Alpiem Nienvs- MïffttÉ- k L M De Arme Dichter. Zondag 23 Augustus 1891. 35ste J«,argang. ITo. 2544. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: 8CHAGKI, Laun, D, 4. Roman van AUGUST NIEMANN. Schagen, 22 Augustus 1891 SCHAGËR COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- <5 agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post 8.60. Afzonderlijke nummers 6 Cents. ADVERTENTrËN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer 5ets Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Gemeente Schagen. Bek e u <1 m a k i u gen. POLITIE. Ter secretarie dezer gemeente worden be leefd inlichtingen verzocht, omtrent een bij gelegenheid van het Vuurwerk op de Hoog- zijde verloren Spoormandje. VERLOREN: op Dinsdag 18 dezer, een broche. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter secretarie dezer gemeente. Het hootd van het plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter konnisse van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier van het palentrecht over het dienstjaar 1891/92 op den 18 dezer door den heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is executoir verklaard en op heden aan den heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingozeien, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 21 Augustus 1891. Het Hoold van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, C. H. BEELS. Eerste deel. 37. TWAALFDE HOOFDSTUK. Edgar bleef zeer lang in Rome en hij dacht er sterk over, om er voor altijd te blijven. Hij ging geheel en al in zijn studie op en geene der schoone Romeinsche meisjes, kon eeuige indruk op hem maken, bij leefde er als een oude man, zijne vrienden schudden het hoofd en maakte zich bezorgd over zijn neerslachtig voorkomen. Daar bleet zijne renten, van het geld, dat hij in de porselein fabriek van zijn neef gestoken had, op eenmaal weg. Dat was zeer onaangenaam. Edgar had zijn neef gezegd, dat hij hem om de drie maanden zjjne renten moest sturen, dat deze dan ook zeer nauw gezet gedaan had; daardoor was Edgar ook altijd ruim bij kas geweest. Hij verteerde persoonlijk niet veel, maar woonde zeer duur, gaf veel geld uit voor antiquiteiten en was zeer royaal tegenover armere kunstbroeders Nu geraakte hij op eenmaal in verlegenheid, want zijn geld was op. Hij schreef aan zijnen neef, bij wachtte een week maar er kwam noch geld, noch tijding Terzelfder tijd kreeg hij de Berlijnsche handels- courant. Hij las deze courant bijna nooit, maar nn bij geen geld en geen tijding kreeg, was hij bang, dat zijn neef in ongelegenheid geraakt was, en was bij zeer benieuwd boe of de stand van het fabriekswezen was. Daar stond nu, dat de stand der zaken in de fabrieken zeer slecht was. Ja er stond zelfs onder de vele berichten omtrent de achteruitgang der Industrie, dat de porceleinfabriek in Scbilligheim zeer achteruit ging- De zaak werd voor Edgar nu zeer bedenke lijk. Hij telegrafeerde dadelijk aan een bekenden bankier in Neustadt en vroeg hem inlichtingen omtrent de porseleinfabriek. Hij ontving een telegram terug, dat wel in zeer duistere woorden, m..ar die hem toch duidelijk genoeg, het ergste deden vreezen. Zijn geheele bezitting stond op het spel. Hij verkocht alles wat hij opgezameld bad, voor een billijken prijs en ging zoo spoedig mogelijk naar Dnitschland. Hij reisde met do meest mogelijke haast, om zoo spoedig mogelijk zijn neef rekenschap te kunnen vragen. De reis ging zeer snel, zoolang hij de hoofdbaan der spoor gebruikte, maar om naar Scbilligheim te komen, moest bij locaal-sporen gebruikendaardoor vorderde hij slecht, maar eindelijk kwam bij dan toch op een avond in Scbilligheim aan. Het was in Juli eu de avend Binnenlandsch Nieuws. Door onbekende oorzaak brandde heden nacht ongeveer ten ure de boerderij, staande in den Hoep alhier, behoorende aan den Heer P. limmerman Dz. en bewoond door Jb. Noor den, totaal af. Dank zij de gelukkige richting van den wind hadden de omliggende perceelen geen gevaar, temeer daar het perceel, aan den overkant onder den wind liggende, geheel van steen gebouwd en met pannen gedekt was. Te half vijf kon de oude roode spuit het terrein verlaten en te vijf uur werd brandpiquet belegd. Het hooi, rijtuigen en eenige boerengereed schappen, toebehoorende aan den heer Tim merman, waren niet verzekerd. Bost kantoor Schaden. Lijst van brieveD, geadresseerd aan onbe kenden in de 2e helft der maand Juli 1891. Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestem. Van Schagen, W. van Meerveld, Amsterdam. W. Blissim, Haringcarspel. Van Oudesluis, W. Schuurman, Uitgeest. Van Schagerbrug, V. J. C. de Goede, Amsterdam. Verzonden geweest naar Amerika. Van Dirkshorn, G. van Drehle, Hudson. Verzonden geweest naar Frankrijk. Van Dirkshorn, M. Mouraud, Parijs. was helder, zoodat Edgar gemakkelijk de woning van zijnen neef vinden kon, welke hij jaren gele den eenmaal op een doorreis bezocht had. Het gruoto fabriok-gebouw lag daarzwijgend en treurig, fantastisch verlicht door de vlam,die uit den hoogen schoorsteen opflikkerde. Het woonhuis van zijnen neef stoud vlak aan de straat, een klein lief huisje, dat in vergelijking met de kalen fabriek liefelijk door wijnranken omgeven was. Edgar belde aan, en trad binnen. Zijn neef was thuis en bevond zich in het kantoor. Toen hij Edgar zag, werd hij zeer verlegen. Hij werd bleek, zocht naar eene verklaring waarom hij Edgar dozen keer geen geld gestuurd had. Deze begreep dadelijk hoe hier de stand der zaken was. „Wees kalm zeide Edgar. „Ik geloof niet, dat gij in een oogenblikkelijke geldverlegenheid zit. Ik weet, dat het er met de fabriek slecht uitziet. Daarom ben ik van Italië hierheen ge komen, want mijn geheele vermogen heb ik aan u overgegeven. Wees nu eens openhartig." Zijn neet wendde en draaide zich, hij zeide, dat hij eren gewillig was om Edgar te betalen, als vroe ger maar dat het nu niet ging, maar dat alles wel terecht zou komen. Maar toen Edgar dadelijk zijn geld terugvorderde, werd zijne houding geheel anders, en zeide hij, dat hem niets anders over bleef, dan zich failliet te laten verklaren. „Is dan alles weg, alles Kunt gij niets red den Is mijn geheele kapitaal verloren vroeg Edgar hem met trillende stem. „Mij blijft niets over dan mij dood te schieten!' riep de neef in vertwijfeling uit, O Edgar, Edgar, ik durf u niet langer aanzieu; ik heb u geruïneerd. Ik durf niemaod meer aan te zien. Ik zal mij maar ophangen, dat is het eenige wat mij nog overblijft om te doen. En toch ben ik onschuldig, geheel onschuldig. Het is de onge lukkige samenloop der omstandigheden." „Waar zijn uwe vrouw en kinderen vroeg Edgar hem, medelijdend geworden door zijn wanhoop. „Zij zijn in Leipzig, Ik heb ze weggezonden ik kon ze hier niet langer houden. Wanneer hier alles verzegelt wordt, schiet ik mij dood." „Gij wilt u alzoo van de zorg ontslaan om uwe familie te verzorgen vroeg Edsar hem. „De neef begon te weenen en Edgar vroeg hem zich goed te bedenken en moedig het hoofd boven water te houden. Zijn woorden hadden dan ook een goede uitwerking, want nadat hij zijn gemoed nog eenmaal gelncbt had, en zijn noodlot verwensebt had, dronk hij eenige glazen wijn en zeide tot Edgar ,Gg hebt u edel tegenover mijn gedragen gij hebt een nobel karakter, het doet mij oube- scbrijvelijk veel verdriet, dat ik u in bet ongeluk gestort heb, maar zoo waar ik leef, ik ben er 20 Augustus 1. L werd met gunstig g e v o 1 g, door mej. Denijs, te Zwolle examen afgelegd voor de akte van Hoofdonder wijzeres bij het Lager Onderwijs. Naar wij vernemen zal mejuff. W. Drucker van Amsterdam, in den loop der maand September, andermaal in Schagen als spreekster optreden. Gelijk onze Lezers zich zullen herinneren werd Maandag 3 Augustus j.1. de boerenplaats, bewoond door den heer J. Waiboer, toebehoorende aan den heer S. Stins en gelegen aan 't Wad, door den bliksem getroffen en door brand ver nield. De nieuw herbouwde plaats van den heer S. Stins, in de onmiddellijke nabijheid gelegen werd vooral door het moedig en krachtig optreden van het Vrijwillig Brandweercorps »Lycurgus" voor vernieling bewaard. De Ulrecht- sche Brandwaarborg-Maatschappij, waarbij de plaats van den heer Stins was verzekerd, kende dezer dagen de vereenigiug Lycurgus voor hare flinke houding een premie van f 60.toe. In den nacht van Woensdag op Donder dag is de stoom-houtzagerij van den heer Graft- dijk te Hoorn afgebrand. Het woonhuis bleef behoudenmaar machinekamer, werkplaats en kantoor zijn geheel vernield. Gelukkig was het helder, stil weder en kon de brandweer spoedige onschuldig aan, maar dat is nu eenmaal zoo. Nu heb ik nog een kleine som in bezit, het is uiet veel, mair het is toch beter dan niets. Daarvan zal ik u de helft, diie duizend mark geven." „Ilij zeide Edgar de waarheid niet. Hij kon nog over een kapitaal van twaalf duizend mark beschikken, die hij nog in veiligheid brengen wilde, voor hij zich faliet liet verklaren. Maar hij dacht, het is zeer edel van mij, wanneer ik Edgar het vierde deel geef, en deze opoffering weegt wel op, tegen die kleine leugen, en daar Edgar toch niets van het geld weet zal deze tevreden zijn. Maar hoe verwondert was hij, toen deze hem vroeg, of hij geen and-.re scliuldeischers had. „Andere schuldeischers vroeg hij Edgar ver wonderd. Natuurlijk Ik zou mijne betalingen niet gestaakt hebben, wanneer ik in staat was geweest om te betalen. Mijn schuld bedraagt ongeveer tweemaal honderdduizend mark, maar ik heb er in het geheel geen schuld aan. „Wanneer gij zooveel schulden hebt, waarom kunt gij mij dan drie duizend mark geven vroeg Edgar. „Wat gij mij geelt, ontneemt gij de anderen. Ik zou mij zelf voor een dief hou den, wanneer ik aannam wat andeieu toebe hoort." Zijn neef hoorde deze woorden aan, zonder ze te begrijpen en staarde Edgar verwonderd aan. „Ik ben een gek geweest om aan u het g ld te geven," ging Edgar voort. „Dat ik het nu verlies, is de rechtmatige straf voor mijne inha ligheid. Ik had mij met een bescheidener in trest moeten tevreden stellen en ik heb het u reeds toen gezegd, dat het woeker was om tien procent te nemen. Zoo zijt gij ook gestra t. Gij hebt uw zaak slecht bestuurd, derhalve slaat gij nu een bankroet, en dat gij te veel verdienen wildet, sleept nu de gevolgen na zich. Laat u dat leeren en begin een eerlijker vak te beoefenen, en al bet geld, dat gij bezit moet onder alle schuldeischers verdeeld worden, ik neem er geen penning van aan. De andere antwoordde niets. Hij wist nauwe lijks of hij wel goed gehoord had, en dacht dat Edgar uiet goed bij zijn hoofd moest zijn. Doch hij was er zeer mede tevreden, dat Edgar het zoo kalm opnam en wenschte, dat de andere schuldeischers hun verlies op dezelfde manier zouden dragen. Daaraan was echter niet te deuken, en hij had zich reeds voorgesteld om te vluchten om zoodoende buiten het bereik van de politie te komen en dan niet behoelde te boeten voor zjjne nalatigheid. Edgar kon dezelfden avond niet meer verder reizen, want er ging geen trein meer. Hij was liefst zoo spoedig mogelijk weder heengegaan, want hij voelde zich in 't geheel niet op zijn gemak. en krachtige hulp verlcenen.| Het vuur schijnt iu de machinekamer te zijn aangekomen. Voor een woning in de Smeestraat le Utrecht bevond zich een doclersconpé waarop, gelijk wel meer gebeurt, de koetsier rnstig zat le slapen. Een groote schoenmakersjongen, die ook wel eens naar zijn «patiënten» wilde rijden, ging achter het rijtuig om, maakte het portier open, riep «Weeshuis Oudegracht» en wipte met zijn ris nieuwe schoenen naar binnen, waarna hij met vaste hand het portier dichttrok en vasthield. Werktuigelijk lichte de koetsier zijn hoed even op, legde de zweep over het paard en liet na eenige minuten het rijtuig voor het weeshuis post vatten. Onmiddellijk verdween zijn gelaat weer achter den rand van zijn hoed, doch voor zeer korten tijd daar de «jongeu* hem plotseling met een zegevierende stem toe riep «Ik dank je wel hoor, nu ben ik bijna waar ik wezen moet.» De staatscommissie voor den Landbouw zal in de tweede helft van September hare vergaderingen hervatten, om zich alsdan bezig te houden met het vraagsiuk van hel land- bouw-pachtwezen. Dit zal waarschijnlijk de laatste arbeid der landbouw-commissie zijn, waarna zij dit jaar zal warden ontbonden. Zeer ter neder geslagen, ging hij te bed. Nu was hij een arm man. Hij had niets meer dan een paar duizei d mark in Italiaansch geld, dat hij voor zijne antiquiteiten gokregen had, en als hij zijn geldtas-ch daar zoo voor zich had liggen was het hem net ais de oude Pbilosoof, die zijn geheelen rijkdom bij zich droeg. Hij kon niet in slaap komen. 11 ij maakte plannen voor de toe komst, nu was hij wel gedwongen om voor geld te werken, nu moest hij zijne gedichten wel uit geven, zooals hij zijn roman uitgegeven had. Maar nadat hij een p os liad liggen te denken viel hij in een gerusten slaap. Den volgendon dag ging Edgar naar Neustadt. Hij ging door de groene baan, waar zjjne ge liefde hem zoo menigmaal tegemoet was getre den, en ging zoo naar zijne vroegere woning. Zijne kostvrouw had de boekenkisten goed be waard, en zijn vroegere kamer was nog onbe- wooud, zoodat hij haar weder kon inhmen, voor- loopig voor een weekdaarna ging hij naar Schottmüllers boekhandel. De patroon ontving bem zeer vriendelijk en vroeg hem naar zijne omstandigheden, waarbij hij de hoop uitsprak, dat Edgar weder aan dio geschiudkundige werken zou beginnen. Hij stelde de kunde van Edgar op hoogen prijs en daarom verweet hij hem, dat bij zijn arbeid in den steek had gelaten om naar Rome te gaan. Sciiottmüller hield voor zich, dat hij zoo'n kuap en tevens zoo'n gemakkelijk persoon beter vooruitzichten en beter loon moest aanbieden maar Edgar zorgde slechts voor zich zelf, want bij vertelde Schottmüller, dat bij door den onge- lukkigen samenloop van omstandigheden, geheel zonder vermogen geraakt was en blijde zou zijn zoo hij weder het werk mocht hervatten. Dat hoorde Schottmüller met zeer veel genoegen aan, en dacht teveDS zijn hulp nu voor billijker prijs te krijgen. Hij zette daarom een ernstig gelaat en betuigde Edgar zijne warme deelneming in zijn verlies en zeide hem tevens, dat daar er tegenwoordig geen gebrek aan arbeidskrachten was, hij hem wellicht niet gebruiken kon, maar uit oude vriendschap, zou hij zien ot hij wat voor hem zou kunnen vinden. Den volgenden dag bood hij Edgar een werk aan, dat deze maandelijks zestig mark opbracht, het was hetzellde, dat vroeger met vijfhonderd mark betaald werd. Edgar nam bet aan. Hij was aan een sober leven gewoon. Langzaam ging bij naar huis. Het aangename denkbeeld vaD werk te hebben, al was bet dan ook nog zoo weinig, deed hem goed, en hij overdacht tevens, dat het werk van Schottmüller niet al zijn tijd in beslag zou nemen eu dat or nog wel gelegenheid zou ovcrblij.eu Om te dichten. VIORDT VEKVuLGÜ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1