Zeker is het op muzikaalgebied geen gewone
gebeurtenis, dat een damesquariet voor de uit
voering van het geheele programma staat, en
mag meu zulk een taak zeer moeilijk achten,
met het oog zoowel op het vermoeiende dier
taak als op eene meerdere of mindere noodza
kelijke afwisseling, welke voor een muziekaal
programma toch steeds vereischte blijft.
In beide opzichten heeft dit Quartet gezege
vierd.
Lieflijke, teere en welluidende zaug, schonk
het auditorium overvloedig kunstgenot. Jammer,
dat de opkomst zoo gering was.
De uitvoering der ensemble-stukken en der
solo—nummers was onberispelijk, het stemge-
halte onverbeterlijk. Het geheel was Mevrouw
Groritman, de directrice van dit Quartet, ter eere.
Van de quartetten voldeden K Ave Maria
v. Sieber, „Der 28 Psalm" v. Schubert, en
Suomis Sang v. Pacius het meeste, terwijl
de drie Terzetten Verlassen", Kartner Gmuath"
f's Herzlad" van Koschat, door hunne ge
moedelijkheid" terecht de luide toejuiching van
het publiek inoogstten.
Dat Mevr. Groueman niet alleen de takt be
zit, de kunst van zingen aan anderen met
vrucht te onderwijzen en te leeren, maar dat
zij zelve in de praktijk evenzeer een benijdens
waardige hoogte heelt bereikt, bleek ten duide
lijkste uit het drietal door baar zoo schoon
voorgedrageu solo's, welk drietal zeker wel
yle milieu" vormde van het programma.
Aan de Gemeenteraden in Noord- en
Zuid-Holland is een circulaire verzonden van
den volgenden inhoud
Ondergeteekenden doordrongen van de
groote belangen, die er zoowel voor de grond
eigenaren als voor de gemeenten betrokken
zijn bij de ingediende wetsontwerpen door
de Regeering aan de 2de Kamer der Staten
Generaal, en wel het wetsontwerp tot vast
stelling van het bedrag der grondbelasting
en dat tot herziening der algemeene regels
ten aanzien der plaatselijke belastingen, heb
ben eene vergadering te Alkmaar belegd op
9 Januari j.L en daartoe opgeroepen, een ieder
die genoeg belangstelde om eene bespreking
dier wetsontwerpen bij te wonen.
Yelen der onderteekenaren van het adres
hebben die meeting bezocht, terwijl ook eenige
leden der Tweede Kamer der Staten Generaal
tegenwoordig waren.
Op die vergadering is eerstens uiteengezet,
dat de toestand van den landbouw niet ge
doogt de grondbelasting te verhoogen, dat
toch geschieden zou met f 1.148.000, als alle
gemeenten de aan hen toegestane 60 opcenten
op de grondbelasting hieven, daar alsdan de
grondbelasting, hoofdsom 5 °/0 en opcenten
3°/0, acht procent bedragen zou;
dat ten tweede de uitzondering, die in de
wet tot herziening der algemeene regels ten
aanzien der plaatselijke belastingen, was op
genomen onder paragraaf 4, en die oorzaak
zou zijn van eene zeer ongelijke werking dier
wet in de verschillende deelen des lands,
behoort te vervallen. Die uitzondering be
staat hierin, dat de 60 opcenten door de ge
meente slechts dan kunnen worden geheven
als de wegen en vaarten niet door water
schapsbesturen worden onderhouden, daar in
dat geval de jaarlijksche kosten van het onder
houd dier wegen en vaarten in mindering
kwamen van die 60 opcenten op de grond
belasting, tenzij die onderhoudskosten door
het gemeentebestuur aan dat waterschap wor
den vergoed. In die gemeenten toch waar
zulks plaats vindt, zouden zij die 60 opcenten
op het gebouwd en ongebouwd of ten deele
derven, of geheel, zoo die onderhoudskosten
gelijk waren aan of meer bedroegen dan die
60 opcenten. Yele gemeentebesturen zouden
daardoor hunne inkomsten zeer zien vermin
deren en in plaats dat de uitwonende grond
eigenaren, zooals de strekking der wet is,
aan de gemeentelijke huishouding zouden
bijdragen, zouden die geheel of gedeeltelijk
van de betaling dier opcenten worden vrijge
steld en daardoor een geschenk ontvangen,
in plaats van mede bij te dragen in de ge
meentelijke lasten. Vervalt deze uitzondering
en wordt daardoor dit bezwaar uit het wets
ontwerp weggenomen, dan is het noodzakelijk
dat het percentage op de grondbelasting
verlaagd wordt. De grondbezitters in polders,
die hunne eigene wegen en vaarten hebben
aangelegd en onderhouden, zouden anders
onevenredig zwaar worden gedrukt, vooral
in die provinciën waar de nieuwe schatting
der belastbare opbrengst der ongebouwde
eigendommen boven het gemiddelde dier
schatting stijgt
dat ten derde het recht tot heffing van
30 opcenten op het patent, die het rijk aan
de gemeenten zou geven, in verreweg de
meeste plattelands-gemeenten zoo weinig zou
opbrengen dat het weinig of niet de inkom
sten dier gemeenten zou versterken en ein
delijk:
dat ten vierde de gewijzigde redactie van
art. 238 der gemeentewet en het vervallen
van art. 254 dier wet, oorzaak zou zijn, dat
op vele plaatsen de landbouwersstand opnieuw
zwaarder zou worden belast.
Algemeen vond dan ook het bijgaande
adres, door ondergeteekenden opgesteld en
aan de vergadering voorgelegd instemming
en werd er besloten het aan de Tweede Kamer
op te zenden. Tevens werd de wensch geuit
aan de gemeenteraden in Nederland een
afschrift te doen geworden, met verzoek
door toezending van een adres aan de Tweede
Kamer van hunne adhaesie te doen blijken.
Bij nadere overweging hebben wij gemeend
ons te moeten bepalen tot de gemeenteraden
van Noord- en Zuid-Holland.
Wij voldoen bij deze volgaarne aan dat
geuitte verlangen, en verzoeken U beleefd
maar dringend hieraan gevolg te willen geven,
daar, indien de Tweede Kamer in den geest,
neergelegd in dit adres, de beide wetsont
werpen wil wijzigen, en het grondbezit en
de gemeente—financiën beiden zullen worden
gebaat.
Het Comité der gehoudene Meeting op 9
Januari 1891, te Alkmaar: A. J. KAAN,
Wieringerwaard, J. BREEBAART Kz., Win
kel, Th. J. WALLER, Anna Paulowna."—
Bedoeld adres, hetwelk wij reeds in een
vorig nummer mededeelden, bevatte 173
onderteekenaars.
In de Yrijdag, 23 Januari, j. 1. gehouden
vergadering der Vr ij zinnige Kiesver-
eeniging te Wieringerwaard, werd de
heer P. D. Schenk tot lid van het bestuur
gekozen, in de plaats van het afgetreden lid,
G. Brands. Tot leden in het Hoofdbestuur van
den Bond van Liberale Kiesvereenigingen, in
het Hoofd-Kiesdistrict Alkmaar,werden benoemd
de heeren: J. P. Backx en Jb. Zijp Hz.
Dezer dagen werd te Alkmaar, wegens
verregaande vervuiling, van overheidswege naar
het gasthuis gevoerd een man, algemeen bekend
om zijnn armoedige kleeding en walgingwekkend
uiterlijk:
In zijne woning werd nochtans eene vrij
aanzienlijke som gtlds gevonden, men zegt ca.
f 3000.
De comissaris des konings in Noord-Hol
land, heeft de besturen der waterschappen, aan
zee gelegen, uitgenoodigd alle voorzorgsmaatre
gelen te nemen, om zooveel mogelijk het gevaar
te keeren dat de dijken bedreigt, als bij dooi
het ijs mocht gaan kruien.
Een Bakker te Zwolle die voor enkele
dagen een gaslucht in zijn regenbak had bespeurd,
opende Zaterdagnacht te 121/, uur den deksel
van dien regenbak, om te zien of het regenwater
er behoorlijk inliep; hij had de onvoorzichtigheid
daartoe een lucifer te ontsteken met het gevolg,
dat een hevige gasontploffing plaats
had, waardoor de bakker erge brandwonden in
het aangezicht en een wonde aan het voorhoofd,
bekwam, doordat de pijp, die hij in deu mond
had, hem tegen het voorhoofd werd geslagen.
De slag was zoo hevig dat de buren er door
gewekt werden.'
Geruimen tijd geleden werd zekere O. V.
te Tietjerk veroordteld tot een half j iar celstraf
wegens diefstal b ij n a c h t. Hij wist zich
echter, door naar Westfalen te vluchten, aan
de uitvoering van het vonnis te onttrekken. In
het laatst der vorige week kwam hij plotseling
terug. Men had hem in den vreemde verteld,
dat door den dood van den koning ieder straf
schuldige, die, om de straf te ontgaan in het
buitenland verbhjfhield, vrij mocht wederkecren,
aangezien aan de voltrekking geen gevolg zou
worden gegeven. De justitie beduidde O. V, zulks
spoedig anders, want reeds den morgen, volgende
op zijne terugkomst, werd hij, onder geleide van
twee veldwachters, naar Leeuwarden overgebracht
en vervolgens naar Groningen vervoerd, waar
hij terstond cellulair is opgesloten.
De heer B. H. Heldt hield Zaterdagavond
voor eene zeer talrijke schare te Deventer een
voordracht over eenige punten der sociale
q u e s t i e. Hij kwam daarbij tot het besluit,
dat deze alleen was op te lossen door het ver
strekken van goed onderwijs, en leerplicht moest
worden ingevoerd om dit doel te bereiken.
Wijders drong hij aan op algemeene ontwikkeling
waartoe hij iedere steun inriep. Aan de werklieden
gaf hij eenige zeer nuttige wenken en hij
spoorde hen aan om zich steeds te vereenigen.
Achttien jaar geleden kwam een Goesch
jongeling, A. Snoep geheeten, die te Zierikzee
in betrekking was, aldaar op noodlottige wijze
aan zijn einde. Men vond hem verdronken of
gestikt in eene moddersloot, en algemeen was
men van meening, dat zijn dood het gevolg
was van een misdaad. Naar luid van dezer
dagen te Goes ontvangen schrijven, waarbij
geïnformeerd werd of nog betrekkingen vau
A. S. aanwezig zijn, blijkt nu dat werkelijk
een misdaad in 't spel is geweest, en dat hij
door 3 andere jongelieden in de bewuste sloot
geduwd en gesmoord is. Een der daders, die j
ernstig ongesteld was en sinds gestorven is,
heeft de misdaad bekend. \an de beide andere
daders is er een reeds vroeger overleden en
bevindt de tweede zich in Amerika.
Ct)
Een zeker iemand te Osch, die op zijn
land iets open te hakken had,
begaf zich met een handbijltje daarheen.
Na xerrichten arbeid deed hij, bij zijn
terugkeer huiswaarts, even eene herberg aan.
Pas was hij de gelagkamer binnen gegaan,
of een politiedienaar maakte tegen hem proces
verbaal op wegens het overtreden van artikel
één der wet, houdende verbodsbepalingen tegen
het dragen vau wapenen.
Dat handbijltje toch was volgens het
begrip van dieu politiebeambte een voor
werp, waarvan het dragen verboden is.
Bij den landbouwer Harm Uniken te
Dalen, is een koe verlost van een kalf, dat,
wat het voorste gedeelte aangaat, volkomen
op een veulen geleek, terwijl het
het andere deel zijne natuurlijke vormen had.
Het dier woog 130 halve kilo's.
De predikant Bakker, die Zondagochtend
als voorganger optrad in de godsdienstoefening
te Driel, Bommelerwaard, is op den kansel,
terwijl hij een gezang liet zingen, plotseling
overleden.
In de gemeente Onstwedde heeft eene
moeder hare twee kinderen gedood en daarna
zich zelf door ophanging van het leven beroofd.
Honger schijnt de drijfveer dezer wanhopige
daad te zijn geweest.
I.Jh- en VVaterberieliten.
De minister van Oorlog heeft het vol
gende ter algemeene kennis gebracht
Na het zich bij de verandering van weers
gesteldheid laat aanzien, dat spoedig hulp en
bijstand bij watersnood zullen worden gevraagd,
wmdt bij deze in herinnering gebracht, dat bij
de aanschrijving van 26 Februari 1861, no.
49 B. (Beknopte uitgave van het Recueil Mili
tair, blz. 851) aan de verschillende militaire
autoriteiten uitdrukkelijk aanbevolen is, om,
wanneer de omstandigheden zulks vorderen, op
eigen verantwoording zelfstandig te haudelen,
zonder den kostbaren tijd door het vooraf vragen
van bevelen verloren te laten gaan.
De bedoelde hulp en bijstand moeten dus
worden verleend, niet alleen wauneer watersnood
onverhoopt mocht zijn uitgebroken, maar ook
wanneer ze in dringende gevalleu tot voorkoming
van rampen en onheilen worden ingeroepen.
Men meldt aan het U. D. uit Apeldoorn.
Een goederentrein, van Amsterdam naar
Zutphen, geraakte Zaterdag ochtend te 5 uren
bij Asselt in het water, dat door den dooi van
de bergen was gestroomd. De trein, die met
kracht stoomde, derailleerde. Er staat daar
ongeveer anderhalve meter water, waardoor
inoeielijk hulp kan worden verleend. Ongeluk
ken zijn er niet bij voorgekomen. Men gelooft,
dat die toestand zeker wel drie dagen zal duren.
De reizigers van Deventer en Zutphen ver
volgden de reis naar Amsterdam over Hattem
of Dieren.
Van Hilversum tot Apeldoorn is de dienst
gestaakt, zoo ook op den Centraalspoorweg.
Apeldoorn is nog met Deventer en Zutphen in
communicatie, doch men vreest meer verzak
kingen.
Bij Apeldoorn en Beekbergen en elders komen
stroomen van de bergen. Enkele huisjes zijn
verlaten. Vele plaatsen staau blank. De beken
zijn gelijkgronds gezwollen. Enkele papierfa
brieken verkeeren in gevaar.
Door den dooi der laatste dagen zijn op
sommige plaatsen de rails, voornamelijk tusschen
Den Haag en Rotterdam, van de spoorbaan der
Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij gezakt.
In het belang der veiligheid zijn dientenge
volge op afstanden signalen geplaatst om lang
zaam te rijden.
Te Horst staan gansche vlakten diep onder
water. Vele woniugen liggen als eilanden te
midden dezer watervlakten en zijn van alle
verkeer verstoken. Bij verscheidene landbouwers
is het water de stallen binnengedrongen en heeft
men het vee, dat tot den buik in het water
stond, naar hooger gelegen stallen moeten over
brengen.
De stoomboot Ada van Holland slaagde
er Maandag in twee reizen van Tessel naar
Nieuwediep te doen. BeladeH met allerlei goe
deren keerde zij telkens weer.
Vele woningen te Maasniel, Leeuwen,
Asselt en Herten zijn onder water geloopen. Op
^Kruisheerenhof" onder Kerten hetft men het
vee nog bijtijds gered, het water stond reeds
tot op eene aanzienlijke hoogte in de stallen.
Uit Lobith bericht men, dat de Rijn gister
namiddag te 1 uur is losgeraakt. Waterstand
14.70.
De rivieren de Geul en de Gulp bereikten
.1. Zaterdag eene nooit gekende hoogte en traden
buiten hare oevers. De woningen langs de Gulp
te Gulpen gelegen, liepen onder water. De
bewoners moesten naar den zolder vluchten en
konden slechts door het dak langs eene ladder
de woning verlaten.
Uit Roermond wordt gemeldt Maas
en Roer zijn zoo sterk gewassen, dat de gemeen
schap met de gehuchteu voor de stad verbroken
is de stadswi ilanden staan grootendeels onder
water de kelders der bewoners van de Roerkade 1
loopeu onder.
Te Veuloo is Maandag middag de Mars
met groot geraas los geraakt. Drie schepen werden
als het ware plat gedrukt en zonken onmiddellijk,
terwijl drie andere, waaronder eene stoomboot
zeer gehavend werden. Het zware drijfijs bedekt
de geheele oppervlakte der rivier en vertoont
een ontzaglijk gezicht. De Maas blijft steeds
wassende en heeft heden ochtend te 8 uren eene
hoogte van 5.95 M. boven nul, of 5.36 M.
was sedert gisteren.
Zevenaar De weg van Elten naar
Lobith werd tengevolge van het vastzetten van
het ijs, diep onder water gezet, zoodat het ver
keer over den vasten weg met die plaats is
gestremd. Het water is elke minuut wassende.
Harlingen. Door den stevigen wes-
telijkenwind bevindt zich voor den haven meer
ijs dan in de laatste dagen het geval was, en
sinds gisteren is het in de nabijheid der haven
zoo op en over elkander geschoven, dat het
stoomschip Alert, hetwelk naar Huil zoude
vertrekken, na even buiten de haven te zijn
geweest, terugkeerde. Achter den stroomleiden-
den dam is, zoover zichtbaar is, alles blank
water.
Nadat zich te Dieren de IJsel eergisteren
ochtend even in beweging had gezet om terstond
weder vast te gaan zitten, werd des middags
te Doesburg onmiddellijk de schipbrug afge
nomen.
De weg van Elten naar Lobit is eergiste
ren avond, tengevolge van het vastzetten van
het ijs te Paunerden, diep onder water gezet,
zoodat het verkeer werd gestremd.
De straatweg tusschen Dinksperloo en
Anholt staat onder water. Passage gestremd.
Enkele huizen ziin ontruimd.
Te Elburg heeft Zaterdag eene aard
verschuiving op de spoorbaan plaats gehad.
Dientengevolge konden de treinen de reis niet
voortzetten.
Uit Eibergen: De Berkel is in 24
uur zoo gewassen dat het water weder een
voet hoog in de dorpsstraat staat.
Er wordt ijverig gewerkt om het ijs, dat
zich voor de brug in den Haaksbergschen weg
vast zet, op te ruimen.
Uit Beekbergen wordt van 24 dezer
gemeld
Door den eigenaardigen geographischen toestand
van Beekbergen, gelegen midden op de Veluwe
en bijna geheel door een krans van heuvels
omgeven,verkeerden Zaterdagnacht en ook
thans nog velen in kommervolle omstandigheden.
De met kracht invallenden dooi, gevoegd bij
den nedervallenden regen, deed bij alle laag
gelegen huizen het water binnen stroomen, tot
aan de vensterbanken toe. Overal werd het
waargenomenin de kelders, die de winterpro
visie bevatten, en in de stallen, waar het vee
tot aan den buik in het water stond. Voor
velen is dit een treurig onheil.
Uit Lunteren (gem- Ede) schrijft men van
24 Jan.: Zelden is in en bij het dorp zooveel
water gezien als heden het geval was. Sommige
ingezetenen werden te middernacht door het
schreeuwen van het vee gewekt en haastten
zich het in veiligheid te brengenandere mots
ten wegens den hoogen waterstaud (afwisselende
van 2 tot 4 voet) hunne huizen verlaten. Ook
in de buurtschap Meu—RuDteren waren eenige
landbouwers genoodzaakt te middernacht met
hun vee te vluchten. De snelle wateraanvoer
kwam van de heuvelen, welke zich aan de
oostzijde van het dorp op 1L uur afstand be
vinden.
Men meldt uit Beesd
Ten einde bij eene mogelijke doorbraak
vau den Waal— of Lekdakdijk gereed te rijn,
heeft de watersnood-commissie alhier ook eene
vergadering gehouden en wordt er een onderzoek
ingesteld, welke gezinnen in tijd van nood niet
in hunne woning kunnen blijven en voor welke
elders een onderkomen zou moeten gezocht
worden. De burgemeester, de heer Van Ledden
Hulsebosch, is tevens als penningmeester aan
gewezen, terwijl het secretariaat opgedragen
aan den heer C. Waalwijk.
Het ijs in de Linge is door deu sterken dooi
reeds zóó verminderd, dat zij niet meer te voet
gepasseerd wordt en er vele gaten in zijn.
i