cc Uit en voor de Pers. w ©1 SS *3 IS 5* S «Sn s Gemengd .Nieuws, 337ste STAATSLOTERIJ. e I r o I» K c ii P r ij z e tl. Burgerlijke Stand, Gemeente *»eliugen. Gemeente Zij pc Marktberichten. 8 t w r #N W ■hö S> Sfc '«ft w w 2 <N c democraat lijn was geen voorwaarde. Spr. wijst er nogmaals op, dat men niemand moet dwingen tot een band, dien hij niet wil. Dwaas noemt zij het, dat vastbonden aan dogma's. Staten Gr e n e r a a 1. Tweede Kamer zitting Dinsdag 22 September 1891. Het adres van antwoord op de troonrede kwam aan de orde. Bij de bespreking der algemeene strekking daarvan heeft de heer Beelaerts van Blokland namens de anti-revolu- i tionairen verklaard, het kabinet te ontvangen zonder eenige animositeit, met een geest van welwillendheid en een streven naar overleg. Hij verwacht dat het kabinet zal zijn noch revolu tionair noch reactionair en hoopt dat het de schoolwet zal uilvoereu naar den geest en de strekking van de daarin in 1889 gebrachte wijziging. Verder verwacht liij van dit minis terie dat het de Zondagsrust zal handhaven. Pe verklaring in de troonrede omtrent leer plicht acht de heer Beelaerts duister. Dc regeering zal toch zeker geen school- en vac- cinedwang willen geven, meende hij. Met die troonrede kan hij overigens meegaan, echter onder reserve tegenover de beschuldiging van werkeloosheid jegens het vorig bewind, eene beschuldiging welke hij onrechtvaardig noemde. Vooral betreurt hij den stilstand in de millitaire kwestie met het oog op de toeneming van donkere stippen aan den grooten politieke» horizon. De heer Vermeulen verklaarde, ook namens zijne vrienden, dat, met handhaving hunner beginselen, zij met de regeering zullen meewer ken, zoolang de daden van deze het veroorloven. De katholieken kunnen zelve niet eene regeeriug vormen, en moeten dus tegenover elke regee ring handhaven de maatschappelijke, zedelijke en godsdienstige belangen, die zij voorstaan. De heer Rutgersdiep betreurende de intrek king der legerwet, vroeg inlichtingen omtrent den inhoud der noodwet en omtrent eene de finitieve legerwet. De heer Schaépman, eveneens zijne mede werking toezeggende zoover zijne beginselen het toelaten en toejuichende paragrafen 3 en 5 van het adres van antwoord, meende dat de katho lieken niet moeten afzien van de mogelijkheid om als regeering op te tredeu. Aan eene abdi catie als de heer Vermeulen schijnt voor te staan, doet hij niet mede. De heer Van Houten uitte zijne vreugde over het optreden eener liberale meerderheid en het verdwijnen der conservatieve en sociaal democratische partij. Regeling van het kiesrecht is nu echter z. i. zeer noodig met vrijmaking van het thans geldend plutocratisch beginsel. Maar die regeling belet z. i. niet levens andere liberale vruchten, die rijp zijn, te oogsten, b. v. afschaffing van den politieken eed, vrijheid om lijken te verbrandenenz. Verder drong de heer Van Houten aan op eene regeling van het onteigeningsrecht, van het personen— en het huwelijksrecht. Omtrent de wijze van samenstelling van het kabinet vroeg hij inlichtingen om te weten of daarbij wel onderscheid is tusschen besturen en regeeren door de kroon. Met het oog op de toekomst wenscht hij overlegging van het reglement voor den minis terraad. Eindelijk drong hij in de toekomst aan op finale scheiding tusschen kerk en staat, door elk kerkgenootschap te belasten met de zorg voor het onderhoud zijner dienaren. De heer De Beaufort verdedigde de alge meene strekking van het adres en verklaarde dat de commissie van redactie geen voorrang aan het kiesrecht verlangde te geven. De minister Van Tienhoven constateerde dat hem de opdracht tot vorming van een kabinet was gegeven, een opdracht die hij in 'slands belang had aanvaard. Deze regeering zou, zonder hare beginselen te verzaken, trachten naar gemeen overleg, eerlijk bestaande wetten, ook de schoolwet, uitvoeren en Zondagsrust voorstaan. De heer Tak van Poortvlietminister van binnenlandsche zaken, bevestigde die verkla ringen en verzekerde dat de regeering kracht meent te bezitten om hare voornemens uit te voeren. De minister van oorlog, de heer Segffardt kon den inhoud der noodwet en der definitieve legerwet niet mededeelen. Op een vraag van den heer Van Kerkwijk verklaarde de minister Van Tienhoven op 28 Juli de bekende opdracht gekregen te hebben en 17 Augustus de lijst der ministers aan H, M. de koningin—regentes te hebben aangeboden. De heer Van Kerkwijk bleef zich beklagen dat bij de crisis de gewone raadgevers niet waren gehoord. De algemeene strekking van het adres van antwoord is hierop goedgekeurd. Omtrent de Kiesrechtuitbreiding werd neg het volgend gezegd De heer Hartogh kon best begrijpen, dat de regeering, denkende aan hervormingen, het eerst dacht aan hervormingen van het kiesrecht, wijl deze is een voorwaarde van blijvende verbetering, en hij neemt daarom gaarne nota van die erkenning der reget r ni. Vandiar dat hij zich met deze paragraaf vereenigt omdat zij weer klank geeft aan de hoofdgedachte van dit Kabinet, dat hervorming van het kiesrecht een der voornaamste punten is van h--t regeerings- program. Mag hij nu aan neme i d 1 de regeering zoo spoedig mogelijk rle regeling van het kiesrecht zal voorbereiden? Hij kan wel niet anders verwachten van een man als den minis ter van binnenl. zaken, die steeds op kiesrecht regeling aandrong. De heer Schimmelpennick v. d. Oge is van oordeel, dat, waar ook het defensievraagstuk bij de jongste verkiezingen den doorslag heeft gegeven en de quacstie in kicsvercenigingen en in de pers breedvoerig is behandeld, dit gewichtige punt niet minder dan hst kiesrecht aanspraak heeft om in het adres te worden her innerd, en daarom- stelt hij voor, dat de Kamer zal verklaren, het ook als een der voornaamste plichten te besehouiven tot een nadere regeling van het kiesrecht mede te werken. Overigens is het spr. een raadsel waarom juist in een troonrede een noodwet moet wor den aangekondigd. Daarin ligt voor hem iets vreemds. Mair waar het beginsel van verbetering onzer defensie steeds door de liberalen is gehuldigd, mag een herinnering daaraan in het adres niet ontbreken. Trouwens dat ligt geheel in de lijn der historie van de jongste verkiezingen. De heer Veegeus zag met genoegen dat de indiening van een ontwerp tat regeling van het kiesrecht door deze regeering, op wier weg dit ligt, wordt voorbereid. Zij voldoet hierdoor aan een grondwettigen plicht, gezwegen nog van de gebreken aan ons kiesrecht eigen. Doch er is meer. Immers de splitsing der meervoudige dislricten is van dit jaar van liberale zijde be streden, juist omdat zij een definitieve kies regeling zou tegenhouden. En de gebreken van ons kiesstelsel zijn in de laatste jaren en bij de jongste verkiezingen helder aangetoond, want in verschillende districten is het aantal kiezers aanmerkelijk verminderd, zonder dat de kiezers in geschiktheid en maatschappelijken toestand waren achteruitgegaan. Hun werd het kiesrecht alleen'ontnomen, om dat voor dc personeele belasting voor die plaat sen een hoogere klasse is ingevoerd. Zulke toestanden wijzen dringend op verbetering. Zeer zeker is voorbereiding van een nieuwe regeling noodig, en het is goed gezien van de regeering om dien tijd niet ongebruikt te laten, en spreker is daarom bereid mee te gaan tot die maatregelen die de regeering in afwachting van de hervorming van het kiesrecht zal voorstellen, en bij doet dit in het vertrouwen dat de re geering de kiesrechtregeling niet te lang zal vertragen. Zeer juist noemt het adres die rege ling dan ook een der voornaamste plichten van de Kamer. Waar dit zoo is, dan kan hij niet met den heer De Beaufortroeegaan, om het kiesrecht meer op den achtergroud te schuiven dan in de bedoeling der regeering ligt. Spreker gaat met de paragraaf mee in deze gedachte, dat, zonder andere hervormingen uit te stellen, de Kamer de kiesrechtregeling toch als haar hoofdtaak beschouwt. De minister van linncnlandsche (de heer Tak) wil alleen mededeelen, dat de regeering onmid dellijk na haar optreden de voorbereiding eener nieuwe kieswet aangevangen heeft een onder zoek dat zeer omvangrijk is, maar kan verze keren dat zoodra het ontwerp goedgekeurd is, het den weg naar deze Kamer vinden zal. Uit het leven van een dierentem mer. Dezer dagen overleed te London de Duit- sche dierentemmer Karei Jamrach en naar aan leiding van zijn dood vertellen Engelsche bla den het volgende omtrent den man: In 'tjaar 1856 ontsnapte een aan Jamrach toebehoorende Bengaalsche tijger uit zijn hok en bevond zich weldra in een met menscben gevulde straat. Iedereen ging op de vlucht, enkel een paar kinderen waren overgebleven en het dier kreeg hen in het oog. Niemand waagde hel om iets tot redding te doen en de tijger deed zijn keuze, sprong op een knaap toe en sloeg hem tegen den grond. Reeds wilde hij den jongen verscheuren, toen Jamrach, geheel ongewapend, kwam toesnellen; zijn schreeuwen deed den tijger een oogenblik het kind loslaten en hiervan maakte de tem mer gebruik om het dier aan te vallen. De tijger gaf hem een slag met zijn klauw in de zijde, dat het bloed bij stroomen vlood, maar toch pakte de moedige man het beest bij de coren en hield het met reuzenkracht in bedwang. Een vreeselijke worsteling ontstond, die zeker wel ten gunste van den tijger zou zijn uitge vallen, als niet de bedienden van Jamrach wa- reu toegesneld en het dier hadden gedood. Zijn heldendaad bracht den moedigen man voor den rechter. De vader van het geredde kind klaagde hem namelijk aan cn eischte schadeloosstelling voor het, door den tijger verscheurde, jasje van zijn zoon. Jamrach werd voor drie gulden beboet. „Ik wilde dat ik u beloonen kon, zooals u verdient, mijnheer Jamrach, sprak de rechter, „maar de wet spreekt in uw nadeel en nooit is onver diender maar tevens eervoller straf beloopen din degeen die ik thans gedwongen ben over u nit le spreken.* De heer Carles Moore te Galveston is voornemens als proef een groot houtvlot van Galveston naar Linden te zenden. Na de zaak met eeuige ervaren Araerik. scheepsgezagvoer- ders te hebben besproken, is hij overtuigd dat dergelijke verzending niet meer risico oplevert dan het zenden van houtvlotten van St. John's naar New-York. Voor het in orde brongcu van liet vlot zullen ongeveer 3 maanden noodig zijn. Het vlot zal einde Juli tot vertrek gereed zijn en door de sleepboot Stormking en een 3000 tons stoomschip van de heeren Leyland Co, worden gesleept. Bij verlies van het vlot zal de schade ongeveer 20,000 dollar bedragen, terwijl bij het gelukken dezer oudernetning jaarlijks dergelijke verzendingen zullen plaats hebben. In den laatsten tijd kwamen er volgens het geneeskundig bureau te Bjrliju verscheidene gevallen van bloedvergiftiging door kopergroen voor, veroorzaakt^door het gebruik maken van koperen vingerhoeden. Zoo had een naaister eer. klein wondje aan den vinger. Toen zij haar vingerhoed aandeed, deed haar vinger wel pijn, maar zij lette er niet op. 's Avonds was haar arm echter gezwollen en gevoelde zij hevigen pijn. De dokter onderzocht de oorzaak van de vconde en vond dat de vingerhoed van binnen geheel groen geroest was. Dank zij een kundige en zorgvuldige behandeling gelukte het hern, de zieke zonder afzetting van den arm in 't leven te behouden. Laconisme. Een kwaker, die begee- rig was te vernemen hoe een zijner vrienden het maakte, zond hem een vel papier, waarop niets anders stond dar. een vraagteeken. De vriend, die geen nieuws te melden had, zoi.d als antwoord eeu vel papier, zonder iets erop. Anton Rubinstein heeft Rusland voorgoed verlaten en houdt zich nu te Leipzig op, waar hij arbeidt aan eene opera Die Zigeuner, voor welke hij den tekst aan een gedicht van Pousch- kin ontleende. Voorts voleindigt bij een orato rium, dat Mozes heet, en legt hij de laatste hand aan een boek over Beethoven, Bach, Han del en Wagner. Een nit velen. Woensdagnacht klemde angstig en weenend een jonge, net ge- kleede vrouw te B-riijn, zich aan een man vast, die op een brugleuning stond, met het doel in het water te springen. Karei, Karei, doe het toch niet, denk om vrouw en kinderen smeekte zij. De arme vrouw lette in 't geheel niet op de vuistslagen, die de man haar, om los te komen in het gelaat gaf. „Het geld zal je ook hebben.* riep zij snikkend en opnieuw ontstond een strijd op leven en dood, die wel daarmede zou geëndigd zijn, dat beiden in het water waren gevallen, als niet ter rechter tijd voorbijgangers waren toegeschoten, die den man van de leuning trokken. Het paar werd van den waterkant afgebracht en de man vloekte en schold, terwijl de vrouw hem, zacht snikkende, tot bedaren poogde te brengen. De redders begeleiden het paar tot aan het huis waarin het woonde en de arme vrouw vertelde hun haar lijdensgeschiedenis. Tot voor een jaar was haar man, met wien zij vier jaar gehuwd is, een oppassend werkman, die goed geld verdiende. Toen werd hij ziek, daarop ook zij, twee kinderen stierven spordig achtereen en nu kwamen tijden van nood. De mau werd I aan den drank verslaafd eu werkte niet meer, terwijl de vrouw door wasschen den kost voor het gezin verdiende. Toen hij dezen avond dronken te huis was gekomen en geld wilde hebben om drank te koopen, dat zij hem wei gerde, zwoer hij een einde aan zijn leven te maken en deed ook werkelijk eene poging er toe. De vrouw drukte den redders dankbaar de hand en verdween toen achter den mopperenden dronkaard in de n donkeren gang van het huis. Een uitvinding om spoorwegongelukken te voorkomen is thans in onderzoek op het technisch bureau der Döningl. Eisenbahn-Di- rection, te Breslau. Die uitvinding, het werk van een als inva lide ontslagen ingenieur, bestaat uit een „pa- trouilli—wagens, welke door een bijzondere in richting den eigelijken trein voor de gevolgen van een botsing beschermt. Die wagen moet door de locomotief, waar aan hij gekoppeld is, vooruit geschoven worden op 25 meter afstand. Bij een botsing komen dus alleen de patrouillewagens met elkander in aanraking en door het terugwerken vau den schok worden rem-toestellen in werking gebracht, welke snel den trein tot staan brengen. De modellen, welke de uitvinder, die zijn rechterarm mist, zonder hulp met de linkerhand vervaardigde, wekten in hoogs mate de belang stelling der Pruisische Regeeriug, en volgens het oordeel van verscheidene deskundigen is de uitvinding zonder twijfel uitvoerbaar. Het is te hopen, dat de „pitrouille-wagens* werkelijk een practische beschermer van leven en gezondheid der spoorwegreizigers moge blijken. UTOEZOITDE TT. Geachte Redactie! Toen wij voor eenigen tijd den inzender „Te" toen, „De Steller der annonce" ous ant woord gaven stelden w ij voorop „'t Is niet onze gewoonte in te gaan op het „geschrijf van menscben, die zich verbergen „in een of andere schuilhoek om van daaruit „beschuldigingen nit te brengen of ha'elijke „aaidighedeu te debiteeren. Niet omdat zoo „iemand „den spijker niet op den kop" zon „kunnen slaan of ook omdat het verzwijgen „van zijn naam direct zou moeten afdoen ?.an „de waarheid zijner beweringen, doch alléén „omdat zoo iemand zich doet kennen als een „lafaard, met wi n te strijden een weinig eer volle overwinning doet voorzien." Onze voorspelling is geheel en al uitgekomen. Na eens flink met slijk en drek geworpen te hebben is de man geretireerd en Iaat niets meer van zich hooren. Nu echter doet zich in uw blad van 17 dezer een nieuw strijder opeeu overmoedig (zie zijn laatsten zin) recruutje, dat wel zoo nederig verwaand is, zich „Een Leek" te teekenen. Ten einde nu niet nog eens een even weinig eervolle overwinning te beh den als op kampioen No. 1, zullen wij „Een Leek" niet beantwoorden, tenzij hij le óf zijn naam noemt, ten deele bewijs voor ons van zijn degelijkheid óf 2e zijn artikelen inzendt aan ons bladin dit geval kan zijn naam voor het publiek verborgen blijven. Het laatste prefereeren wij, aangezien, willen we onze lezers niet vervelen, wij ver plicht zouden zijn, de artikelen uit uw blad over te doen drukkendit geeft noodelooze moeite. Van harte gaarne willen wij dan den strijd met „Eeu Leek" aanvaarden, ofschoon wij uiet kunnen ontveinzen op te zien tegen de bizwaren en moeielijkhedcu, die de verregaande bekrom penheid van dit nuchter modern mauneke ons noodzakelijk moet bezorgen. Dat „Een Leek" werkelijk tot een dom soort leeken behoort, moge U blijken o. a. uit dit ééne staaltje van zijn schetterend pleidooi voor den modernen doininé. Hij zegt toch „Geloof mij, als de gro >te profeet van Na- „zareth kwam om te zoeken wat verloren is, „christenen naar zijn beeld en gelijkenis, gij „misschen een van degenen zoudt zijn tot wie „gezegd zal worden„ga weg van mij, ik „heb u nooit gekeud." Let nu opDe profeet kwam dus om te zoeken wat verloren is en dat verlorene is, volgens „Een Leek*christenen naar het beeld en de gelijkenis van den Christus zelve Wat een gedachtengang En toch, een man van den vooruitgang niet waar Toch, óók al modern 1 Een wetenschappelijk theoloogje mis schien Arme moderne dominé, die zóó zijn positie moet zien verdedigd Maara labonheur, wij zullen het gaarne wagen met „Een Leek", wanneer hij voldoet aan onze voorwaarden. Natuurlijk blijven de gevolgen voor zijn rekening. Aan U geachte redactie onzen dank, Uw Dienaresse, De Redactie van „Extra Tijding." Helder, 22 Sept. 1891. M. de Redacteur Gaarne richt ik het verzoek zoo goed te zijn, om het onderstaande in uw veel gelezen blad op te willen nemen. Wel nu ter zake betreffende het ingezonden stuk van den heer IV. A. Hazeu. Dat juig ik toe, dat genoemde heer Hazeu zoo over zijn natuurgenouten denkt, maar alleen een paar aanmerkingen daarover. Ik veronderstel als dat hier in de gemeente natuurgenooten genoeg zijn, die de behulpzame hand noodig hebben, dat wij daarom geeu blik naar buiten behoeven te slaan. Ik vraag Hazeu zijn hier de neringdoenden in staat om voor de Russische Joden wat af te dragen, die zelf onder den grooten druk van belasting en opbrengst zitten En dan teu tweedeIn de raadsvergadering, waarin te berde kwam van de kinderen van Vredenlmrg. Die kwestie, dat de Diaconie het aan de gemeente wilde opdragen, is ook al een bewijs dat het niet rooskleurig is, want ik veronderstel, als bij de Diaconie een vrouw van om de 70 jaar komt om wat onderstand en dan ten antwoord krijgt„dan moet je maar met een mandje aan de vpnt," dan is mijn inzicht, zoolang als er zooveel om ons heen heerscht, wij -oor hetgeen voor den voet ligt eerst moeten zorg opdat de armverzorgers in staat zijn om hun armen in de behoefte te voorzien en er niet in d- ii gemeenteraad over gesproken moet worden, dat bezwaar daar te plaatsen. Of (le heer Hazeu de gedachte vormt, dat een ieder die lezing zal toejuigeu, betwijfel ik, en of het een naam zal verwerven, dat de ingezetenen van Schagen en omstreken geven voor die arme natuurgenooten uit het buiten land, terwijl er zooveel heerscht onder ons allen, die werken, om den strijd van het bestaau te doorworstelen. Dankzeggende voor dc afgestane ruimte. Schagcn 22 Sept. 1891. P. Dekker Jz. 5de Klasse. Trekking van 22 Sept Prijs van f 1000: No. 9-455 12556 17627 400: 2387 5795 8972 200: 441 3751 12412 17305 20656 100: 2799 4-200 4384 5722 6188 8171 11513 Ingeschreven van 19 22 September 1891. GeborenDirk, zoon van Cornelis Stam en van Mjrjjtje Koomen, Ondertrouwd, Getrouwd en OverledenGeene' Ingeschreven van 11 18 September 1891. Geboren: Maartje, d. v. Arie Dalenberg en Maartjo Bruin. Louwrens Rens Arie, z. v, Louw- rens Teensma en Sijtje Rezelman. Ondertrouwd en Overleden: Goene. Getrouwd Cornelis Zeeman, wedr. van Ari- aantjj Molenaar, watermoleuaar, 38 j. en Johanna Veerkamp, jd. zonder beroep, 22 j. beiden te Zijne. Hoorn. 19 Sept. 1891. Aangevoerd n. L. Roggo f a 2 Tarwe f 8.50 a 12.- 24 v Garst f 5.50 A 6.50 34 Haver 17 3.25 a 4.— 1 Witte Erwten 77 10.50 a 12.— Groene dito 7) 12.25 a 14— Grauwe dito 1) 15.- a 17— f Vale dito J7 11.- a 16 50 Bruineboonen f) 12.50 a 15.50 41 Geeleboonen 77 a Witteboonen 77 14.25 a 16.50 Paardenboonen 17 a Karwijzaad 9.75 a ïo!— Mosterdzaad 77 13.75 a 16.— 23 Paarden f 50.— a 300 6 Kalveren f 12.— a 23.— 95 Schapen f 14.— a 23. - 90 Lammeren f 4.— a 17,— 86 magere Varkens f 8.— a 20.— 4 Zeugen f 15.- a 25.— 140 Biggen f 2— a 5- Kip-Eieren per 100 f 3.80 a 4.— 950 Koppen Boter 5.2 lood f —.65 a -.70 27 22 334 171 300 8 109 19 1051 126 66 363 33 36 204 132 188 135 371 4079 200 500 Aangevoerd f 90.- a f 170.- f f f f f f f 10.— a 12.- a 10.— a 2.50 a 3.— a - .65 a 3.75 a 150.— 250 20.— 22.- 14.- 5.— 10.— —.75 4.25 tl k tn a a r 19 Sept. 1891. 4 Paarden Koeien nucht. Kalveren Schapen magere Varkens Biggen Bokken en Geiten Boter per kop Kipeieren Alkmaar, 21 Sept. 1891. Aangevoerd 17 Koeien f 150.— a 260. - vette Kalveren f 35 a 105.— (per kilo f 0.80 a —.90) Nuchtere Kalveren f 10.— a 18.— Schapen 18.— a 26.— vette Varkens per P f .40 a .52 magere dito f 10.— a 15.— M* urm er e ad, 22 Sept. 1891 Aangevoerd Aangevoeld 389 stapels. Hoogste prijs kleine kaas f 31.— 4 stapels middelbare f 27.50 1804 K. G. Boter f 1.20 a 1.30, per K.G. Runderen, bandel vlug, prijshoudend. Stieren. Paarden. Vette Kalveren per Kilo f .65 a —,85, bandel vlug. Nuchtere Kalveron per stuk f 10.—, a 22.handel stug. Vette Varkens per Kilo f 0.34 a 0.54, handel vlug. Magere idem per stuk f 9.a 17. handel matig. Biggen per stuk f 2. a 5. handel matig. Schapen, prijshoudend, handel matig. H.L. Peren f 3.50 a f 4.50. H.L. Appelen f 2.75 a 4. Kipeieren per 100 slaks, f4.a 4.50. Eendeneieren p. 100 st. f a JJ rf a tn 19 Sept. 1891 Aangevoerd .- Kleine kaas boogsts prijs, f28.50, aangevoerd 81 stapels, wegende 17516 P. j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 3