Alieie ld De Arme Dicliter. Donderdag 24 September 1891. 35ste Jaargang. No. 2553. Uitgever ^1. WINKEL. Bureau: SCHAOEN. l,aan, 4. Zij, die zich met 1 OCTO ft E It a. s„ op deze courant abonnee- ren, ontvangen de in deze maand nog verschijnende nummers gratis. Schagen, 23 September 1891. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB- TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN" STUKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5cts Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Gemeente Schagen, Bekendmakingen. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen, omtrent een gevonden, en aldaar gedeponeerden Halster. INK W A R T I E R 1 N 6 Burgemeester en wethouders der Gemeente Scbagen, brengen ter kennis van de Ingezetenen dat de Lijst betrekkelijk de Inkwartiering, be doeld bij Art. 17 der Wet van 14 September 1866, (Staatsbl. no. 138) is vastgesteld en ter voldoening aan evengemeld Wetsartikel, geduren de 14 dagen voor een elk ter inzage aan het Raadhuis is nedergelegd, en alzoo van al heden tot den 6en October a. s. Wordende tevens ter kennis gebracht dat zij die tegen gemelde Lijst bezwaren hebben in te brengen zulks schriltelijk behooren te doen aan, Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen na het einde der ter visielegging en alzoo voor den 20en October 1891. Schagen, den 22en September 1891. Burgemeester en Wethouders voorn., C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Roman van AUGUST NIEMANN. Eerste deel. 46. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. ,0, konininklijke hoogheid, mijn dank is in de hoogste mate oprecht," hernam Edgar. „Gij hebt mij het leven teruggegeven, gij hebt mij in een ruinen, hoogen atmospheer verplaatst, zoodat ik u als eene godin vereer, die mij van de aarde naar den Olymp heeft gevoerd." „Nu, beste Schubert, gij hebt in dien hoogen atmospheer reeds geleerd te vleien," zeide de her togin. „Misschien is deze lucht werkelijk voor den filosoof en den dichter niet gunslig, gelijk men dikwijls gezegd heeft." „Beproef bet nog een poos met mij, voor gij mij weder terugzendt," antwoordde Edgar. „Weet mevrouw de gravin van Bronkeuheim dan, dat ik hier ben?" „Dat denk ik niet. Ik heb bet haar niet mede gedeeld Mijn plan, u hierheen te voeren, ontstond eerst nadat ik uw roman had gelezen. Doch zij zal zich bepaald verheugen, u hier aan te treffen. Het zal voor haar eene aangename verrassing zijn, n weder te zien, want zij sprak over u al tijd met veel lof." Edgar wist niet, wat bij zeggen of doen zou. Hij was diep bewogen, wat zou er gebeureo Was hij sterk genoeg, Eva kalm tegemoet te treden? En al kon hij bij de ontmoeting kalm blijven, daar hij zich vooraf kon wapenen tegen den aandiang zijner gevoelens zou Eva dan ook zich kunnen bedwingen Wanneer zij eens hare zeltbeheersching verloor Wanneer hare hou- ding bij de ontmoeting haar eene onaangename scene met den graaf bereidde? Zou hij baar Ontwijken Zou hij een voorwendsel gebruiken, om zich gedurende haar bezoek in de bibliotheek verborgen te houden? Maar dat zou de hertogin opvallenZou hij de hertogin verzoeken, zijne tegenwoordigheid in het slot geheim Ie houden Maaf daarin lag reeds de bekentenis van eeni- gerlei vertrouwelijke verhouding tot Eva! Moest hij de hertogin in zijn geheim inwijden Onmo gelijk Dat zou e ne onkiesheid jegens Eva zijn. Bij kalmer nadenken vond bij het toch wel wat dwaas, zich in te beelden, dat zijne verschij ning een diepen indruk op haar zon maken. Was niet reeds de omstandigheid, dat Eva tegen Binnenlandsch Nieuws, Zondag j.1, hield de Vereeniging tot on dersteuning van Zieken, hare eerste jaarverga dering. Uit het verslag van den Secr. ontleenen wij over den toestand der vereeniging het vol gende De vereeniging stelt zich ten doel hare leden bij ziekte, geneeskundige, hulp en medicijnen en eene geldelijke uitkeering te verstrekken. De vereeniging erkent als leden mannen en dienstboden boven 18 jaar. Ook weduwen, in Schagen wonende, kunnen als lid toetreden. Door de leden wordt eene wekelijksche contri butie van 10 cent betaald. Het getal der leden was bij den aanvang 1 Aug. '90 46, doch daalde langzamerhand tot 36 op 1 Sept. '91. Door deze leden werd t 220.40 aan con tributie betaald, verder telt de vereeniging donateurs, dat zijn zij, die de vereeniging gel delijk steunen. Het aantal donateurs bedroeg in 90/91, 45, en wel 39 in Scbagen en 6 buiten de gemeen te woonachtig. Van 39 werd a 2.50 contributie f 97,50 van 6 a f5 contributie 1 30, samen 127,50 ontvangen. Het totaal der ontvangsten bedroeg dus f 347,90. De vereeniging mocht zich in den onmisbaren steun van den heer Dr. P. de Boer en den heer R. van der Wal, dit jaar apotheker der vereeniging, verheugen. Aan den dokter werd 40 gld., een gld. per lid en per jaar, uitge keerd, terwijl de heer v. d. Wal tegen 10 pCt. de hertogin van hem en zijn boek gesproken had een bewijs, dat zij volkomen vrede had gevonden O, zij was de bedachtzame, dio door haar goed bart nog wel ziji er in vriendschap gedacht, maar met gelatenhoid do betrekking met den armen dichter had afgebroken. Zij was niet ver toornd op hem, en werkelijk, waarom zou zij hein ook tooruen Zij was vermoedelijk hem er dankbaar voor, dat bij zooveel trots bezat, zijner zijds eene verbintenis af te breken, welke zij toch niet zonder een gevoel van schaamte had kunnen losmaken. Maar dat zij zijne werken gevolgd had dat zij nu door eene zeldzame aaneenschakeling van omstandigheden de bewerkster was geworden van zijn tegenwoordig geluk hoe zoet en toch ook, hoe pijnlijk tiij zweeg dus en liet komen wat wilde. Toch keek hij den volgenden morgen nieuwsgierig uit naar het hertogeli|k rijtuig, hetwelk was uitgo- zonden, om do hooge gasten van bet station at te balen. En toen het rijtuig eindelijk Dadeide, klopte zijn hart snelleren gloeido zijn voorboold. In het rijtuig zaten tweo personen, een heer on een dame, wier gelaat hij zich zeer goed herinnerde. Het liep legen het diner. Gelukkig zouden graaf en gravin von Brenkenheim niet de eenige gasten zijn. Er werd, zooals Edgar wist, op twaalf personen geroktnd, want behalve den hof maarschalk en eenigo andere herren eu dames van het hertogelijke hof, waren nog eenige vreemde heeren en dames ten bezoeke op het slot. Toen Edear bet salon der hertogin binnen trad, zag hij daar verscheidene personen bijeen. Doch hij zag slechts ééne gestalte. Met aarze lenden tred begaf hij zieh naar de vorstin. Ein delijk gebeurde het verwachte, gevreesde en toch ook verlangde. „Lieve gravin," zeide de hertogin, terwjjl zij het hoofd ter zijde wendde. „Kom eens hier Ik heb nog eene bijzondere verrassing voor u. Een oude bekende van u wenscht u weder te zien Het was Edgar te moede, als begaf zicb de grond onder zijne voeten. Toch sloeg hij de oogen op cn zag Eva naderbij komen. Een se conde lang ontmoetten zich elkaoder's blikken. L'an stond de gravin naast den stoel der her togin en reikte Edgar onbevangen de hand. „Dat is inderdaad eene aangenamo verrassing, koninklijke hoogheid," zeide zij. „Wij hebben elkaar lang niet gezien, mijn heer Schubert hoe gaat het u Edgar greep de kit ine, koude band, zonder te antwoorden. Hij keek Eva iu het gelaat. Zij had boven inkoopprijs, vermeerderd met slechts U/9 cent voor het gereedmaken van het recept, voor het leveren der geneesmiddelen 9.37 in rekening bracht. Aan 7 leden werd eene weke- lijksche uitkeering h 2.50 gedaan. Het totaal der uitgaven bedroeg f 94.65, zoodat er voor dit jaar een batig saldo van f 253,25 iu kas blijft. Met het oog op dezen gunstigen toestand werd door het bestuur voorgesteld de uitkeering van f 2.50 op f 3.50 per week te brengen, 't welk door de aanwezigen met algetn. stem men werd goedgekeurd. Tot leden der commissie voor het nazien der rekening verkoos men de H.H. A. Hoog land, 1). Roggeveen en L. Roggeveen. De aftre dende bestuursleden de H. H. Van Twuijver, Castricum en Nieuwen/tuis werden met meerder heid van stemmen herkozen. Tijdens de vergadering sloten zich een drietal personen als lid aan. Met een krachtig woord tot den werkman, om waar de gelegenheid bestaat zich zeiven bij ziekte de noodige hulp te verzekeren en zich dan bij deze vereeniging aan te sluiten, werd de bijeenkomst gesloten. In de op gisteren gehouden vergadering van de banne Oudcarspel, is tot hoofdinge land voor den polder Geestmer Ambacht Oos- terdijk en Molengeerzen herbenoemd, de heer A. Eecen. Bij aanmelding van een voldoend aantal leerlingen, zullen te Barsingerhorn, Kolhorn en Haringhuizen gedurende den winler 1891-92 weder herhalingslessen reeds gelegenheid gevonden hare bedaardheid te herwinnen. Hoe was haar gelaat verandert Niet zonder bitterheid bemerkte Edgar, dat zij schoo- ner geworden was. Ja, zij was schooner geworden, maar deze schoonheid maakte toch bjj langere beschouwing een pijnlijken indruk op Edgar. Hoe bleek was haar gelaat en hoe onrustig vlamden die oogen, wat een scherpe trekken had zij om den mond. „Ik vernam van mevrouw de hertogin, dat gij de stichtster van myn tegenwoordig geluk zijt, mevrouw de gravin," zeide Edgar, „en liet is mij zeer aangenaam, dat mjj de gelegenheid aange boden is, u persoonlijk daarvoor mijn dank te betuigen." „Vooruit aangenomen, dat dit werkelijk een geluk is, waarde Schubert," b'aeht de hertogin in het midden, „want somtijds maak ik mijzelve er een verwijt van u hierheen gelokt te hebben. Het heeft wel wat weg van egoïsme, en ik ver gelijk mij dan ook wel eens bij den k izer van China iu Andersen's fabel, die een nachte gaal liet vangen en bij zich in een kooi hield, tot zij van verveling ophield te zingen." „De nachtegaal hield op, omdat de hoflieden een kunstig vervaardigdeu vogel in het slot brach ten, die nog schooner zong," zeide Edgar lachende. „Nu, ik hoop een betere smaak te bezitten dan de Cbineesche hoflitden," zeide de vorstin, „en ik zal gent dichter halen, dien men sUchts behoeft op te winden, opdat het uurwerk afloopt." „En wat mij betreft, mijnheer Schubert", zeide Eva, „zoo was het mijne bedoeling mevrouw de hertogin een genoegen to bereiden, door baar uw roman aan te bieden. Het kon mij niet in de gedachte komen eene persoonlijkheid te willen protegeeren, die zoo zeker van de overwinning zijn weg gaat als gij dat doet. Ik heb niet het minste recht op uw^n dank." „Was dit hoon Bevatten deze woorden eene toespeling op vroegere gebeurtenissen Herhaalde Eva het verwijt, hetwelk zij hem eenige jaren geleden reeds had toegevoegd? Zij sprak met een ijzige kalmte, zoo dat de hertogin er door getroffen werd. Zij had zich de kennis tus- schen die twee warmer voorgesteld, en Eva's houding en toon pasten weinig bij de wijze, opwelke zij vroeger van Edgar gesproken bad. Het onderhoud duurde slechts enkele minuten. Het gezelschap begaf zich naar de eetzaal, het diner nam oen aanvang, en Edgar zat gedurende dien tijd van haar gescheiden. Een voornaam heer uit Weenen was haar talelbuur. Edgar ge noot weinig van de opgedragen gerechten. Hij worden gegeven. Het onderwijs geschiedt ge heel kosteloos, echter alleen aan kinderen be neden 18 jaren, die tot hun 12de jaar getrouw ter school zijn gegaan. Te Kolhorn brak brand uit in een door twee gezinnen bewoond huis, tengevolge van het uiteenspringen van een petroleu instoof - je. Men was er terstond bij, zoodat de schade zeer gering bleef. Voorzichtigheid met die thans algemeen in gebruik zijnde, gemakkelijke theestoofjes blijkt alweder hoogst geraden. De r.-kath. kiesvereeniging Eensgezind heid te Hoorn heeft bij meerderheid van stem men besloten bij de aanstaande herstemming voor de Tweede Kamer de candidatuur van den heer Treub te steonen. Door het bestuur was voorgesteld, zich bij de herstemming te onthou den. De heer Mr. J. P. R. lak heeft, wegens zijn benoeming tot minister van binnenlandsche zaken, ontslag genomen als lid van het bestuur der Liberale Unie. De noodwet van den minister Seyffardt stelt, naar wij vernemen, een tienjarigen dienst plicht voor; zes jaren actieven dienst en vier jaren reserve. Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is aan verschillende landeigenaren in de ge meente Koewacht gedeeltelijke terugbetaling verleend van grondbelasting, wegens de schade, door hen hij den hagelslag van 30 Juni 11. geleden. was to zeer met zich zeiven in de weer, om nog deel te kunnen nemen aan de fijnheden der tafel en aan het gesprek met de gezelschapsdame der hertogin, dio aan zijne rechter zijde zat. Hij sloeg Eva oplettond gado, zoo goed het kon, zonder dat het de aandacht trok. Hij was weder, evenals toen, vervuld van de bekoorlijkheid harer persoonlijkheid. Haar daar te zien, hare stem to hooren, dezelfde lucht met haar in te ade men, gaf aan zijn ziel nieuwe vlucht, oen nieuwo inspiratie tot hoogere gedachten, trots de klove, welke er tusschen ben lag. Hoe zeer had hij haar nog lief En die man, aan wien zij zich geketend had! Edgar kon niet nalateu, den graaf met minachting gade te slaan. Na het diner begaven ("e heeren zich naar de stallen om een aan den voornamen Weener toe- behoorend volbloed paard te bezichtigen. De hertogin noodigde Edgar uit, haar en de dames te vergezellen naar de bibliotheek en de schil derijen verzameling. De dames stelden ni -t allen zooveel belang in do boeken en schilderijen en hier en daar namen dan ook een paar dames in een veusternis plaats en vergastten elkaar op alle hofnieuwtjes; en zoo kwam het dat Eva en Edgar eensklaps met hun beiden alleen stonden. Edgar gevoelde, dat de hertogin ben met opzet alleen liet. Daar stonden zij nu zwijgend tegen over elkaar. Haar gelaat bezat nu eeu zachtere uitdrukking. „Ik hoop, dat gij gelukkig zijt," zeide hij zacht. „Zeker, waarom zou ik niet gelukkig *ijn vroeg zij op schijnbaar luchthartiger), toon. „O, ik twijfel er ook niet aan!" antwoordde bjj. „Gij hebt gekregen, wat uw hart altijd begeerde. Zij keek hem eigenaardig onderzoekend aan. „Ik meen tenminste, dat gij duidelijk daarom trent uwe meeniug hebt te kenueu gegeven," antwoordde bij op haar zwijgende vraag. „Gij zijt altijd te trots geweest, om uwe inzichten voor u te houden, en dus kan ik met recht zeggen, dat gij in uwe tegenwoordige voornaam heid bereikt hebt, wat gij verlangdet." „Waarom behandelt gij mij als een onverstan dig kind vroeg zij scherp en bits, ofschoon met zachte stem. „Gtloo t gij, dat ik niet be greep, wat gij daar mede wildet zeggen Dat gij mij geriDg schat, omdat gij aanneemt, dat ik dit uiterlijk verguldsel grooter waarde toeken, den aan den vrede dis gemoeds WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1