AlSBlfifiDÉlIS-
ie-U
a.
Dl v a li K i U E.
Donderdag, 2 April 1891.
35ste Jaargang. No. 2494.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAC1KN. liaan, D, 4.
Gemeente 8 c h a g e n
BS e k e 11 «1 ni a k i u e n.
Johannes Leusden, vroeger wonende te
HOORN, thans alhier, wordt in zijn belang
aangemaand, om ten spoedigste ter Gemeente
secretarie te verschijnen.
BRANDWEER.
KOEPOK-INENTING.
Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM
NATIONALE MILITIE.
Oproeping' voor de Tweede
Zitting van den Militieraad.
U.'spraak van den Militieraad
lichting 1891.
De Kiesrechtparagraaf.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: W oensd
d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure,
TENTIÈN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
EN GEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
ag- Zater-
worden ADVER-
Prijs per jaar f3.Franco per post 8.00,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.25; ieders regel meer Sets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
POLITIE.
Ter secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen
te bekomen omtrent een alhier gevonden
kinderhandschoen.
BEVOLKING.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter algemeene kennis, dat er voor binnen
de kom der gemeente gevestigde, manlijke inge
zetenen, van 18-jarigen leeftijd en daar boven,
nog voortdurend gelegenheid bestaat, om bij de
vrijwillige bezoldigde brandweer te worden inge
deeld.
Gelegenheid tot aanmelding op iederen werk
dag van 9 12, en van 1 4 uur, ter gemeente
secretarie.
Schagen den 24 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
de plaatselijke geneesheer aldaar, Dr. P. DE
45.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Aan het doel.
„Sta mij toe op te merken," zoo ging doctor
Waneke voort tot Alice, „dat juist een dame
van uw uiterlijk alleen er bij winnen kan, wan
neer zij ons, critici, gelegenheid geeft, eerst als
vrouw haar te leeren kennen. Wij wetsn niet,
wat gij als kunstenares zult geven, doch wij
weten, dat gij ons door schoonheid en beminnens
waardigheid betooverd hebten het bewustzijn,
dat wij als man gaarne in het strjjdperk zouden
treden, om uwen gunst te veroveren, doet ous
als critici voor de kunstenares een lans breken,
welke wij misschien ODder andere omstandigheden
in het bijtend vocht der waarheid gedoopt zouden
hebben."
Hij maakt nogmaals eene pauze. Hare door
schijnende, wonderschoone oogen zien hem met
zwijgende, hoogmoedige verbazing aan.
„Ik wil geheel oprecht zijn," gaat hij ander
maal voort. „Ik zag u reeds eergisteren in het
bureau der opera. Wat mantel, hoed en sluier
mij bij het vluchtig voorbijgaan lieten raden,
was genoeg, om mij te doen besluiten, u een
bezoek te brengen en u te vragen, of gij mis
schien genegen zoudt zijn, heden avond na de
voorstelling deel te nemen aan een klein souper,
hetwelk ik met eenige vrienden heb besteld.
Voor het gunstig verloop van uw eerste optreden
zouden wij in dit geval zorg dragen. Er bestaat
zoo een manier om met halve woorden en kleine
omschrijvingen de gebreken, aan welke elke nieu
weling zich schuldig maakt, met zwijgen voorbij
te gaan, zoodat het op het groote publiek den
indruk maakt van onbetwistbaren lof.
Alice gevoelt zeer goed het lastige on ver
nederende van haren toestand; toch onderdrukt zij
haar verlangen om den onwaardigen journalist de
deur uit te jagen, en slaat zij den eenigen weg
in, welke baar in dit oogenblik geschikt toeschijnt,
dien der ontwapenende beminnelijkheid.
„Gij stelt u zei»en nu in een ongunstig dag
licht,antwoordt zij glimlachend. „Ik denk niet
zoo gering over de beteekenis der critiek, welke
e n man als gij, die een hoog standpunt in de
peers inneemt, als leiddraad voor het groote pu-
1 iek schrijft, om te gelooven, dat de persoonlijke
bndruk der kunstenaars daarbij in aanmerking
BOER, Vrijdag 3 April a. s., des namiddags van
1 tot 3 ure, ten zijnen huize, Laan, Wijk D,
No. 8, zitting zal houden tot het verrichten van
kostelooze koepok-inenting.
Schagen, 27 Maart 1891.
Burgemeester en v\ ethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
do Secretaris,
DENIJS.
Art. 87 der wet op de Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen
gelet op eene missive van den Hoer Militie-
Commissaris in het 3de district van Noord-
Holland,
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de tweede zitting van den Militieraad zal
worden gehouden ten Kaadhuize te Hoorn, op
Dinsdag, den 14 April eerstkomende, des mor
gens te 10 ure.
Dat op gemelden dag voor dien Raad behooren
te verschijnen, de loteiingen, wier zaken in de
zitting van den 10 Maart j.l. zijn uitgesteld.
Dat aangezien er geene zittingen meer worden
gehouden, een ieder die zulks aangaat wordt
aanbevolen, zich dien dag ten nutte te maken.
Schagen, den 27 Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
zou kunnen komen. Ik weet, dat gij slechts
schertst, en aan de andere zijde schat ik de
kunst te hoog, om or niet van overtuigd te zijn,
dat de uitlegging en de uitdrukking, welke men
or aan geeft, voor zich zeiven baanbrekende, het
oordeel uitspreken. Ik schrijf uw bezoek toe aan
eene zeer begrijpelijke nieuwsgierigheid, maar
ik ben ijdel genoog op mijne misschien ontlui
kende betcek> nis als zangeres, om aan uw oor
deel 8iidere dan zuiver zakelijke beweegredenen
te willen toeschrijven. Desniettegenstaande stel
ik het ten zeerste op prijs, met u kennis ge
maakt te hebben, diar mij hierdoor de gelegen
heid werd geboden, uit de beste bron iets be
paalds te vernemen over de theatre- en kunst
verhoudingen te dezer plaatse. Niet waar, gij
zuil aan de arme nieuwelinge dit bewijs van
welwillendheid toch niet ontzeggen
Met deze half schertsend uitgesproken woorden,
weet zij hem m zulk een levendig en opgewekt
gesprek te wikkelen, dat de man, die oorspron
kelijk met geheel andere bedoelingeo was ge
komen, door haar taktvolle innemendheid voort
gesleept, langer dan een half uur in werkelijk
belangrijk onderhoud bij kaar vertoelt. Eindelijk
ziet hij op zijn horloge en springt op.
„Vergeef mij, ik vergat den tijd. Gij zjjt waar
achtig eene toovenares, in wier nabijheid men
zijn hoofd verliest. Nu, hoe is bet met ouze
afspraak voor heden avond
„Zoudt gij het mij euvel duiden, wanneer ik,
door de voorstelling en al de moeieljjke oogen-
blikken, welke voor mij als nieuweling nog onge
woon te zijn, te vermoeid ben, om aan uwe uit-
noodiging gevolg te kunnen geven
„Zeker nietroept bij uit, bctooverd door
hare lie talligheid, en kust haar herhaaldelijk de
hand, voor hij haar verlaat. „Heb moed, gij zult
mij tot bulpe bereid vindtn."
Als de deur achter hem in het slot valt, wrijft
zij met een gebaar van walging betbaaldehjk
de plek harer hand, welke bij met zijne lippen
heeft aangeraakt.
Dat zijn de schaduwzijden vaD de loopbaan welke
zij met zooveel geestdrift heelt gekozen. Deze onbe
schermde positie maakt de loopbaan der tooneel-
kunstenares hoogst gevaarlijk voor elke vrouw,
aau wie de natuur schooDheid en temperament
ht-eft geschonken. Eu hier belooft Alice zich zel»e,
dat zij zal zegevieren of sneuvelen, maar met
eere.
Als de avond komt, maakt toch een zekere
beklemdheid zich van baar meester. Terwijl zij
in de garderobe zit, dringt af en toe, als de
deur geopend wordt om den tooneelkapper of
1. Stam, Dorus Vrijgesteld. Broederdienst-
2. Schouten, Cornelis Te klein.
3. Heinstman, Dirk Eenig zoon.
4. Dekker, Pieter Broederdienst.
5. Vries, Pieter Aangewezen.
6. Saaf, Dirk
7. Baars, Johan Vrijgesteld. Broederdienst.
8. Kruit, Simon Te klein.
9. Bakker, Arie Broederdienst.
10. Schonk, Cornelis
11. Keet, Theodorus
Johannes Aangewezen.
12. Groot, Pieter
13. Vries, de Izaak
14. Bakker, Nicolaas
15. Thiju, van Micbiel Vrijgesteld. Bioederdienst.
16. Stammes, Klaas Eenig zoon.
17. Raven, Hendrik
18. Flumans, Andreas Te klein.
19. Dekker, Klaas Broederdienst.
20. Buuren, van Cornelis
21. Adel, den Willem Broedordienst.
22. Stammes, Jan Afgekeurd.
23. Haan, de Klaas Broederdienst.
24. Boekei, Cornelis Aangewezen.
25. Vilten, Pieter Vrijgesteld. In dienst.
26. Meijer, Arie Afgekeurd.
27. Poster, Evert
Hendrik
28. Baars, Jacob Aangewezen.
29. Overtoom, Johannes
30. Klomp, Abraham Vrijgesteld. Broederdienst.
31. Bruin, Johannes Aangewezen.
32. Koorn, Jacob
33. Wijker, Johan
34. Roggeveen, Jan
de garderobe-juffrouw door te laten, het gegons
van menschenstemmen tot haar door, hetwelk
haar verkondigt dat de opkomst van het publiek
dezen avond zeer groot is.
Zij is in Milaan verscheidene malen opgetreden,
eerst in kleine rollen, daarna in grootere van
Rosine en Carmen, maar toch heeft zij nooit bij
zich dat gevoel van angst ontdekt, hetwelk haar
heden avond vervulde. Haar temperament, het
coloriet harer stem, hadden iets overeenstemmends
met de levenslustige bewoners der zuidelijke
landen, waardoor het voor baar gemakkelijker
werd, sympathie te vinden. Hier heoft zij het te
doen met koel critiseerende, nuchtere duitscbers.
Zal het haar gelukken, zich den bijval van het
publiek te verwerven
In de zaal wordt het teeken gegeven om aan
te vangen met de ouverture. De electrische schel
is in werking, de inspecteur doorloopt al de
kamers achier het tooneel, eu het orchest heeft
zijn eerste maten aangevangen. Als in een droom
hoort Alice het koor het tooneel betreden. Haar
hart slaat tot berstens, baar voeten zijn zwaar
als lood. Het gevreesde oogenblik nadert. Nog
eene minuut.
De deur der garderobekamer wordt geopend.
„Mevrouw Newmau zegt de inspecteur met
bedaarde, kalme slem.
Zij is als verlamd, niet in staat zich te be
wegen.
„Spoedig, als ik u verzoeken mag! Wat talmt
gij toch? Gij hebt geen tijd te verliezen."
Hij duwt haar, die hem werktui.elijk volgt,
op het tooneel. Het duizelt baar. Een oogenblik
verdwijnt alles voor hare oogen. Lampen, coulis
sen, koristen en solisten bewegen zich duizeling
wekkend dooreen. Eindelijk woidt zij zich be
wust, dat daar voor haar een stampvolle zaal is,
de veelhoofdige hydra publiek, gereed, zich op
haar te werpen bij de eerste fout, aan welke zij
zich schuldig mocht maken, en in een oogwenk
herkrijgt zij haar volle bewustzijn. Wel is waar,
verraadt de stem, met welke zij inzet, nog niets
van de vermetelheid en driestheid eener spaan-
sche zigeunerin, maar bare gestes zijn sierlijk en
ongedwongen, en bet zachte trillen van haar
stem verdwijnt spoedig.
Onwillekeurig gaat er door het publiek eeno
beweging als een geruisch. Over hare beteeke
nis als Kunstenares vermag nog niemand na
deze eerste maten een oordeel te vellen; maar
de eigenaardige schoonheid dor jonge vrouw in
het uit lompen bestaand gewaad der zigeunerin
springt een elk in het oog.
Uit een gesloten loge van den eersten rang
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen wijders ter kennis van de loteiingen,
dat het aandeel te dragen in de lichting der
Nationale Militie van 1891, door Heeren Gede
puteerde Staten is bepaald op 10 man.
Schagen, Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Met instemming namen wij kennis van het
besluit van de liberale Kiesvereeniging Schagen
om, met prijsgeving van de gerekte en vage
omschrijving der kiesrechtparagraaf van het
bestuur der Liberale Unie, in het program voor
de aanstaande verkiezingen te plaatsen: /^Uit
breiding der kiesbevoegdheid zoover als die
binnen de perken der Grondwet te verkrijgen
is."
Met instemming, omdat wij in dat besluit
de zucht ontdekken om klaren wijn te schen
ken en omdat wij daarin tevens de bedoeling
zien, om te waken, dat bij de aanstaande ver
kiezingen de zekerheid worde verkregen, dat
de candidaat, zoo hij zonder omwegen ver
klaart het daarmede eens te zijn, ook voor de
verwezenlijking van dat denkbeeld zal ijveren.
Toch komt het ons voor dat, met waardee
ring overigens van de goede bedoeling, de
puntjes nog wat duidelijker op de i's dienen
te worden gezet, wil men gevrijwaard wezen
tegen teleurstellingen. De ervaring toch leert
buigt zich een jong mm, in dragonder-uniform
over de borstwering, brengt de binocle voor het
oog en staart naar de bekoorlijke gestalte, die
zooeven haar cigarette aanstak en nu den rook
met eene allerbevalligste beweging in do lucht
blaast. Een zeker iets in hare beweging voltooit
voor hem het portret, hetwelk het optreden dezer
zangeres in zijn geheugen oproept, en geeft aan
leiding Alice aandachtig op te nemen.
„Waarachtig, zij is het!" zegt hij daarna, zich
wendende .tot de beide dames, in wier gezelschap
hij zich bevindt.
„Niet zoo luid, beste Lembnrg I" vermaant de
oudste der dames. „Het publiek kjjkt naar ons."
En de jongste der dames vraagt
„Wie is het Wie bedoelt gij, lieve UdoP"
„De vrouw van den ongelukkigen Eisenrott,
van wien ik u verteld heb, dio voor eenigen tijd
in Berlijn veel opzien baarde. Zij ziet er prachtig
uitSchooner Dog dan vroeger I"
„Ik herinner mij dien naam,* merkte de ondste
dame op. „Men verhaalde niet veel goeds van
haar.*
„Zeer ten onrechte!" antwoordt hij met vuur.
„Ik weet niet mama, uit welke bron gij geput
hebt, maar ik ben in de gelegenheia uit de beste
bron u te verzekeren, dat, afgetien van eenige
excentriciteiten, welke mm baar moet vergeven
ter wille harer afkomst en opvoeding, en tegen
over welke onze Berlijnsche kringen onverant
woordelijk streng zich gedroegen, haar niet bet
geringste kan worden verweten. V\ ie baren naam
nu nog lafhartig mocht willen bezoedelen, dien
zou ik met kracht het zwijgen opleggen."
„Wat trekt gij sterk partij voor haar 1" zegt
de jongere dame op een toon van verwijt. „En
dat nog wel in mijne tegenwoordigheid. Ik zou
alle redenen hebben, om jaloersch te worden."
„Dat kan u geen ernst zijn," fluistert hy.zich
tot haar buigende. „In den grond van uw hart
geeft gij mij gelijk, als ik het voor mijn plicht
reken, eene alleen staande vrouw in bescherming
te nemen tegen onrechtvaardige aanvallen."
„Beken, dat gij haar bewondert."
„Ik bewonder slechts eene vrouw op deze
wereld, en dat is mijne verlooide."
„O gij vleier, alsof ik u geloof!"
Het schijnt toch, dat Lij wel geloofd wordt, en
als was hut bem werkelijk ernst met de zooeven
gemaakte verzekering, waut terwijl mama met
alle aandacht naar de zangeres luistert, ontstaat
er op den achtergrond een zoet gefluister, het
welk duidelijk genoeg verraadt, dat het jonge
paar weinig aandacht meer schenkt aan de om
geving. SLOT VOLGT.