AllülEÈI Kitlïi- Aiitrtnlit- k Laillioivlilal. De erfgenamen van Alteoki Donderdag 5 ïïovember 1891. 35ste Jaargang. ïïo. 2565- Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHACiM, triian, D, 4. Binneiilapdsch Nieuws. WORDT VERVOLGD- Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. A DVERTBNT1ËN van 1 tol 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Schagei, 4 November 1891. In de maandagmiddag gehouden zit ting van den raad der gemeente Zutphen, werd benoemd tot onderwijzeres aan school A. aldaar, mejuffrouw J. Denijs. -)- De heer P. Maats van Dirkshom is benoemd tot gemeente-geneesheer te Nieu- we-Niedorp. -{- De heer E. Meijer Prees van Dirks- horn slaagde Dinsdag j.1. voor 't examen in de vrije en orde oefeningen der gymna stiek. Benoemd tot Onderwijzeres te Oud- carspel Mejuffrouw W. Groot te Bent huizen. De Heeren K. v. 't Veer en J. de Groot, onderwijzers aldaar zijn deD 28 te Amster dam geslaagd voor het gymnastiek examen. Tot kaasmaker in de stoomzuivelfa- briek »De Globe" te Heerhugowaard is benoemd W. Schild, Nieuwe Niedorp en tot machinist P. Kwanfes, Heerhugowaard. In den nacht van den 27 op den £8 is van het land van den heer P. Slag ter, aan de Gouw, gemeente Hoogwoud, een buontnsehelf in haar geheel ontvreemd. Men vermoedt dat de dief of dieven er met een handwagen op uit zijn gegaan. De heer L. Winkel Pz. te Benniug- broek is benoemd tot peuningmeester bij de banne van dien naam. Roman van O. E L S T E R. Te Noordschermeer is een fanfare-corps opgericht. Het aantal leden bedraagt elf. De leiding is opgedragen aan den heer J. M. Otto, muziekonderwijzer te Alkmaar. Ir: eene vergadering van aandeelhou ders is besloten tot liquidatie der tramlijn Alkmaar—Bergen-Egmond. Van de aanwe zigen hebben er zich 18 vereenigd met het voorloopig plan, eene nieuwe onderneming te vestigen, maar dan alleen voor het tra ject Alkmaar-Bergen. Vanwege de ^Vereeniging tot ont wikkeling van politiek leven," in HOORN en omstreken, zal ter vervulling van drie spreekbeurten in den a. s. winter, eene uit- noodiging gericht worden aan de heeren Dr. H. J. A. M. Schaepman, Dr. A. Kuiper, Dr. Vitus Bruinsma De liedertafel Amstels Mannenkoor viert deze maand haar 40—jarig bestaan met eene uitvoering, die waarschijnlijk in het Concertgebouw zal worden gegeven. Een geweldige brand heeft eergister te Amsterdam gewoed. Op de Brouwersgracht, tegenover de Lindengracht staat een groot driedubbel pakhuis, Slagthuis geheet en, wnarvan de zes zolders grootendeeis met tabak van de firma Prits Olie Co waren gevuld in één bevatte het onderstuk meel. Omstreeks half 3 werd brand ontdekt op een derden zolder, en toen de terstond gewaarschuwde brandweer ter plaatse kwam, belette de zware rook reeds het binnendringen. Ter stond werden twee brandkranen in het werk gesteld en spoedig twee stoomspuiten; later werd op de Brouwersgracht nog een derde stoomspuit in het werk gesteld, en toen de brand zich tot de achterzijde van het 25 M, diepte pakhuis voorlplantte, nog een vierde stoomspuit op de Korte— Prinsengracht met twee brandkranen. En met deze overstelpende watermassa gelukte het aanvankelijk, het vuur te bedwingen. Reeds had de brand vijf kwartier gewoed, zonder dat eenige verandering merkbaar was. Kwart voor 4 begon op den derden zolder van het derde perceel een vlam zichtbaar te worden, en de allengs rosser wordende rookwolken werden spoedig door een feilen vuurgloed gevolgd. De voorraad tabak, waaronder zeer veel dekblad, van allerlei merken en waarden, was zeer groot en de schade dus zeer aanzienlijk. Toen het vuur reeds drie uren gewoed had, werd het een brand, die indruk op de toeschouwers maakte. Maar met kracht werden de vlammen bestreden, en niet vergeefsin korten tijd werd het groote gevaar afgewend. Na de felle uitbarsting van half 6 ont stond vrees, dat de gevels het niet konden houden, daar een vrij belangrijke overhel ling werd waargenomen. Maar ook die vrees was overbodig. In den laten avond rukte het groofste gedeelte van de brandweer in, zoodat tegen 8. HOOFDSTUK VIII. „Voor zoover ik weet, is de broeder van mijnheer den ritmeester ook gewond gewor den en leeft hij nu op het slot Altenbrak. „Laat ons tot hem gaan Aan mijn zoon behoort de plaats, welke hij onrechtmatig inneemt." „Maar bedenk, mevrouw. „Ik weet, wat ik te doen heb antwoordde Margherita heftig. „Ik weel, wat ik mijn echtgenoot en mijne kinderen verschuldigd ben! Die man, die nu op het slot Altenbrak leeft, hij meent het niet eerlijk met ons, anders had hij den laatsten wensch van zijn broeder, mijn echtgenoot, reeds lang ver vuld." „Hij was zelf gewond, mevrouw, hij heeft lang gelegen." „Ik hoop hef, dat ik hem verkeerd beoordeel. Dat te bewijzen, daartoe zal ik hem persoonlijk in de gelegenheid stellen Wilt gij mij vergezellen, lleinrich „Zeer gaarne." „Nu dan, morgen of overmorgen vertrek ken wij." In dit oogonblik werd de deur geopend Eduard en de kleine Margherita stormden de kamer binnen, beladen met woud- en weidebloemen, welke zij juichend aan hun moeder vertoonden. «Zie eens, mama, wat wij voor u mede gebracht hebben!* riep Eduard, doch in het vo gende oogenblik zweeg hij en keek Heinrich verbaasd aan. „Jongen," riep deze hem toe, „kent gij mij met meer?" De knaap scheen zich zijner te herinneren, liet de bloemen vallen en met den uitroep „Heinrich, Heinrich!" snelde hij op den krijgsman toe. „Ja, mevrouw," riep Heinrich uit, terwijl hij den jongen Eduard in de hoogte tilde, „dat is de zoon van mijnheer den ritmeester, voor wien ik door het vuur ga, al, moest bet ook mijn andere be.n kosten En hij zal de erfgenaam op het slot Alteubrak worden. Mrjn hand er op, mevrouw ik verlaat u niet u en den zoon van mijn ritmeeester!* HOOFDSTUK ÏX. Willy von Altenbrak, die bij het uitbreken van den oorlog tot ritmeester bevorderd was geworden, bad een zware verwonding, een lanssteek in het borst, bekomen, tot genezing waarvan hij, na afloop van den veldtocht, onbepaald verlof bad aangevraagd. De geneesheer ried hem, ter volkomen genezing van de gekwetste longen, langoren tijd in een zuidelijk klimaat door te brennei, en dien tengevolge had Willy, nadat de vrede gesloten was, besloten, later misschien voor eenige maanden naar Rivero te gaan. Zijne vrouw en kinderen zouden hem daarheen vergezellen, op het geld kwam het immers niet aan, want Willy had op het dringen zijner echtgenoote, Rogalla, de rijke erfenis van zijn broeder aanvaard voorloopig slechts, gelijk hij eich zcl ven diets maakte, om zijn geweten tot zwijgen te brengen. Nie mand betwiste hem de er'enis, hij zou zeil door de familie plechtig als majoraatsheer erkend worden, doch Willy wist deze fcoste- lijke plechtigheid telkens weder uit te stellen, onder voorwendsel dat ziju geschokte ge zondheid zulks niet toeliet. Die geschokte gezondheid evenwel was geen beletsel, dat het er op Alteubrak vrjj levendig toeging. Barones Rogalla heerschte onbeperkt en verstond de kunst, oen groot, uitgelezen en schitterend gezelschap om zich te scharen. Eduard's dood en Willy's ver wonding beletten wel het houden van groote partijen, maar Eduard's dood was spoedig vergeten en de toenemende genezing van baar echtgenoot was alras voor Rogalla geen hinderpaal meer voor haar zucht uaar genot. Tusschen Willy en zijne trotsche echtge noote was eene zonderlinge verhouding ont staan. Willy ontweek angstvallig zijne echt genoote; hij vreesde eene besliste verklaring, welke toch eenmaal volgen moest. Tijdens zijne ziekte en zijne genezing had hij een voorwendsel voor zich zeiven, eensdeels do regeling der overname eu anderdeels de uioeielyke verklaring jegens zijne echtgenoote, middernacht nog slechts met 8 stralen water werd gegeven. De tabak der firma Frits Olie en Comp. was geborgen grootendeeis in het afgebran de pakhuis Slachthuis, in het pakhuis Wereld daarnaast, en in het pakhuis Schaap aan de verzijde, en verzekerd voor f 1,230,000 op beurspolis bij onderscheide ne Engelsche maar ook vele Nederlandsche maatschappijen. Men berekent dat 70 pet. der assurantie- som verloren is. Nog den geheelen dag wordt de smeu lende tabak bevochtigd. Te Kateudrecht heeft iemand eergis teren, terwijl hij beschonken was, ziju vrouw met de pook eenige wonden toege bracht, terwijl de woestaard daarna zijn vierjarig dochtertje opnam en over de schut ting heen in een tuintje bij de buren wierp. Het arme kind kwam met eenige schram men vrij. Benoemd tot burgemeester van Hengeloo, C. M. Kooy, burgemeester van Texel. Erkend en toegelaten als consulair agent van Frankrijk ta Den Helder P. D. Zur Mtihlen. De Tweede Kamer der Staten-Gene- raal zal Diusdag den lOn November aan staande, des namiddags te 3 uur, baar ar beid hervatten. Een aardige buurvrouw Vermeldden wij oulangs, dat twee buren te Spanbroek twist kregen over het laten loopen van kip uit te stellen. Doch maar al te duidelijk la8 hij iu Rogalla s oogen de vraag„Wan neer zult gij aan deze onzekere positie een einde maken?" Ja, er moest een einde aan gemaakt wor den, eindelijk moest hij toch Eduard's erfgenamen in hunne rechten erkennen. Reeds meermalen had hij aan zijn schrijltafel plaats genomen, ten einde een brief to schrijven aan Eduard's echtgenoote, en ha ir uit te noodigen, op het slot Alienhrak te komen maar hot was hem dan telkenmale te moede geweest alsof de scherpe, dreigende oogen zijner echtgenoote op hem gericht waren, en zuchtend had hij even zoovele malen de pen weder neergelegd. Om toch zijn geweien tot zwijgen te brengen, had hij aan een agent, van wiens diensten Wiily in geheime aangelegenheden reeds meermalen gebruik gemaakt had, opgedragen een onderzoek in te stellen naar Margherita Monfelli en hare levensomstandigheden. Een geheime hoop ver vulde hem, dat een of andere onvoorziene gebeurtenis do hangende vraag zou oplossen, zonder dat hij ztlf daarvoor een hand be hoefde te verroeren. Heden verwachtte hij mijnheer Tirschner, den agent, tot het ver strekken van monddingo inlichtingen. Onrustig liep Willy in de studeerkamer zijner vader die nu ziju studeerkamer was geworden, heen en weder. Had Rogalla de ouderwetsehe meubelen uit de overige ver trekken van het slot tegen modernen verwisseld, de kamer van den ouden heer was onveranderd gebleven, want daarin be vonden zich juist de ouderwetsehe meubelen van groote waarde, de farailieschilderijen, zoowel als andere reeds lang in bet bezit der familie zijnde voorwerpen, die getuigden van deD hoogen ouderdom vao het geslacht en van het slot. En Rogalla was trotseh op dit oude geslacht, dat ook het hare gewor den was en dat zij door haro kinderen hoopto nog meerderen glans bij te zotten. Daarom was de linker vleugel van het slot, in welken zich de kamers vau den overleden heer von Altenbrak bevonden, verschoond gebleven van de alles veranderende hand van den deco rateur. Aan het einde van dien vleugel ver hief zich eeu vierkante, sterk gebouwde toren, het laatste overblijfsel van den voormaligen burg der heeren von Altenbrak. In dien toren bevond zich, in de kelders, het familie archief. Tot dit archief had men van uit het studeervertrek van den majoraatshecr toegang door een in den dikken muur aangebrachte deur, die alleen door ingewijden ontdekt kon worden. Uit het orchiel voerde een smalle, ijzeren wentelrap naar de bovenverdieping, alwaar men door de kleine vensters een prachtig overzicht had van het landgoed van den heer von Altenbrak. Op deze bovenverdieping bevindt zich een kleine poort, van waar uit men langs een ladder op den grond kon komen. Da zon drong door de kleine vensters van den toren en bestraalde het zachte gelaat van een vrouwenbeeld, hetwelk boven de oude schrijftafel hing. Onwillekeurig bleef Willy 's blik gevestigd op de teedere (rik ken en de zachte blauwe oogen van dit beeld. Het was zijne moederdit portret WoS geschilderd in de eerste jaren van hun huwelijk. Willy wendde zuchtend den blik af, de herinnering aan de smarten en zorgen, wolke hij de zachtaardige moeder berokkend had, deed hem pijnlijk aan; hij bega) zich naar het venster eu overzag het groene park. Even als alle zwakke naturen kon hj tot geen vast besluit komen en wachtte liever in ledigheid op een toevallige gebeurtenis, welke hem te hulp kon komen, dan dat hij door een besliste daad aan de onzekerheid een einde maakte. Eensklaps schrikte hj. De deur zijner kamer werd geopend, en toen bij zich omkeerde, stond zijne echtgenoote voor hem, vriende'ijk lachende, in al hare schoonheid. Maar trots dat vriendeljke lachje was hot Willy alsof een kille hand zjn hart aanraaktehj las in de staal blauwe, scherpe oogen zjner echtgenoote, de stomme vraag: „Wat be- teekent dat aarzelen Maak er een einde aan." „Ik hoorde, dat gij den koetsier bevel gaaft, in te spannen," begon Rogalla. „Wilt gij nog voor het diner uitrijden „Neen, Rogilla, ik bljjf hier het rij ruig pen op eens anders erf, den 25 ontatond te Spierdijk eene hevige ruzie tusschen C. Vlaar en zijne buurvrouw over het loopen van kinderen van den een over grond van den ander. De vrouw geraakt in zulke een opgewonden toestand, dat zij haar bnnrman met een bezem in die mafe op het hoofd sloeg, dat dit genees kundig moest worden verbonden. Naar wij vernemen, zal eene gerechtelijke ver volging tegeu de woedende vrouw worden ingesteld. Te Zunnert, bij Breda, begaf enkele da gen geleden eene vrouw zich naar hat bosch om hout te sprokkelen. Nauwelijks hier mede bezig zijnde, had zij het ongeluk uit te glijden, met het treurig gevolg, dat zij haar been brak. Daar zij buiten macht was op te staan, riep zij om hulp, maar te vergeefs. Eerst tm twee dagen en een nacht aan weer en wind bloot gesteld te zijn ge weest, werd zij in zeer deerniswaardigen toestand aangetroffen. Ha g e 1 s 1 a g. Aan de landbouwers der Noordbrabandsche gemeenten, welke in aanmerking wenschen te komen voor de vergoeding der scbade, door den hagelslag op 1 Juli aan hun veldvruchten veroorzaakt, zal voorloopig 5 pet. der schade worden uitbetaald. Een veertig—jarige vrouw, werkzaam op de suikerfabriek vau den heer W. A. Scholten te Groningen, viel Zondagochtend in een modderpoel op het terrein achter de fabriek en stierf door verstikking. moet naar het station." „Naar het station Verwacht gij iemand „Zekerlijk, ik heb nog het een en ander te regelen, voor wij kunnen vertrekken het is mijn advokaat, dien ik verwacht en dien de koetsier moet afhalen." Kogalli's gelaat betrok; een diepe groeve vertoonde zich tusschen hare wenkbrauwen en zij drukte de hagelwiite tanden in de lip. Snel trad zij op haar echtgenoot toe, en legde haar hand met kracht op zijn arm. „Zeker, Willy," zeide zij, „or is nog veel te regelen, voor wij op reis kunnen, eu ik denk, dat gjj mijne hulp bij die regeling wel zult noodig hebben. Gij zegt, dat gij een advokaat verwacht is dat om de aan- sprakeu van die vrouw „Ja." „En dat zegt gij mij eerst nu?' „Rogalla. „Ik heb toch het recht te welen, wat gij doen wilt; ik heb het recht, alles te weten, want het gaat nu om de toekomst mijner kinderen „Gjj zult ook alles vernemen, Rogalla. Alleen wilde ik vooraf volkomen zekerheid hebben omtrent alle gevallen. De man, dien ik verwacht, is geen advokaat, tenminste hjj is het nu niet meer hij heeft een agentuur zaak in Berlijn, een bureau voor informatiën. Ik heb den man last gegeven, nader onder zoek in te stellen naar de vrouw van mija broeder." „Uw broeders vrouw Rogella lachte spottend. „Ik dacht, dat dit belachelijk fabeltje al lang vergeten was." „Dat het geen fabeltje is, hebben de pa pieren mij gileerd." „Waar zijn de papieren „In bet archief." „Tooa ze mij, eerder geloof ik niet aan dit voorgewende huwelijk!" Willy stond gehoorzaam op, en bet echt paar begaf zich naar het archiolbehoedzaam sloot Rogalla de kleine ijzeren deur acher zich. Daarna keek zij onderzoekend om.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1