N I k 1L 0 0 S. B IJ VOEGSEL SCHAGER COURANT, Zondag, 8 Januari 1893, Xo, 2 689. FEUILLETO N. Roman van F. DU BOISGOBEY. XII. behoorende bij de van ,Of mijn dochter zich tegen mijn wil zal durven verzetten, zullen wij eens zien," zeide mijnheer Gémenos. „Heeft dan die Sanguinet bovendien nog de onbeschaamdheid gehad, u te zeggen, dat hij uw dochter tot vrouw begeerde?" vroeg de advokaat Berquin. „Nog niet, maar ik weet toch, dat hij er over denkt. En Clothilde's echtscheiding zal gemakkelijk genoeg gaan." „Het echtpaar Sauveterre geniet toch een bedaard huwelijksleven." „Tot nu ja, maar dat kan veranderen. Wanneer Sauveterre zich nu eens liet ver- leidon, zijne vrouw in tegenwoordigheid van getuigen te slaan „Ach, gij zijt niet slim I Hij een rech ter I En buitendien zal uwe dochter hem nimmer aanleiding geven tot eene scheiding." „Neen, maar wanneer hij haar zonder aanleiding sloeg, dan was de onbillijkheid nog grooter.* „Dat klopt. Doch Sauveterre bezit nog te veel verstand en achting voor zich zeiven, om zich te gedragen als een ploert, die s'avends dronken thuis komt en dan zijn vrouw afranselt." „Dat hangt er van af." „Wat wilt gij daarmede zeggen Wilt gij beweren, dat uw schoonzoon een dronkaard is „Dat niet. Maar wanneer bij er belang bij hee't, de scheiding te zien doorgedreven, dan kon hij dat het gemakkelijkste doenr door den schijn tegen zich te doen zijn." „Door geweldadigheden jegens zijn vrouw te plegen, alleen met het doel, dat deze in ds echischeiding zal bewilligen?* ,J» zeker, zoo meen ik het.* „En gelooft gij, dat Sauveterre ten uwen pleiziere deze onwaardige comedie zal spelen „Niet voor mijn pleizier.* „Waarom dan wel? Waarom zou hij het huwelijk verbreken met eene vrouw, die een rijke bruidsgift heeft medegebracht en na een niet al te lang tijdsverloop zeer rijk zal zijn „Hm, ik denk er nog niet aan, zoo spoedig te sterven,4 bromde Gémenos, die zulke toespelingen niet gaarne hoorde. „Ik gevoel mij nog jong en krachtig genoeg om zelfs nog een tweede huwelijk aan te gaan. Of hebt gij daartegen misschien iots in het midden te brengen „Neen, volstrekt niet. Dan is zeker die slimme tooneelspeelster, met welke ik u laatst s'avonds ontmoette, de uitverkorene?" „Ik maak er volstrekt geen geheim van, dat mejuffrouw Adèle Riszler mij bevalt; doch ik zal eerst na een zorgvuldig onder zoek mijn besluit nemen. Natuurlijk zullen de belangen mijner dochter onder alle omstandigheden behartigd worden doch dit staat evenzeer vast, dat Sauveterre, zoolang ik leef, als schoonzoon geen sou meer van mij krjjgt. En hij heeft dringend geld noodig, want hij speelt, gelijk ik heb onderzocht, en beett in den laatsten tijd aanzienljjke bedragen verloren. Wanreer hjj zich daaren tegen naar mijne wenschen schikt, zal ik met mij laten onderhandelen.* „Eerlijk gesproken, begrijp ik u niet," antwoordde Berquin. „Mijn God, de zaak is echter toch zeer eenvoudig. Ik heb voor Clothilde in het huwelijks-contract scheiding van goederen bedongen. Daarom trekt Sauveterre als boofd van 't gezin alleen de reuten, doch hjj kan niet aan bet kapitaal komenbuiten dat heeft hij niets dan zijn jaarwedde, welke gelijk gij weet niet boog is, terwijl hij zeer veel noodig heeft. Nu zal hij mis schien wel spoedig bevorderd worden, maar onze rechterlijke jaarwedden zijn ook in de hoogste afdeelingen volstrekt niet schitte rend. Doet hij echter, wat ik wil, dan leg ik viermaal honderdduizend, ja zelfs vijfmaal honderdduizend francs voor hem op tafel.* „Wanneer hij zich laat scheiden?" „Natuurlijk. Wij zullen er beiden bij winnen. Hij kan zijn schulden betalen en voortaan een leventje leiden, als hem lust, en ik kan mijn dochter aan een achtbaar man van zaken, die schoon vier millioen bezit, uithuwelijken." Berquin kon over dit voorstel, waarop de eigenzinnige man telkens weder terugkwam, slechts lachen. „Hebt gij dan uw schoonzoon reeds een voorstel gedaan vroeg hij, waarop Gémenos tot zijne grootste verbazing zeer gelaten ten antwoord gaf „Omtrent het beginsel zijn wij het eens wij verschillen alleen nog over het be drag. Gij ziet dus, dat de zaak wel in orde is te brengen, namelijk wanneer gij ze voor het gerecht wilt bepleiten." „Ik zal de zaak uwer dochter verdedigen, wanneer deze het verlangtvoorloopig zal ik eerst eens over dien mijnheer Sanguinet nadere inlichtingen inwinnenmisschien komt gij dan van uwe voorliefde voor hem nog terug." Gémenos wilde juist hiertegen protesteeren, evenwel hij had geen tijd om wat te zeggen want zijn dochter trad den tuin in. Zij kwam zoo zelden bij haar vader, dat er zeker een zeer gewichtige reden moest be staan, welke haar heden zoo onverwacht tot hem voerde. Clothilde was zeer opgewonden en hare oogen verrieden duidelijk dat zij geweend bad. „Wat scheelt er aan, mijn kind Wat is u overkomen vroeg haar vader zeer deel nemend. Zij aarzelde een oogenblik, maar Berquin was immers een vriend en daarom antwoor- de zij op vasten toou „Ik kom u verklaren, vader, dat het mij onmogelijk is, langer met mijn man samen te leven. Ik beh onze woning verlaten en zal niet meer daarin terug keeren. Mijn man heeft mij in het gelaat geslagen.* „Goed, gij hebt zeer best gehandeld,* zeide Gémenos, zich de handen wrijvende en Berquin zegevierende blikken toewerpende. „Het schijnt werkelijk, dat bij de viermaal honderdduizend francs verdienen wil,* mompelde de advokaat. „En wat was de aanleiding tot dien slag?* vroeg do gewezen ijzerhaudelaar verder. „Ik beb hem geenerlei aanleiding daartoe gegeven. Hij begon zonder eenige oorzaak eensklaps in tegenwoordigheid van Prudence te twisten en sloeg mij.* „Natuurlijk, hij had een getuige noodig,* mompelde Berquin. „Zoo, was Prudence er bij tegenwoordig, toen hij u mishandelde Dat is goed. Pruil maar niet miju kind, ik zal u spoedig van dezen heer bevrijden.* „Ik ben in ieder geval nu vast besloten, van hem te scheiden," antwoordde Clothilde, die over baar's vaders uitspraak groote oogen opzette. Zij had gedacht, dat bij in verzoenenden geest tot haar zou spreken, om alles weder in orde te brengendoch nu wakkerde hij haar verzet nog aan. „Men moest hem uit de woning jagen, die ik op mijne kosten heb gemeubileerd; maar hij heeft voorloopig nog de wet aan zijne zijde. Doch dat zal niet lang meer duren I" riep de oude. „Ik weet niet, welke rechten over mij de wet hem toekent," merkte de jonge vrouw op, „maar ik sterf liever, dan langer met hem samen te leven. Ik heb hem dat ook openlijk verklaard, en hij scheen in de schei ding te bewilligen, want hjj heeft niet ge tracht mij terug te houden.* „De zaak gaat geheel naar wensch,* meende Berquin, „wanneer de vrouw de gemeenschappelijke woning verlaat.* „Tengevolge van mishandeling door haren echtgenoot," zeide Gémenos met nadruk en zeide toen tot zijn dochter„gij kunt na tuurlijk bij mij blijven, tenminste voorloopig, maar „Neen, vader, ik zou u maar lastig val len, ik weet dat zeer goed. Ik ga liever tot eene vriendin, die mij wel zal opnemen.* „Dat schijnt mij toch niet gepast. Sauve terre zal de zaak zoo voorstellen, als hadt gij hem wegens de een of andere intrige verlaten, welke verboden minnarij door die vriendin begunstigd werd." „Boven dergelijke lasteringen acht ik mij zeiven verheven." „Dat is niemand. Voor dezen Sauveterre moet men zich in acht nemen, want hij is een geslepen knaap, die alles zal in bet werk stellen, dat het gerecht hem bij de echtscheiding niet voor de schuldige partij verklaart. Dat zou nu wel schreeuwend onrechtvaardig zijn, maar hij is officier van justitie en zal wel de kunst verstaan, invloed uit te oefenen op de rechters. Overigens, wie is dan de vriendin, Clothilde, tot wie gij wilt gaan Ik weet toch volstrekt niets van zulk een vertrouwde vriendin hier in Parijs.* „Sedert mijn huwelijk had ik er laDgen tijd geen meerik heb haar dezer dagen teruggevonden." „En zg heet?" „Victoire do Brains.* „Wat,* schreeuwde Gémenos woedend uit, en zijn gelaat werd nu blauw, alsof hij een aaoval van beroerte kreeg, „gij waagt het, dien naam tegenover mij te noemen Wilt gij misschien ook nog weer over dien deug niet van een broeder beginnen, dien ik toenmaals de deur uitjoeg. Nu, die zal wel dood zijn, die „Gij dw- 't. vader, Henri de Brains is niet dood.* „Wat weet gij daarvan Zou hij misschien de vcrmotelheid gehad hebben, u te schrijven, of is hij misschien te Parijs Gij ant woordt mij niet, wilt gij toch naar zijn zuster gaan Dat zou voor Sauveterre, wan neer bij achter de oudo geschiedenis kwam, ruimschoots voldoende zijn, om u bij de scheiding voor de schuldige partij te laten veroordeelen.* „Wanneer mijn geweten zuiver is I" Dat is een schrale troost 1 Maar ik verklaar u beslist, wanneer gij dien knaap, in wien gij u toenmaals als een zottin weggegooid hebt, weder ziet, dan zijt gij mgne dochter niet meer 1" „Ik zal hem nimmer wederzien,* ver klaarde Clothilde neerslachtig, terwijl zij den verdediger van den „naamlooze" aanzag. ,.Dat raad ik u ook, want in het andere geval zou ik u onterven. Dat doe ik ook, wanneer gij naar zijn zuster gaat, om bij haar te blijven." ,.Gij kunt mij onterven, maar mijn be sluit is onwrikbaar 1" „Maar dat is toch al te sterk 1" schreeuwde Gémenos hot uit. „Mijnheer Berquin, help mij dan toch, haar tot haar verstand te brengon." „Mijn waarde, ik verschil met u van ge voelen," gaf de advodaat ten antwoord. „Ik ken mejuffrouw de Brains en houd haar voor een zeer deugdzame jonge dame.* „Wat, gij kent haar?* „Zeker, verwondert u dat zoo „En dien broeder?" „Dien ken ik evenzeer." „Maar van waar dan, voor den drommel? Ik heb u toch nooit iets van hon verteld?" „Dat hebben andere menschen gedaan," antwoordde Berquin met bijzonderen nadruk. „Ik ben omtrent de levensgeschiedenis van broeder en zuster zeer nauwkeurig ingelicht." „Zoo En gij billijkt dus, wat mijne dochter wil „Wis en zeker! Ik keur het goed, dat zij zich laat scheiden van een man, die barer onwaardig is, en ik ben er van over tuigd, dat zij nergons een veiliger en gepas ter onderkomen vindt, dan bij mejuffrouw de Brains. Ik zal het echtscheidingsproces tegen Sauveterre voor uw dochter voeren, en sta

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 7