BUS-, limtBitiï- LiiMlil Zondag 22 Januari 1893. 37ste Jaargang No. 2693. AA IL 0 U S. FEUILLETON. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: 8CHAGES, Laan, D, 4. Binnenlandsch Nieuws. MS Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regeie f 0.25 iedere regel meer 5cti Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Uit Nieuwe Niedorp wordt gemelddat het ijsfeest, dat Zondag II. wegens ingevallen dooi moest worden uit gesteld, woensdag heeft plaatsgehad en uit nemend is geslaagd. Wederom, a'.s op Vrij dag der vorige week, wemelde het op »de Rijd», wier banen door de zorg vau het bestuur der »Vereenig voor ijs- en volks vermaak* opnieuw in uitmuntenden staat waren gebracht, van schaatsenrijders en wan delaars, die gekomen waren om aan de ker mispret deel te nemen. En ook thans kon men er van alles zien en koopen, behalve sterke dranken. Sequah, wiens zegekar telkeos door eeue jubelende menigte over de breede ijsvlakte werd rond gevoerd, bazuinde zijne wonderkuren uit, die hij aan de «rimiretiekerige menschen* roei wrijfolie of nijptangen verrichtte; de dikke dame, 14 jaer oud, die in de vori ge week slechts 250 kilo woog, was al we der in gewicht belangrijk toegenomen: de waarzegster deed hare diepzinnige voorspel lingen het sprekende menschenhoofd was dat van generaal Bliicher, die, zoo kon men uit 's mans eigen mond vernemen, in 1893 in den shg bij Waterloo gesneuveld was Van de kolfbaan en vooral van de danszaal werd druk gebruik gemaakt; allerlei mu- ziekiestrumeiten weerklonken, eeu liedjes zanger liet zijn hoogste tonen hoortn en inmiddels werden door lieve jonge dames allerlei versnaperingen, cn snuisterijen te koop aangeboden, waarvan de winst ten voordeele der algemeene armen komt. 's Avonds was het nog gezelliger op de Rijd. De banen waren uitstekend verlicht, sommige tenten met verschillend gekleurde lampions versierd. Men zag er een aantal gemaskerden op schaatsen of aan den dans deelnemen, en overal heerschte ongedwongen vroolijkheid. Moge het nu ook voor de armen een goede dag zijn geweest! Dat zal weldra blijken, als de kas wordt opgemaakt. Te BINNENWIJZEND (N.-Holl.) is een geval van mond- en klauwzeer voorgekomen op den stal van den heer P. Stapel, het eerste in #De Roman van F. DU BOISGOBEY. XVI. „Ik begrijp niet," zeide Viroulas tot San guine', „wat gij er mede bedoelt, dat gij, als gij wildet spreken, mij onder de gQillotine zoedt kunnen brengen." „Werkelijk niet Nu, dan moet ik mij wel duidelijker uitdrukken. ToeD Cbarles Bolton op den avond van den 28 Februari in uw hotel terugkeerde, droeg hij een mil- lioen francs in banknoten bij zich. Dat mil- lioen ia verdwenen. De man, dien men bij Ëolton's lijk vond, heeft niet den tijd gehad, dat bedrag, als bij bet al gestolen had, in veiligheid te brengen. Bijgevolg rijt gij bet geweest, die deze som hebt gestolen.* „Waarom ik? Waarom niet de kellner Franfois, of een der logés „Ik zeg, dat gij bet geweest zijt.' „Wilt gij misschien ook nog niet beweren, dat ik den Amerikaan vermoord zou hebben?" „Ook dat beweer ik en ik zal het bewijzen, wanneer gij mij daartoe dwingt.' „Dat zou u toch slecht bekomen.' „Waarom Misschien omdat ik Bolton uw hotel heb aanbevolen, of omdat ik op den middag van den 28 Februari hem heb afgehaald, ofschoon gij voor bet gerecht anders verklaard hebt? Dat is toch gemak kelijk op te helderen. Ik stond met Bolton op zeer vertrouwelijken voet en kende bem van vroeger. Bolton wilde hier in een klein, stil en goedkoop hotel wonen en daarom gaf ik bem uw adres op, gelijk ik u ook vroeger reeds een anderen AmerikaaD toezond. Ik heb h6t niet vergelen, dat gij mij in zekeren tijd weldaden beweest, toen ik niet wist, boe ik mijn honger zou moeten stillen." „Het is goed, dat gij u dat nog herinnert „O, ik bezit een uitstekend geheugen Laat mij uitpraten. Bolton kende geen menscb hier in Parijs. Hij had mij op den over tocht, welken wij samen maakten, verzocht, ht m van uw botel af te baleD, om hem den wt g te wijzen. Zoo ben ik toen, eadat hij zijn zaken had afgedaan, ook met hem nar- Roticbild in de Rue Laffiue gegaan, he6 later met hem in het Bois de Bonkgne een ritje gtmaakt, een fijn midt'agmasl vooi bem betaald en hem daarna ver; ezeld tot aan de deur van uw botel. Van een bezoek, hetwelk bij nog verwachtte, had bij inij niets gezegd. Ik ben toen naar bet Grand- Streek*. Op den stal van den landbouwer C. Barendregt N.Rzn. te Barendrecht is mond en klauwzeer uitgebroken. Te Uithoorn en Leimniden is de vee ziekte gewekente Haarlemmerliede en sloten breidt de ziekte zich uit. De minister van Binnen- landsche Zaken, gelet op het Koninklijk Besluit van 27 Juni 1892 St.bl. No 167 heeft goed gevonden lo. Het vervoer van herkauwende die ren met ingang van 19 Januari 1893 te verbieden a. uit een kring in de gemeente Am sterdam, omvattende de terreinen der Vee markt met veestallen b. uit een kring in de gemeente Am sterdam, omvattende de terreinen van het Abattoir; c. uit een kring in de gemeente Die- men, waarvan de grenzen zijn de grens scheiding tusschen de gemeente Diemen en de gemeenten Amsterdam en Nieuwer- Amstpl, de Zeeburgdijk, de Zuiderzee en het Merwedekanaal 2o. Het honden van markten van her kauwende dieren met ingang van 19 Jan. 1893 te verbieden a. in de gemeente Amsterdam b. in den sub lc omschreven kring in de gemeente Diemen c. in de gemeente Purmerend 3i. Te bepalen dat, wanneer bijzonde re redenen een afwijkiug van het verbod van vervoer van herkauwende dieren nit de sub lo. dezer beschikking genoemde krin gen noodzakelijk maken, zoodanige afwijking kan worden toegestaan door den burgemees ter na advies van den districtveeaits. Deze beschikking zal worden geplaatst in de bederlanihche Staatscourant en in het Algemeen Handelsblad. 's-Qravenhage, 17 Januari 1893. TAK VAN POORTVLIET. Tooneel: Station UTRECHT. De trein van 5.82 naar Nijmegen staat op het punt te vertrekken. Twee heeren willen in een 1ste klasse Coupé instijgen. A. Na u, mijnheer. Hotel teruggekeerd, van waar hjj mij den volgenden morgen zou afhalen. Hij is na tuurlijk niet gekomen. Den volgenden avond hoorde ik op de Boulevards de couranten met de berichten over de in de Rue Tique- tonne gepleegde misdaad te koop aanbiedon. Ik koctit er een en vernam daaruit, wat er gebeurd was. Hel spreekt van zelf, dat ik mij wel wachtte, mij ongevraagd er in te mengen. Men kau nooit weten, welke onaan genaamheden daaruit kunnen voortspruiten. De politie en het gerecht zijn dikwijls vol slagen blind en doof, geljjk zij dat ook nn weder bewezen hebben, doordat zij een on schuldige veroordeelden. Ik bield mij stil en wacbtte ook tot na het vonnis, voor ik mij met u in betrekking stelde. Het was mjj aangenaam, dat gij mijn naam volstrekt niet genoemd heb." „En op den avond, toen gij bij mij kwaamt, dreigdet gij mij mot eene aanklacht „Neen, ik heb u er opmerkzaam op ge maakt, dat men u verdacht en n zou kuonen bewaken." „Beken bet maar, dat gij mij bebt willen uithooren." „Hadt gij een zuiver geweten, dan zoudt gij niet zulk een angst voor de politie heb ben. Ik ried u vorder, nw hotel niet eerder te verkoopen, dan alvorens de publieke opgewondenheid was gaan liggen. Gij volgdet mijn raad op en hebt u daarbij veer goed bevonden. Ik noem dat alles alleen op, om te bewijzen, dat het u niet gelukken zal, mij tc «ohaden, wanneer gij bet misschien mocht willen wagen, mij in deze vervloekte geschiedenis te betrekken. Ik kan over alles eeo bevredigende verklaring geven. Men zal het ongetwijfeld mij tot een verwijt maken, niet eerder tegen u opgetreden te zijnin- tussehen is bet nog altijd niet te laat, daar John Nameless nog niot is terecht gesteld.' „John Nameless!" mompelde Viroulas, wiens rood gelaat nu vaal bleek was ge worden. „Ja, de ongelukkige, die hoofdzakelijk op uwe valsche getuigenis vetoordeeld is ge worden. Gij bebt onder geenerlei omstan digheden op genade te hopen, wanneer het uitkomt, dat gij de werkelijke moordenaar zijt. Bedenk dat en dwing mij niet, tegen u op te treden 1* „Wat wilt gij dan eigenlijk? Ik kom geheel argeloos, om u mede te deelen, dat ik Parjjs verlaten wil, en had my toch zeer goed stil nit de voelen kunnen maken.' „NeeD, vriend Viroulas, dat kondt gjj niet, want ik heb u al dien tijd goed in het oog gehoudeD.' „Dus gij bekeot nu zelf, dat gij mjj badt B. Pardon, na n. A. Neen, u eerst. Condoctenr. Klaar, nit den w„g daar. De trein rijdt plotseling weg en de bei de heeren staan hem op het perron na te kijken. A. De duivel hale n, mijnheer. Door uw vervloekte overdreven beleefdheid heb ik den trein gemist. B. Voor geen honderd gulden zou ik den trein willen missen en nu gaat n me nog beleedigen op den koop toe. Je bent een gemeene vent 1 A, Jij bent een lomperd 1 B. Ezelskop Stationschef. Heeren, als u ruzie wilt maken, dan moet u naar buiten gaan. De beide heeren kijken elkaar woedend aan en wachten op den volgenden trein. Zutph. C't. Te UTRECHT is een hard- draverij gehouden met paard en slede op het ijs. De postschipper van SCHIERMONNIKOOG naar Oostmahorn geraakte in het ijs beklemd en kon den wal niet bereiken. De reddingboot was wegens het ijs niet bij machte hem te helpen. De rotiers der reddingboot deden nn een tocht daarheen, kwamen terug met de boodschap, dat de 8 manschappen de boot niet wilden verlaten en gaarne naar het eiland terugwilden. Kwamen zij in nood, dan zouden zij seinen om hulp. De kustwachter stond nu om op te passen. Des avonds 5 nur kreeg men bericht te Moddergat, dat de boot, na een worsteling van 12 uur, met de manschappen behouden en wel te Oostmahorn was aaugekomen. Een bewoner van de Lange Raamstraat te HAARLEM, had zich be reid verklaard bij de feestelijke verwel koming van den hardrijder Eden, als fakkeldrager dienst te doen en zijn vrouw was eveneens uitgegaan, de zorg voor het vierjarig kind, dat lag te slapen, overlatende aan de twee dochters van 16 en 18 jaar. Dezen gingen naar de benedenburen en kwamen van tijd tot tijd even boven, om te zorgen dat de kachel niet uitging. Of zij nu de laatste maal do deur wat willen uithooren.' „Denk daarover, gelijk gij wilt. In ieder geval heb ik u met rust gelaten, zoolang gij stil in uw huis bleeft. Nu wilt gij Parijs verlaten. Goed, bot is nu misschien bet geacbikste oogenblik daarvoor. Men deDkt niet meer aan u en men zal gelooven, dat gij u op het land teruggetrokken bebt, om daar van nw renten to leven. Ik dacht er ook reeds over, dezer dagen bij u te komen, om u betzelfde voorstel te doen. Daarentegen hebt gij er de voorkeur aan gegeven, mij in bet Grand-IIotel op te zoeken. Dat is een font, een groote fout, maar die nu eenmaal begaan is dus kunnen wij er ra toe overgaan, onze rekening te vereffenen.' „Wat voor een rekening „Houdt u maar niet zoo dom I Gij bebt een millioeu genomen. Daarvan bebooreo mij 500.000 francs, wanneer ik u niet verraad. En ik laat u niet gaan, voor ik die som in mijn bezit heb." „Van waar moet ik dat bedrag halen „Wel uit Bolton's geldgordel. Ik weet niet, waar gij die som verborgen bobtik wil er ook niet naar onderzoeken. Jk ver lang alleen mij aandeel, hetwelk gij mij binnen vier en twintig uur moet ter hand stelleD. Langer wacbt ik niet en ik raad o aan, mijn geduld niet op de proef te stellen." „Wanneer gij met mij deelt, dan wordt gij daardocr ook mijn medeplichtige." „In de oogen der rechters zeker. Doch i dat is voor u de beste waarborg, dat ik o niet zal verraden." „Gij tracht dus mij af te persen „Mijn waarde, gij bebt geen vorstand van zaken doeD. Waart gij zoolang in Amerika geweest als ik, dan zoudt gij geleord heb ben, dat alle middelen goed zijn, om geld te verdienen alle, met uitzondering van moord, diefstal en directe bedriegerij. Het toeval heelt nu eenmaal gewild, dat ik alleen den mond behoef open te doen, om u in het verderf te storten mijn zwijgen is dus voor u veel geld waard, en het is mijn goed recht, dat ik u mijn stilzwijgen zoo duur mogelyk verkoop Dat is even goed een zaak als elke andere. Noem het mijnentwege afpersing ik ken geen vooroordeelenDoch kom nu tot een besluitwanneer wil gy my het geld geven Viroulas talmde met het antwoord. Ver pletterd door de onverbiddelijke logica van zijn tegenpartij, begon bij in te zien, dat het hem niets meer hielp al ontkende bij ook alles, en dat bij zich op genade en ongenade had over te geven. Het was ten slotte toch nog beter te doelen, dan alles hard hebben dichtgeslagen, zoodat een tochtwind ontstond die het gordijntje van het ledikantje in aanraking heeft gebracht met den kachel, of een ander ongelukkig toeval dat heeft veroorzaakt, is niet zeker, maar toen de onders thuis kwamen vonden zij de kamer vol rook en het gordijn smeu lende. Dit begin van brand werd gemak kelijk gehluscht, maar het kind bleek door den rook te zijn gestikt. Te ROTTERDAM werd ver leden week een geheel gezin, met uitzon dering van den heer des huizes en de dienstbode, ongesteld. De geneesheer con stateerde vergiftiging. Daar genoemde personen gezond bleven, was de oorzaak niet zoo gemakkelijk op te sporen. Ten slotte werd een groen tafel kleed onderzocht en bleek dat kleed de vergiftiging te hebben veroorzaakt. Het kleed werd toen vernietigd. De gezond geblevenen kwamen nooit aan tafel wanneer dal kleed gebruikt werd. Heden zou te Leeuwarden worden gehouden eene hardrijderij op schaat sen door hulpbehoevende werklieden, daar wonende, om levensmiddelen, brandstoffen en kleedingstukken. De commissie, die zich daartoe heeft gevormd, heeft het zoo inge richt, dat iedere mededinger het een of ander ontvangt. Reeds hebben zich een 1000-tal aangegeven. 7an alle kanten vloeiden het geld en andere bijdragen toe. Zondag hebben drie En- gelschen, twee heeren Tebbutt en de heer Tarrinh de elf Friesche steden bezocht. Hoewel een dergelijke tocht voor de Frie zen zelf geen zeldzaamheid is, is het toch merkwaardig als vreemdelingen de reis doen. De reizigers hadden met vele moeielijkhe- den te kampen. Omtrent de arrestatie van Poutsma te SNEEK, wordt gemeld Zondagmorgen werd de uitgever Poutsma te iSneek in zijne woning gearresteerd en kort daarna door twee politie mannen per trein naar Leeuwarden getransporteerd, om dat hij in 't café „de Dageraad" een aan tal werkeloozen in dezen geest heeft toege sproken te verliezen en het leven er bovendien nog bij in te schieten. „Kom morgenavond om 6 uur bij mij,* bromde hij. „Den kellner zal ik vooraf weg zenden, dan is het huis ledig. Uw spion heb ik, gelijk ik u zooeven zeide, my reeds van den hals geschoven.' „Mijn spion?" Sanguinet had het niet weersproken, toen Viroulas bem beschuldigde, dat hij hem had laten bespieden, want hij liet hem in der daad door een particulier agent van het slag als mijnheer Caumartin, in het geheim be waken. Maar hij wist niets van de Carolles' tegenwoordigheid in de Rue Tiquetonne. Op den avond, toen hij dezen voor de deur van het hotel ontmoette, had hij bem niet berkend, en hij vroeg zich zeiven te vergeefs af, wie die persoon kon zijn geweest, dien de hotelhouder nu buiten de deur had gezet. „Ja, de spion, dien gij in mijn huis ge zonden hebt,* herhaalde Viroulas. „Dat zal er dan wel een van de politie geweest zijn. Lloezag dat mensch er uit?' „Hij is lang, heelt een snorrebaard en noemt zich Martin-Guerre. liij beweerde, vao Quimperlé te komen, om hier eene be trekking te zoeken, maar niemand gelooft hem. Niet eens Frangois en Crambard, een verloopen kunstschilder, die bij mij woont en dien de spion heeft trachten uit te hooren. Na de eerste woorden van den hotelhou der begreep Saoguinet reeds, dat een ander hetzelfde had gedaan, als hij, en deze ont- dekking verontrustte hem. Hij liet dit even wel niet merken maar zeide zeer kalm „Ik ken zulk een persoon niet. In ieder geval was het nog al verstandig van u, hem buiten deur te zetten. Maar nog verstandiger is hef, dat gij besloten schijnt u naar de omstan digheden te voegen. Ik zal morgen avond stipt op tijd bij u verschijnen.* „Ik zal u in de portiersloge opwachten.' „Ga nu heen. Het is niet noodig, dat men hier, waar vele menschen mij kenneD, mij met u in gezelschap ziet.' Nauwelijks had hij deze woorden gespro ken, of hij zag in de voorzaal van het hotel den onden Gémenos opduiken, verge zeld door den portier. Viroulas was reeds opgestaan en maakt zich gereed, als overwon nene naar de Rna Tiquetonne terog te keeren. Wat bleef hem anders over, dan het bevel van den overwinnaar getrouw op te volgen Sanguinet volgde hem met de oogen, tot hij verdwenen was, en ging toen Gémenos tegemoet, die na ender de vtranda was gekomen. „Goeden dag, beste vriend,* b«- »Nu Msandag mannen, naar den Gemeen teraad 1 En sis z' u daar werk willen geven, bestaande in Jt menschonteerend steenklop- pen tegen 40 cent» per dag, neem dan de keien en sla de heeren er de hersenen mee in. Doe dat 1' Recht voor Allen" bevat het volgende hierover Zaterdag en Zondag werd door de politie zijn woning bewaakt. Twee of drie agenten liepen in de kou heen en weer. Poutsma was begaan met deze „arbeiders, en presenteerde hun warme koffie op zijn binnenplaats, 't geen gretig werd aangeno men. „Doch nauwelijks zijn ze binnen," schrijft het blad, »of de verraderijke agenten grijpen hem aan en trachten hem te ar resteeren. Daar ontstond een worsteling. P.'s vronw en schoonmoeder verzetten zich mede tegen de arrestatie en onder hevig gegil werd met behnlp 7an den kommis- saris en nog een agent P. van zijn bin nenplaats gesleurd. Op kousen, geen jas aan en blootshoofds werd hij naar het po litiebureau gesleept. Zijn schoenen mocht-i niet aantrekken.' Dan volgt een uitval tegen de politie, terwijl het artikel aldus eindigt »P. is Zondagavond nog voor den rech ter van instruktie geweest, maar van hun onderhoud is natuurlijk niets bekend. De meesterknecht van P. was in de gevange nis bij hem toegelaten om inlichtingen te vragen voor de werkzaamheden. Wanneer dit geplaatst zal zijn, hebben wij reeds een protestvergadering gehonden, waar Fortuijn als spreker is opgetreden. Dat honderden arbeiders zullen opkomen, daarvan zijn we nu reeds overtuigd.* De kleinste loteling voor de volgende loting der nationale militie zal zeker wel zijn de bekende dwerg Gerrit Keizer, die zich in de vorige week persoon lijk Ver secretarie te 8t. Anna-Parochie voor de militie heeft aangemeld. Men plaatste het 80 centimeter lange ventje op eene tafel, opdat hij boven den lessenaar zou kunnen kijken. Hij was op schaatsen uit het vrij ver verwijderde Oude—Bildzij 1 overgekomen. Hij rijdt een flinken streek, zelfs tegen den wind in. groette bij hem. „Welke gunstige wind voert u tot mij „Ik wil eens zien, hoe het n ging,* ant woordde Clothilde's vader. „Hebt gij geen lust een kleine wandeling te maken op de Boulevards Sanguinet was dadelijk bereid en eenige oogenblikken later wandelden de beide heeren in druk gesprek, over het asphalt, in de richting der Madeleine-kerk. „Wat bebt gij toch eigenlijk met mijn advokaat Berquin aan den stok gehad vroeg Gémenos eensklaps. „Ik Volstrekt niets. Ik zie hem af en toe in de club, doch ken hem ternauwernood en heb nooit eenig geschil met hem gehad. Hoe komt gij tot deze vraag „Omdat hij zich onvriendelijk over u beeft uitgelaten.' „Inderdaad En om welke reden „Ik zeide hem, dat gij dacbt te trouwen, en dat ik wenschte, dat gij de tweede man mijner dochter zoudt wordeu.' „Het was toch niet noodig, nn reeds daarover te spreken.' „Toch wel, want ik moest hem raadplegen over de echtscheiding." „Beken liever, dat gij van hem eenige inlichtingen omtrent mij verlaDgdet. Doch die kon hij u moeielijk geven, want bij kent mij eerst sedert korten tijd." „O, hij zeide ook niets van uw verleden, waarvoor bij niets weel; maar bij sprak over u op een manier, die „Die bewijst dat ik bem niet beval. Dat spijt mij, maar ik kan er niets aan ver anderen." „Hij beweert, dat gij veel en hoog speelt.* „Dat ontken ik volstrekt niet. Ik heb mijn leven lang gespeeld en gij ook, waarde Gémenos.' „Nooit, behalve domino en piquet met z'n drieën.' „Pardon, speculeeren is cok spelen en dat is nog wel de gevaarlykste soort van allen. Wanneer ik niet gespeculeerd had op de stijgende en dalende noteeringen van hot varkensvleesch, dan ware ik nu niet een gefortuneerd man cn gjj evenmin, als gij niet hadt gespeculeerd op de rijzing en daling der ijzerprijzen en der miju-aandeelen. Gémenos wilde hiertegen iets inbrengen, maar zijn toekomstige schoonzoon viel hem in de rede, door te zeggen„Geloof mjj, mijn waarde, het baccarat is veel minder gevaarlijk. Bovendien ik vaar er niet slecht bij, want sedert mijn ballotage in de club heb ik ruim 50.000 francs gewonnen." „Das kunt gij mij ook zeer goed 300,000 francs voor mijn huis geven," meende de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1