Uit en voor de Pers. WÓRDT VERVOLGD- r^bu ii.— maantchen en Gallische* tijd, de Hervormings geschiedenis. de Fransche revolutie en zoovele andere geschiedkundige fciteD, zag spreek ster den strijd van de vranw, om het verloren terrein te herwinnen, eindigde hare rede met den wensch dat de tegenwoordige vrouwen hare dochters zooveel kennis mogelijk zouden doen vergaren, opdat onder haar krachtige kampi oenen mogen opgroeien, aan wie het zal mogen gelukken, in Staat en Kerk eenmaal de gelijk heid van man en vrouw tot een voldongen feit te maken. Nog wijzende op het tegenwoordig optredend Sociaal— Democratisme, hetwelk recht voor Allen, dus óók voor de Vrouwen Kloofde, drong spreek ster er op aan, dat de vrouwen zich niet er bij aansloten uiaar zouden eischen dat door de Soc. Dein. eerst bewerkt werd dat aan de vrouw dezellde rechten worden toegekend als aan den man. Eerst dan meende zij, was voor haar het tijd stip gekomen, zich bij de Soc. Democratie aan te sluiten. De Heer K. Schoortonderwijzer te Bar- singerhorn, is geslaagd bij het examen voor de akte van hoofdonderwijzer, gehouden te Amsterdam. J.l. Maandagavond ter gelegenheid van de kermis te Barsingerhorn, gaf de Rede rijkerskamer „Oefeniug kweekt keunis* eene voorstelling in de kolfbaan van den heer W. Groen. Onzes inziens had de kamer haar programma, vooral wat het Blijspel „de Drie Hoeden" aan gaat, niet gelukkig gekozen. Dit stuk zóó vol vergissingen, was zóó ingewikkeld dat het voor zeker niet in den geest van het publiek gevallen is. Niettegenstaande dit, deden de dames en heereu leden van de Kamer hun uiterste best en wareu er in sommige passages goede oogen- blikken. Met het nastukje „De inkwartiering bij Jaap Beiersch" was de kamer zeer gelukkig, ieder der werkende leden was berekend voor zijn rol en hel stukje liep goed van stapel, en het opgekomen pubb'ek dat talrijk genoemd mocht worden, betuigde door het terugroepen der leden, haar ingeno menheid. De voorstelling werd opgeluisterd door de nKleine Kapel" van Schagen, of liever door het medewerken van genoemde kapel, werd het genot zeer vergroot, want degelijke muziekstuk ken werden er verdienstelijk zoowel voor als tusschen de bedrijven uitgevoerd. X Te Callantsoog is bij paal 7 uit zee aangespoeld een lijk van het mannelijk geslacht, in ver gevorderden staat van ontbindiug ver- keerende. liet was gekleed met grijzen boeze roen, blauwe onderbroek en dito kousen. Maandag vergaderde de A fdteling Zijpe der Holl. maatsch. v. Landbouw te Schager- brug. „Trouwen, dat is hetzelfde, als in een zak vol slangen de eenige aal te grijpen die er in is.* „Gij zijt een afschuwelijk mensch zeide de tooneelspeelster. „Hij spreekt ware woorden,* viel Edgar met een gemaakt lachje in. „Maar ik ga nu heen.* Doctor Cattay zeide daarop: „Mij is het ook eenige raaien te moede geweest, als met den hertog van Wellington bij Bello Alliance. Maar men overwiut alles spoedig. Ik zal u de deur uitlaten.* Hij stak een kaars aan en geleidde zijn vriend de trap af. „Zijt gij boos op mij?* vroeg Ludwig. „Wij zullen er morgen nog eenmaal over spreken, maar hadt gij dan werkelijk gedacht, dat de mooie jufïvrouw von Birkhausen u trouwen zou „Bepaald, en ik geloof met zekerheid daar reden voor te hebben, dat het zoo komen zou. Maar ik zie nu wel dat ik een dwaas was.* Doctor Cattay bleef staan en leunde tegen de trapleuning. „Een groote verbeelding hadt gij toch,* zeide hij. „Het schoonsto meisje dat men zich denken kanMaar mijn beste oude jongen, gij ziet toch zelt wel in, dat gij u, daar de wereld nu eenmaal zoo is, met den graaf van Brcnkcnheim niet kunt gelijk stellen „Zeker niet 1* antwoordde Edgar treurig. „Wat hij heelt kunnen alle vrouwen zien. De titel, de sehoone paarden, het vele geld, en dan nog die mooie uniform! Wat gjj daarentegen hebt, dat kunnen zij niet zien. En gesteld, dat zij zelfs u getrouw bleef, dan zouden haar ouders en bloedverwanten baar liever doodslaan, waimeer zij standvastig bleef weigeren, het aanbod van den graaf aan te nemen.* „Ik heb mij dat in het b6gin ook voorgehou den, later echter geloofde ik reden te hebben anders te denken,* meende Edgar. „Een dochter van een aristocraat, van eenen generaal eerlijk gelegd begrijp ik niet, boe gij zoo goed gdoovig zijt geweest. Word mijnent wege verliefd, dat kau je niet te veel doen, zooals Voltaire zegt, maar trouwen gij moet te Berlijn komen wonen.* „Goed, goed, geen woord meer!* antwoordde Edgar en ging do denr uit. Hij was zeer treurig. Nu was alles afgeloopen, maar hij wilde het dragen als een man. De heeren: A. Schermer en J. Marees wer den gekozeu tot afgevaardigden naar de a. s. Alg. Vergad. en t«t hunne plaatsvervanger de heer W. Jimmink Dz. Als beoordeelaar van pluimvee op de tentoonstelling zal aan het hoofd bestuur worden voorgesteld de heer T. J. de Beus. Tot bestuursleden werden benoemd de heeren J. de Moor, J. van Beusekom en J. Bood in de plaats der aftredende leden, de heeren M. J. Koelman, A. Bakker en K. A. Kaan. Met betrekking lot een ingekomen schrijven van den heer de Kanter, verzoekende een af- deelings correspondent aan te wijzen voor een onderlinge brandwaarborgmaatschappij, uitgaan de van de maatschappij, was niemand te vinden en bood eindelijk de heer Bossen aan, zich tijdelijk daarmede te belasten. Dc landbouwer klaagt allcrwego en 't ziet er treurig uit in de toekomst, hetgeen weder bewezen wordt door het onderstaande bericht Een trcurigen aanblik leveren thaus de laag gelegen polders onder Haarlemmermeer en Sloten op. De slooten zijn overvol; op vele plaatsen staat het water op het land en is men genood zaakt het vee te verweiden en de hooiroken te verplaatsen. Het stille weder belet het malen der molens, zoodat verlangend naar wiud wordt uitgezien. De polders, welke van stoom gemalen zijn voorzier., waren Zaterdag weder van het overtollige water bevrijd. Ook op de bouwlandtn waar de karwij aan roken staat en de veldgewassen tegen den grond zijn geslagen, brengen de vele regens groote schade teweeg. De aardappelziekte breidt zich in IJ— en Haarlemmermeerpolders meer en meer uit. Het jongste nommer van de Landbouw courant bevat eene uitvoerige beschrijving, van dr. J. Rifzema Bos, omtrent het insect, van welks verschijning in Zeeland dezer dagen mel ding gemaakt werd in een bericht uit Zuid- dorpe. Het is de citroengele tarwegal mug Cecidomgia of Dip lot is lritica Kirby. De heer Bos deelt er in mede, dat men sedert 1776 in Engeland de beschadigingen kent, door de tarwe gal muggen teweeggebracht later trof men het insect aan in Noord-Amerika, vervolgens ook in Frankrijk, en sedert eenige tientallen jaren in verschillende streken van Oostenrijk—Hongarije en van Duitschland in Pruisen, Silezië, franken. Wittewaall kende het insect reeds, waaruit volgt dat het reeds dertig jaren geleden in Nederland voorkwam intusschen schijnt het toch niet zeer dikwijls in erge mate schadelijk te zijn geworden in ons land, want het werd den schrijver in vroe gere jaren nog sleehts éénmaal toegezouden, nl. ongeveer een vijftal jaren geleden uit de IJpol- ders, waar het toen zeer vee! nadeel teweeg bracht. In de maand Juli van dit jaar werden hem echter weer uit Oud-Beierland en uit Mid- delharuis tarwe—aren toegezonden, die op eene eigenaardige wijze door gele maden waren aan getast. De majoor Scherver, de luit.—adj. Van Vliet en een ordonnans reden Donderdag in de duinen bij Bergen. De ordonnans ging vooruit en zakte met zijn paard in het drijf zand. De majoor en de luit.-adj. wilden helpen, doch ook hun paarden zakten in het zand. Beiden wisten zich te redden. Het paard van den ordonnans zakte echter weg tot den kop Toen kwam er hulp eu met planken slaagde men er in, man en paard te bevrijden. Men schrijft uit Utrecht Bij een der jongste transporten van verdreven Russische Joden, die aan het Centraalstation alhier passeerden, bevonden zich ook twee meis jes van tien of twaalf jaren, die gedurende het oponthoud dat zij hier hadden, schreiende langs den trein liepen en in elke rijtnigafdeeling naar hare moeder zochten, die zij onderweg wa ren kwijt geraakt. De arme kinderen hadden gedurende de lange reis reeds herhaalde malen vergeefs naar hunne moeder gezochtzooals eene Russische vrouw in het Duitsch aan den stationschef mededeelde, was de moeder niet ver van de Russische greus vau ontbering gestorven en had men uit mede lijden met de kinderen hun dit droevige verlies nog niet durven mededeeleu. Eene andere Joodsche familie had zich het lot der weezen aangetrokken en nam hen met zich naar de Nieuwe Wereld. Onder de koloniale troepen, die dezer dagen weder na volbrachten dienst- t ij d in het vaderland terugkeerden, bevond zich een Duiischer, die 10 jaar geleden van Rotterdam vertrok. Bij gijn vertrek overhan digde hij aan een vriend, die in beboeftigen toe stand verkeerde, een 1/iQ lot in de Staatsloterij, waarop de prijs van f 100,000 viel, kort nadat de Duitscher zee gekozen had. De vriend begon met dit geld een zaak, welke zich in bloei mocht verheugeD. Toen nu de Duiischer voet aan wal zette, werd hij door zijn vriend opge- Bij de op gisteren gehondene stemming voer een hoofdingeland van de batnie Oud- carspel is als zoodanig herbenoemd den heer A. Halff. In den loop va-i deze week overleed te Westbroek eeu zevenjarig meisje, wier dood veroorzaakt is door eeu treurig ongeval. Een week te voren was zij door een ander kind met een klomp op 't achterhoofd geslagen. Op 't oogenblik zelve veroorzaakte dit haar erge pijn, maar daarna ondervondt zij er in 'teerst geene nadeelig gevolgen van. Weldra echter werd zij ongesteld en ontwikkelde zich een gezwel op de plaats waar zij deu slag ontvan gen had. De geneesheer verklaarde, dat er een ader geraakt was en eene ontsteking werd daardoor verooizaakt, welke den dood ten gevolge had. De lieve kleine was het eenige dochtertje. Te Oosterhout geraakte spelende een mestput, met het daaruit opgehaald durven de bewoners eens komen kijken. En wat blijkt nu De geheele kamer is doorsnuffeld, laden en kasten zijn opengebroken, een zilveren koffiekan, dito bekers en lepels tot oud parce- lein incluis als zegebuit meegevoerd. Maar 't bovenstaande is zeker een sprookje. Hensch niet, lezers, 't is een fait accompli. Het tooneel der handeling was de boerenplaats van den heer J. H. te Fransum onder deze gemeeute en een gerechtelijk onderzoek is reeds begonnen, dat wel aan 't licht zal brengen, wie de bedrij vers van het feit zijn. Maandag is niet ver van Koev orden een man door den bliksem gedood. Hij was met zijn zoontje bezig turf in hoopen te zetten. Voor het onweder zocht bij een schuil plaats selder eenen turfhoop. Spoedig werd daar de vader doodelijk getroffen, terwijl de jongen ongedeerd bleef. Door dit onheil blijft eene we duwe met zes kinderen achter. wacht, die hem met zich naar huis nam en hem daar de f 4000 overhandigde, 't Was een aardig buitenkansje voor den gepensionneerde. twee-jarig meisje in een gevolg dat zij levenloos werd. M u i t e r ij. Uit Rotterdam wordt aan het U. D. gemeld, dat hoewel de heer Bakker, gezagvoerder van het stoomschip Obclatn, nog op vrije voeten is,hij moet ter beschikking van de justitie blijven, zoodat hij voor eerstvol gende reis van het stoomschip naar New-York als coinmaudant zal moeten worden vervangen. Ook vele personen van de bemanning, die als getuigen zijn gehoord, moeten voor de verdere behandeling van de zaak, op last der justitie, aau den wal blijven. Naar men zegt, beweert de kapitein, dat hij niet wist, dat zijn revolver met scherp geladen was. Bij gelegenheid van het uitreiken van overgelden aan Rijks-magazijuen te Delft heeft de werkman L. A. B. M. z o o v e e 1 jenever gedronken, dat hij er in gestikt is. De kleermaker E, die Zaterdag i n ondertrouw was opgenomeu met de dochter van schipper B. vierde Zaterdag avond bruiloft teu huize van zijne aanstaande schoonouders aan het Frankhuis, gemeente Zwollerkerspel, bij welke gelegeuheid hij hevigen twist kreeg met zijne lieve aanstaande schoon zuster, die zoo hoog liep, dat zij den bruidegom met een mes twee diepe wonden in het hoofd en in den hals toebracht, waardoor veel bloed verlies outstond; den verwonde bracht men naar Zwolle, eerst bij de marechaussee's om aangifte te doen en daarna naar het huis van dr. Frank, om verbonden te worden. Zijn toe stand was toen van dien aard, dat hij aldaar door den R. K. geestelijke werd bediend. Vervolgens werd hij per brancard naar het R. K. gesticht van liefde gebracht. Zijn toestand was eergisternamiddag iets gunstiger. In Limburg aan de Maas, anderhalf uur boven Roermond, ligt een dorp Wes6em geheeten. De burgemeester van dat dorp heet J. R. L. Corbeij, de wethouders J. M. Tijssen en R. Verlinden. In 1887 en 1889 werd er gemompeld, dat die heeren met hun stembus ter gelegen heid van de gemeenteraadsverkiezingen goochel- stukjes uitvoerden. Wessemer burgerij paste dientengevolge voor ditmaal op haar tellen. Zes getuigen vatten post rondom de gevaar lijke stembus. Vier en vijftig kiezers kwamen op. Zeven en twintig daarvan kwamen met geopende briefjes ten bureele toonden die aan de getuigen, waardoor bleek, dat minstens zeven en twintig briefjes waren ingevuld met de namen A. van Hoet en Alph. Tijssen. Daarna werden voor de oogen der getuigen de briefjes gesloten en in de bus geworpen. De stembus was den waakzamen wachters echter te slim. Bij de opening produceerde zij zes en twintig stemmen op Van Hoef en Alph. Tijsseu en acht en twintig op J. M. Tijssen en B. Verlinden, aftredende leden eu tegelijk stemopnemers. De zes waakzame wachters hebben aan den officier van justitie de oplossing van dit raadsel opgedragen. Sneeher Ct.) Een bij den burgemeester van Leeuwarden gisteren middag outstane oraud, waardoor nogal schade werd aangericht, moet, meldt de Leeuw. Ct., ontstaan zijn doordien de zonnesstralen op een in een der vensterbanken geplaatsten hollen spiegel in één brandpunt vereenigd het gordijn hadden doen vlam vatten. Men schrijft uit Aduard. 't Is Zaterdag avond bij twaalven. De heer des huizes is nog op en hoort buiten eenig gerucht. Op zijne vraag, wie daar zijn, kliukt hem het lang niet malsche antwoord in de ooren: „Ban jij daar, hl. kom er eens uit, dan zullen we je enz. „Mijnheer gaat ijlings naar achteren, wekt den boerenknecht en de meid en geen van allen heeft den moed naar de kamer te gaan, waar de inbrekers druk bezig zijn, althans te oordetien naar het gekraak van houtwerk en het rinkelen vau glas. Eindelijk zijn ze vertrokken, de brutale gasten en nu, ja, nu Bij een landbouwer bij Nunspeet, was sedert lang een kind ziek en daar ingeroepen geneeskundige hulp geen baat aanbracht, kwam men op het denkbeeld, dat het niet richtig was met het ziektegeval en „de booze" hier de hand in had. Goede raad was duur. Een buur man wist, dat er te Zwolle eene waarzegster of kaartlegster bestond („dikke Miete" geheeten) Daar raad gevraagd. „Dikke Miete" lei de kaart, en toen bleek het al dadelijk, dat het kind wel degelijk betooverd was. Eene zwarte kip moest levend gekookt worden, en de eerste vrouw (want het was eene vrouw die het kind behekst had) die binnen kwam, was de heks, en moest gedwougen worden, om driemaal „God zegen je* boven het kind uitte roepen, dan kon het kind genezen. Dadelijk werd eene zwarte kip gehaald en levend gekookt, doch er verscheen niemand. Dat moest natuurlijk reden hebben, en men kwam toen tot de ontdekking, dat de kip niet geheel zwart was geweest. Terwijl daarop Zondag morgen de tweede kip (nu eene pikzwarte) boven het vuur hing, daar komt werkelijk eene vrouw het huis binnen het goede mensch (hier algemeen geacht en gezien) keek vreemd op, toen de landbouwer, vader van het zieke kind, bij hare koinst eensklaps opsprong en haar dwong om driemaal het kind te zegenen. Door den'nood gedwongen, voldeed zij hieraan, nadat haar de woordeu werden voorgezegd. Het kir.d is echter nog niet genezen. Ten aanzien van de te 's Hertogenbosch plaats gehad hebbende ongeregeldheden wordt medegedeeld, dat in de stad thans alles weer rustig is, en vermoedelijk morgen het door den burgemeester uitgevaardigd verbod tot het hou den vau samenscholiugeu met meer dan drie personen, zal worden ingetrokken. De maker en medeverspreider van het bekende straatliedje, zekere H. van Baardwijk, is tegen 20 dezer gedagvaard, als beklaagd van in dat liedje den commissaris van politie te hebben beleeóigd, enz., als zijnde deze daarin aangeduid als „Hoofdman met zijn hoogen hoed." „Blauw baard* en „Hoofdman Blauwbaard,* als heb bende verder dezen daarin ten laste gelegd, dat hij zich wederrechtelijk met het zoogenaamde marktgeld zou verrijkt hebben, dat hij een dronk aard zou zijn, en dronken met een publieke vrouw op straat zou hebben gedanst. De crisis duurt nog voort. Gisteren was er weder een conferentie ten huize van den heer Tak en Poortvliet, die werd bijgewoond door den heer Pierson. Men wil weten, dat een combinatie is overweging zijn om den heer Tak te doen optreden als Minister van Binnen- landsche Zaken, in welk geval de heer Van Tienhoven Buitenlandsche Zaken voor zijn rekening zon nemen. Dit zou zeker de weg zijn om tot de meest bevredigende oplossing te geraken. Een ander Minister van Water staat ware wel te vinden. Voor Oorlog blijft men zoeken: de portefeuille moet thans aan generaal 7au der Beek ziju aangeboden. Fad.J In de kroniek der Stemmen v. Waarh. en Vrede werpt Dr. A. W. Bronsveld een blik op onzen politieke» toestand.. De schrijver kan zich zeer wèl begrijpen dat de crisis nog niet is opgelost. De staat kundige toestand van ons vaderland toch is op 't oogenblik zeer ingewikkeld en onzeker. „Wat wil men eigenlijk", schrijft hij„Om welke redenen hebben velen niet gestemd op anti-revolutionairen en roomsch-katholieken? „Was het uit tegenzin in den persoonlijken dienstplicht Ganschelijk niet. Ja, de roomsch- katholieken hebben tegen die zaak positie ge nomen, maar voor de protestautsche kiezers was dat punt het niet, dat voor hen den door slag gat. Zij hebben een einde willen maken aan het onzedelijk verbond tusschen „gerefor meerden" en ultramontanen. Zij hebben de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 2