Donderdag, 19 Maart 1891. 35ste Jaargang. No. 2490- kift flIIIBM. Gemeente Schagen. B e k e n <1 m a k i ii g e n. KIEZERSLIJSTEN. k i e z eITsljXs ten. H E R IJ K. Binnenlandsch Nieuws. HORDT VERVOLGD- CHAGE A1161 e 11 lus- COURANT is- L had. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- d agavond. Btf inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB- TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEI, liaan, D, 4. Prijs per jaar f8.Franco per post 8.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIËN van 1 tot B regels fO.25; iedere regel meer Bots Groote letters worden naar plaatsruimte berekend POLITIE. Ter Secretarie dezer gomeente zijn inlichtingen te bekomen, omtrent een alhier opgevangen liond.. Zeemilitie. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen naar aanleiding van art. 150 der Militiewet, ter kennis van de lotingen dezer gemeente, dat zij, die genegen zijn om bij de Zeemilitie te dienen, zich daartoe moeten aanmelden ter Gemeentesecretarie alhier, vóór den len April. a. s. Schagen, 10 Maart 1891. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennisse der belanghebbenden, dat, ter voldoening aan de wet op het kiesrecht, door hen zijn' vastgesteld de lijsten der kiesrechtigden van leden voor de Tweede Kamer der Staton-Gene- raal.de Provinciale Staten en voorden Gemeente raad, alsmede van die, welke sedert de vaststel ling der vorige kiezerslijsten daarvan zijn ge schrapt. Dat die aan het raadhuis zijn aangeplakt en bovendien van heden at gedurende veertien dagen (Zon- en Feestdagen uitgezonderd), des voormiddags van 9 tot 12 uur, op het raadhuis ter inzage zullen liggen, binnen welken tijd degenen, die daartegen eenige reclame mochten Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM 42. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. „laat ons scheiden „Alice," antwoordt Wesberg op haar betoog, en zijne stem heeft een zachten, teederen klank, „ik smeek u er om, van uw kunstenaressen-loop baan af te zien 1 Ik wil u uw leven lang op de banden dragen, mijne liefde zal nw huiskamer tot een paradijs vervormen, gij zult den oplet- tendsten, zorgvuldigste» echtgenoot in mij vinden, die de geringste uwer wenschen vervalt, maar ik kan niet toestaan, dat mijne vrouw een publiek- domein is. Het strijdt tegen mijne inzichten dit offer, hetwelk aan uwe liefde niet zwaar kaD vallen, wanneer gij werkelijk iets voor mij ge voelt, is de eenige voorwaarde, welke ik stel. Zij schudt het hoofd. „Ik zou als een gevangene vogel zijn, die er eeuwig naar zou verlangen, de vleugels vrjj uit te slaan. Ik kan niet!" „Dan hebt gij mij ook niet lief. Bedenk, dat ik niets anders van u verlang dan deze eene opoffering." „Evenzoo kan ik van n zeggen." „Dat is iets anders. De vrouw zal den man volgen. Gaf ik evenwel aan uw verlangen toe, dan zou het omgekeerde geval intreden. Alice, verwoest niet door eigenzinnigheid ons levens geluk. Nu, niet waar," hij ziet haar smeekend aan „gij geeft toe Hare oogen baden zich in tranen. „ik kan niet. Ik zou u en mij ongelukkig maken 1" „Laat het daarop aaokomen. Ik sta u borg voor het vervolg." „Neen," roept zij uit, „ik kan deze eene voor waarde, welke ik u gestold heb, niet laten vallen. De zang is mijn eigenlijke element." „Dan hebben wij elkander wel niets meer te zeggen," antwoordt hij norsch en staat op. „Want even vast als gij staat op de uwe, sta ik op de mijne." Zij strijdt een harden strijd met zich zelve. Moet zij hem laten gaan Staat zij misschien toch niet op het punt een dwaallicht te volgen, dat haar op bedriegelijken afstand den laurier krans der kunst wijst, zonder haar de mogulijk- bebbon, die bij ongezegeld verzoekschrift, door de vereischte bewijsstukken gestaafd, aan den Raad zullen behooren in te dienen, na verloop van welken tijd daarop geen regard meer zal kunnen worden geslagen. Gedaan te Schagen, den 14 Maart 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen, naar aanleiding van het 2e lid van art. 35 der Wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37) bij deze ter algemeene kennis, dat bij de herziening der lijsten aanwijzende de personen die bevoegd zijn tot het kiezen van leden voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, de namen der volgende personen wegens het verliezen van een of meer der gevorderde vereischten of uit hoofde van overlijden daarop zijn geschrapt, als A. Wegens het verliezen van een of meer der gevorderde vereischten P. J. van Hogerlinden, Jb. Jongejan, H. J. Oud, R. C. Poster, J. Raven, J. Roggeveen, Wz. J. Veter, C. Vries Pz., K. Witsmeer, A. Zander, G. van Zoonen. B. Wegens overlijden: P. Veer, J. de Vries, M. Zwakman. Schagen, 14 Maart 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. heirl te bieden, dien krans te verkrijgen, terwijl hier bet het geluk voor het grijpen ligt Daar wendt hij zich nog eenmaal om en steekt haar zijn hand toe. „Kom 1" zegt hij zacht fluisterend. „Het was een dwaas getwist. Ik weet, dat gjj mij lief hebt, gij zult u bezinnen. Wij kunnen zoo niet van elkander gaan." Een oogenblik is bet, als wil zij zich aan zijn borst werpenzij komt een paar schreden nador doch blijft dan weder staan. NeenHet zou een bedrog zijn jegens zich zelve en jegeus hem. Zij gevoelt, dat zij onop houdelijk zal worden aangetrokken door het doel, hetwelk zij zich gesteld heeft, en zjjn hand met een bekoorlijk gebaar van ootmoedigheid aan hare lippen brengende, antwoordt zij „Vergeef mij, wanueer ik n pjjn doe. Gij begrijpt mij nu uiet en houdt voor kinderachtige eigenzinnigheid, wat slechts onwederstaanbare aantrekking is naar mijne bestemming. Later zult gij misschien iozien dat het voor ons beiden bet beste is geweest. Ik bemin u, maar ik ben niet geschapen voor het lot, hetwelk beschoren is aan de Duitsche vrouw, die zich al leeu beweegt in de enge huiskamer. Gij zult dat met den tijd zelf inzien, al scheidt gij ook nu in wrok en bitterheid. Ook in mijn hart woonden eens wrok en bitterheid jegens u, maar ook ik leerde inzien, dat het goed was, gelijk gij toenmaals handeldet." Hij trekt nu zijn hand met eene heftigheid terug, als was zij met een gloeiend ijzer in aan raking gekomen, in plaats van met Alice's zachte, rooskleurige lippen. „Waartoe nog mooie woorden verspillen en een daadzaak bemantelen en vergoelijken, welke in hare betreurenswaardige naaktheid toch aan het daglicht komt P Gij bemint mij niet meer, laat ons daarom scheiden, zonder een woord verder daarover te verliezen. Moge het u goed gaan en moogt gij uw besluit nooit berouwen Daarop verlaat hij de kamer, en Alice weet, dat het een afscheid voor eeuwig is geweest. Een oogenblik blijft zij midden in de kamer staan, de hand op haar wild kloppend hart gedrukt, en dan, op den Btoel neervallende, op welken bij ge zeten heeft, barst zij in tranen los. Weinige dagen later heeft zij Duitschland ver laten, om aan gene zijde der Alpen, in het grootsche Milaan de laatste hand te leggen aan hare musikale vorming, voor zij zich op de planken gaat wagen, en de vermetele hand uit strekt naar den lauwerkrans, die aan de meesten Burgemeester en Wethouders van Schatten Gelet op het besluit zan Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie van den 31 December 1890, No. 3, (Provinciaal blad No. 72) Gezien bet Koninklijk Besluit van 19 Novem ber 1890 (staatsblad no. 174), waarbij is bepaald dat in het jaar 1891 aan den herijk zijn onder worpen, de maten en gewichten Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat die herijk binnen deze gemeente zal plaats heb ben voor de gewichten voor fijnere Wfgingon op ZATERDAG, 28 MAART a. s., van des mid dags 12 tot des namiddags 2 ure voor de overige maten en gewichten op DINSDAG, 31 MAART en WOENSDAG, 1 APRIL, van des voormid dags 9, tot des namiddags 3 ure, alles in het lokaal „de Beurs," van W. Roggeveen Cz., Wijk F, No 36, ingang aan de Noordzijde. Schagen, den 17 Maart 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. 11. BEELS. de Secretaris, DENIJS. De Burgemeester' van Schagen brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat ter Sercetarie dezer gemeente inlichtingen zijn te bekomen, omtrent de stukken, welke overgelegd moeten worden bij do aaumonstering voor de Haringvisscherij. Schagen, den 17 Maart 1891, De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. f harcr zusteren ontzegd blijft. ZESTIENDE HOOFDSTUK. Tn de tconderschoone maand Jtlei. Welk een korte spanne tijds is een jaar wanneer men zich aan zijne taak wijdende, den dag onverpoosd daaraan besteed en een vast doel in het oog heeft; en hoe lang is diezelfde dag wel voor hem, die in hopelooze neerslachtig heid de uren besteedt aan bezigheden, waar hij maar met een half hart bij is, cn ze alleen verricht, om den tijd te dooden. Voor Tina Eiseurott heeft het laatste jaar maar geen einde kunnen krijgen. Zij is uit Berlijn terruggekeerdalles in Rambow schijnt voor baar veranderd. De tuin, in welken zij vroeger zooveel behagen schepte, en aan welks verzorging zij dikwijls zooveel tijd besteedde, boezemt haar nu nog slechts een vluchtige belangstelling in, r.iettegenstaande de tuin nu op zijn prachtigst in knop staat. Zij verricht de huiselijke bezigheden met een stelselmatige plicbtvervulling, maar de lust en opgewektheid van vroeger zijn verdwenen. Truida Müllberg en Lena maken dikwijls hier over tegen elkaar opmerkingen, of drijven ook wel de spot met de groot-sreedBche nuf, die nu niet meer gewennen kan aan de landelijke ge bruiken, sedert zij een paar weken in de resi dentie heeft vertoefd, maar Tina beantwoordt dergelijke toespelingen slechts met een pijnlijk glimlachje. Het is, alsof een rustelooze drang tot bedrijvigheid haar door bois en tuin voort drijft, en toch geschiedt alles, wat zij aanvat, werktuigelijk, als werd het alleen verricht, om toch maar geen tijd tot* nadenken te vinden, en Tina zelve betrapt zich er dikwijls op, dat zij de handen in den schoot laat zinken en droo- mend voor zich uit staart, of dat zij bij het hek van den tuin staan blijft en met verlangenden blik den weg uitziet, welke naar bet dicht bijge legen station voert. „Wat deert het meisje toch?" vraagt haar vader aan wiens blik de verandering in houding eu gedrag zijner geliefde dochter, volstrekt niet is ontsnapt." „Ik weet niet, wat gij wilt, oudje", antwoordt mevrouw von Eisenrott ongeduldig. „Ik ben nooit in mijn leven meer tevreden met Tina geweest dan juist nu. Zij is veei werkzamer dan vroeger, houdt zich niet meer op met bijzaken en neemt mij nu velerlei uit de handen, waaraan zij vroeger niet dacht." Ook te Kolhorn zijn van vele ingeze- teuen niet alleen de eet-, maar ook de plant— aardappelen, hoe goed ook ingekuild, bevroren. De hooge prijs der aardappelen zal wel ten gevolge hebben, dat er nu meer erwten en boouen zullen worden gebouwd. Te Kolhorn worden voor de ansjovis- visscherij vele toebereidselen gemaakt; ook wordt daar nog een tweede zouterij opgericht. Zondag 22 Maart zal er geen godsdienst oefening worden gehouden aan de Oud.6Sl.uiS, wegens de avondmaalbediening te Schagerbrug. De heer H. van Heerikhuizen, hoofd der school te Lutjewinkel, heeft aldaar een cursus tot het aanleeren van v o 1 a p k opgericht, welke reeds 12 deelnemers telt, voor het mee* rendeel mannen van boven de 20 jaar. Dinsdagmorgen ongeveer te 11 ure brak een felle brand uit in de boerenwoning, bewoond door den landman Arie de Boer, in den Speketerpolder in de gemeente Harenkarspel. Binnen weinige oogenblikken stond helgeheele buis in lichte laaie en men had slechts lijd om bet melkvee te redden, terwijl vier bokkelingen, eenige kalveren, varkens en twee paarden, bene vens de geheele inboedel een prooi der vlammen werden. De oorzaak van den brand is onbekend. De nationale kiesvereeniging Burgerplicht te Heider nam, na den heer S. T. Land, op nieuw candidaat voor de Tweede kamer gesteld „Maar toch is zij niet gelukkig." „Ach wat, Alice zal haar allerlei dwaasheden in het hoofd gepraat hebben, die zullen van zelf wel weder verdwijnen. Dan zal zij ook wel tante Henriette missen, zij was vroeger veel bij haar boven. Ik begrijp volstrekt niet, wat uw znster zoolang in Btrljjn houdt. Zij drijft altijd den spot met Alice's gebreken. Ik ben maar nieuws gierig, wanneer zij weder op Rambow terug zal komen. Waarschijnlijk geeft ze te Berlijn handen vol geld uit." „Laat haar begaan. Het is bet hare. Wij hebben er niets mede noodig." „Zeker, hot gaat ons niets aan; maar wanneer ik bedenk, hoe karig zij altijd tegenover onzen Hans is geweest en hoe vrijgevig zjj nu is jegens die vreemde, dan loopt mij toch de gal over." „Alico heeft haar eigen kapitaaltje door Hans, schuld verloren. Het is niet meer dan rechtvaar dig, wanneer een van ons haar een weinig daar voor schadeloos stelt. Alice wilde van ons niets aannetnen „Omdat zij bovenmatig hoogmoedig, licht ge raakt en ijdel is. Denk aan mij, uw zuster zal zij ook nog buiten deur zetten, zoodra dat in haar kraam te paH komt, en dan zal zij als avon turierster de wereld doortrekken." Deze voorspelling schijnt vooreerst evenwel niet bewaarheid te zullen worden, want de zomer verstrijkt, en eerst in het najaar meldt tante Henriette haar terugkeer naar Rambow, zonder evenwel iets los te laten omtrent Alice's plannen. Mevrouw von Eisenrott zegeviert. „Ziet gij? Heb ik het niet voorspeld? Nu is het tusscben haar beiden tot een scheiding gekomen. Ik wist bet wel." Met groote spanning wordt de terugkomst van de oude dame tegemoet gezien, om nadere bijzonderheden van haar te vernemen. Zelfs Tina schijnt wat levenslustiger te zijn geworden door het vooruitzicht, als verwachtte zij daarvan iets buitengewoons, en als de teruggekeerde nu eindelijk weder in den kring harer familie staat en de nieuwsgierige gezichten zich om haar verdringen, ziet zij hen schalkseh aan en zegt droogweg: „Dat .Berlijn is toch een plaats van humbug 1* Laarna wijdt zij in het breede uit over bare reis en hare Berlijnsche avonturen, als bemerkte zij niet, dat hare toehoorders van ongeduld brandden om iets naders van Alice te vernemen.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1