Zondag, 8 Februari 1891.
5ste Jaargang. Uo. 2479.
Tai¥ïu iü.
n
w
Gemeente Scha gen.
B e k e n <1 m a k i 11 g e ti.
Tweeile kennisgeving.
LÖTÏ N G
NATIONALE MILITIE.
Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM
JACHT en VISSCIIEUIJ.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van vrywilligfers
voor de Nationale Mliltie.
Algoieei Nieivs-
OURANT
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
IN GEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: iCIIAGtt', liaan, I), 4.
Prijs per jaar f3.Franco per post 8.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVEHTBNTIÉN van 1 tot 5 re«els fO.28; iedere re«el meer 5 ota
Qroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen.
Brengen, ter voldoening aan het tweede ge
deelte van art. 28 der Wet op de Nationale
Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72), voor da tweede maal ter kennisse van
de belanghebbenden, dut de loting van de in
1890 voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
overeenkomstig de ontvangene aanschrijving van
Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer
Provincie, dato 2 Januari lb9l No. 8j6 M|S, zal
plaats hebben op den 18on Februari as.
des voormiddags ten half tien ure, ten Raadhuize
dezer gemeente en worden zij, welke daaraan
moeten deelnemen gelast, om op den bepaalden
tjjd aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of
bij verhindering, zich aldaar door hun vader,
moeder of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig art. 34 van ge
melde Wet, dadelijk na de trekking van het
Nummer, de redenen van vrijstelling, welko de
Ingeschrevene mocht hebben, moeten worden op-
31.
ELFDE HOOFDSTUK.
De eerjaaeday.
Het duurt bijna vijf uren, voor de bode is
teruggekeerd eu een telegram uit Berlijn brengt,
hetwelk luidt:
Toestand ernstig, doch oogenblikkelijk zonder
gevaar. Hans verlangt naar Tiua."
In een kring, in welken onvoorziene gebeurte
nissen tot de zeldzaamheden behooren, brengt een
zoodanige steeds de grootste ontsteltenis. Tina
verklaart, dat zij over een uur reisvaardig kan
zijn, doch nu doen zich allerlei moeielykheden
op. Kan en mag een jong meisje alleen naar
Berlijn reizen? Welken trein zal zij nemen?
Welken koffer meet zij medo?
Het spoorboek wordt geraadpleegd, nadat
Tina de eerste moeielijkheden door een bc-
beslisto verklaring heeft weggenomen, dat zij in
ieder geval alleen wil reizen. Niemand weet
evenwel in het spoorboek goed den weg, en
terwijl de vader een pe>sonentreiu zocht, die
alleen tot Kolberg rijdt, zocht de moeder in een
andere richting naar een geschikten trein. Tante
Henriette bemoeit zich eindelijk met de zaak en
viudt het meest geschikte uur van vertrek naar
Berlijn. In het laatste oogenblik neemt zij Tina
nog even ter zijde.
„Zeg aan uwe schoonzuster, dat zij in de
oude tante eene vriendin beeft, wanneer het
haar ooit aan zulk eeue mocht ontbreken 1" zegt
zij
Kort daarop is Tina op reis naar de keizer
stad. Mijnheer von Eisenrott vergezelt baar tot
aan de coupé en geeft haar nog een menigte
voorzichtigheidsmaatregelen mede, waarover de
conducteurs en medereizigers lachten eindelijk
vertrekt de nachttrein. Tina sluit door zenuw
achtigheid geen oog, overtuigt zich er herhaal
delijk van dat zij al haar pakjes bij zich heeft,
telt haar geld, grijpt naar de sleutels en is over
spannen en afgemat, als de trein s' morgens vroeg
te Berlijn het Stettiner station binnenrijdt. Doch
eensklaps wordt haar bleek, vermoeid gelaat
door een blos van blijde verrassing overtogen.
Wesberg is op het perron om haar te ontvangen,
en ook over zijn gelaat vliegt een vriendelijk
lachje, als bij met hartelijkheid haar de haud
drukt.
„Nu gij er zijt, zal, naar ik hoop alles goed
worden zegt hij.
,Hoe staat het?" vroeg zij angstig.
„Hij heeft een slechten nacht gehad en veel
pijn. De koorts is hevig. Hij ijlt somtijds. Hem
gegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen
erlangen wegens BROEDERDIENST ot op
grond van te zijn E ENIGE WETTIG E ZOON,
zal hij op Vrijdag, den 20en Februari des
voormiddags ten 10 ure, in het Gemeentehuis
inoeteD verschijnen, vergezeld van twee hij den
Burgemeester hekeude en ter goeder naam en
faam staande meerderjarige ingezetenen, die de
vereischte getuigenis kunnen afleggen en het
aldaar op te maken getuigschritt onderteekenen.
Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling
wegens BROEDERDIENST, zal hij mede voor
zien moeten zijn van ziine geboorte-acte en van
de geboorte-acten van b1 zijue nog in leven
zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of
paspoorten van gediend hebbende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stukken
zullen door dc-n Burgemeester bij den Kommau-
dant van het korps waarbij zijne broeders dienen
of gediend hebben worden aangevraagd de be
wijzen van werkelijken dienst of een uittreksel
uit het Stamboek.
Schagen, den 3en Februari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DEiNIJS.
kwelt en verontrust blijkbaar iets, en dat is
ongelukkig, want hij moet tot eiken prijs rust
hebben."
Onderweg in het rijtuig herhaalt hij haar de
toedracht der zaak. Zij hoort hem kalm en
bedaard aan, zonder hem door nuttelooze uitin
gen van vrees in de rede te vallen.
„Hoe aangenaam en weldadig is haar persoon 1"
denkt hij, terwijl zij hare beschouwingen erover
ten beste gee't, dat het voor Hans een geluk
is, zulk een vriend te bezitten.
Alice komt ben reeds op de trap te gemoet.
„Goddank, dat gij er zijt!" roept zij uit, Tina
om den hals vallende. „Hij is vreeselijk opge
wonden en heeft hevige koorts. Ik kan u niet
eens bij hom laten, de verrassing zou hem kun
nen schaden. Ga naar mijn kleedkamer en slaap
nog een weinig, tot de doctor er is geweest. Ik
wilde wel, dat hij spoedig kwam.'
Tina doet alzoo. Wesberg moet naar zijn
kantour en belooft, over eenige uren weder
terug te zijn, en Alice keert weder naar de
ziekenkamer terug.
Hans' gelaat is koortsachtig hoog rood. Hij
werpt het hoofd onrustig heen en weder: „Het
geld, het geld moet bezorgd worden! Wanneer
het heden niet betaald wordt, ben ik een eerlooze
schurk Zie toch, of de morgenpost nog niets
gebracht heeft," smeekt hij zijne vrouw. „De
kerel van de Friedricbsstraat moet tocb antwoor
den."
Zij ziet tevergeefs er naar uit, natuurlijk te
vergeefs, want het postuur is nog niet aangebro
ken. Eindelijk werden de brieven en couranten
gebracht. Alice zoekt ze na en keert met alles,
wat voor hem is, terug.
„Lees 1" roept hij ongeduldig. „Heeft de man
geantwoord
*Ja".
Hij richt zich op in zijn bed.
„Zal hij bet geld geven
„Het doet mij leed, n teleur te stellen. Neen 1
Hij betrenrt het doch is niet bij machte
het overige is nonsens
Hans valt achterover in het kussen, wordt
ontzettend bleek en kreunt van lichamelijken en
zielepijn.
„Laat een meubelhandelaar komen, verpand
alles, en al neemt hij ook het bed onder mijn
lichaam weg, het is mij onverschillig, als het
geld er maar komt. Wel is waar, zal hij er wel
niet zooveel voor geven, als ik noodig heb.
Weet gij dan goen raad? Zit daar tocb niet zoo
stom en stijf. Ik zeg u, dat als er geen raad
verschaft wordt, ik mij dan bet leven zal moeten
benemen. Misschien zou Wesberg ons kunnen
helpen."
„Nimmer!" roept zij uit en het bloed stijgt
haar naar het gelaat bij de gedachte aan de
vernedering, die er in gelegen zou zijn, hem,
Do Burgemeester der gemeente Schagen, brengt
ter kennis van belanghebbenden, het navolgende:
De Commissaris des Konings in Noord-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie van 14 Jannari 1891 no. 13;
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
lo. dat de jacht op eenden in deze provincie
zal worden gesloten den 28sten Februari e.k.
met zonsondergang
2o. dat de jacht op ander waterwild zal wor
den gesloten den lsten April e.k., mede met
zonsondergang
3o. dat het weispel van kwartelen met steek
garen of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend
van 1 Mei tot 15 Juli e.k.
4o. dat de visscherij, met uitzondering van
die met den hengel in de hand, van die met
aalkorven, aaldobbers en j-alingfuiken, van die
met het schepnet of de gebbe om kleine viscbjes
te vangen voor de aaldobbers en van die op
snoek in de gemeente Texel, zal worden gesloten
van 15 Maart tot 1 Juni e.k.
En zal deze in bet Provinciaal Blad worden
geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord-
juist hem, om geld te vragen.
„Ja, weet gij wat anders
„Laat mij tijd tot overleggea."
„Hier werkeloos en hulpeloos te moeten liggen
zelve geen enkele poging te kunnen doen, terwijl
elk uur toch kostbaar is."
De arts komt nu en is over den toestand zeer
ontevreden. De wond staat hem volstekt niet
aan, en de algemeene toestaud van den patiënt
is ongunstig.
„Heeft hij zich driftig gemaakt vroeg de arts.
„Hij maakt zich over een zekere zaak zser be
zorgd.
„Dat mag niet. Do koorts telt een boogen
graadwanneer dat zoo voortgaat, sta ik voor
niets meer in. Tracht hem tot eiken prijs van
deze zorgen to bevrijden, wanneer n iets aan
zijn leven gelegen is."
„Staat het dan zoo slecht?"
„Mijn beste dame, het staat zoo erg, dat wij
tot een amputatie zullen overgaan als bet
genezingsproces niet zeer normaal verloopt, en
bij deze onverwachte koortshoogte, valt daaraan
niet meer te denken. Ik zal van middag nog
weder komen zien tot zoolang beveel ik u
nogmaals rust, en altijd rust, voor uw echtge
noot aan."
Alice blijft alleen met den zieke, wiens
gedachten met hartstochtelijke gejaagdheid zich
alleen om de geldkwestie bewegen. Hare levendigo
veibeeldingskracht stelt haarden statigen, schoo-
nen, levenslustigen man voor als een hulpeloozen
kreupele met één been, of schildert baar een nog
ontzettender beeld, voor hetwelk zij hnivert.
Innig medelijden met hem vervult haar. Het
ligt in hare band, hem de rust en daarmede
het vooruitzicht op genezing terug te geven.
Zou zij ooit weder een gelukkig oogenblik
kunnen hebben, wanneer zij de mogelijkheid,
bem te helpen, voorbij liet gaan Mocht zij aan
zich zelve denken, waar het hier om een
menschenleven gold
,lk zal u het geld verschaffen!" zeide zij
eensklaps besloten en staat op.
„Van waar?" vraagt bij twijfelend, terwijl de
hoop aan zijn gelaat etn weinig zachter uitdruk
king verleent.
„Dat is hetzelfde, waDneer het er maar is."
Zij gaat naar haar kleedkamer en naar haar
schrijftafel, waaruit zij het deposito-bewijs der
rijksbank neemt, en spoedt zich daarna voort.
Na verloop van een uur treedt zij weder de
ziekenkamer binnen.
„Nu roept Hans, haar met koortsachtig
gloeiende oogen opnemende, haar toe.
„Hier is het!" antwoordt zij bedaard en legt
een pakje banknoten voor hem op bed.
Zijne banden grijpen er begeerig naar, en eene
uitdrukking van groote geruststelling vertoont
zich op zijn gelaat.
Holland worden aangeplakt.
Haarlem, 21 Januari 1891.
De Commissaris des Konings voornoemd,
8CHORER.
Schagen, den 30 Jannari 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen.
Gelet op zijner Majesteits besluit van den 17
den December 1861 (Staatsblad no. 127), en de
artikelen 11, 12, 13 en 14 der Wet van 19
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72).
Roepen bij deze op zoodanige ingezetenen, die
verlangen als vrijwilliger bij de Militie, op to
treden, om zich daartoe bij hen aan te geven in
deze maand, telken voormiddag van 9 tot 12 uren.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomen, moet men ongehuwd of kin
derloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts
lichamelijk voor den dienst gesohikt, ten minste
1.56 meter lang, op den lsten Januari van het
jaar der optreding als vrijwilliger bet 20ste jaar
ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht
hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne
verplichtingen ten aanzien van de Militie zoover
die te vervullen waren, voldaan en een goed
zedelijk gedrag hebben geleid.
„God zij dankWie gaf het u
„Dat is mijne zaak. Bekommer n daarom niet,
maar zeg mij, aan wien ik het geld moet zen
den."
Hij noemt haar verscheidene namen en cijfers,
welke zij zorgvuldig noteert, daarna brengt zij
zijn aan wijzigingen dadelijk ten uitvoer.
„Het is, alsof hij eensklaps rust vindt, nadat
deze zware last van zijn schoudors is genomen;
want hij legt het hoofd achterover in het kussen
en sluit de oogen; daarna ziet hij nog eenmaal
op en steekt de hand uit.
„Ik dank u!" zegt hij beschaamd. „Gij zijt
zeer goed voor rntj geweest. Ik heb dat niet
verdiend."
De tranen springen haar in de oogen, maar
zij neemt zijne hand niet.
„Ik deed, wat ik kon."
En terwijl hij in een korte sluimering valt,
overpeinst zij de gevolgen harer haudelwijze.
Het is vreemd geld, hetwelk zjj genomen beeft.
Wel is waar, is bet voor haar in de Rijksbank
gedeponeerd g.worden en ter harer beschikking
gesteld, maar toch alleen onder eene niet uitge
sproken, maar stilzwijgend van beide zijden
erkende voorwaarde, welke haar eene zedelijk
bindende verplichting oplegt. Zjj is vast besloten
geweest, den volgenden morgen Daar het
redactie-bureau der .Nieuwe Duitsche Pers' te
gaan en doctor HerrÜDg bet deposilio-bewijs der
rijksbank voor de voeten te werpendoch de
omstandigheden hebben haar dit verhinderd, en nu
is zij gedwongen geworden, het geld aan te nemen.
Wat moet daarvan worden? Gehoel haar vrou
welijk gevoel verzet er zich tegen bij Wegberg
raad eu ondersteuning te zoeken, ofschoon zij
weet, dat hij met vreugde de som zou afstaan,
waardoor zij zich dan weder van doctor Herr-
ling zou kunneD loskoopen. Zij hebben sedert
hun laatste onderhoud in haar boudoir ter
nauwernood meer een woord met elkaar gespro
ken, nauwelijks een blik gewisseld neen, de
gedachte, zich tot hem te wenden, is onuit
voerbaar.
Hans ontwaakt weder spoedig, maar bet korte,
kalmo slaapje heeft hem goed gedaan.
„Hebben ze nit Rambow niets van zich laten
hooren vroeg hij.
„Ja! zoudt gij Tina gaarne zien?"
„Is zij gekomen
„Van morgen vroeg."
„Natuurlijk! zij moet dadelijk bij mij komen!
Ik verlang zeer iemand van thuis te zien."
En als zijn lievelingszuster bij hem binnentreedt,
roept hij baar opgewekt toe: „Welkom, beste
meid! Heerlijk, dat gij er zijt! Nu zal
het bij ons gezellig worden. Nu, zie mij
maar niet zoo onthutst aan. Zij hebben
mij een weinig kreupel geschoten. Maar ik
ga nog niet dood." WORDT YERVOLtiD-