cc
Uit en voor de Pers.
w
©1
SS
*3
IS
5*
S
«Sn
s
Gemengd .Nieuws,
337ste STAATSLOTERIJ.
e I r o I» K c ii P r ij z e tl.
Burgerlijke Stand,
Gemeente *»eliugen.
Gemeente Zij pc
Marktberichten.
8
t
w
r
#N
W
■hö
S>
Sfc
'«ft
w
w
2
<N
c
democraat lijn was geen voorwaarde.
Spr. wijst er nogmaals op, dat men niemand moet
dwingen tot een band, dien hij niet wil. Dwaas noemt zij
het, dat vastbonden aan dogma's.
Staten Gr e n e r a a 1.
Tweede Kamer zitting Dinsdag 22
September 1891.
Het adres van antwoord op de troonrede
kwam aan de orde. Bij de bespreking der
algemeene strekking daarvan heeft de heer
Beelaerts van Blokland namens de anti-revolu- i
tionairen verklaard, het kabinet te ontvangen
zonder eenige animositeit, met een geest van
welwillendheid en een streven naar overleg. Hij
verwacht dat het kabinet zal zijn noch revolu
tionair noch reactionair en hoopt dat het de
schoolwet zal uilvoereu naar den geest en de
strekking van de daarin in 1889 gebrachte
wijziging. Verder verwacht liij van dit minis
terie dat het de Zondagsrust zal handhaven.
Pe verklaring in de troonrede omtrent leer
plicht acht de heer Beelaerts duister. Dc
regeering zal toch zeker geen school- en vac-
cinedwang willen geven, meende hij. Met die
troonrede kan hij overigens meegaan, echter
onder reserve tegenover de beschuldiging van
werkeloosheid jegens het vorig bewind, eene
beschuldiging welke hij onrechtvaardig noemde.
Vooral betreurt hij den stilstand in de millitaire
kwestie met het oog op de toeneming van
donkere stippen aan den grooten politieke»
horizon.
De heer Vermeulen verklaarde, ook namens
zijne vrienden, dat, met handhaving hunner
beginselen, zij met de regeering zullen meewer
ken, zoolang de daden van deze het veroorloven.
De katholieken kunnen zelve niet eene regeeriug
vormen, en moeten dus tegenover elke regee
ring handhaven de maatschappelijke, zedelijke
en godsdienstige belangen, die zij voorstaan.
De heer Rutgersdiep betreurende de intrek
king der legerwet, vroeg inlichtingen omtrent
den inhoud der noodwet en omtrent eene de
finitieve legerwet.
De heer Schaépman, eveneens zijne mede
werking toezeggende zoover zijne beginselen het
toelaten en toejuichende paragrafen 3 en 5 van
het adres van antwoord, meende dat de katho
lieken niet moeten afzien van de mogelijkheid
om als regeering op te tredeu. Aan eene abdi
catie als de heer Vermeulen schijnt voor te
staan, doet hij niet mede.
De heer Van Houten uitte zijne vreugde
over het optreden eener liberale meerderheid
en het verdwijnen der conservatieve en sociaal
democratische partij. Regeling van het kiesrecht
is nu echter z. i. zeer noodig met vrijmaking
van het thans geldend plutocratisch beginsel.
Maar die regeling belet z. i. niet levens andere
liberale vruchten, die rijp zijn, te oogsten, b. v.
afschaffing van den politieken eed, vrijheid om
lijken te verbrandenenz.
Verder drong de heer Van Houten aan op
eene regeling van het onteigeningsrecht, van
het personen— en het huwelijksrecht.
Omtrent de wijze van samenstelling van het
kabinet vroeg hij inlichtingen om te weten of
daarbij wel onderscheid is tusschen besturen en
regeeren door de kroon.
Met het oog op de toekomst wenscht hij
overlegging van het reglement voor den minis
terraad.
Eindelijk drong hij in de toekomst aan op
finale scheiding tusschen kerk en staat, door
elk kerkgenootschap te belasten met de zorg
voor het onderhoud zijner dienaren.
De heer De Beaufort verdedigde de alge
meene strekking van het adres en verklaarde
dat de commissie van redactie geen voorrang
aan het kiesrecht verlangde te geven.
De minister Van Tienhoven constateerde dat hem
de opdracht tot vorming van een kabinet was
gegeven, een opdracht die hij in 'slands belang
had aanvaard.
Deze regeering zou, zonder hare beginselen
te verzaken, trachten naar gemeen overleg,
eerlijk bestaande wetten, ook de schoolwet,
uitvoeren en Zondagsrust voorstaan.
De heer Tak van Poortvlietminister van
binnenlandsche zaken, bevestigde die verkla
ringen en verzekerde dat de regeering kracht
meent te bezitten om hare voornemens uit te
voeren.
De minister van oorlog, de heer Segffardt
kon den inhoud der noodwet en der definitieve
legerwet niet mededeelen.
Op een vraag van den heer Van Kerkwijk
verklaarde de minister Van Tienhoven op 28
Juli de bekende opdracht gekregen te hebben
en 17 Augustus de lijst der ministers aan H,
M. de koningin—regentes te hebben aangeboden.
De heer Van Kerkwijk bleef zich beklagen
dat bij de crisis de gewone raadgevers niet
waren gehoord.
De algemeene strekking van het adres van
antwoord is hierop goedgekeurd.
Omtrent de Kiesrechtuitbreiding werd
neg het volgend gezegd
De heer Hartogh kon best begrijpen, dat de
regeering, denkende aan hervormingen, het eerst
dacht aan hervormingen van het kiesrecht, wijl
deze is een voorwaarde van blijvende verbetering,
en hij neemt daarom gaarne nota van die
erkenning der reget r ni. Vandiar dat hij zich
met deze paragraaf vereenigt omdat zij weer
klank geeft aan de hoofdgedachte van dit
Kabinet, dat hervorming van het kiesrecht een
der voornaamste punten is van h--t regeerings-
program. Mag hij nu aan neme i d 1 de regeering
zoo spoedig mogelijk rle regeling van het
kiesrecht zal voorbereiden? Hij kan wel niet
anders verwachten van een man als den minis
ter van binnenl. zaken, die steeds op kiesrecht
regeling aandrong.
De heer Schimmelpennick v. d. Oge is van
oordeel, dat, waar ook het defensievraagstuk
bij de jongste verkiezingen den doorslag heeft
gegeven en de quacstie in kicsvercenigingen
en in de pers breedvoerig is behandeld, dit
gewichtige punt niet minder dan hst kiesrecht
aanspraak heeft om in het adres te worden her
innerd, en daarom- stelt hij voor, dat de Kamer
zal verklaren, het ook als een der voornaamste
plichten te besehouiven tot een nadere regeling
van het kiesrecht mede te werken.
Overigens is het spr. een raadsel waarom
juist in een troonrede een noodwet moet wor
den aangekondigd. Daarin ligt voor hem iets
vreemds.
Mair waar het beginsel van verbetering onzer
defensie steeds door de liberalen is gehuldigd,
mag een herinnering daaraan in het adres niet
ontbreken. Trouwens dat ligt geheel in de lijn
der historie van de jongste verkiezingen.
De heer Veegeus zag met genoegen dat de
indiening van een ontwerp tat regeling van het
kiesrecht door deze regeering, op wier weg dit
ligt, wordt voorbereid. Zij voldoet hierdoor aan
een grondwettigen plicht, gezwegen nog van
de gebreken aan ons kiesrecht eigen. Doch er
is meer. Immers de splitsing der meervoudige
dislricten is van dit jaar van liberale zijde be
streden, juist omdat zij een definitieve kies
regeling zou tegenhouden. En de gebreken van
ons kiesstelsel zijn in de laatste jaren en bij
de jongste verkiezingen helder aangetoond, want
in verschillende districten is het aantal kiezers
aanmerkelijk verminderd, zonder dat de kiezers
in geschiktheid en maatschappelijken toestand
waren achteruitgegaan.
Hun werd het kiesrecht alleen'ontnomen, om
dat voor dc personeele belasting voor die plaat
sen een hoogere klasse is ingevoerd. Zulke
toestanden wijzen dringend op verbetering. Zeer
zeker is voorbereiding van een nieuwe regeling
noodig, en het is goed gezien van de regeering
om dien tijd niet ongebruikt te laten, en
spreker is daarom bereid mee te gaan tot die
maatregelen die de regeering in afwachting van
de hervorming van het kiesrecht zal voorstellen,
en bij doet dit in het vertrouwen dat de re
geering de kiesrechtregeling niet te lang zal
vertragen. Zeer juist noemt het adres die rege
ling dan ook een der voornaamste plichten van
de Kamer. Waar dit zoo is, dan kan hij niet
met den heer De Beaufortroeegaan, om het
kiesrecht meer op den achtergroud te schuiven
dan in de bedoeling der regeering ligt. Spreker
gaat met de paragraaf mee in deze gedachte,
dat, zonder andere hervormingen uit te stellen,
de Kamer de kiesrechtregeling toch als haar
hoofdtaak beschouwt.
De minister van linncnlandsche (de heer Tak)
wil alleen mededeelen, dat de regeering onmid
dellijk na haar optreden de voorbereiding eener
nieuwe kieswet aangevangen heeft een onder
zoek dat zeer omvangrijk is, maar kan verze
keren dat zoodra het ontwerp goedgekeurd is,
het den weg naar deze Kamer vinden zal.
Uit het leven van een dierentem
mer. Dezer dagen overleed te London de Duit-
sche dierentemmer Karei Jamrach en naar aan
leiding van zijn dood vertellen Engelsche bla
den het volgende omtrent den man:
In 'tjaar 1856 ontsnapte een aan Jamrach
toebehoorende Bengaalsche tijger uit zijn hok
en bevond zich weldra in een met menscben
gevulde straat. Iedereen ging op de vlucht,
enkel een paar kinderen waren overgebleven en
het dier kreeg hen in het oog. Niemand waagde
hel om iets tot redding te doen en de tijger
deed zijn keuze, sprong op een knaap toe en
sloeg hem tegen den grond.
Reeds wilde hij den jongen verscheuren, toen
Jamrach, geheel ongewapend, kwam toesnellen;
zijn schreeuwen deed den tijger een oogenblik
het kind loslaten en hiervan maakte de tem
mer gebruik om het dier aan te vallen. De
tijger gaf hem een slag met zijn klauw in de
zijde, dat het bloed bij stroomen vlood, maar
toch pakte de moedige man het beest bij de
coren en hield het met reuzenkracht in bedwang.
Een vreeselijke worsteling ontstond, die zeker
wel ten gunste van den tijger zou zijn uitge
vallen, als niet de bedienden van Jamrach wa-
reu toegesneld en het dier hadden gedood.
Zijn heldendaad bracht den moedigen man
voor den rechter. De vader van het geredde
kind klaagde hem namelijk aan cn eischte
schadeloosstelling voor het, door den tijger
verscheurde, jasje van zijn zoon.
Jamrach werd voor drie gulden beboet. „Ik
wilde dat ik u beloonen kon, zooals u verdient,
mijnheer Jamrach, sprak de rechter, „maar de
wet spreekt in uw nadeel en nooit is onver
diender maar tevens eervoller straf beloopen
din degeen die ik thans gedwongen ben over
u nit le spreken.*
De heer Carles Moore te Galveston is
voornemens als proef een groot houtvlot van
Galveston naar Linden te zenden. Na de zaak
met eeuige ervaren Araerik. scheepsgezagvoer-
ders te hebben besproken, is hij overtuigd dat
dergelijke verzending niet meer risico oplevert
dan het zenden van houtvlotten van St. John's
naar New-York. Voor het in orde brongcu van
liet vlot zullen ongeveer 3 maanden noodig zijn.
Het vlot zal einde Juli tot vertrek gereed
zijn en door de sleepboot Stormking en een
3000 tons stoomschip van de heeren Leyland
Co, worden gesleept. Bij verlies van het vlot
zal de schade ongeveer 20,000 dollar bedragen,
terwijl bij het gelukken dezer oudernetning
jaarlijks dergelijke verzendingen zullen plaats
hebben.
In den laatsten tijd kwamen er volgens
het geneeskundig bureau te Bjrliju verscheidene
gevallen van bloedvergiftiging door kopergroen
voor, veroorzaakt^door het gebruik maken van
koperen vingerhoeden. Zoo had een
naaister eer. klein wondje aan den vinger. Toen
zij haar vingerhoed aandeed, deed haar vinger
wel pijn, maar zij lette er niet op. 's Avonds
was haar arm echter gezwollen en gevoelde zij
hevigen pijn. De dokter onderzocht de oorzaak
van de vconde en vond dat de vingerhoed van
binnen geheel groen geroest was. Dank zij een
kundige en zorgvuldige behandeling gelukte
het hern, de zieke zonder afzetting van den
arm in 't leven te behouden.
Laconisme. Een kwaker, die begee-
rig was te vernemen hoe een zijner vrienden
het maakte, zond hem een vel papier, waarop
niets anders stond dar. een vraagteeken. De
vriend, die geen nieuws te melden had, zoi.d
als antwoord eeu vel papier, zonder iets erop.
Anton Rubinstein heeft Rusland voorgoed
verlaten en houdt zich nu te Leipzig op, waar
hij arbeidt aan eene opera Die Zigeuner, voor
welke hij den tekst aan een gedicht van Pousch-
kin ontleende. Voorts voleindigt bij een orato
rium, dat Mozes heet, en legt hij de laatste
hand aan een boek over Beethoven, Bach, Han
del en Wagner.
Een nit velen. Woensdagnacht
klemde angstig en weenend een jonge, net ge-
kleede vrouw te B-riijn, zich aan een man vast,
die op een brugleuning stond, met het doel
in het water te springen. Karei, Karei, doe
het toch niet, denk om vrouw en kinderen
smeekte zij.
De arme vrouw lette in 't geheel niet op de
vuistslagen, die de man haar, om los te komen
in het gelaat gaf. „Het geld zal je ook hebben.*
riep zij snikkend en opnieuw ontstond een
strijd op leven en dood, die wel daarmede zou
geëndigd zijn, dat beiden in het water waren
gevallen, als niet ter rechter tijd voorbijgangers
waren toegeschoten, die den man van de leuning
trokken. Het paar werd van den waterkant
afgebracht en de man vloekte en schold, terwijl
de vrouw hem, zacht snikkende, tot bedaren
poogde te brengen.
De redders begeleiden het paar tot aan het
huis waarin het woonde en de arme vrouw
vertelde hun haar lijdensgeschiedenis. Tot voor
een jaar was haar man, met wien zij vier jaar
gehuwd is, een oppassend werkman, die goed
geld verdiende. Toen werd hij ziek, daarop ook
zij, twee kinderen stierven spordig achtereen
en nu kwamen tijden van nood. De mau werd
I aan den drank verslaafd eu werkte niet meer,
terwijl de vrouw door wasschen den kost voor
het gezin verdiende. Toen hij dezen avond
dronken te huis was gekomen en geld wilde
hebben om drank te koopen, dat zij hem wei
gerde, zwoer hij een einde aan zijn leven te
maken en deed ook werkelijk eene poging er
toe.
De vrouw drukte den redders dankbaar de
hand en verdween toen achter den mopperenden
dronkaard in de n donkeren gang van het huis.
Een uitvinding om spoorwegongelukken
te voorkomen is thans in onderzoek op het
technisch bureau der Döningl. Eisenbahn-Di-
rection, te Breslau.
Die uitvinding, het werk van een als inva
lide ontslagen ingenieur, bestaat uit een „pa-
trouilli—wagens, welke door een bijzondere in
richting den eigelijken trein voor de gevolgen
van een botsing beschermt.
Die wagen moet door de locomotief, waar
aan hij gekoppeld is, vooruit geschoven worden
op 25 meter afstand. Bij een botsing komen
dus alleen de patrouillewagens met elkander in
aanraking en door het terugwerken vau den
schok worden rem-toestellen in werking gebracht,
welke snel den trein tot staan brengen.
De modellen, welke de uitvinder, die zijn
rechterarm mist, zonder hulp met de linkerhand
vervaardigde, wekten in hoogs mate de belang
stelling der Pruisische Regeeriug, en volgens
het oordeel van verscheidene deskundigen
is de uitvinding zonder twijfel uitvoerbaar.
Het is te hopen, dat de „pitrouille-wagens*
werkelijk een practische beschermer van leven
en gezondheid der spoorwegreizigers moge blijken.
UTOEZOITDE TT.
Geachte Redactie!
Toen wij voor eenigen tijd den inzender
„Te" toen, „De Steller der annonce" ous ant
woord gaven stelden w ij voorop
„'t Is niet onze gewoonte in te gaan op het
„geschrijf van menscben, die zich verbergen
„in een of andere schuilhoek om van daaruit
„beschuldigingen nit te brengen of ha'elijke
„aaidighedeu te debiteeren. Niet omdat zoo
„iemand „den spijker niet op den kop" zon
„kunnen slaan of ook omdat het verzwijgen
„van zijn naam direct zou moeten afdoen ?.an
„de waarheid zijner beweringen, doch alléén
„omdat zoo iemand zich doet kennen als een
„lafaard, met wi n te strijden een weinig eer
volle overwinning doet voorzien."
Onze voorspelling is geheel en al uitgekomen.
Na eens flink met slijk en drek geworpen te
hebben is de man geretireerd en Iaat niets
meer van zich hooren.
Nu echter doet zich in uw blad van 17
dezer een nieuw strijder opeeu overmoedig
(zie zijn laatsten zin) recruutje, dat wel zoo
nederig verwaand is, zich „Een Leek" te teekenen.
Ten einde nu niet nog eens een even weinig
eervolle overwinning te beh den als op kampioen
No. 1, zullen wij „Een Leek" niet beantwoorden,
tenzij hij le óf zijn naam noemt, ten deele
bewijs voor ons van zijn degelijkheid óf 2e
zijn artikelen inzendt aan ons bladin dit
geval kan zijn naam voor het publiek verborgen
blijven. Het laatste prefereeren wij, aangezien,
willen we onze lezers niet vervelen, wij ver
plicht zouden zijn, de artikelen uit uw blad
over te doen drukkendit geeft noodelooze
moeite.
Van harte gaarne willen wij dan den strijd
met „Eeu Leek" aanvaarden, ofschoon wij uiet
kunnen ontveinzen op te zien tegen de bizwaren
en moeielijkhedcu, die de verregaande bekrom
penheid van dit nuchter modern mauneke ons
noodzakelijk moet bezorgen.
Dat „Een Leek" werkelijk tot een dom soort
leeken behoort, moge U blijken o. a. uit dit
ééne staaltje van zijn schetterend pleidooi voor
den modernen doininé.
Hij zegt toch
„Geloof mij, als de gro >te profeet van Na-
„zareth kwam om te zoeken wat verloren is,
„christenen naar zijn beeld en gelijkenis, gij
„misschen een van degenen zoudt zijn tot wie
„gezegd zal worden„ga weg van mij, ik
„heb u nooit gekeud."
Let nu opDe profeet kwam dus om te
zoeken wat verloren is en dat verlorene
is, volgens „Een Leek*christenen naar
het beeld en de gelijkenis van den
Christus zelve
Wat een gedachtengang En toch, een man
van den vooruitgang niet waar Toch, óók al
modern 1 Een wetenschappelijk theoloogje mis
schien
Arme moderne dominé, die zóó zijn positie
moet zien verdedigd
Maara labonheur, wij zullen het gaarne
wagen met „Een Leek", wanneer hij voldoet
aan onze voorwaarden.
Natuurlijk blijven de gevolgen voor zijn
rekening.
Aan U geachte redactie onzen dank,
Uw Dienaresse,
De Redactie van „Extra Tijding."
Helder, 22 Sept. 1891.
M. de Redacteur
Gaarne richt ik het verzoek zoo goed te
zijn, om het onderstaande in uw veel gelezen
blad op te willen nemen.
Wel nu ter zake betreffende het ingezonden
stuk van den heer IV. A. Hazeu.
Dat juig ik toe, dat genoemde heer Hazeu
zoo over zijn natuurgenouten denkt, maar alleen
een paar aanmerkingen daarover. Ik veronderstel
als dat hier in de gemeente natuurgenooten
genoeg zijn, die de behulpzame hand noodig
hebben, dat wij daarom geeu blik naar buiten
behoeven te slaan.
Ik vraag Hazeu zijn hier de neringdoenden
in staat om voor de Russische Joden wat af
te dragen, die zelf onder den grooten druk
van belasting en opbrengst zitten En dan teu
tweedeIn de raadsvergadering, waarin te
berde kwam van de kinderen van Vredenlmrg.
Die kwestie, dat de Diaconie het aan de gemeente
wilde opdragen, is ook al een bewijs dat het
niet rooskleurig is, want ik veronderstel, als
bij de Diaconie een vrouw van om de 70 jaar
komt om wat onderstand en dan ten antwoord
krijgt„dan moet je maar met een mandje
aan de vpnt," dan is mijn inzicht, zoolang als
er zooveel om ons heen heerscht, wij -oor
hetgeen voor den voet ligt eerst moeten zorg
opdat de armverzorgers in staat zijn om hun
armen in de behoefte te voorzien en er niet
in d- ii gemeenteraad over gesproken moet
worden, dat bezwaar daar te plaatsen.
Of (le heer Hazeu de gedachte vormt, dat
een ieder die lezing zal toejuigeu, betwijfel ik,
en of het een naam zal verwerven, dat de
ingezetenen van Schagen en omstreken geven
voor die arme natuurgenooten uit het buiten
land, terwijl er zooveel heerscht onder ons
allen, die werken, om den strijd van het bestaau
te doorworstelen.
Dankzeggende voor dc afgestane ruimte.
Schagcn 22 Sept. 1891. P. Dekker Jz.
5de Klasse. Trekking van 22 Sept
Prijs van f 1000: No. 9-455 12556 17627
400: 2387 5795 8972
200: 441 3751 12412 17305
20656
100: 2799 4-200 4384 5722
6188 8171 11513
Ingeschreven van 19 22 September 1891.
GeborenDirk, zoon van Cornelis Stam en
van Mjrjjtje Koomen,
Ondertrouwd, Getrouwd en OverledenGeene'
Ingeschreven van 11 18 September 1891.
Geboren: Maartje, d. v. Arie Dalenberg en
Maartjo Bruin. Louwrens Rens Arie, z. v, Louw-
rens Teensma en Sijtje Rezelman.
Ondertrouwd en Overleden: Goene.
Getrouwd Cornelis Zeeman, wedr. van Ari-
aantjj Molenaar, watermoleuaar, 38 j. en Johanna
Veerkamp, jd. zonder beroep, 22 j. beiden te
Zijne.
Hoorn. 19 Sept. 1891. Aangevoerd
n. L. Roggo f a
2
Tarwe
f
8.50
a
12.-
24
v Garst
f
5.50
A
6.50
34
Haver
17
3.25
a
4.—
1
Witte Erwten
77
10.50
a
12.—
Groene dito
7)
12.25
a
14—
Grauwe dito
1)
15.-
a
17—
f
Vale dito
J7
11.-
a
16 50
Bruineboonen
f)
12.50
a
15.50
41
Geeleboonen
77
a
Witteboonen
77
14.25
a
16.50
Paardenboonen
17
a
Karwijzaad
9.75
a
ïo!—
Mosterdzaad
77
13.75
a
16.—
23
Paarden
f
50.—
a
300
6
Kalveren
f
12.—
a
23.—
95
Schapen
f
14.—
a
23. -
90
Lammeren
f
4.—
a
17,—
86
magere Varkens
f
8.—
a
20.—
4
Zeugen
f
15.-
a
25.—
140
Biggen
f
2—
a
5-
Kip-Eieren per 100
f
3.80
a
4.—
950
Koppen Boter 5.2 lood f
—.65
a
-.70
27
22
334
171
300
8
109
19
1051
126
66
363
33
36
204
132
188
135
371
4079
200
500
Aangevoerd
f 90.- a
f 170.-
f
f
f
f
f
f
f
10.— a
12.- a
10.— a
2.50 a
3.— a
- .65 a
3.75 a
150.—
250
20.—
22.-
14.-
5.—
10.—
—.75
4.25
tl k tn a a r 19 Sept. 1891.
4 Paarden
Koeien
nucht. Kalveren
Schapen
magere Varkens
Biggen
Bokken en Geiten
Boter per kop
Kipeieren
Alkmaar, 21 Sept. 1891. Aangevoerd
17 Koeien f 150.— a 260. -
vette Kalveren f 35 a 105.—
(per kilo f 0.80 a —.90)
Nuchtere Kalveren f 10.— a 18.—
Schapen 18.— a 26.—
vette Varkens per P f .40 a .52
magere dito f 10.— a 15.—
M* urm er e ad, 22 Sept. 1891 Aangevoerd
Aangevoeld 389 stapels.
Hoogste prijs kleine kaas f 31.—
4 stapels middelbare f 27.50
1804 K. G. Boter f 1.20 a 1.30, per K.G.
Runderen, bandel vlug, prijshoudend.
Stieren.
Paarden.
Vette Kalveren per Kilo f .65 a —,85,
bandel vlug.
Nuchtere Kalveron per stuk f 10.—, a
22.handel stug.
Vette Varkens per Kilo f 0.34 a 0.54,
handel vlug.
Magere idem per stuk f 9.a 17.
handel matig.
Biggen per stuk f 2. a 5. handel matig.
Schapen, prijshoudend, handel matig.
H.L. Peren f 3.50 a f 4.50.
H.L. Appelen f 2.75 a 4.
Kipeieren per 100 slaks, f4.a 4.50.
Eendeneieren p. 100 st. f a
JJ rf a tn 19 Sept. 1891 Aangevoerd .-
Kleine kaas boogsts prijs, f28.50, aangevoerd
81 stapels, wegende 17516 P.
j