35ste Jaargang. Ho. 2491.
Zondag, 22 Maart 1891.
H E R IJ K.
MM- Lffllllffll.
Dit nummer beslaat uit
TWEE BLADEN.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Dl fEISIUI.
PATENTE N.
Vergadering van den Raad der
gemeente SCUAGE\r, op Woensdag,
den 25en Maart 1891, des voormid
dags ten 10 ure.
Binneplaridsch Nieuws,
CHAC
111816» Ij
t
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Eater-
d ag avond. Bij inzending tot middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: StlHAOEW, Laan, D, 4.
Prjjs per jaar f3.Franco per post 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.25; iedere regel meer Sets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gomeente zijn inlichtingen
te bekomen, omtrent een alhier opgevangen
hon cl.
Burgemeester en Wethouders van Schaden
Gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde
Staten dezer provincie van deu 31 December
1890, No. 3, (Provinciaal blad No. 72)
Gezien bet Koninklijk Besluit van 19 Novem
ber 1890 (staatsblad no. 174), waai bij is bepaald
dat in het jaar 1891 aan den herijk zijn onder
worpen, dc maten en gewichten
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat
die herijk binnen deze gemeente zal plaats heb
ben voor de gewichten voor fijnere wegingon
op ZATERDAG, 28 MAAKT a. s., van des mid
dags 12 tot des namiddags 2 ure voor de overige
maten en gewichten op DINSDAG, 31 MAART
en WOENSDAG, 1 APRIL, van des voormid
dags 9, tot des namiddags 3 ure, alles in liet
lokaal „de Beurs," van W. Roggeveen Cz., Wijk
F, No 36, ingang aan de Noordzijde.
Schagen, den 17 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. II. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Roman van A. VON KLINCKOW STRöM
43.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
In de tconderschoone maand Mei.
Eindelijk kan mevrouw von Eisenrott zich niet
langer bedwingen en valt zij tante Henriette in
de rede.
„Nu, en hoe staat het met onze schoondochter
„Zij '8 juist op reis naar Italië, om hare vor
ming als zangeres te voltooien. In het voorjaar
zal zij waarschijnlijk het eerst in een Italiaansche
opera optreden, voor zij naar Duitschland terug
keert, om iu een onzer grootste opera's te ver
schijnen."
Ware er een bliksemstraal onder de familie
Eisenrott gevallen, dan had de ontsteltenis, welko
zich op aller gelaat afspiegelde, niet grooter
kunnen zjjn.
„Wordt zij operazangeres?! Dat is toch zeker
een verzinseltje van u
„Volstrekt niet. Het zou bij hare schitterende
begaafdheid een groot onrecht geweest zijn, haar
daarvan af te houden. Zij heeft alle gegevens
van etne groole kunstenares en zal naar ik hoop,
ook eenmaal groot worden."
„De schande! Neen, de schande!" roept
mevrouw von Eisenrott bandenwringend uit.
„Eene vrouw, die onzen naam draagt! God zij
dank, dat onze arme Hans zaliger dat niet heeft
moeten beieven
„Stel u gerust!" brengt tante Henriette in
bet midden. „Ik geloof, dit zij er over denkt
baar meisjesnaam weder aan te nemen. Zij hecht
aan onzen naam nu niet zoo bijzondere waarde."
„Als de schrik u maar niet deert," zegt
mevrouw nu tot haar dochter Truida Müllberg,
die acht dagen geleden haar eersteling te doop
hee.t gehouden en baar eerste uitstapje naar
Rarobow maakte, om tante Henriette te begroeten."
„Neen, neenZeide jonge vrouw geruststel
lend. „Het bericht heeft mij vrlstrekt niet zoo
verrast als u. Ik was er op voorbereid. Ik zeide
altijd, dat zij iets theatraals baden zeker nog op
de planken terecht zou komen. Niet waar,
Gustaaf, zeide ik dat niet altijd
„Wij willen haar het beste wenscben," zegt
mijuheer von Eisenrott. „Ik heb mij laten zeggen,
De Burgemeester van Schagon brengt tor ken
nis van belanghebbenden, dat ter Sercetarie dezer
gemeente inlichtingen zijn te bekomen, omtrent
de stukken, welke overgelegd moeten worden
bij do aanmonstering voor de Haringvisscherij.
Schagen, den 17 Maart 1891,
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der
gemeente Schagen, brengt bii deze ter kennisse
van de ingezetenen dior gomeente, dat het kohier
van het Patentrecht over het derde kwartaal
van bet dienstjaar )890|9I, op den 13en dezer
door den Heer Provincialen Inspecteur in de
Provincie Noord-Holland is executoir verklaard
en op beden aan den Heer Ontvanger der directe
belastingen binnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft
wordt alzoo vermaand op de voldoeuing van
zijnen aanslag behoorlijk aebt te geven, ten einde
alle gerechteljke vervolgingen welke uit nalatig
heid zouden voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 19 Maart 1891.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
C. H. BEELS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der
Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier
No. 4, voor de belasting op het Personeel, over
het dienstjaar 1890/91, op den 13cn dez-r door
den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie
Noord-Holland is executoir verklaard en op heden
aan den Heer Ontvanger der directe belastingen
binnen deze gemeente ter invordering is over
gegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft
wordt alzoo vermaand op de voldoening van
dat er zangeressen zjjn, welke hoogst achtbare
en deugdzame vrouwen wareu. Waarom zou Alice
niet tot haar belmoren Het beroep van opera
zangeres is ten slotte ook niet slechter dan menig
ander."
„Gjj hebt ten dien opzichte altijd zeer zonder
linge begrippen gehad," valt zijne vrouw hem
in de rede.
Tina 's oogen zijn nog vol verwachting gericht
op de lippen der tante, als verwachtte zij nog
een of andere medcdeeling. Eindelijk doet mijn
heer von Eisonrott in alle onschuld de vraag,
welke zijn dochter zoo op het hart brandde.
„Hoe maakt Wesberg het? Ik heb zijn naam
in de courant gelezen. Hij was in de zaak van
Herrling betrokkeu, maar iu ons lokale blaadje
stonden slechts enkele mededoelingen daarover.
Kunt gij er iets meer van mededeelen
Zijn zuster wordt nu zeer welbespraakt, terwijl
zij uitvoerig de gebeele toedracht der zaak uiteen
zet, gelijk zij die uit de Barlijnscbe bladen en
uit Wesberg's eigen mond heeft vernomen, toea
hij van haar afscheid nam.
Den ouden heer traden de traneu van dank
bare aandoening in de oogen, toen hij hooide,
dat de vieeselijke verdenking, welke nog altijd
op do nagedachtenis van zijnen zoon kleefde,
nu weggenomen is, terwijl mevrouw von Eisen
rott zich overgeeft aan het slaken van een vloed
van verwenschingen jegens Herrling, tot haar
echtgenoot haar ernstig bestraffend toeroept
„Laat de dooden rusten, oudeEn zich tot zijn
zuster wendende, gaat hij voort: „Heeft Wesberg
er niet van gesproken, dat hij ons hier nog eens
zal bezoeken
„Neen. Het scheen mij toe, als had bij niet
het plan daartoe. Hij heeft geen woord gezegd,
dat ook maar op een bezoek zinspeelde. Ik
hoorde alleen, dat hij een lange reis dacht te
maken, welke hem vermoedelijk verscheidene
maanden van Berlijn verwijderd zou houden. Hij
noemde Engeland als bet doel zijner reis. Het is
mogelijk, dat hij voor goed weder aan Duitsch
land den rug toekeert. Zijne gemoedsstemming
scheen mij toe niet van de aangenaamste te zijn."
Tina, die tot nu met zacht gekleurde wangen
had zitten te luisteren, verlaat bij deze woorden
stil de kamer; de levendige belangstelling welke
zij stelde iu de terugkomst der tante, is nu ver
vlogen.
Langzamerhand is de huishouding weder in
geregeldeD doen,en de dagelijkscbe werkzaamheden
zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde
alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatig
heid zouden voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 19 Maart 1891.
Hel Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
C. H. BEELS.
De Burgemeester van Schagen brengt ter alge-
meene kennis, dat de patenten, aangevraagd in
de maanden November, Docember en Januari jl.,
3de kwartaal, dienstjaar 1890/91, tur gemeente
secretarie door belanghebbenden kunneu worden
afgehaald vanaf Zaterdag den 2ten tot tn met
Vrijdag den 27en Maart a.s., des voormiddags
van 9 tot 12 ure, den invallenden Zondag uit
gezonderd.
Schagen, den 20en Maart 1891.
Le Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Punten van behandeling.
1. Ingekomen Stukken.
2. Overdracht concessie gasfabriek.
3. Aangaan eener huurovereenkomst met
het Rijk, betrekkelijk een gedeelte ter
rein nabij het Spoorwegstation.
4. Vaststelling politie-reglement.
5. Kohier van den Hoofdelijken omslag.
6. Idem van de Belasting op de honden.
Schagen, den 21en Maart 1891.
De Burgemeester,
C. H. BEELS.
nemen de aandacht en den tijd der huisgenooten
in beslag. Tina's aanhoudende ongedurigheid en
onrust hebben opgehouden te bestaan. Zij staat
niet meer wachtende bij het tuinhek en kijkt
naar den straatweg, zij droomt ook niet meer,
doch haar geheele wezen heeft iets zwijgends ter
nec.rgedrukts aangenomen, en zij legt em kalme
gelatenhoid aan den dag, gelijk die eigen is aan
personen, die niets meer van het leven verwachten.
Zoo gaat de winter voorbij, de lange ouderwetsche
winter met zijn prachtige ijsbaan en met sneeuw
bedekte dennenbosschen, met zijn gloeiende
kachel en gezellige avondjes.
Tante ileuriette beeft verscheidene brieven uit
Milaan ontvangen, welke spreken van warme
dagen, en overvloeien van verblijdend kunstnieuws
en hartelijke betuigingen. Tina is de eenige, die
zich deze brieven voorlezen laat, de verdere
familie gaat het bestaan der schrijfster met ijzige
stilzwijgendheid voorbij.
Het is, als had de band, welke het jonge
meisje met de oude dame op do tweede verdie
ping der zijvleugel van bet groote huis der fami
lie Eisenrott verbindt, in den laatsten tijd aan
innigheid nog gewonnen. Zonder de onderwerpt n
aan te roeren, welke beiden aan bet harte liggen,
verstaan zij elkander toch met instii ktmatige
vrouwelijke teergevoeligheid. Tina verricht nu do
tallooze kleine boodschappen, welke tante Hen
riette in zaken armenverpleglng vroeger gewoon
was aan den predikant over te lat» n, en met de
ontluikende lente doet ook de frissche kracht
van het jeugdig lichaam zich gelden en maken
voor haar de somtijds vrij groote wandelingen
over land naar de hutten der zieken tn behoei-
tigen tot een waar genoegen. Wanneer dan de
wind streelend hare wangen omspeelt en de gele
meibloempjes haar in den schoot vallen, als zij
aan den kant van den weg uitrust, dan keert
ook weder de hoopvolle uitdrukking in hare
oogen terug.
Zij heelt een lievelingsplaats, op welke zij
steeds eenige minnten pleegt uit te rusteu,
wanneer haar weg haar voorbij deze plek voert.
Het zijn een paar met mos bedekte stcenen onder
een breedgetakten eik halverwege bet landpad,
hetwelk een korteren weg aanbiedt dan do
eigenlijke straatweg, maar gedurende dit ongun
stig jaargetijde onberijdbaar is. Van dit plekje
heeit men een fraai uitzicht op het landgoed
Rambow.
„Het is beden juist de eerste Meidenkt
Gelijk wij in ons vorig nummer mededeelden,
zal in de a. s. Woensdag te Alkmaar door
HollandNoorderkwartier te houden vergadering
door den Heer J. Breebaart Kz. van Winkel
worden ingeleid de bespreking van het in te
dienen adres aan de Tweede Kamer der Staten
generaal, betreffende de belastingvoorstellen.
Woensdag 1.1. werd aan de leden van Holl.
Noorderkw. de Staat toegezonden, waarop door
den heer J. Breebaart Kz. de financieele gevol
gen in cijfers zijn aangegeven, te krijgen indien
die belasliogvoorstelleu al of niet gewijzigd wor
den in den geest als is aangetoond in het on
langs door de Heeren KaanWaller, Breebaart
en Tuim 110 mede—ondergeteekenden aan de
Kamer gezonden adres.
Wij meenen in bet algemeen belang te han
delen, door boven aangeduiden Staat, met toe
stemming van den heer Breebaart, als Bijblad
van dit nummer onzen belangstellenden lezers
aan te bieden, en twijfelen geenszins of elk, wieD
het niet onverschillig is hoe en in welke richting
door de Regeering de belastingdruk wordt verlegd,
zal den fleer J. Breebaart Kz. dankbaar zijn
voor dit zoo verdienstelijk en belangrijk werk.
Van wege de Yereeniging #het Rund-
veestamboek Noordhollan d," ge
vestigd te Schellinkhout, zal op Woensdag 29
April e. k. te Hoorn, daags voor de groote voor-
jaarsmarkt, eeue keuring plaats hebben van één
jarige runderen, waarbij f75.aau prijzen bene
vens getuigschriften worden uitgeloofd, en twee-
en meerjarige slieren tot opluistering zullen
worden toegelalen.
Tina, nadat zij op zekeren dag langer dan
gewoonlijk hier gezeten heeft, en zij herinnert
zich, dat zij verleden jaar op dezellde plaats
precies dezelfde opmerking heeft gemaakt. „Zal
het mijn lot zijn, in den eeuwig durenden kring-
luop, dezelfdo dagelijkscbe gebeurtenissen jaar
aan jaar mede te maken, zonder andere mijl
palen, dat men geleefd beeft, dan de data van
den kalender vraagt zij zich zelve in bitterheid
af. „Ik heb wel juist geen aanleiding mij te
beklagen, maar zal het geluk dan niminer bij
m j aankloppen
En zij geeft zich over aan herinneringen,
welke een lachje om hare lippen tooveran,
tot zij uit bare zoete droomerjj opschrikt en
zich zelve een dwaze mijmeraarster noemt.
Nu wordt hare opmerkzaamheid getrokken
door een wagen, die van den straatweg het
landpad inslaat, inplaats van gebruik te maken
van een vijf minuten verder liggenden goed
berijdbaren grintweg. Met deze omstandigheden
ziet Tina, dat de koetsier niet iemand uit deze
streken is, want de bewoners der omliggende
boeven en landgoederen zijn voldoende met de
eigenaardigheden van bet landpad bekend, om
dat in dit jaargetijdo uiet te gebruiken en wagen
en paard niet iu de waagschaal te stellen. Het
rijtuig is eveowel nog op een te grooteu afstand
om de personen te kunnen herkennen, die er in
zitten.
Alleen de aangeboren schuwheid voor vreemden
houdt het meisje terug, waarschuwend met haar
zakdoek hen toe te wuiven; maar zij staat toch
onwillekeurig op, om met belangstelling het
vorder verloop na te gaan. Nu verdwijnt de
wagen door een kromming van den weg aan
hare blikken, dadelijk daarop komt bjj weder te
voorschijn, en zij ziet nu, dat bet een ouderwetsch
rijtuig is, zeker vau uit de naburige stad afkom
stig Zij, die in het rijtuig zitten, schijnen zich
nu bun bachelijken toestand bewust te zijn
geworden. De koetsier houdt in en onderzoekt
de diepe sporen, van het pad, terwijl de reiziger
uit het rijtuig gesprongen is en van plan schijnt
de reis verder te voet voort de zetten. Aan om-
keeren valt niet te denken, want niet alleen dat
twee rijtuigen hier ter nauwernood elkaar knnnen
voorbijgaan, onder de gegeven omstandigheden
zou dat zelfs onmogelijk zijn, en Tina weet dat
het ergste van den weg eerst komt bij de plaats,
waar zij is gezeten.
„Rechts aanhouden roept zij den koetsier