 koppen, te redden. Te Nieuwediep aan komende, werden redders cn gered.deu daar door eene groote menigte met geestdrift ontvaugeu. De Elstow zal vermoedelijk verloren zijn. Op Terschelling bad men van 21 December tot 8 Januari 11. brieven noch couran ten ontvangen. [j Oterleek. Op een request aan den ge meenteraad van Oterleek, onderteekend door 38 belastingbetalende ingezetenen, waarbij de plaat sing van eene lantaarn verzocht werd voor het huis van den doctor F. van Leijden, is tot veler leedwezen afwijzend beschikt. Afgaande op het feit dat de gemeente—omslag hier gering is, hadden requestranten zich met een gnnstigen afloop gevleid. Veiligheidshalve - was de plaatsing der lantaarn ten zeerste ge- wenscht. Te Enschede bestaat het plan om in de maand Juni a. s. een driedaagsch mu ziekfeest te houden met medewerking van vele Twentsche muziek- en zangvereenigingen. Voor de Rechtbank te Dordrecht had zich te verantwoorden een 10-jarige knaap uit Strijen, beklaagd van bedelarij. Uit het verhoor bleek, dat er diepe ellende in het gezin van bekl. h e e r s c h t edat hij met 4 zijner broertjes en zusjes reeds maanden zonder woning is, en van den burgemeester toestemming heeft om den nacht door te brengen in het voormalige huis van bewaring, en dat zij in dit barre jaargetijde zich bij het vunr in een smederij mogen komen verwarmen. De vader en de oudste zoon zitten wegens diefstal van ooft in de gevangenis. Het O. M. vroeg ontslag van rechtsvervolging en opzending van den ongelukkigen knaap naar een opvoedingsgesticht, totdat hij zijn 18e jaar zal bereikt hebben. In de gemeente Gaasterland (Fr.) heeft het Woensdag vrij sterk geonweerd. De bliksem stralen volgden snel op elkander en werden gevolgd door harde donderslagen. Het onweer duurde van ongeveer half zes tot zes uur in den ochtend. De Arnh. Ct. deelt mede: „Voor eenige weken had een veehandelaar de onvoorzichtigheid een aantal levende kalveren ter verzending aan de spoor wegmaat schappij en toe te vertrouwen. Er werd een waggon mede gevuld en deze in een trein ge schakeld. De waggon bleef zoolaug onderweg voor bij zijne bestemming bereikte, dat eenige dieren bezweken. De Maatschappij is thans in rechten aange sproken. Een ander handelaar verzond bestelde goederen. Eenige dagen later kreeg hij een adviesbrief dat er een waggon goederen voor hem was aange komen. Hij was niets wachtende en toen hij aan het station een onderzoek instelde bleek het, dat het zijne eigene goederen waren. Het adres was zoek geraakt." In politieke kringen te Berlijn wordt verteld, dat keizer Wilhelm bij het bezoek, dit jaar door t hem aan Engeland te brengen, wat waarschijnelijk reeds in het voorjaar het geval zal zijn, op zijn reis daarheen ook het Neder- landsch Koninklijk Hof bezoeken zou. De ge zondheidstoestand van wijlen Willem 111 be lette tot dusverre deze beleefdheid des keizers, terwijl de veranderde omstandigheden thans eene, zij het ook slechts korteontmoeting met de Koningin-Weduwe zouden gedoogen. Vanwege den stadsreinigingsdienst te Am sterdam werden gisteren tot opruiming van de sneeuw 1600 losse arbeiders in dienst genomen. Te Ambij (Limburg) wordt, naar de N. R. CL meldt, door een ouderwijzer privaat- onderwijs geven a3 cent zegge drie centen per uur. Tengevolge van gebrek aan conducteurs, worden door de Staatsspoorweg-mij. sollicitanten, en in hoofdzaak gepasporteerde onderofficieren, voor die betrekking opgeroepen. {Avondpost.) Kort vóór den in den nacht van 8 op 9 November jl. op den kleermaker Gtrard Huls mans te Gennep gepleegden moord, heeft een onbekende man aan eene vrouw te Hommers gevraagd, of zij nabij Gennep niet een kleer maker wist te wonen, „die er nogal goed in zat." Op haar bevestigend antwoord moet hij verder hebben laten volger, dat hij daar eens heen wilde gaan om te zien, zijn geld los te krijgen, wart dat zou, dacht hem, wel gemak- lijk gaan. Toen nu een dag later G. Huls man met op den rug gebonden handen pntwee doodelijke messteken op den vloer zijner woning werd aangetroffen, was dadelijk bij bedoelde vrouw het vermoeden gerezen dat die onl>ekende wel de dader zou kannen zijn. Dit vermoeden is thans bevestigd. De vronw heeft in den beruchten, thaus te Maastricht voor andere misdaden, in hechtenis zijnden Hendrik Leu- nissen den persoon herkend, die haar vroeger zijn voornemen, om G. Hulsmans te bestelen, had kenbaar gemaakt. Van eenige schuiten, die beoosten het Nieuwe schild op T e s s e 1, tegen den dijk lagen gemeerd, zijn er twee door het ijs boven op de kruin van den zeedijk gekruid. Het zal groote moeite kosttn de vaartuigen later weer in vlot water te brengen. Uit Harlingen wordt van 15 Januari gemeld: Al het zich in zee bevindende ijs is zoover fichlbaar, drijvende, en kruit aan de Noordzijde der stad tot bergen op. Van de elf bakens, die op den stroomlcidenden dam stonden, is nog slechts één staande gebleven, terwijl de andere door ijsgang reeds weggeschoven en verdwenen zijn. Achter den stroomleidenden dam was heden het vaarwater vrij van ijs. In den nacht van den 14 werden op de Hondssche Zeewering, bij P e tt e n, de golfbre kers voor een groot deel afgebroken. Andere schade werd tot nog toe niet ontdekt. Er bevindt zich eene enorme ijsmassa op genoemde zee wering. Verleden week hebben meer Jan v ij f- tien duizend personen het eiland Marken bezocht. Aangaande den tocht over het ijs der Zuiderzee, door een 7-tal wakkere mannen van Stavoren naar Enkhuizen ondernomen, kan het volgende worden berichtMaandag 12 Jan. zijn zij 's morgens 7.40 op reis gegaan, eerst Zuidwaarts op tot Laaxem vandaar, met mist en dooiweer, Z. ten W. tot onder de Noord- Hollandsche kust.- toen verder, richting N.W., tot zij die kust bereikten tusschen Enkhuizen en de Ven, en langs de kust loopend, tot Eukhuizen, waar zij 's middags 2,30 zijn aan gekomen. Te Enkhuizen viel hun eene vriende lijke ontvangst te beurt, en brachten zij een genoegelijken avond door. Dinsdag ochtend 13 Jan. hebben zij om 7. 37 den terugtocht aanvaard, richting nemende O.N.O., en omstreeks 12 uur zijn zij behouden weer thuisgekomen. Zij verklaren, dat bet ijs in de Zuiderzee overal vastzit en, volgens gedane opnemingen, eene dikte heelt van minstens 30 centimeter, op soin mige plaatsen was het 60 centimeter, zelfs 1 meter en meer dik. Slechts ééue scheur, 10 centimeter wijd, hebben zij aangetroffen, en daar was het ijs ongeveer 50 60 centimeter dik. Verscheideu hoogten van opgeschoven ijs hebben zij op hun tocht ontmoet, tot eene hoogte van ongeveer 7 a 8 meter. Aangaande den toestand van het ijsveld, dat zij zijn overgetrokken, verklaren zij dat indien de dooi twee dagen aanhoudt, en het dan weer begint te vriezea, de Zuiderzee tusschen Stavoren en Enkhuizen op schaatsen en met arresleden berijdbaar zal zijn. Uit Strijensas wordt gemeld Donderdag nacht is het grootste gedeelte van het ijs op het Hollandsch Diep door het hooge water los geraakt en weggedreven. Om een denkbeeld te geven van de dikte van het ijs, kan dienen, dat door hel hooge water hier ijsschollen op den oever zijn gedreven, die eene dikte van 1.25 meter hadden. Ongeveer s/4 van het Hollandsche Diep ver toont thaus blank water, en ook de baan voor schaatsenrijders is opgeruimd. Een tooneel van schromelijke verwarring en ellende is Woensdag avond en Donderdag nacht te Oostendijk, gemeente Andijk, door het ijs veroorzaakt. Tengevolge van den harden wind was het ijs in zee losgeraakt en aan het schuiven gegaan, en is het op en over den zeedijk gekomen. De weg over den zeedijk is van de Ven tot de openbare school met ijsschot- sen versperd, waaronder ter dikte van 80 centi meter. Het schoolgebouw is als in elkander gedrukt, terwijl de ijsschotsen in het gebouw liggen. De onderwijzerswoning aan het school gebouw verbonden is als door een wonder behouden gebleven. De ijsschollen liggen opge stapeld tegen deur en vensters, maar geen glasruit is gebroken. De woning van den smid, kort daarbij gelegen, is vernietigd door het ijs, en terwijl de bewoners der smederij nog niet naar bed waren, en de kachel en lamp nog brandden, is in dat huis brand ontstaan, zoodat vau die woning niets is overgebleven. Een win kelhuisje daarnaast is ook grootendeels verwoest en onbewoonbaar geworden. Tal van arbeiders zijn thans aan het oprui men van het ijs bezig. Men schrijft van Terschelling dd. 8 Ja nuari aan het Handelsblad: Heden kwam hier eene ijsvlet aan van Vlieland met brieven en couranten van den 28 Dec. tot den 3. Jan. Verscheidene malen is de postschipper Klijn van hier inet vlet over geweest, doch eerst nu kon hij terugkeeren met ec-ne buitengewone vracht. Hel is te wenschen, dat het ijs wat spoedig opruim», want nu reeds zat men hier vijf dagen zonder brcod, daar de bakkers niet konden bakken. Velen moesten zich behelpen met gort, pannekoeken, grove koeken enz. voor ontbijt. De koude was ongekend felde behoefte steeg met den dag, zoodat eene extra-gift voor de mindergegoeden noodig werd. Door eene commissie werd f 272,50 iugezameld en ecu gedeelte van dat bedrag werd uitgegeven in bons voor voedinssmiddelen. Geheel ongedacht ontving de commissie per telegram het bericht eener bijdiage van f300 Dat geschenk was welkom, want voor velen is er al in weken niets te verdienen geweest en zij, die anders reeds naar zee waren gegaan, kunnen door het dit eiland niet verlaten. Dat ijs is in de haven op enkele plaatsen 4 voet dik, en de jongens liepen voor den steven van de booten, toen deze gisteren beproefden het ijs in stukken te slaan. Wel lijden de menscheu hier nog geen gebrek in de uitge strekte beteekenis van het woord, maar aan vele artikelen bestaat reeds behoefte. Zoo wor den de straatlantarens niet meer aangestoken om de olie te rekken; in de winkels krijgt men slechts een gedeelte van hetgeen men wenscht, opdat ieder een weinig kan krijgen, en om nu de maat vol te maken, zijn van vele luidjes de aardappelen en groenten bevro ren. Zoo ver het oog reikt, is het een ijsveld, en aan het Noordzeestrand liggen de ijsschollen in twee evenwijdige rijen als kleine duinen opgehoopt. De vreemdelingen en schipbreukelingen, die hier opgehouden worden, hebben, eene goede verpleging in hunne logementen, doch ook zij moeten hun deel dragen in de algemeene nooden. En als wij hier nog lang zonder voldoende gemeenschap per boot of schuit met den vasten wal blijven, komt er zeer zeker gebrek aan zout, zeep, meel en dergelijke goederen. Een winter als deze heugt zelfs den oudsten bewoners niet. Het inkomen der kroon. De Arnh. Ct. bevat eenige opmerkingen over dit inkomen, zaoals dat bij het ontwerp wet van 28 December wordt voorgesteld. Schijnbaar zegt het blad, is het juist gelijk aan dat van wijlen den koning zooals dat bij de wet van 19 Aug. 1849 is vastgesteld. Maar men heeft bij de berekening ervan opge merkt, dat de opbrengsten der kroondomeinen van ruim vier tot ruim zes ton gestegen zijn. Bij de vaststelling van het inkomen in 1849 is als maatstaf aangenomen, dat het inkomen der kroon een inillioen gulden zou bedragen. „Door nu het inkomen uit de schatkist vast te stellen mede op zes ton," zegt de Arnh. Ct. „stelt de Regeering als geheel inkomen van de Kroon voor niet het millioen 's jaars, dat men in 1849 als voldoende aanmerkte, en dat ook nu wel voldoende zal zijn, maar f 1.200.000 of: twee ton per jaar meer. Zie daar dus feitelijk eene verhooging van twee ton 's jaars, die door geen enkel argument wordt gedekt of gesteund. Misschien bestaan daarvoor goede redenen, maar dan had de Memorie van Toelichting ze behooren mede te deelenwij kunnen ze vooralsnog niet bespeu ren. Integendeel gelooveu wij, dat de tegen woordige verhoudingen en toestanden, zoowel die in de maatschappij in het algemeen, als die betrekkelijk de schatkist in het bijzonder, eene goede aanleiding geven om juist dit cijter van Staatsuitgaven niet indirect te verhoogen. „Het geldt hier eene kiesche en teedere zaak, zal men zeggen; juist daarom is het ieders plicht om die onpartijdig en zonder schroom, noch valsche schaamte te beoordeelen." Loon. De betrekking van baan wachter op onze spoorwegen wordt voor een deel vervuld door vrouwen. Dezen moeten niet alleen bij dag, maar ook des nachts bewijs geven, dat zij op haar post zijn en als de nachtrein om drie of vier uur voorbij is, zorgen dat zij om zes of zeven uur weer present zijn. De nachtrust is dus verre van ongestoord en over dag wordt haar ook weinig tijd gelaten om te slapen. Welk weer het ook zijn moge, zij moeten haar huisje verlaten; vuur is er dus onmisbaar en het licht wordt er bijna niet uitgedoofd. Voor de waarneming van dat baantje wordt aan de wachteressen, meestal vrouwen van wegwerkers 25 cents daags betaald. Over de maand December ontvingen zij echter, omdat het zoo buitengewoon koud was, eene gratificatie van de Maatschappij, bedra gende 85 cents voor de 31 dagen. Dat is ruim twee en een halve cent daags omdat het zoo buitengewoon koud was! He liberale partij. De N. Rolt. Ct. bevat het volgende uittreksel van een bij den uitgever J. Miiller te Amsterdam verschenen staatkundig vlugschrift, getiteld De partijen in Nederland, zonder Daam van den schrijver, waarin men de hand herkent van iemand, die de gebeurtenissen volgt en dc toestanden kent, en die in het voeren van de pen bedreven is. Het grootste gedeelte van het betoog is besteed aan eene beschrijving van de gesteldheid onzer staatkundige partijen, met vooropstelling dat hare samenstelling „door en door ongezond" is. Het is dus eene ziektegeschiedenis. In de eerste plaats die der liberalen. Hunne verwording dagteekent van 1866, toen het tijdperk van ingrijpende hervormingen gesloten scheen, de reactie tegen 48 gebrokpn was, van Thorbecke geen krachtige drang tot scheppen meer uitging en het ministerie-Heemskerk optrad. Toen voegden conservatieven zich bij de liberalen, sommige omdat zij het niet langer schadelijk achtten, andere omdat zij afkeerig waren van bondgenootschap met de als staatkundige partij optredende Roomschen. Van toen af heeft de verdeelde liberale partij, oudanks de vooruit strevende kern die zij nog bevatte, niets gewich tige meer tot stand gebracht dan de schoolwet van 1878 en deze wet, „een slag in het aan gezicht der minderheid", wordt thans „door ieder onbevooroordeelde als eene politieke fout aangemerkt". De schuld van de verslapping der liberalen treft echter meer hunne vertegenwoordigers in de Kamer dan de vrijzinnige kiezers Door dezen werd herhaaldelijk nog liefde voor de beginselen getoond, een besef van de eischen die het staatkundig partijverband stelt. Door de kiezers j werden „onruststokers" uit de gelederden ver-f I wijderd. Door de kiezers werd nog in 1886 eene liberale meerderheid in de Kamer gebracht, die o diepe telem stelling bestendiging van het ministerie Heemskerk-Dutour teweeg bracht. Hierdoor is wèl de grondwetsherziening erlangd, inaar heeft tevens de liberale partij de vele fouten van dat ministerie op hare rekt' ning gekregen. De „ziektegeschiedenis" der Roomsche is alleen een aanduiding van de red waarom deze partij in protestant ;che krrYgen wantrouwen moet wekken. Over de .nti volutionaire partij blijft het bij de ouierking ij dat zij vele elementen van verdeeldhjd bevat I eene scherp geteekende linker- en rehterzijde, slechts voor het uitwendige bijengehouden door dr. Kuyper. j;jj Is het thans aan het roer zijnde ministerie „zuiver behoudend," van de partijen, welke het vertegenwoordigt, gaat geen drijfkracht tot 'i hervorming uit, dewijl tusschen haar over niet één principieel punt meer overeenstemming j bestaat. Aan de liberalen in de tegenwoordige Kamer komt de lof toe, dat zij op loyale wijze oppo sitie hebben gevoerd, maar daarmede is ook alles gezegd. „De zoogenaamde liberale partij is in de Tweede Kamer niets dan een illusie, een fantoom. Er zijn liberale leden, werkelijke en zoogenaamde, maar er is geen e partij, gereed de teugels van het bewind te aanvaardeni wanneer de kans der stembus keert." Op de „ziektegeschiedenis" volgt nu de „leefregel ter genezing." Voorop het recept: „onthoudt u van valsche leuzen en groote woorden." Vervolgens: „laat ieder der partijen in goed en rond Hollandsch verklaren wat zij verlangt. Laat de liberalen daarin het voorbeeld geven." i Hun „programma" kan niet twijfelachtig zijn. In de eerste plaats: „ruime uitbreiding der kiesbevoegdheid-" Ten tweede: herziening van het belastingstelsel in dezen geest „dat hel een progessief karakter erlange." Daaronder verstaat de schrijver het opnemen van eene rijks-inkomstenbelasting, opheffing* van den druk op de eerste levensbehoeften, en voorziening in den nood der gemeenten. Ten derdeeen legerinrichting, „gevestigd op het beginsel van den persoonlijken dienstplicht," en ondubbelzinnig uitdrukking gevende aar den wil, om onze onafhankelijkheid en onze neutraliteit tot het uiterste te verdedigen. Ten vierde„invoering van leerplicht," en het „zooveel mogelijk brengen van elk onderwijs onder het bereik van allen die het behoeven." Ten vijfdeterlandneming van het arbeiders vraagstuk met al den ernst dien het verdient, waaronder verstaan wordt„waarborging van den wekelijkschen rustdag voor den arbeider; regeling der verzekering van den werkmar tegen de geldelijke gevolgen van ongelukken, ziekte en ouderdomsteun van het openbaar gezag ten behoeve van vak—onderwijshet brengen van overeenstemming tusschen het bur gerlijk recht en den veranderden to>. stand van den arbeid." Een zoodanig programma handhave de liberale partij in het geheele land. Van al hare candi- daten eische zij instemming daarmede, „er boven alles de stellige belofte dat zij wille medewerken tot het vormen en onderhoude

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 2