Tleocb eren billijk koopt al* hier. De transportkosten m
het san hier naar Engeland nitteroeren sketch tyn nog
Binder dan de in ons land te heffen aecgns op geslacht.
Met den accijns op de landbouwproducten is het evenaoo.
Maar nog erger druk geeft de heffing der Mutatieroch-
ton. Als de giederen in eigendom oeergaan of met hypo
theek bei waard worden, moet met mntatierechten betalen.
Die belasting trelt dns de kleine eigenaars of den achter-
nitgaanden noerenstand. Want de groote grondeigenaars
Yerkoopen hnnne goederen niet. De Staat heft dns van den
armen drommel die wel eerkoopen of beleenen moet, nog
belasting, terwjjl de groote eigenaars nit den aard tot die
belasting al teer weinig bjjdragen, en de doode hand
in bet geheel nieta
Maar niet alleen de rfj ka belastingen doch ook de gemeen te-
belastingen gaan aan dat euvel mank.
Nn ia er door de Begeering een belastingwet voorgedra
gen waar! jj de rjjks- en eemeente-finantièn met elkaar
verbonden worden. Veel kans tot aanneming bestaat er voor
die wet niet Spr. meent dat men met die wet, waarbij de
gemeente-finantiëo aan de rijknflaantien worden vastgeklon
ken, de paarden schier den wagen spant.
Eerst dient bet kapitaal in portefeuille belast en dan
moet de herxiening der rijksbelastingen volgen, alavorens
men de gemeenten hetrecht geeft tot bet heffen van opcenten.
Onverantwoordelijk i* bet dat de uitwonende ingelanden
door de aorg der gemeenten aan wegen en vaarten de
waarde hunner landerijen xien toenemen, xonder dat dieselfde
Simeentebestnren het recht hebben, die nitwonende inge-
nden in de kosten daarvoor te laten bijdragen.
Wat niet losgelaten mag worden, is de bepaling dat de
gameedte-bestu ren mogen heffen gelden voor het genot van
door of van wege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Thans bepaalt de wet ast die belasting niet hooger mag
sijn dan de kosten Toor aanleg en onderhond bedragen.
Doch de wik- en woefloonen te Alkmaar, F.Jam. Boom
en Purmerend geheven, sijn daarmede in stryd. Dat die
wik- en weegloonen tot een hooger bedrag worden geheven
is om dat de wet een achterdeur daarvoor op nahondt
want aij bevat de bepalingdat door uit tonden ngsw et ten
hiervan kan worden afgeweken. En dat ia ook telkena
geschied, eerst b(j krtnijnen van 10 jaar, toen vjjf jaar en
nu drie jaar. Daardoor ia het dua mogelijk geworden dat
de heffing der wik- en weegloonen 100 ongehoord hoog
ia geiet. Kn rij die dexe loonen moeten betalen knnnen ze
niet verhalen op de koopers. Dat ia niet mogelyk door de
binnen- en buitenlandsche concurrentie, ergo: drukt die
heffing alleen op den landbouwenden stand.
Spr. noemt het niet te verdedigen, dut de gemeenten
het recht hebben een waag te atellen en dan de menschen
die hun waar ter markt brengen 3 i f maal zooveel te
laten betalen ala de kosten werkeljjk bedragen. Verkeerden
die gemeenten in finantieelen nood, dan zon er nog een
reden tot veronachuldiging kunnen worden aangebracht,
maar dat is met Alkmaar volstrekt niet het geval, waar
de Hoofdelijke Omslag slechts van het rechtmatig te
heffen bedrag beloopt en de Personeele belasting slechts
60 opcenten heft, terwjjl de kosten voor de waag slechts
(f 6600bedragen der totale opbrengst (f 38000) der
wik- en weegloonen. Indien dns het wik- en weegloon
werd vastgesteld op 20 ets. per kilo zon dat hoog genoeg
sjjn. Dan sou wel de Hoofdeljjke Omslag in Alkmaar
nagenoeg verdobbeld worden, uiaar dan nog zouden de
ingezeteuen van Alkmaar in nog gunstiger verhouding
verkeeren dan die in andere steden.
Wordt de aanhangige belastingwet aangenomen, dan
sollen de uitzonderingswetten niet eens meer noodig zijn,
want dan zal dat geregeld worden met Gedeputeerde Staten.
Doch een maatstaf hiertoe ontbreekt ten eenen male.
Hervormingen Landbouwbedrijf. Spr. laat met rustde
gebrekkige onteigeningswet, de wet op de prostitutie, de
armenwet, de wet op ae rechten der gehuwde vrouw, de
wet op de monopoliën eax. enz.
Niet te vergetende Jachtwet, die wet van 1867.
Het ia toch in strjjd met alle gevoel van recht, dat de
overheid ter wille van eenige jachtliefhebbers, aan de rest
het schieten op wild verbiedtdat de landbouwer het
tydelyk moet aanzien, dat bet wild hem zijn veldvruchten
ontkaaptdat die heerljjke jachtwetten hem verbieden het
acbadeljjk wild neer te schieten. De jachtwet beeft niet
het minste recht van bestaan. De hartstochtelijke jager
bekommert xich volstrekt niet om den toestand van Jen
landbouw.
Maar afgeiien daarvan, zjjn de kosten van strafvervol
gingen en van het jachtopziebt zoo groot en is de aanlei
ding tot het plegen van miadryf jegens deze wet xoo tartend,
dat het genot van die enkele jagers daarmede veel tednnr
betaald is.
Hervorming in het Notaris-ambt. Het algemeen belang
eischt dat daarin wjjziging worde gebracht Het mag niet
langer voortduren dat personen, met officieel ambt bekleed,
gebruik maken van die gelegenheid om de rol van zaak
waarnemer en kassier te vervullen. Reeds menig klein burger
heeft daarvan de wrange vruchten geplukt en toch is het
noodig dat zulk een ambtenaar het algemeen vertrouwen
heeft. Ten einde dit geschokt vertrouwen terug te geven
is het wenschelijk, dat er eene grondige herziening van
het notaris-ambt plaats heeft en dat er een goed geregelde
betrekking tot de hem xoo na tl ellende historie
aan het licht zjjn gekomen.
,Uet verbaast mij ten zeerste, dat gjj, mij deze
onthullingen brengt," zegt de baron.
.Ik hield het voor mijn plicht, Eisenrott den
laatsten dienst te bewijzen, welke in mijn macht
is, en sjjn naam te zuiveren van eene venlenking,
die al was ze ook nooit bewezen, toch ook nooit
weerlegd was."
Maar gij kunt toch begrjjpen, dat ik genood
zaakt zal zjjn, tegen den chef-redacteur van nw
blad op te treden, na het medelijden met mjjnheer
van Eisenrott mjj niet meer terughoudt. De naam
en het aanzien van het blad zullen daaronder
geducht lijden.'
.Gij zoudt daarmede te laat komen mjjnheer
von Lindmar. De chef - redacteur der Nieuwe
duitsche Pers vertoeft niet meer onder de leveu-
den. Daarop deeldo bij hem het in Herrling's
woning voorgevallene mede, en voegt er aan toe
sik zal mjj gerechtelijk er voor te verantwoorden
hebben, maar vermoedelijk vrijgesproken worden,
daar ik rnjjoe verdediging aan een der beroemdste
terljjDSche rechtsgeleerden denk toe te vertrouwen
en ik met met hel volle besef der onschuld de
behandeling der zaak tegemoet zie."
Lindmar schudt hem baneljjk de hand.
,Wat misschien van mjjne tijde voor u gedaan
kan worden, tal geschieden I" zeide bjj. ,Gij
zjjt zulk etn volmaakt gentleman, dat gjj van
rtchfswege etn der onzen moest sjjn."
.wOf gij ten der onzen,' antwoordt Wesberg
glimlachend.
,No, wij willen daarover niet redetwisten. Ze
ker is her, dat de persoonlijke waarde van den
nunsch niets met zjjne politieke overtuiging te
uorn b«elt." 8
Daarmede hebt gjj reeds de brug betreden,
Wtlke u tot ons voert."
ÏÜRDT VERVOLGD-
controle worde ingesteld en aan den notaris verboden wordt
zich met eredietzaken te bemoeien. Het thans by het
notaris-ambt geldende tarief van 1841 moet veranderd
worden, want dat geldt alleen de zuiver notaneele werk-
anamheden, terwijl verder ieder ia overgeleverd aan wille
keur bö de berekening van het honorarium. Behalve voor
het opmaken der neten en hypotheken wordt ook nog in
rekening gebracht voor het onderzoek naar de titels, het
bezorgen der gelden ena., allen diensten die daarmede niets
te maken hebben, en waardoor de berekening aan elke
controle ontsnapt. Bij eene openbare verkooping van vast
goed ter waarde b- v. vin f 26000. - wordt m eens in
Tekening gebracht 10. 11, 12 ja 13'/, van den verkoop.
Daarvan gaan 61/, af voor regeslratiekosten en zegel-
kosten terwfil het wettelijk honorarium nog niet
bedraagt, dns te samen V De resteerende f780af 1560.
worden in rekening gebracht voor kosten van advertentiën,
biljetten, lokaal en diverse werkzaamheden. Een controle
hierop is volkomen uitgesloten.
Bij Verpachtingen is het niets anders. Stellen wij 10 jaren
een verpachting f 500.—. Daarvoor moet worden betaald
aan regiitratie f 23 25, aan notariëele werkzaamheden f 38.25.
wordt ongeveer f 70.—, terwjjl hiervoor in rekening ge
bracht wordt10 voor het 1ste jaar, en 6 voor de
volgende jaren, wordt te zamen f275 dos f 200. meer.
Spr meent dat een dergelijke regeling loodzwaar drukt
op het landbouwbedrijf.
Bij hvpotheeksUiita wordt l'/s berekend, volgens
tarief mag slechta f 1.50 per nur werk berekend worden.
Stel dat er 6 unr noodig ia om een hypotheek-aete te
schrijven en reken daar met inbegrip der zegels t 12.50
voor, terwijl thans voor een hypotheek van t 5000 biv.
f 75.in rekening wordt gebracht voor arbeid aan het
bezorgen van geld, het onderzoek naar de titels ec de
inschrijving op het hypotheek-kantoor.
Het ambt van Notaris dat in 1811 van nit Frankrijk
naar hier ia overgebracht geworden, dient meer in over
eenstemming te worden gebracht met de belangen van het
publiek.
Ook de inrichting der Hypotheekkantoren eischt drin
gend herziening. Behalve het vust recht van f 1.20 a
1.50 per mille moet men ook nog aan den hypotheek
bewaarder telkens bjj inzage salaris betalen, Het hypotheek
kantoor wordt een staatsinstelling in exploitatie van een
staatsambtenaar, die wanneer bjj ook slechts maar een
brief of telegram verzendt, bovendien nog in rekening
brengtklerkloon, commissieloon en portloon, ten bedrage
van f 6.a f 7.
Spr. beweert dat als op de bypotheekkantoren het stelsel
van Torn (landmeter te Utrecht) ingevoerd werd, dan alle
inlichtingen gratis konden worden verstrekt. Thans zijn
de bewaarders der registers oude lui die een vet baantje
gekregen hebben.
Van nog grooter belang zijn de geldmiddelen der
Nederlandsche Bank ten dienst der eigenaars van vaste
goederen. Spr. noemt bet bankoctrooi van '88 een fout.
De Nederlandsche Bank is niet bevoegd als circulatie dienst
te doen. In Oostenrijk en Zwitserland geven de banken
geld op hypotheek.
In 1884 - 18'JO was de rente van voorgeschoten geld
3Doch niemand kon tegen dien koers geld krjjgen en
men moest minstens 1 ai l'/s'/o meer betalen.
De eenige weg langs welken de grondeigenaar nog kan
proflteeren van het geld der Ned. Bauk, was door tusschen-
komst van een Notaris, doch die weg is nu afgesneden,
door het onlangs gemaakte verbod tot disconteeren.
De wetgever heeft het ook hier gelaten, gelijk het was.
De wet op de registratie met al hare oubilljjkheid is
mede van franschen oorsprong en werd in den loop der
eeuw enkele malen herzienin 1821 voorloopig. De geheele
herziening beraamd tegen 1824 bleef achterwege. In 1882
werd bepaald dat de wet op de registratie voor 1886 zou
worden herzien. Doch dat is toch ook niet gedaan, en
ieder die met openbare verkoopiogen te doen heeft gehad
weet bjj ervaring welke hooge sommen bij heeft moeten
betalen.
Is het geen crime, dat bjj openbare verkooping ruim
ö'/z'/a aïn registratie- en overschrijvingskosten moet worden
betaald Wiens goederen toch gaan het meest van band
tot hand? Niet die van den groeten, maar van denkleinen,
den achteruitgaanden eigenaar, die door hooge renten en
lasten eindelijk tot den bedelstaf gebracht, nog voor de
laatste maal aioet offeren aan de schatkist. De wet op de
registratie ia dan ook een wet op het ongeluk en het is
wenscheljjk dat die herzien wordt.
Ook ten opzichte van het L&ndbouw-Crediet is rege
ling noodig, opdat hij, die crediet wil verleeuen aan den
boer den ten velde staanden oogst tot pand kan krijgen. In
Ned.-Indië, Belgie en Italië is dat reeds geschiet. Maar
hier in Nederland laat men den boer aan zijn lot over.
Zoodra de wet dit regelt, zal men met succes landbouw
bon ken knnnen oprichten met coöperatie. De landbouwers
die deelnemen in die coöperatie kunnen het Leste oordeelen
over de soliditeit der landbouwers. Bjj goede regeling kan
dan het geld op lage reuten worden verstrekt, hetgeen den
landbouw in staat zal stellen het hoofd boven water te
honden.
In 1887 schreef spr. reeds dat hij hoopte dat de Ned.
Regeering hieraan haar aandacht zon wijden, en thans
wordt er niet eens meer over gesproken. En toch het regel
matig verminderen van boeren die eigendom bezitten het
toenemen van het aantal pachters, maken, dat dit punt
moet zijn een onderwerp van groote zorg. Het moet gaan
evenals in 1885 in Duitschland, en voor 3 jaar in Oosten
rijk, toen van regeenngswege een enquete werd ingesteld
naar den toestand van den landbouw in verband met het
bedrjjf van woekeraars.
Spr. vraagt of het is te verwonderen dat de landbouw-
commissie moest getuigen, dat de landbouw kwijnt, de
toestand ernstig is, de welvaart verminderde ook daar waar
de toestand betrekkelijk gunstig scheen, dat er moreele
verzwakking bestond en de belasting te zwaar drukt?
Is het noodig nog nit te wijden over de oorzaken van
nitblijvendc hervormingen?
De personen, die belang hebben bjj hervormingen behoo—
ren tot Jen neringdoenden. Deze zjjn evenwel in de
wetgevende lichamen niet vertegenwoordigd, zij kiezen geen
afgevaardigde.
De Stalen Generaal vertegenwoordigen niet het Tolk,
zoolang er geen algemeen kiesrecht ia, en zoolang wordt
er ook geen rekening gebonden met de belangen van het
volk.
Waarom andere hervormingen niet tot stand kwamen
leert de staats-gesehiedenis der laatste 26 jaar, toen de
katholieke paitjj zich afscheidde en zich tegen het onder
wijs verzette Door de ontbinding der conservatieve partjj
gingen enkelen dier partjj over tot de anti-revolutionuairen,
weer enkelen tot de liberalen. De liberale partjj werd dns
versterkt door elementen, die anti—clencaal maar geenszins
voor hervorming waren Het gevo'g daarvan was, dat elke
poging der liberalen door de clericalen en enkele leden
der eigen partjj werd tegengewerkt, en de regeering kwam
in handen van conservatieven, alsHeemskerk en van Lijnden.
Zoolang de liberale partij geen scherp gelormnleerd pro-
gramma vaststelt, zoolang zal zij de conservatieve elementen
niet verwijderen en zal zij ook niet in staat zijn tot eenige
hervorming.
Het zou beter worden als de liberale partij zich er weinig
om bekommerde of ze in de minderheid is, maar propaganda
giög maken voor bet beginsel, tot zij tot meerderheid komt;
dan zou zij iets tot stand brengen. Doch zoekt men naar
eendracht onder mannen ran gelijke overtuiging en conser-
vatieve aspiratiën, en zoekt men partijgenooten door opoffe
ringen van beginsel, dan blijft het politiek geknoei.
Doch het middel om de burgers vrede te doen hebben
met de plich en en hun eerbied te doen koesteren voor de
wet, bestaat n.et in het volk onmondig te verklaren, maar
hierin, dat ze mede—verantwoordelijk gesteld moeten worden.
door bun bet recht van kiesbevoegdheid te verleeqen.
Nn de panze, zich niemand aanmeldende tot debat, treedt
de heer Gerritsen op tot toelichting van het radicaal
''TsTToiis ernst dat de gewenschte hervormingen worden
ingevoerd, dan is er slechts e'e'n weg tot bereiking van
dit doel, dan moeten alle kiezers er bij de Vertegenwoor
diging op aandringen dat het algemeen kiesrecht worde
ingevoerd, dat het kiesrecht worde verleend aan alle meer
derjarige mannelijke ingezetenen, in het bezit van hunne
burger- en bargerschaparechten.
Spr noemt het een onbegonnen weg nu te spreken over
de wenschelijkheid tot grondwelsherziening. Men is er van
gg gg mede bezig geweest en hieruit blijkt wat een tijd
zoo iets vordert. Slechts twee zaken zijn noodig uitbreiding
van het kiesrecht asa alle ingezetenen, en definitieve
scheiding van Kerk en Staat.
Spr. meent echter dat er reeds veel gewonnen is, wanneer
binnen de grenzen der grondwet het kiesrecht aan een zoo
groot mogelijk aantal wordt verstrekt. De leuze moet dus
zijninvoering algemeen kiesrecht aan alle meerderjarige
ingezetenen, de verkiezing moet geheim zijn en de stem
biljetten moeten op de stembureani ingevuld worden.
Volgens de grondwet zijn van de uitoefening van het
kiesrecht uitgesloten, zij, wien dat recht bij rechterlijke
uitspraak is ontzegd zij die in gevangenschap of hechtenis
zijn «ij die bij rechterlijke uitspraak de beschikking of
het beheer over hunne goederen hebben verlorenzij die
in het burgerlijk jaar, voorafgaande aan de vaststelling der
kiezyslyatep, van eene instelling van weldadigheid of van
een gemeentebestuur onderstand hebben genoten en, Voor
zoover de kieswet, hetzij zeker bedrag van een of meer
grondslagen ran zoodanigen aanalag als vereisebte van
kiesbevoegdheid stelt, zij die hnn aanslag in die belasting
of belsstingen niet hebben voldaan.
Spr. verwondert er zich over, dat de partij hier te lande
die na 48 alt hervormingspartij dienst deed, nu niet met
een duidelijker en ridderlijker program voor den dag
komt.
Spr. wijst op het dezer dagen inde couranten verschenen
manifest der Liberale Vnie. Als spr. den inhoud daarvan
nagaat, ziet hij. dat men weer een slag om den arm beeft
gehouden.
Wat wil bijv. de Lib. Vnie op het punt van Kiesbevoegd
heid?
„De kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer der Staten-
Geaeraal worde door onbi kronip n toepassing van het voor
schrift der Grondwet uitgebreid ook tot den kring der
werklieden, die reeds te lang daarvan verstoken bleef. De
wetgever ga aanstonds zoover, als een eerlijke uitlegging der
Grondw et hem veroorlooft. Onder vaststelling van de noodige
waarborgen tegen misbruik, geve hij het kiesrecht aan alle
meerderjarige mannelijke Nederlanders die, bij eene eigen
handig geschreren aanvrage aan het plaatselijk bestuur hunner
inwoning, hun verlangen te kennen geven om op de kiezers
lijst te worden geplaats, of op eene andere door de wet voor
te schrijven wijze toonen te kunnen lezeu en schrijven eu
belang te stellen in de openbare zaak. Behalve de bedeelden
en de overige in de Grondwet aangewezenen, blijven daarbij
uitgesloten zij, van wie blijkt, dat zij niet in staat zijn
zelf in hun onderhoud en in dat van hun gezin te voorzien.
Persoonlijke invulling in het lokaal der stemming worde
voorgeschreven."
Dus men zegt niet .welken kring van werklieden" en
dan „zoover als een eerlijke uitlegging der grondwet." Dat
is juist de slag om den arm. De grondwet is zoo duister,
dat het niet mogelijk is te zeggen, wat wel en wat niet
een eerlijke uitlegging is. De Lib. Unie zegt niet wat eene
eerlijke uitlegging is. zegt ook niet dat aan allen dat recht
toekomt. Nu zullen misschien de meest vooruitstrevenden in
de liberale partij zeggen, dat een eerlijke uitlegging is, dat
het recht aan alle meerderjarigen wordt vetstrekt, maar de
conservatieve leden dier partij zullen dat weer ontkennen.
De Grondwet geilt het kiesrecht aan de mannelijke
ingezetenen, tevens Nederlanders; die door de kieswet te
bepalen kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken
welstand bezitten.
Maar hoe zal men die geschiktheid en welstand uitleggen?
Daarom is het noodig dat wij elkaar verstaan. De liberale
bladen Vtr. Dagbl.en het Vaderland) geven ook dergelijke
vage programma's en het Vaderl. spreekt nog van eene
milde toepassing.
Het Handelsblad het radicaal program bestrijdende,
vroeg: als men bedeelden ook onder de kiezers moest opne
men, waarom dan ook niet de bedelaars?
Spr. beweert dat tegenwoordig juist de bedelaars niet
nitgesloten zijn; maar de eerlijke arbeider, door nood
gedrongen, voor 14 dagen van het geheele jaar onderstand
aan te vragen, blijft er buiten.
De Lib Unie zegt: uitgesloten zijn zij, die niet in staat
zjjn te voorzien in hun onderhoud.
Spr. vraagt: wie en waar zijn die? Is dat alweer dezelfde
werkman, die voor eea 14 dagen ouderstand geniet. Of is
dat die reeks van personen, die feitelijk niet in hun onder
houd kunnen voorzien, door familieleden worden onderhouden
het eene jaar in en het andere jaar uit, en toch kiezer zijn
De formule: het kiesrecht aau alle mannelijke meerder
jarige ingezetenen, behoort op het progr. der hervormings-
partij.
Verder herinnert spr. nog aanscheiding van kerk en
staat, binnen de grenzen der grondwet, aan uitbreiding van
staatszorg voor de arbeiders, aan leerplicht, aan progressieve
inkomstenbelasting, aan afschaffing der accijnzen, aan
afschaffing der plaatsvervangers.
Verder behoort er nog éénezaak op het progr.: propor
tioneel kiesstelsel, omdat zoolang wij in ons land het
district-stelsel behouden, er te veel bij de candidaten naar
de districtsbelangen wordt gevraagd en er niet genoeg wordt
gelet op de algemeene belangen.
Dat heelt weder dezer dagen de behandeling dersuikerwet
bewezen. Met dat optreden enkel voor districtbelangen moet
gebroken worden en dat kan alleen door een proportioneel
kiesstelsel.
Door den keer A. W. v. Kluijve wordt nu teleurstel,
ling uitgesproken over hetgeen de spreker had gegeven.
Dat waa weer zoo iets dergelijks als bij alle verkieziogs-
campagoes. Het was un mere a boire en om al die ge
noemde hervormingen tot stand te brengen, daarvoor zon
een tijdvak van 50 jaar niet eena toereikende zijn. Spr. had
liever enkele hoofdpunten zien aangegeven, die binnen een
jaar of vier konden worden bereikt. De heer v. Kluijve
verhief zijn stem juist tegen dat algemeen kiesrecht. De
heer G. had het algemeen stemrecht niet principieeel be
handeld, maar als utiliteitsbeginsel. Doch spr. acht het nirt
in het belang van het volk dat er liberalen zijn, die radi
caal zijn en dat A. Kiesrecht op de spits drijven. Spr.
gelooft dat Alg. K ons niet vooruit, maar achteruit zal
brengen, en de volkabelangen er door geschaad zullen wor
den. De voorstanders van Algem. K. willen dat de ont
wikkelingstoestand een maatstaf aal zijn voor de kiesbevoegd
heid, en die ontwikkelingstoestand acht spr. dat bij de
meerderheid van het volk heel wat te wenschen overlaat.
Ook vreest spr. dat bij A. K. de omkooperij op groote
schaal gedreven zal worden en wij dan in Nederland, even
als nn in Engeland het geval is, dure verkiezingscampagnes
zullen krijgen. Nu beweert men wel dat de werkman en
de fabrieksarbeider veel onafhankelijker ia dan de kleine
neringdoende en spr. geeft toe dat men de omkooperij zou
kunnen beteugelen door het Couloir-stelsel, doch spr. be
weert dat de kleine burgerij in doorsnede meer waarde
oplevert voor het kiesrecht dan de werkman, misschien is
dat op een enkele groote plaats anders, maar op het platte
land is dat wel het geval.
Als Algm. K. ingevoerd kon worden bij wijze van proef,
maar dat gaat niet aan. Eenmaal ingevoerd, is er van
terugname geen sprake meer, of er zonden ontzettende
schokken door het maatschappelijk lichaam varen Spr. be
treurt het, dat velen, die het goed meenen met het volk,
op dit oogenblik het zoo ver drijven.
Wij hebben een tijdperk van 3 jaar achter otts.^
in het
welk "dat kiezerstal met 100 ia vermeerderd. De regee-
nu niet in handen der liberale partij en zelfs de
moeten erkennen, dat deze veel
ring is
vrienden
der
regeering
het ft nagelaten.
Nu staan de kansen schoon voor verandering en is h-t
vooruitzicht dat de liberale partij weder aan de regeering
zal komen, en als men zich dan eens tevreden wilde stellen,
wanneer in de eerstvolgende vier jaar: leerplicht belasting
op het kapitaal in portefeuille, progr. inkomsten-belasting,
arbeidsraden, veizekeriog tegen ongelukken werden ver
kregen men zou dan ook tevreden kunnen zijn en het een
tijdvak knnnen noemen, zoo vruchtbaar al9 men er geen
kent. En nu ziet spr. juist door de verdeeldheid welke de
radicale partij zal brengen, dat d:e schoone toekomst ver
loren gaat en we weer een periode van 4 jaar „niets doen
zullen krijgen.
De heer Gerritsen vraagt waarin dan toen de neer
v. Kluijve zich teleurgesteld ziet. Spr. heeft toch duidelijk
beantwoord de vraag, waarom er geen hervormingen hebben
plaats gehad. De heer v. Kluijve spreekt van een m r e
a boire en dat men voor al de hervormingen wel 50
jaar en meer noodig zou hebben. Ja, als de heer v. KI. dat
zegt, werpt bij een blaam op zijn eigen partij.
Als dat werkelijk waar is dat hij (sprzooveel had
opaenoemd, dan kwam dat omdat de liberale partij in zoo
veel in gebreke was gebleven.
Maar spr. beweert, dat alle hervormingen welke hij heeft
voorgesteld, gemakkelijk in 4 jaar tot stand kunnen worden
gebracht, daarvoor zijn geen 50 jaar noodig. Als de heer
v. Kluijve zeide dat spr. Alg. K niet principieel maar als
tt/i/tïftïrbeginsel heeft behandeld, dan vraagt spreker met
welk recht treedt gij op om uw medeburgers onder voogdij
te stellen, met welk recht eischt gij dat de kiezer moet
zijn ontwikkeld, gij, die geen leerplicht hebt gegeven, hebt
gij het recht naar de ontwikkeling te vragen sMoet het
volk dan juist ontwikkeld zijn en juist zelf de wetten kun
nen makeu, alvorens aanspraak te hebben op kiesrecht
Neen, het is alleen noodig dat zijne belangen in het
Wetgevend lichaam worden vertegenwoordigd en dat hij
zelf de personen daartoe mag aanwijzen. Spr. had geen ver
stand van de medicijnen noch van de rechten en toch wist
hij wel zijn doctor en zijn advokaat te kiezen. Het Volk
heeft gezond verstand genoeg om zijn mannen te kunnen
kiezen.
En dan omkooping op groote schaal
Stel eens een oogenblik, dat dit wel het gevolg was. Wie
moest er dan tot straf uitgesloten worden Zij, die hun
geld misbruikten om om te koopen, of zij die omgekocht
worden? Wilt gij dan het volk straffeu voor het misdrijf
door de anderen gepleegd Dat mag toch allerminst een
argument zijn.
En als de heer v. Kluijve wijst op Engeland, dan schijnt
hij niet te weten dat in Engeland geen Algem. Kiesr.
bestaat, doch dat het daar evenals hier zeer beperkt is.
Maar in Frankrijk ea Duitschland is Alg. Kiesr., doch
daar weet men van geen omkooping.
En als dan de heer v. Kluijve ook nog zegt dat de kleine
neringdoende man meer ontwikkeld is dan de arbeider, dan
antwoordt Spr.het is mogelijk, maar spr. weet dat niet.
Wèl weet spr. dat de arbeiderspartij nu om kiesrecht vraagt
omdat de arbeider gevoelt, dat hij achteruit gesteld is en
de wetgeving juist veel te wenschen overlaat. Bij de her
ziening der grondwet in 1887 i9 het juist een groote fout
geweest, het kiesrecht wel te geven aan den kleinen nering
doenden man, die er niet om gevraagd heeft en
wien de kiesbevoegdheid al weinig kan schelen, getuige de
uitslag bij de laatste verkiezingen, welke aantoonden dat
er, niettegenstaar.de de kiesbevoegdheid tot den kleinen
neringdoeudea man is uitgestrekt, er nu nog minder gestemd
wordt dan vroeger.
Of de kleine neringdoende man meer ontwikkeld is dan
de arbeider weet spr. niet, maar zeker acht hij het dat de
arbeiderspartij beter gebruik zal maken van het kiesrecht.
De heer v. Kluijve eindigde met de opsomming van
enkele hervormingen, die z. i. door de liberale partij, als
zij nu weder aan de regeering komt, zouden worden tot stand
gebracht, als: leerplicht, arbeidsraden enz. enz.
Ja, dat zou al veel zijn, doch welke waarborg is er voor,
dat de liberale partij het werkelijk zal doen ook Geen
enkele. Duizende malen hebben de liberalen hervormingen
beloofd, maar altijd en eeuwig hebben zij de beloften ver
geten. En zij zullen ze ook nooit kunnen doen, omdat de
liberale partij nooit kan besluiten, ter wille van haar begin
sel in de minderheid te zijn.
Leerplicht! Zeker, de lib. partij wenscht dat nü. Maar
waaruit blijkt dat? Uit de motie in de Tweede Kamer?
't Is bekeud, dat de liberalen, als het op de toepassing
aankomt, zooveel exceptie'a weten te bedenken, dat men
het beloofde toch niet krijgt.
Spr. beroept zich op een lid der Tweede Kamer, die zelf
voor leerplicht had gesproken, maar dezer dagen in eene
te Slochteren gehouden vergadering verklaarde, er niet voor
te durven instaan, dat als de liberalen weer de meerderheid
hebben gekregen, ze dan over het punt leerplicht nog wel
zoo eenstemmig zullen denken als uu.
Spr beroept zich op de vergadering d. d. te Amsterdam
gehouden, waar een der lib. ledeu die voor leerplicht stem
den de Beaufort in de kiesvereen. Amstels Burgerij
zeide, er wel voor te zijn, maat dat vooraf de scholen
moesten worden verbeterd en nog meer dergelijke excepties.
Spr. meent recht te hebben om te kunnen zeggende
liberalen zullen in '91 evenmin leerplicht geven als zij het
vóór '88 gedaan hebben.
Ln met de progressieve inkomstenbelasting zal hetzelfde
gebeuren.
Alle liberalen stemden voor afschaffing accijnsen En toen
de minister van finantiën er op wees dat voor de wetsvoor
stellen Borgesius alle liberalen gestemd hadden, toen pro
testeerden reeds 2 liberale leden, die gemeend hadden te
stemmen voor progr. inkomstenbelasting. Zoo zal hetblijven
gaan, indien niet de conservatieve elementen door de lib.
partij worden losgelaten, en allen, om toch maar aan de
regeering te komen, onder één hoedje spelen.
Doch als er zijn, die ernstig hervormen willen, dan
moeten zij zich afscheiden, evenals de radicalen dat hebben
gedaan, en hun beginsel hoog houden, inaar niet met een
vaag program voor den dag komen. Het is den Radicalen
niet te doen om splitsing te veroorzaken en ook niet om
de macht in handen te krijgen, maar het is te doen om
zuivere afbakening van beginselen. Dat de hervormiogsge-
zinden zich aansluiten en niet langer schermen met te
streven, maar overgaan tot handelen,
De heer van Kluijve merkt op dat er groot verschil
bestaat tusschen wat spr. nu brengt ten laste der liberale
partij voor '87 en wat er nu van haar te verwachten is.
Deze vier jaar zijn voor de liberale partij eeu louteriugs-
tijdperk geweest. Er zullen toch zeker altijd Velschillen
blijven bestaan onder personen van dezelfde partij, maar
dat zijn ondergeschikte punten, die niet in het breede moeten
worden uitgemeten.
Spr. herinnert er aan hoe zelfs de heeren Gerritsen en
Treubbeiden radicalen, verschillen ten opzichte van het
verstrekken van kiesrecht. Wil de heer Gerritsen dit
verleenen aan de bedeelden, de heer Treub toch wil
klasse ook uitsluiten.
De heer Gerritsen repliceert den heer v. Kluijve
deze faalt als hij dit laatste beweert. Treub heeft nergens
en nooit zich verklaard tegen het geven van kiesrecht ook
aan de bedeelden. Treub staat ten dien opzichte op hetzelfde
standpunt als spreker.
Doch Treub heeft beweerd, dat zoolang als deze grondwe
bestaat, het niet aan de bedeelden kan worden gegeven
Hier wordt dus geen beginsel prijsgegeven, maar eenvoud i
niet aaugedrongen op de verste strekking, omdat anders toe
ook
die
dat
t