Uit en voor de Pers.
Gemengd Nieuws.
Maatschappij tan Weldadigheid, benevens het
verslag van het verhandelde in de algemeene
vergadering in 1891.
Wij ontleeneu er het volgende aan. De uit
komst van landbouwbedrijf en de veehonding
geeft reden tot tevredenheid. In totaal werd
op de zes boerderijen toch nog een winst ge
maakt van f 5520. De turfgraverij leverde
slechts gering voordeel, terwijl bij den fabrieks
arbeid, wat geldelijke uitkomsten betreft, 1218
verlies werd geleden.
Op nlt. December 1S90 bestond de bevolking
met inbegrip der ambtenaarsgezinnen uit 1813
zielen tegenover 1830 op gelijk tijdstip in htt
vorig j3ar.
Deze vermindering is slechts schijnbaar, wijl
in het oude stamboek vele namen voorkwamen
van personen, die reeds vertrokken waren, welke
fout nu bij het vernieuwen der stamboeken is
hersteld.
Het aantal vrijboergezinnen bedroeg 212, dat
der arbeidersgezinnen 87, terwijl er 164 beste
delingen waren. Het geboortecijfer bedroeg
29, het sterftcijfer 22.
Er werden tien nieuwe gezinnen geplaatst.
2 kolonisten werden tot vrijboer bevorderd.
61 jongelieden, waaronder 22 be.stedelingen,
verlieten de kolonie en werden in verschillende
betrekkingen geplaatst.
Aan contributie werd ontvangen f 14742,
zijnde f 389 meer dan het vorig jaar.
Van dit bedrag werd f 10656 besteed aan
onderhoud van gezinnen, zoodat slechts f 4086
aan de algemeene kas ten goede kwam.
De cursus 1890/1 van de Gerard Adriaan van
Swieten-tuinbouwschool werd gevolgd door 26
jongelieden, waaronder van buitenaf 12.
Door zes leerlingen werd aan het in Augustus
gehouden eindexamen deelgenomen.
Ook omtrent de Boschbouwschool van den
zelfden naam kunnen de mededeelingen zeer
funslig luiden, wat betreft de uitkomsten met
et onderwijs verkregen.
Aan de drie leerlingen, die examen aflegden,
kon het diploma van boschbaas worden uitge
reikt.
De algemeene collecte, in 1891 ten behoeve
der Maatschappij gehouden, hteft opgebracht
f 32484.32$, waaronder uit Zeeland f 938.97$,
Vermeerdering van het ledental blijft, wil
de maatschappij krachtig en nuttig werkzaam
zijn, eene zeer geweuschle zaak en daartoe
wekken wij onze lezers op. Te Middelburg
telt de afdeeling nog slechts 70 leden, te Goes
slechts 12, te Zierikzee slechts 20 leden.
Het bestuur der atdeelingen bestaat voor
Middelburg uit de heerenA. P. Snouck
Hurgronje, voorzitter; mr. F. J. Sprenger,
secretaris en P. J. van der Leyé, penningmees
ter; voor Goes uit den heer Z. D. van dtr
Bilt la Holthe, secretaris-penningmeester; te
Zierikzee uit jhr. mr. J. W. C. de Jonge van
Ellemeet, voorzitter, mr. J. P. Cau, secretaris-
penningmeester.
Voorts zijn correspondent der maatschappij
de heeren H. A. A. baron Collot d'Escury te
Houtenisse, L. Tberi Mz. te Oostburg en P.
Laban te Tholen.
Een heer, met hoogen hoed op
het hoofd en een rotting in de hand,
stapt een café zonder vergunning binnen.
Jan, één bier
Asjeblieft, meneer.
Jan krijgt vier centen fooi.
Daarna verschijnt een werkman en vraagt
een foude klare."
Bediende: Geen vergunning, baas.
WerkmanDan één bier.
Spoedig vertrekt de werkman, waarna de be
diende, zich op den knieën slaande,tot zijn meester
zegtdat was politie, maar lekker niks.
De kastelein heeft het naar zijn zin.
Heer met hoogen hoed tot den kastelein
Was dat politie U schijnt de politie goed te
kennen.
Kastelein Ja, meneer, althans de le en 2e
klasse en voor de 3de klasse behoef ik niet
bang te ziju, want die mag in geen café komen.
Twee vaste klanten komen het café binnen,
de een vraagt en krijgt bier, de ander cognac.
De heer met den hoogen hoed staat op, nadert
het glaasje cognac, neemt, tetwijl hij zich als
rijkspolitie aandient, een Hinken teug cognac en
vraagt den kastelein:
Heb je vergunning?
Vergunning? Keen, maar dal is niet
mooi van je. Je had tegelijk met dien ander
moeten vertrekken, die geen «oude klare" kreeg
en die zeker bij u beh orde.
Rijkspolitie—man: Nean, meneer, toen u
mijn collega uillachtet, dacht ik bij mijzelven
wacht op de dingen die komen zullen; en
wijzende op den cognac zij zijn gekomen
Kastelein: Ik zal je in de gaten houden;
een half uur op een glaasje bier te zitten, bah
Rijkspolitie-manJa, meneer, daarin heb je
gelijk, maar mijn tractemeut laat niet toe een
tweede te nemen, adieu! (Rolt. H. bi.)
In de nabijheid van Franeker is door de
politie de hand gelegd op een vaartuig, geladen
met kool en aardappelen, welke lading bleek te
zijn gestolen. Een der bestolen landbouwers had
bij avoud de daders, twee broeders uit Sneek,
werkzaam gezien op zijne akkers en de politie
gewaarschuwd. Buiten de beiden, die spoedig
bekenden, was nog aan boord een meisje uit
Dordrecht, met wie de oudste der aangehoude
nen binnen eenige dagen in het huwelijk zou
treden. Men had haar aan boord opgesloten en
wijsgemaakt dat de lading op crediet was ge
kocht. De droefheid en ontsteltenis van het
arme meisje, die zich hare komst in Friesland
zoo geheel ar.ders had voorgesteld, verwekte
eene algemeene deelneming.
Dinsdag avond viel in het water aan de
Kortekade te Kralingen een 4-jarig kind. De
moeder, dit ongeluk ziende, sprong haar kind
na, doch daar zij machteloos bleek te zijn om
het te redden, zonken moeder en kind naar de
diepte weg. Een oogenblik na het ongeval ont
dekte de heer J. Schouten, hoofd eener school
te Kralingen, daar ter plaatse eenig geborrel
in het water en het bleek hem dat iemand
daar in lag. Toen hij de vrouw met het hoofd
boven bracht, riep zij om haar kind, en het
mocht daarop den heer S. gelukken moederen
kind op het droge te brengen.
Als een klein bewijs hoeveel geld noodig
is om de arme Russische Joden voor te helpen,
kan het volgende dienen
Verleden week ondersteunde het comité te
Amsterdam 700 verdreven en dit kostte:
aan logis en etenf 730
aan nieuwe kleeren«1413
aan reispenningen600
aan overtochten1800
te samenf 4543
Hierbij komen nog zeer veel geschonken
kleedingstukken. Zjo gaf de Vereeniging Hulp
betoon voor eerlijke en vlijtige armoede 100
hemden met de belofte dat dit honderdtal door
meer zal worden gevolgd. Een ander gat 30
nieuwe pantalons. (A.)
Tusschen de gemeente Zwartsluis en
't huis »De Noorde" woede Maandagnamiddag
met 't onweder eene hevige wi nd-
h o o s. Hooioppers en andere voorwerpen wer
den opgenomen en weggeslingerd; een bijna
opgeladen voer hooi sloeg uit elkander en over
een stuk land heen, gelegen naast dat, waar
het werd opgeladen, en kwam voor een groot
deel in de sloot terecht; twee meisjes die aan
't hooien waren werden even onvriendelijk op
genomen en in de sloot geworpen; een boer
werd met zijne melkemmers van den dijk te
gen een boom geslagen en een jongen werd
tot driemaal toe van den dijk geworpen. De
zuiging was zéé sterk, dat paarden en men-
schen bijna geen adem konden halen.
De koortsachtige opwinding over de rog-
geprijzen was een gevolg van speculatiezucht
en heeft gelukkig niet lang geduurd. Toen men
zich rekenschap gegeven had van den werkelijken
toestand en tot het besef gekomen was, dat ook
wanneer geen rogge uit Rusland verwacht mocht
worden er daarom nog geene aanleiding bestond
hongersnoodprijzen voor de rogge te betalen,
btdaarden de gemoederen en kijken enkele han
delaars, die een slag meenden te kunnen slaan
op hun neus, nu de roggeprijzen in een week
tijds met 30 gld. per last verminderd zijn en
nog geen koopers worden gevonden. De gemoe
deren gerust te stellen is edeler taak dan ze
op te winden. De oogst der granen is zeer be
vredigend en waar men spreekt van nat graan
kan het feit, dat we deze week o. a. zwarte
haver van ruim 51 kilo aantroffen, dit
voldoende tegenspreken. In plaats van stijging
is veeleer daling te verwachten en zullen er
gelukkig nog geen dure tijden aanbreken.
[Leeuw. CL.)
Men schrijft ann de Arnh. ClDat het
den landbouwer in Nederland niet voorspoedig
gaat in de laatste jaren, is van algemeene
bekendheid en dat heeft zelfs bij volksvrienden
in Amerika deelneming verwekt.
Een intelligent, vermogend, invloedrijk predi
kant, Hollander van geboorte, Rev. A. Worm-
ser, die een 20 jaren in Amerika heeft gewoond,
besloot het vorige jaar, Vergezeld vau negen
vrienden, een onderzoekingsreis te maken tot
het vinden van een nog ongebruikt land. Hij
stelde dezen vrienden reiskaarten ter hand en
men doorkruiste Mexico, het rotsgebergte van
N.-Amerika en ten deele Californie. Zij zoch
ten vccral naar goed land en dat in een gezond
l.lims-.t zcu zijn gelegen. Hij kwam tot het
besluit, dat een 800 a 900 mijlen ver zich
uitstrekkend grasland in den Staat Montaua,
voor een kolonisatie het meest geschikt zou
zijnvervolgens sloot hij overeenkomsten,
regelde nadere bepalingen van bestaande com-
pagniën, ten opzichte van wateraanvoer enz. en
besloot toeu even naar Holland te gaan en
belangloos elk die wil, die Nederlander is en
liefst van protestantsche belijdenis, 60 bun
der van dat land voor niet aan te bieden.
Toegerust met tal van kaarten, photograph-
ieën met monsters van aardappelen, zoo groot
als een hand, vleezige, dikke en regelmatige
korrels, buitengewoon blank, van tarwe en
gerst, verlokte in enkele dagen een gedeelte
der inwoners van twee dorpen, terstond aan
stalten te maken tot vertrek, dat in de maand
November a. s. zal geschieden.
Geleerd uit de min gelukkige keuze voor
ongeveer een 50 jaar, door ongeoefende voor
gangers gedaan, heeft hij de voorkeur gegeven
aan eene plaats, niet ver van een spoorlein
gelegen.
Lang kon hij in Nederland niet vertoeven,
maar liet aan enkele pers mcu den last na,
van zijn onderzoek en bevinding alom kennis
te geven.
Onderwijl begeeft hij zich met gelijke bood
schap naar den Staat Michi/an in Amerika,
waar vele Hollanders ziju, die echter steeds
moeten worstelen met een al te veel met steenen
gemengden bodem.
Een goed voorbeeld is te Heinkenszand
door enkele boeren gegeven. Zij schonken nl.
een gedeelte van den huurprijs van bouwland
vrij aan hunne arbeiders, wegens de meer dan
schrale opbrengst dit jaar der aardappelen.
Vrijdag middag werd tusschen Aarlc-
Rikstel en Helmond een ongeveer 12-jarige
jongen, die naar men vermoedt langs den weg
lag te slapen, door de stoomream overreden.
Aan armen en beenen zwaar verwond, is hij
per tram naar Helmond vervoerd, alwaar hij
ier verpleging in het liefdehuis is opgenomen.
Men schrijft uit de Zeven wolden
Friesland
Ettelijke duizenden kilo nagras, hooi, zijn nu
in deze dagen gewonuen tn wat wel het voor
naamste isvan puike kwaliteit.
Dit is voor vele kleine boereu een meeval
lertje, want daarop werd niet veel gerekend.
Bij velen is het uagras beter dan dat van de
eerste snede dat met ongunstig weder werd
geoogst. Alleen van de lage weiden komt
weinig terecht. De hooge waterstand en op
veel plaatsen verwaarloosde of wil men slechte
afvoerkanalen hebben groote schade berokkend.
De IVIilioenspeecH. In de zit
ting der Tweede Kamer der Staten Generaal,
gehouden op vrijdag 18 September, zijn door
den minister van finantiën, Pierson, de ontwerpen
der algemeene begrootingswetten voor het dienst
jaar 1892 overgelegd. Daarbij gaf de min. be
schouwingen over de vorige dienstjaren '89, '90
en '91.
Voor 1892 werden de middelen geraamd op
een bedrag van f 127.600.150.00
De uitgaven op tl29.959.038.107j Dit
cijfer der uitgaven is f 7.376.642.21 lager dan
in '91.
De verschillende hoofdstukken der Staatsbe
groting voor 1892 zijn geraamd als volgt
I. Huis der Koningin f 811.000.
II. Hooge Colleges van Staat enz. 653.555.—
III. Buitenlandsche Zaken756 173.
IV. Justitie5.232.774.—
V. Binnenlandsche Zaken 11.644.604.84
VI. Marine14.080.420.20
VIL4. Nationale Schuld34,998.813.77
Vllfi. Financiën18.959 546.08s
VIII. Oorlog21.299.269.—
IX. Waterstaat20.272 812.21
X. Koloniën1.200.071.
XI. Onvoorziene uitgaven 50.000.
129,959,038,107,
Aan het slot zijner rede sprak de minister:
Nog twee punten heb ik aan te roeren, al
vorens te eindigen.
Het eerste betreft den toestand der kas, die
eene blijvende versterking zal noodig hebben.
Nog altijd bleven ongedekt de volgende tekorten
Te weten:
op den dienst 1885 t 6,119,545.627,
«r 1886 849,764.567,
r 1887 3,504,728.60
ii i 1888 2,689,146.43
1890 22,348,973.697,
II i 1891 (medegea. t 3,400,000.00
ramingen
totaal f 38,912,158.917,
waartegenover beschik-
baaar zijn het saldo voor de
geldleening van 1884 ad f 2,369,343.00
en het batig saldo der
Staatsrekening 1889 481,312.61
f 2,850,656.61
blijft een ongedekt tekort van f 36,061,502.307,.
Er moet gedacht worden aan maatregelen
om in deze tekorten geheel of ten deele te
voorzien, want de vlottende schuld, ongerekend
het debet saldo bij de Nederlandsche Bank, en
de daarvoor in pand gegeven schatkistbiljetten,
zal binnen weinige dagen geklommen zijn tot
f 7.500.000, en duurzame aanwas van die
schuld moet niet slechts tegengegaan, miar de
schuld zelve geconsolideerd worden,
Het tweede en laatste punt betreft een on
derwerp, dat wegens zijn nauw verba id met
de geldmiddelen hier niet onaangeroerd mag blij
ven, ons belastingstelsel. Wat moet geschie
den om daarin verbetering te brengen en welke
orde moet oij het invoeren der gewenschte ver
beteringen worden inachtgenomen Ik bepaal
mij tot eenige hoofdpunten. Vergun mij u
openhartig bloot te leggen, wat, naar mijne
overtuiging, groote fouten van ons belasting
stelsel zijn.
Ten eerste worden minder vermogende te
zwaar gedrukt. Wat zij betalen aan personeel,
aan accijnzen, staat in vele gevallen buiten
verhouding tot hetgeen am meergegoeden is
opgelegd.
Ten tweede zijn sommige belastingen, hoe
wel in beginsel niet afkeurenswaard, onbillijk
geregeld. Als voorbeeld noem ik de patentbe
lasting.
Ten derde zijn met sommige retributiën be
lastingen vereenigd. Deze vereeniging, in the
orie nooit aan te bevelen, wordt hinderlijk
wanneer zulke belastingen zeer zwaar zijn. Het
is onnoodig te zeggen, dat ik hier de evenre
dige registratierechten op het oog heb ook na
de verbeteringen van 1882 hebben zij eene
grondige herziening noodig.
Bovendien is de wetgeving op de gemeente-
financiën gebrekkig. Groote gemeentelijke uit
gaven moeten veelal geschieden voor oogmer
ken van niet zuiver plaatselijk belang; en de
gemeentebesturen kunnen niet allen treffen, die
tot de plaatselijke uitgaven behooren bij te
dragen.
Sommige dezer fouten zijn slechts te verbe
teren na een omvangrijk onderzoek andere
eerst, nadat zekere hervormingen, zijn vooraf
gegaan. Doch aan de verwijdering van enkele
kan terstond de hand worden geslagen, en deze
overweging bepaalt van zelf de gedragslijn der
regeering.
Onze correspondent te Berlijn meldt, dat
een familiedrama groote sensatie heeltverwekt.De
privaatdocent bij de jurische faculteit, dr. Pra-
ger, is de vorigen nacht het slachtoffer ge
weest van eene poging tot moord, waarvan
zijn eigen zwager verdacht wordt, die met
medeweten van Pragers vrouw zich in zijn
slaapvertrek zou hebben verborgen om hem in
bed door een pistoolschot om het leven te
brengen. Dr. Prager heeft namelijk een eisch
tot scheiding tegen zijne vrouw ingesteld, die
hij van ontrouw beschuldigt. Deze eene 30
jarige schoone vrouw is ook reede in hechte
nis genomen, maar ontkent alle schuld. De
vermoedelijke dader is verdwenen. Deze, Max
Schweitzer geheeten, is de 27 jarige broeder der
vrouw; hij is mismaakt en zijn signalement is
naar alle havenplaatsen verzonden, waarheen
men vermoedt dat hij zich begeven heeft om
uit het land te vluchten. Dr. Prager is een
man in de kracht zijns levens, 43 jaar oud. Er
bestaat hoop op zijn levensbehoud.
Waarvoor een Bantammer al niet een
moord pleegt, blijkt uit het volgende. Bapa
Sèwi heeft wat djagong uit den tuin van Ondje
gestolen; Ondje weet dit, maar zwijgt, want
Bapa Sèwi is forscher dan Ondje gebouwd.
't Gelukte Ondje om Bagong over te halen
Bapa Sèwi te vermoorden tegen belooning van
een karbouw, die Ondje niet bezat. Wat doet
Oudje? Zij steelt een karbouw en zegt dit
Bagong, die nu op zich neemt om den moord
voor die gestolen karbouw te plegen. Na den
niets kwaad vermoedenden Bapa Sèwi in een
valstrik gelokt te hebben, vallen Ondje en Ba
gong hem met hun wapens aan, maar Ondje
geeft Bapa Sèwi den genadeslag, waarom hij
van Bagong de helft van de gestolen karbouw
voor zich bedingt.
Hierover ontstaat twist en de zaak lekt uit.
Beiden worden door de politie geknipt, zullen
geen vleesch vau de gestolen karbouw eten,
maar niet onwaarschijnlijk zelve galgevleeseh
omgezet worden. [Bat.. Handelsblad
Gervy-anecdoten. au het plegma van
den gestorven oud - President van Frankrijk
brengen de bladen thans verschillende staaltjes
Zoo o. a. het volgende gesprek tusschen Grévy
en zijn broeder voor zijn verkiezing.
Jules sta op! \A aarom De Maarschalk
heeft bedankt. Ja, dat weet ik. Je zal
immers tot President gekozen worden. Sta dan
toch op! Y\ aarom ik heb nog een uur tijd.
Gérvy was een hartstochtelijk liefhebber
van koffie. Eens was hij met afgevaardigden
op de jacht en verdwaalde met een hunner.
Na lang zwerven kwamen zij eindelijk aan een
klein koffihuis. Zij hadden ergen dorst; Bel-
mont liet zich dadelijk wijn brengen, maar
Grevy vroeg bedaard aan de knecht; Heeft u
chichorei De knecht bracht hem eeu pijpje
Grévy vroeg daarop; Heeft u nog meer chicho-