1
een Ni
rtenlie- L
De Arme Dichter.
Donderdag 2 Juli 1891.
35ste Jaargang. ITo. 2529.
hi.
Uitgever, J. WINKEL.
Rureau: SfHAOFH, ?,aan, I>, 4.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
J ACHT.
BOTERMARKT te SCHAGEN.
Binnenlandsch Nieuws.
Schagen, 1 Jnli 1891.
Van de Kermisweek.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woimdai- Eater-
d s ga vond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
TENTIÉN in het eeratuitkomend nummer geplaatat.
INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar fS.Franco per poet 3.80.
Afzonderlijke nummers 5 Centa.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f0.25; iedere regel
Groots letters worden naar plaatsruimte berekend
tets
De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt
ter kennis van belanghebbenden het navolgende:
De Commissaris des KoniDgs in Noord-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie van 10 Juni 1891 no. 22
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87);
BreDgt ter kennis van belanghebbenden:
dat de jacht op waterwild in dit gewest zal
worden geopend
in den kring begrepen binnen den Westfrie-
schen omringdijk en in de gemeenten Petten en
Callantsoog, op Woensdag 15 Juli 1891
op het eiland Texel, met uitzondering van
den polder Eijerland, op Dinsdag 1 September
1891en
in de overige deelen der provincie, dus ook
in den polder Eijerland op Texel, op Zaterdag
1 Augustus 1891.
En zal dit besluit in het Provinciaal Blad
worden geplaatst en in alle gemeenten van
Noordholland worden aangeplakt.
Haarlem, 16 Juni 1891.
De Commissaris des Konings ^tornoemd,
(Gat.) SCHORER.
Schagen, den 26en Juni 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
23.
Fierste deel.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Roman van AUGUST NIEMANN.
De generaal was besloten geweest, voor Edgar
Schubert partij te kiezen en trots den tegonstand
van zijne gemalin eene verloving toe te staan. Hij
was den jongen man zeer genegen, terwijl de
jacht op den graaf hem tegen den borst stuitte
en in strijd was met zijn gevoel van zelfstandig
heid. Toen hij echter tot zijne hoogste verwon
dering van Edgar vernam dat deze niets wilde
weten van zijne voorstellen met betrekking tot
den letterkundigen arbeid bij de firma Schotmüller,
betrok zijn gelaat. Koel en afgemeten zeide bij.
„Gij kunt niet verwachten, mijnheer Schubert,
dat ik u van uwe principes zal trachten af te
brengen. Dat ligt niet in het wezen der zaak.
Maar gij kunt ook niet verwachten, dat ik onder
deze omstandigheden uw aanzoek om de band
mijner dochter verder ondersteun. Het vermoeden
ligt natuurlijk voor de hand, dat gij niet zoo
ernstig aan mijne dochter denkt. Het doet mij
zeer leed, zulke beschouwingen bij u te ontdek
ken."
,0 neen, mijnheer de generaal 1 riep Edgar.
„Geloof mij, dat geen mijner gedachten en geen
mijner wenschen vuriger is dan deze Mijn aan
zoek om de hand uwer dochter is zoo ernstig en
krachtig als slechts mogelijk is."
„Maar gij verzet er u tegen, dit aanzoek door
een verstandige daad te bekrachtigen. Het kan
zijn, dat het u er ernst mede is, maar, eerlijk
bekend, ik kan geen geluk zien in de verbintenis
mijner dochter met een maD, die boe zal ik
dat uitdrukken zulke lichtzinnige beschouw
ingen heeft over de ernst van het leven. Uw
aanzoek geelt mij toch het recht, mijne meening
iu dit geval onomwonden uit de spreken. Ik
ontdek in uwe weigering, bij dit voordeelig en
onverwacht gunstig aanbod van uw chef aan te
nemen, een aikeer van solieden arbeid. Gij praat
van uwe vrijheid. Er bestaat eene vrijheid, die
treedt buiten de grenzen van datgene, wat voor
elk meirsch goed en heilzaam is. Deze lust tot
tengelooze ongebondenheid geelt mij geenerlei
waarborg voor het geluk mijner dochter, het komt
mij in tegendeel zeer bedenkelijk voor. Ik wil
u toewenschen, dat gij het nooit zult hebben te
berenwen, den weg tot een geiegelden maat-
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen ter kennis van belangheb
benden, dat, vanaf Donderdag',
9 Juli a. s., ingevolge art. 110 der
alsdan in werking getreden nieuwe poli
tieverordening voor die gemeente, de boter
aldaar ter markt zal moeten w rden ge
bracht in stukken van een gewicht, groot
5 en IO hectogram. Cl» en 1
kilogram) en dat de overtreding van die
bepaling zal worden gestraft met eene
geldboete van ten hoogste f MO.
Schagen, den 26en Juni 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
ingevolge de door den Raad dier gemeente vast
gestelde regeling betrekkelijk het. onderzoek
naar de broeiing van hooi, enz.
Ie. de gemeente is verdeeld in eene Noorde
lijke- en eene Zuidelijke Hooistekerswijk en de
scheidingslijn, tusschen die wijken wordt geacht
te ziju getrokken vanaf de brug aan de Lange
Snevert, door de Hoep, over de Markt naar en
door de Heerenstraat, langs de Loet, den Menis-
weg, en het pad loope.ude langs het Scbagerwiel,
schappelijken werkkring versmaad te hebben."
De generaal stond op.
„En is dat uw laatste woord vroeg Edgar
met beklemd harte.
„Gij zolf bebt die beslissing uitgesproken,"
antwoordde de generaal toornig. „Gij behoeft u
er niet over te verwonderen wanneer ik u nu
verzoek van elke verdere pogiug van toenadering
tot mijue dochter wel te willen alzien. Of wilt
gij nog eenigen tijd van beraad
„Geen beraad kan mij verder helpen." zcido
Edgar op doffen toon. „Ik zie de toestand zeer
duidelijk in. Ik heb de keuze, mijne vrijheid,
mij zeiven, mijn levenstaak, of ook mijn geluk
op te offeren. Ik kan niet anders handelen. Ik
zou immers niets meer waard zijn, niet meer
waardig zijn uw dochter te beminnen, wanneer
ik zwak genoeg was, de trouw jegens mij zei
ven te verbreken. Het blijlt bij hetgeen ik gezegd
heb."
„Nu dan, het is uw eigen keuze. Leefwel, mijn
heer SchubertIk betreur bet, dat wij op
deze wijze van elkander gaan moeten.
Een diepe zncht ontwrong zich aan Edgar's
borst, toen de generaal hem verlaten had, en met
een smartelijken blik staarde hij voor zich uit.
Intusschen ging de generaal met driftige scbre-
don naar buis en verzucht zijne echtgenoote, in
zijn studeerkamer te komen.
„Gij hadt gelijk, mijn kind," zeide hij met ge
fronst voorhoofd, „er ÏÉan niets van komen. Welke
een dwaze verbeelding bezit dat jonge mensch
ik bedoel welk een hoogen dunk heeft hij van
zich zelf, het is met geen woorden te beschrijven
Hij deelde nu het gebeurde aan zijne echtge
noote mede, en deze hoorde hem met ingenomen
heid aan.
„Nu willen wij toch ook dadelijk Eva ons
oordcel mededeelen," zeide zij ten slotte.
Eva werd geroepen, en de generaal vertelde
baar, welke goede plannen hij met Edgar bad
gehad, wat bij voor hem gedaan, en boe deze
bet opgenomen had.
„Gij ziet hieruit, hoe het met den jongen heer
en zijne liefde voor u gesteld is,* zeide bij op
gestrengen toon. „Ik verwacht nu van uw gezond
verstand en van uwe liefde voor uwe ouders,
die altijd alleen uw welzijn willen, dat gij n
elke gedachte aan hem uit het hoofd zet. Voor
mij is de zaak volslagen afgedaan, eH voor u
moet dat ook zoo zijn,"
Eva stond recht op en keek haar vader onder
zoekend aan.
„Ik had u dat vooruit kunnen zeggen," ant
woordde zij kalm.
en van daar langs den dijk, liggende aan den
Zuidkant van den Polder Bnrghorn tot aan de
gemeente Sint Maarten
2e. dat voor het loopend jaar tot Hooistekers
zijn benoemd
voor de Noordelijke WijkWILLEM
BLEEKER, (Noord, Wijk A, No. 41), en
AR1E KANT, (Nes, Wijk H, No. 1); voor
de Zuidelijke Wijk JAN ROOS, (Hoep, Wijk
C, No. 57), en TIJS BIJPOST, (Laan,
Wijk D, No. 17)
3e. dat ingevolge het bepaalde bij de politie
verordening voor deze gemeente, ieder houder
van hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand
door broeiing ontdekt, verplicht is, daarvan
onverwijld kennis te geven aan den Burge
meester en een der Hooistekers, voor de Hooi
stekerswijk, waarin hij woonachtig is, zullende
de Hooistekers bovendien ten allen tijde tot
het onderzoeken van het hooi en stroo moeten
worden toegelaten
4e. dat niet naleving der sub. 3 vermelde
bepaling strafbaar is gesteld met eene boete
van ten hoogste f 25.
Schagen, 1 Juli 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
„Wat vooruit zeggen
„Dat hij zulk eene betrekking niet zou aan
nemen.'
„tioezoo? Hoe kondt gij dat vooruit weten?"
„Hij is niet als andere mannen. Er is iets in
hem, dat gewone menscben niet hebben. Toen
de boer het gevleugeld paard (Pegesus) naast den
os voor den wagen spande, wilde het ook niet
trekken."
„Pegasus of niet, ik zeg u, Eva, gjj moet u
dien man uit het hoofd zetten. Vergeet hem,
het is uit I*
Met het vergeteD gaat het zonderling, beste
papa. Gelooft gij, dat ik hem niet reeds lang
had willen vergeten Reeds na de eerste keer toen
hij mij zoo beriapte. Maar wat men vergelen wil,
staat altijd levendig voor den geest, en alleen,
wat men gaarne behouden wil, dat vergeet men."
„Gij wilt daarmede zeggen, dat gij u ongehoor
zaam wilt betoonen
„Houd u maar stil, ik zal wel met haar praten!"
zeide nu mevrouw von Birkhausen, die inzag,
dat de aangroeiende toorn van baren gemaal,
Eva in haar verzet slechts zou versterken. „Kom
met mij."
Zij ging met haar dochter de kamer uit en
onderhield haar wel een uur lang. Eva knikte
met het hoofd en moest hare moeder gelijk
geven. Mijnheer Schubert was bepaald een onge
schikte party. Maar toen mevrouw von Birk
hausen, in de overtuiging, goed zaad uitgestrooid
te hebben, Eva alleen liet, ging deze bij do
tafel zitten en schreef aan Edgar een laDgon
brief, waarin zij bezwoer, dat zij hem getrouw
zou blijven.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Edgar beschouwde bet besluit van den gene
raal als een vonnis van het Doodlot. Hij was zoo
eerlijk en rechtschapen van karakter, dat hij er
niet aan dacht, achter den rug der ouders om,
met de dochter verder om te gaan. Eer en
plicht schenen hem dit te verbieden. Aan zijn
hart knaagde de smart, Zulk een noodlottig einde
nam zijn eerste liefdeWaarheen had het nu
geleid, dat hij zicbzelt niet gelijk gebleven was
Dit joDge, onvervarene, lieftallige wezen had hij
ongelukkig gemaakt en daarenboven zich zelven
ook. Hij gaf zich zelven de schold van alles,
bij dacht er niet aan, dat toch eigenlijk de eerste
stap gedaan was door Eva.
„Zij zal zich misschien troosten," zoo redeneerde
hij, „maar wat wordt er van mij? Zij is eene
verschijning, welke overal de harten verovert,
zij zal haar eerste liefde spoedig kuonm ver
geten. Doch aldus is het de wil der Godheid.
Met de Westlriesche kanaal-ver
een iging gaat het bedaard en rnstig voor
waarts.
Drie deskundigen zijn reeds gedurende eenige
weken bezig met een onderzoek naar de mogelijk
heid om enkele bestaande wateren binnen den
omringdijk door uitdieping hier, verbreeding daar
en afsnijding, elders zoodanig met elkander in
verbinding te brengen, dat de verschillende deelen
van Westfrieschland voor schepen van eenigen
omvang van uit de Zuiderzee en het Groote
Noord—Hollandsche kanaal zijn te bereiken.
De gemeentebesturen, die in den beginne wel
licht zijn afgeschrikt door het ideaal-plan met
eene roode lijn op de bekende schetskaartjes
voorgesteld, beginnen blijkbaar meer en meer
aan de uitvoerbaarheid van een meer bescheiden
plan te gelooven. Nog dezer dagen zijn als
leden der Westfriesche kanaal—vereeniging toe
getreden de gemeente- en banbesturenvan Span
broek, Opmeer en St. Pankras.
Onder het aantal particuliere leden, dat nog
steeds grooter wordt telt men mede van de aanzien
lijkste en invloedrijkste personen onzer provincie.
Er is een begin er volgt ook een einde.
Zoo ook is het gesteld met onze Kermis, waar
van Zondag 1.1. den laatsten dag vormde, natuur
lijk een dag met een aanhangsel, want
Eerst uit de gebrokeu harten ontkiemt de ware
kracht tot degelijken arbeid. Vroegtijdig wil de
bestuurder van het levenslot van alle menschen-
kinderen mij deze liefde doen ontberen, welke
gegeven is aan slechts een enkele uitverkorene
onder de stervelingen, om mij ontvankelijk te
maken voor die liefde, wier doel de wetenschap
is. Daaraan wil ik in het vervolg mijn leven
wijden."
Edgar besloot, zijn reisplan naar Italië weder
door te zetten. „Mijn leed zal mij gering toe
schijnen, wanneer ik vertoef in die oorden, welke
het tooncel zijn van den bloei en den ondergang
van groote en machtige volkeren."
In dezen gemoedstoestand was het voor hem
eene geweldige verrassing, Eva's brief te ont
vangen. Terwijl hij dien opende, verwachtte hij
de bevestiging der weigering van den vader van
de hand der dochter te vinden, en zijn hand
beefde dan ook bij het vasthouden van den brief.
Toen hij echter las en voortlas, werd hij ernstig
en toch blijde gestemd. Met één slag nam de
wereld voor hem een nienwe gestalte aan. Hij
leunde met het hoofd op de hand en een lachje
speelde er om zijn mond. Hoe was toch dit
jonge meisje anders dan bij zelfHoe veel
verstandiger was zij Hoe veel practischer blik
bad zij iu het leven Was hij niet een groote
dwaas Had bij niet tevergeefs zijn hersenen
gekweld met ideeën, die niet behoorden tot de
wereld der werkelijkheid
Eva schreef bem, dat hij nu wel zou ingezien
hebbeo, hoe zeer zij gelijk gehad had. Toch
wilde zij hem niets verwijten, daar zij wist dat
hij alleen uit liefde tot haar gehandeld had. Nu
waren bare ouders boos, maar dat deerde haar
niet. Nimmer zou zij van hem afzien, wanneer
hij haar slechts trouw bleef. Zijne bezoeken in
huis mocht hij wel is waar voorloopig niet voort
zetten, ook moest hij zich de eerste drie dagen
geheel schuil houden. ZoolaDg wilde zij ook den
schijn aannemen en zich heel bedaard gedragen,
opdat bare ouders zouden gaan gelooven, dat zij
zicb or bij neerlegde, dat alles uit was. Maar na
den volgenden maandag echter mocht bij eiken
avond, zoodra het schemerig gewordeD was, zoo
ongeveer na zes unr, in bet plantsoen achter het
Dominikanerklooster gaan wandelen. Zij hoopte
dan gelegenheid te vinden, hem daar te
spreken.
Dit was de zakelijke inhoud van den brief,
die het hart van Edgar weder met nieuwe hoop
vervulde.
VOEDT YEKTOLGE-