Uit en voor de Pers. Builenlandsch Overzicht. sneeuwlaag bedekt. Toen nu de gemeente- opzichter, die het toezicht op het werkvolk welwillend op zich genomen had.ochtends om 7 ure eenige werkloozen voor den ar beid kwam wekken, kreeg hij vrij algemeen tot bescheid, dat het veel te vroeg was om aan het werk te gaan. Toen er te ongeveer tien uur nog maar weinigen waren versche nen, werd hem door de overigen geantwoord dat het weder te slecht washet sneeuw- vangen genomen, naar aanleiding van het feit, dat hij Donderdag j.1. di menigte ken waren, maar het zou maar al te duidelijk bewezen kunnen worden, dat Hij was ruim 38 jaar, toen hij stierf t Over den tegenwoordigeu Minister Ri- Eenige maanden later stond zijnegema- bot lezen wij in eene part. Corr. uit Pa- aanraadde „ds beurs te nemen,' waarop hij Nederland een plutocratie (geldregeering) lin terecht. Toen Maria Antoinette haar rijs aan de Telegraaf de volgende inte- later roet eeuige belhamels het beursgebouw heeft, wanneer wij eene liist der aandee- vaderstad Weenen verliet als aanstaande ressante karakterschets: U2J 'J i T 1VTTT J114 I l l7' is binneugedrongen. Ook tegen den persoon Siichting, die Zaterdag j.1. de menigte opruide en onder anderen adviseerde maar #te nemen als men niet kreeg", om vervolgens de menigte len machtig kunnen worden. de immers nog, „het was te nat.' streeks 12 ure was intusschen baan, behoorlijk afgezet met Om- een flinke een aantal vlaggepalen versierd, gereed gekomen, maar de zijbanen voor de toeschouwers waren nog maar een meter breed. Nu echter moesten de jrwerkloozen" gaan eten. En of men hen al aanspoorde nu eerst het werk af te ma ken, men ging „eten'. Om 3 ure zag men hier en daar nog een enkel man op de zij- banen bezig. De overigen zijn, zoover ik weet, niet van hnn diner teruggekeerd. Weinige dagen te voren was op voor gang van het hoofd der gemeente door de ingezetenen eene aanzienlijke som voor eene extrabedeeling en voor „werkverschaffing*4 bijeengebracht. Ik mag hier bijvoegen, dat te dezer plaatse zeer veel voor de beboef- tigen wordt gedaan. Wezenlijke armoede en gedwongen algemeene werkloosheid bestaat hier in den gewonen zin niet. De heer J. A. Kwast, o r - kestdirectenr te ARNHEM, heeft zijne be noeming te Warschau aangenomen, en zal volgens Gelria waarschijnlijk van de beste krachten der Arnhemsche orkestver- eeniging in zijne nieuwe woonplaats enga- geeren. Verschillende leden van het orkest gaan naar Chicago. Ook op den stal van E. Beers SLOOTEN (N.-H.) zijn alle door mond- en klauwzeer besmette koeien hersteld en is het verbod van toegang tot dat erf opgeheven. Nog 8 verschillende stallen wor den wegens het voorkomen van mond- en klauwzeer bewaakt. Twee van het zevental, dat verleden Zaterdagnacht een inval deed in de woning van den huisschilder L., te OOSTWOUD, zijn aangehouden en voor- loopig naar Alkmaar vervoerd. Het zijn twee broeders der vrouw. Tij delijk hielden zij hun verblijf te Opper does, hunne ouders en familie bezoekende) van uit Amerika, waar zij gevestigd zijn. In de volgende maand zouden beiden de terugreis weder ondernemen. Woensdag ochtend verlieten zij Opper does. Hieruit werd opgemaakt dat zij hun terugkeer bespoedigd hadden om eene mo gelijke vervolg'ng te ontgaan. net volgende beroep op de burgerij van AMSTERDAM is eergister verspreid: Stadgenootenl Wij wenden ons tot u met een dringend verzoek niet om een aalmoes vargen wij maar om uwe medewerking. De volgende vereenigingen: Nederl roomsch-katholieke Volksverbond, Patrimonium, Algemeen Ne> derlandsch werkliedenverbond, Neerlands werkman. Bouwmaatschappij tot verkrijging van eigen woningen, Handwerkers Vrien- heet het„De hongerlijdende moeten van staatswege geholpen worden wanneer de regeering aan ziehzelve en hare vrienden 41 millioen ten geschenke kan aan te voeren op den tocht naar het brood- geven, dan hebben de arbeiders minstens depot „Mercurius" op den Haarlemmerdijk, recht op evenveel." is proces-verbaal opgemaakt. Ook hij zal Aldus wordt er geoordeeld over de vermoedelijk wel het lot van Visser dcelen. personen; ziehier ook een voorbeeld hoe Het is der politie gelukt om de ver- er geoordeeld wordt over de wetgeving En later echtgenoote van Lodewijk XVI, had om arbeiders zoo te zeggen de geheele bevolking de geliefde prinses uitgeleide gedaan en de beste wenschen gingen met haar mede. Welk een ander geleide vergezelde haar nu! Overal was de gewapende macht op de been. De koningin, in het wit gekleed, werd geboeid op een kar weggereden. nergens te blijfplaats van Slichting, die vinden was, te ontdekken. Onmiddellijk zijn maatregelen genomen om hem te arresteerendaar hij echter de woning, waarin hij zijne toevlucht heeft genomen, Jan Steenstraat no. 37, niet wil verlaten, is er bij de rechtbank bevel tot inhechtenisneming aangevraagd. Onderwijl wordt het huis, waarvan de bewoonsters een minder goede reputatie geuieten, door de politie bewaakt. Naar men bericht heeft ook de heer Jansen van Galen, (evenals de heer v. Someren) zijn ontslag geuomen ait het comité voor de werkloozeD, daar hij zich niet kan vereenigen met het optreden van zijn medelid Geel. Wat zoo wordt er gevraagd be let hun (de arbeiJers) zich meester te maken van hetgeen zij dringend behoe de wetten Moedig beklom zij het schavot en kwart na twaalf viel haar hoofd, dat eveneens aan het volk werd vertoond, onder de kreten „Leve de republiek !a Tot zulke vreeselijke tooneelen leidt de onbeteugelde, geweldige hartstocht. ven?" En het antwoord is: „Wreede onmenschelijke wetten, die Totdat deze op haar beurt geketend wordt, iemand het recht ontzeggen op voedsel,ruwer dan te voren. De geschiedenis loopt kleeding en genot, in ruil voor eerlijken uit in de alleen-heerschappij van arbeid." Napoleon. Dat ophitsing tot opstand het doel is i Mochten wij luisteren naar de lessen van al deze onwaarheid en al deze ver- der geschiedenis! „In het verleden ligt dachtmaking, het wordt geenszins verbor- het hedenin het nu, wat worden zal gen gehouden. Integendeel, men komt er Versterkt moet worden het bewustzijn: openlijk voor uit in de ondubbelzinnigste j niemand onzer leeft zichzelven. Aange- bewoordingen. wakkerd worde vooral het vertrouwen Wij staan aan den vooravond van een op de onzinljjke dingen, op de almacht y... n tTij ,i„ o denkring, Concordialiter Nos, (timmerlie den) Gemeente-stratenmakersbond en vele andere vereenigingen, welke samen verschei den duizende ledsn tellen Onder hen vindt gij belijders van alle gezindten. Zij die thans langs de straten trekken tot uw last en tot uw schade zijn de onzen niet. Maar onder de onzen zijn velen zonder werk, weken, zelfs maanden lang. Hoe gaarne wij zouden zien dat werk verschaffing op groote schaal werd ter h-nd genomen, wij begrijpen dat dit thans bijna onmogelijk is. Maar zeer goed mogelijk is werkverschaf fing van ieder op kleine schaal, maar door zeer velen. Elk voorjaar is er gedureude korten tijd meer werk dan noodig is. Laat, wij vragen het u met aandrang, een gedeel te van "dat werk thans geschieden. Met komen met de goeden lust en met eenige inschikkelijkheid fir dp van uwen kant valt dat niet moeielijk. Geeft dit werk ten spoedigste aan uwe gewone werkbazen, opdat deze in de gelegenheid worden gesteld, het door op passende Amsterdamsche werklieden te doen uitroeren. Zend dus met den meesten spoed uw orders aan de respectieve werkbazen. Zeker zullen uwe orders stipt worden uitgevoerd. Stadgenooten werkt mede, want de nood stijgt.' üet Comité W. C. J. Pastoors, Pres. v. d. Ned. R. K. Volksbond, afd. Amsterdam. D. Sizoo, Pres. van Patrimonium, afd. Amsterdam. A. Post, vertegenwoordiger van het Alg. Ned. W erk liedt n verbond B. Hagen, vertegenwoordiger van de Bouwmaatschappij to°t verkrijging van eigen woningen. A. J. van der Hurk, vei tegenwoordige van Neerland» Werkman. Naar De Amsterdammer, Dagblad voor Nederland, verneemt, is tegen de personen, die gedurende de tochten door AMSTERDAM en vooral bij de samen komsten op den Gedempten Voorburgwal opruiende taal hebben gesproken, door de politie proces-verbaal opgemaakt. Visser niet het lid van het comité, maar een vroeger zaakwaarnemer, die in 1886 en '87, toen de werkloozen in het „Volkspark" bijeen kwamen, de meestop- ruieude taal uitsloeg, nog niet lang geleden op rijkskosten werd gevoed en thans een kroegje moet hebben op een der paden buiten de Raambarnere Aansporing tot Op stand. „Het smeult," schrijft De Seingever het orgaan der sociaal-democraten onder het spoorweg-personeel, boven een opstel, dat de blijkbare strekking heeft om tot opstand aan te hitsen. Hoe de gemoederen worden opgewon den door onwaarheid en valsche voorstel lingen, het blijkt ook weder in de ruim ste mate uit dat opstel. Werklodle arbeiders roepen om brood voor vrouw en kinderen, maar de regee ring weigert beslist deze arbeiders met hunnegezinnen van den hongernood te red den." „Er zullen geen millioenen, zelfs geen duizenden door de regeering be schikbaar gesteld worden tot het uitvoe ren van nuttige werken, maar wel tot het zenden van justitiebeambten en sol daten om de ongelukkige hongerlijders met geweld naar hun krotten te drijven, en als zij daar met de hunnen liggen te verkwijnen en te sterven, dan kan de huichelachtige regeerende klasse gerust zijn want doode arbeiders roepen niet meer om brood of om hooger loon, wijl het bestaande ontoereikende is om in alle redelijk gevoelde behoeften te voorzien." Eenige regels verder wordt er gezegd „Wij weten het toch hoe arbeiders, die rustig van eene vergadering huiswaarts keerden, door beschonken „ordeslaven met geweerkolven geslagen werden en zonder eenige aanleiding door gewapend in het water zijn gedrongen het is een feit, dat er gewonden zijn, dat or reeds „arbeidsbloed" gevloeid heeft en dat ar beiders door hun mede-proletariers in den soldatenrok op bevel van gegaloneerde geldaristocraten vermoord werden." Is het wel haast mogelijk, eene leu genachtiger schets te geven van de wer kelijkheid De regeering ja, zendt poli tie en militan n, doch niet om hongerlij ders naar hunne krotten te drijven, maar om aan schandelijke geweldpleging een einde te maken, om te beletten dat de samenleving aan wanorde wordt prijs ge geven, om niet aan gewetenlooze opruiers vrij spel te laten. Niet tegen rustige ar beiders trad het openbaar gezag op, maar tegen lieden die dat gezag openlijk tart ten en die van de „ongelukkige honger lijders" werktuigen trachtten te maken ter bereiking van politieke doeleinden Waarlijk niet voorbarig heeft de regee ring maatregelen genomen om in het Noorden rust en orde te herstellenHet was daar op vele plaatsen reeds zeer ver toestanden van wanorde vóórdat er de eerste soldaat verscheen. Dat hier te lande de overheid veeleer al te lankmoedig dan te ruw optreedt, het is in de laatste dagen nog te Amsterdam gebleken bij de schandelijke tooneelen van wanorde, die daar hebben plaats ge- had. Geen millioenen, geen worden beschikbaar gesteld voor tige werken, de regeering weigert be slist de arbeiders van den dood te redden Zou men niet meenen, dat wij in Neder land eene regeering hadden, die onver schillig is voor de welvaart des lands en opzettelijk de bevolking laat verhongeren Hebben de lieden, die zóó schrijven, nooit eens nagegaan welke sommen er jaarlijks op de begrooting worden uitge trokken voor openbare werken Weten zij niet, hoe reusachtig de ontwikkeling is, die het land te danken heeft aan de vreeselijke catastrophe. Nu hongeroproe ren, straks misschien een formeele opstand, de maatschappelijke omwenteling, zoo lang gevreesd door de bezitters, die alles te verliezen hebben, zoo smachtend verlangd ning der misdeelden. door de proletariërs, die alles zullen win nen. „De revolutie is wel is waar een ge welddadig, doch noodzakelijk middel om de arbeidende klasse te verlossen uit armoede en loonslavernij. Wij beweren niet, dat de revolutie het menschdom zal bevrijden van zijne harstochten of ondeug den, maar zij is het middel om den slag boom te openen, waardoor wij kunnen komen tot het verbeteren en elele." Welke middelen men zooal bruikbaar acht om dit „betere en edele" te berei ken, het blijkt uit eene andere uitlating hetzelfde blad. „Laat zegt het der liefde. Vermeerderd worde eenerzijds de billijkheidszin en de vi ij willige toe wijding aan het welzijn van den minder bevoorrechte, anderszijds de eigen inspan- Van beide zijden worde schuld erkend, en gewaardeerd worde elke poging tot herstelling van fouten. Zulk een waarachtige wederge boorte is wat beters, dan oproer en ge weldpleging. Zij brengt ons naar het rijk des vredes. in de regeering maar heel veel troepen ver voeren naar de Noordelijk provinciën, hoe meer, hoe beter, des te spoediger is het overige gedeelte van Nederland zonder troepen. Breekt daar de boel los, dan is hot altijd nog vroeg genoeg om geen enkel volksmoordenaar of moordwerktuig naar de vroegere garnizoenen terug te voeren, want in een enkelen nacht zien we best kans om alle lijnen boven Zwolle onbruik baar te maken; daarvoor kennen we een probaat middel en alvorens de lijnen weer bruikbaar zijn, kan het revolutionaire proletariaat reeds heel wat voordeelen behaald hebben, die van onberekenbaren invloed kunnen zijn op den loop der za ken." Eene bedreiging dus met vernielen der spoorwegen, om aan den opstand gelegen heid te geven het terrein te vermeeste ren: Zóo ver durft in ons Nederland deze partij reeds te gaan. Alzoo de Nieuwe Rott. Ct. Niet opgepast schijnt het ons toe, hierop te laten volgen, wat wij in Nieuw Leven lezen onder het opschrift voor* lioncleril jaren. Naar aanleiding van den herinnerings dag 21 Januari, schrijft N. L. Het is den 21sten Januari juist hon derd jaren geleden, dat Lodewijk XVI, koning van Frankrijk, maar onttroonden veroordeeld, het schavot beklom. Den avond te voren had hij een aandoenlijk afscheid genomen van de zijnen. ;Na den nacht tamelijk rustig te hebben doorge bracht, liet hij zich kleeden. Vervolgens overhandigde bij aan zjjn kamerdienaar zijn trouwring, om dezen als een stom vaarwel aan de koningin te doen toeko men. Te negen uren was zijn tijd geko men. Bij de poort der gevangenis riepen eenige zwakke stemmen „Genade Zij werden evenmin gehoord, als de vertoo- gen van vreemde hoven, nog tijdens het proces ingediend. Overigens heersehte overal doodsche stilte. Langs den weg stonden geheele rijen van gewapenden en de kanonnen vertoonden hun dreigend voorkomen. Het rjjtuig rolde langzaam duizenden voort. Lodewijk las er de gebeden der nut- stervenden. Met klokslag van tien uur zijn zij ter bestemder plaatse. De trommels roffelen. „Stilte roept de koning met luide stem. Hij beklimt het schavot. Nu trekt hij zijn donkerbruinen rok uit en staat in een wit flanellen wambuis gekleed. De scherprechters treden toe om hem te bindenmaar hij stoot ze terug. Eerst als zijn biechtvader hem herinnert, dat ook Jezus zich geduldig binden liet, geeft hij zich over. Toch treedt hij nog naar den rand van het schavot en zegt De graaf van PARIJS zou geen pretendent moeten zijn om niet van de tegenspoeden van een gehaat regee- ringsstelsel, al is dit op zich zelf zonder schuld aan de ramp, voordeel te willen trekken. Het is evenwel de vraag of hij door het schrijven van zjjn vertegenwoor diger in Frankrijk, den graaf d'Hausson- ville, dit doel zal bereiken. Nergens schijnt deze boetpredicatie tegen de republiek diepen indruk te hebben gemaakt; inte gendeel wordt er vrij koel van kennis genomen en geeft ze veeleer aanleiding tot het opsommen van eenige onaange name herinneringen aan den tijd dat het Orleanisme aan de regeering was. Graaf d' Ilaussonville, die den tegen- woordigen strijd tegen liet kapitaal afkeurt en aan het republikeinsch regime ver wijt dat het de geldverspilling zonder twijfel iets ongewoons voor een Orleans in de hand werkt, vergeet dat de Juli monarchie te slechter faam bekend stond wegens haar geldzucht en gewetenlooze schraapzucht. "Was het niet Louis Phi- lippe, die de wet wist te ontduiken, waar het zijn bijzonder vermogen betrof? Was hij het niet, die zich van het vermogen van den op geheimzinnige wijze om het leven gekomen hertog van Condé mees ter maakte, onder verdenking van testa- mentsvervalsching? Was het niet onder den Burgerkoning, dat het budget van jaar tot jaar steeg, zoodat eindelijk de schuldenlast vijf millioen bedroeg en het deficit geregeld terugkeerde? Ontzag hij iets of iemand zoodra zijn kas in het spel was? Was het niet Louis Philippe, die er voor zorgde, zich van baatzuchtige en is heden ge verbetering en uitbreiding der verkeers- duidelijk „Franschen ik sterf onscliul- wegen in de laatste veertig-jaren Die beschuldiging, dat er geen duizen den beschikbaar zijn voor nuttige werken, moet dienst doen als tegenstelling. On middellijk daaraan vooraf gaat namelijk eene poging om het bankoctrooi, het Bi>- liton-contract en den aankoop van het Rijnspoor gelijk te stellen met het Pana ma-schandaalen met het bankoctrooi wordt dan de naam van den minister Pierson, met de overeenkomst met de Rijnspoorweg-maatschappij die van den minister Van Tienhoven in ver and ge bracht. „Naturlijk" zoo heet het „gaat het hoogst bezwaarlijk om aan te toonen, welke regeeringspersonen recht streeks of door middel van hun familie- digdat zeg ik u hier, op het punt voor God te verschijnen. Ik vergeef mijn vijanden. Ik wensch, dat Frankrijk Een generaal te paard komt aanrennen en roept met opgeheven hand „Tam boers De trommen verdooven nu Lo- dewijks stem. „Scherprechtersdoet uw plichtZij binden de ongelukkigen vorst op de plank. De biechtvader bukt zich en spreekt„Zoon van den heiligen Lodewijkvaar ten hemelDe bijl valt neer. De scherprechter Samson toont het hoofd aan de woest juichende me nigte. Lodewijk boette voor de zonden zijner vaderen, voor de stelselmatige onderdruk king van het volk door hof en adel. Hij karakterlooze lieden te omringen, om zelf de handen vrij te hebben Stond de om- kooperij, de onderkruiperij en elk mid del, door lage winstzucht ingegeven, ooit in grooter bloei dan onder de Juli-mo- narchie? Was het niet de minister Tes- te, die voor zijn schuld, dat hij zich had laten omkoopen, in de gevangenis boet te? Was het niet de eerste minister van Louis Philippe, de heer Guizot, wiens Enrichissez-vous een treurige vermaardheid heeft verkregen, die omkooperijen bij be noemingen tot staatsambten verontschul digde met het beweren, dat plaatsver wisseling en plaatsverkooping bij de re kenkamer altijd gebruikelijk waren ge weest Dit alles schijnt de vertegenwoordi ger van den graaf van Parijs te hebben vergeten, maar waarschijnlijk is het niet, dat het Fransche volk deze herinnerin gen reeds uit het geheugen heeft verlo ren, evenmin als het zal vergeten zijn, dat het de Orleanzen waren, die in 1870- 71 aan het vertrapte en lijdende Frank rijk, dat vijf milliarden aan zijn over- wiunaars moest betalen, twintig millioen terugvroegen Maar ook de graaf d'Haussonville moet zich eenigermate hiervan bewust zijn, waarom anders zou hij zijn partijgenooten, den monarchisten, den raad geven ook bij de aanstaande verkiezingen het oude verstoppertjes-spel te spelen en niet de royalistische vlag te ontplooien? Tegenover de kiezers niet spreken over den regeeringsvorm, de monarchie niet als troef tegen de republiek uitspelen, dit is de oude politiek, door de monarchisten herhaaldelijk reeds toegepast in de laatste jaren, maar altijd opnieuw veroordeeld door het algemeen stemrecht. De bekentenis, welke zich tusschen de regels van den brief van den graaf d'Haussonville laat lezen, dat men het niet waagt de republiek openlijk aan te tasten, getuigt voldoende van haar kracht en stabiliteit. Met zulk een getuigenis uit den mond hunner tegenstanders, knn- nen de republikeinen met kalmte de Alles komt terecht voor hem die de kunst verstaat zijn tijd af te wachten De heer Ribot heeft de waarheid van dit spreekwoord ondervonden. Reeds bij na twintig jaar houdt hij zich met de politiek bezig,en eerst sinds twee maanden, is zijn droom werkelijkheid geworden hjj is voorzitter van den ministerraad. De heer Ribot is een man van zeer groote verdienste, een man va n het hout, waaruit men de ware staatslieden snijdt. Het oogenblik is nu gunstig om zijne politieke loopbaan na te gaan en zich af te vragen of zij gelijk hebben, die bewe ren, dat Frankrijk met Ribot aan het hoofd moet achteruitgaan. Het tegendeel is waar. Niet alleen hebben Frankrijks ware vrienden niets van de toekomst te vreezen, maar men kan zelfs beweren, dat de republiek krachtiger zal te voor schijn treden uit de verschrikkelijke be proeving, die zij tegenwoordig te door staan heeft. En, wanneer men beweert, dat Frankrijk dezen gelukkigen afloop in de eerste plaats aan president CAR- NOT te danken heeft, dan is het tevens niet meer dan billijk te erkennen, dat ook de heer RIBOT sinds Panama is losgebarsten, blijken heeft gegeven van den juisten bük en de vaste hand, die den rechten staatsman kenmerken. Daarbij was het politieke leven van den heer Ribot tot dusver zonder smet of blaam. Tijdens den gedenk «vaardigen 16en Mei, toen maarschalk Mac Mahon op het ongelukkige denkbeeld kwam den lieer Jules Simon zijn ontslag te geven en de heeren de Broglie en de Fourtou aan het bewind te roepen, was de heer Ribot secretarisgeneraal aan het depar tement van Jpstitie, onder den heer Du- faure als chef. Yan den beginne af koos de heer Ribot partij bij werd lid van het comité de resistance légale welks taak het was, de handelingen der tegenstan ders van de republiek na te gaan. Aan Ribot was de redactie opgedragen der gedenkwaardige memorie tegen liet uit stel van de verkiezingen. Men herinnert zich de bewonderenswaardige beweging onder leiding van Tiers, die voor den afloop stierf, en van Gambette, bekroond door de overwinning der 363. De lieer Ribot behoorde ook tot deze overwinnaars. Toen hij door het district Boulogne-sur-Mer naar de Kamer was afgevaardigd, liet hij zich bij het lin ke rcentrum inschrijven. Deze groep is nu nog slechts een historisch belang, maar aan de republiek heeft zij vele diensten bewezenhaar orgaan was le Parlementsedert samengesmolten met het Journal des Débats. De heer Ribot leidde le Parlement op een schitterende wijzehij gat aan het blad een zekere distinctie en een weinig van de aristo cratie, die zijne manieren en zijn karak ter kenmerken, maar vooral kenmerkte zijn blad zich door eerlijkheid, die Ribot deed weigeren mee te gaan met de overige republikeinen in zake de besluiten, welke Jules Ferry had uitgedacht tegen de geestelijke congregatiën. De heer Ribot werd in 1881, 1885 en 1889 herkozen en nam steeds ijverig deel aan de werkzaamheden van het wetgevend lichaam. Als lid van com- missiën en als spreker gaf hij zijne adviezen in alle belangrijke aangelegen heden. Ribot was rapporteur van het wetsontwerp, waarbij de benoeming van maires en adjuncten aan de gemeente raden wordt opgedragen en tevens alge meen rapporteur der begrooting van 1883. Bij die gelegenheid gaf hij blijken van groote belangstelling in moeielijke vraagstukken, veel goeden wil om ze op te lossen en eene zeld zame vaardigheid in het omspringen met cijfers. Ribot zou ongetwijfeld den heer Rouvier hebben opgevolgd, maar, nu hij eenmaal met vrucht werkzaam was ge weest als minister van buitenlandsche zaken, gaf hij de voorkeur aan het be sturen der binnenlandsche zaken, om de algemeene verkiezingen voor te bereiden, die waarschijnlijk onder zijn ministerie zullen plaats hebben. In de politiek is de heer Ribot een doctrinair, die langzaam tot de vrijheid is gekomen. Hij heeft zichzelven een regel gesteld, waarvan hij nooit is afgeweken: in alles en altijd de rechte lijn te volgen. Terwijl liij vroeger verdacht werd van al te groote gematigdheid, heeft Ribot nu het volle vertrouwen weten te vero veren van de republikeinsche partij. Drie jaar geleden weigerde hij met den heer Léon Say een afgescheiden groep te vor men, die voor de linkerzijde zou geweest zijn wat de fractie Piou voor de rechter zijde tracht te wezen. Door te weigeren zich af .te scheiden van het groote leger om een achterhoede te vormen, is de heer Ribot, toen zijn uur geslagen was, regelrecht opgeklommen tot het hooge ambt, dat zijn eerzucht hem voorspiegelde. Nu reeds is de heer Ribot zoo dicht bij den presidentszetel gekomen, dat hij zeker wel in aanmerking zal komen, indien de heer Carnot mocht aftreden. In den dagelijkschen omgang is de heer Ribot een minzaam mensch, met een vlug en fijn verstand, een aangenaam prater, die evenals alle goede redenaars, niets meer zegt dan hetgeen hij wil zeggen. Het is misschien niet van belang ont bloot er aan te herinneren, dat tijdens leden, partij vrienden en klassegenooten zelf had het goede voor, doch het was aanstaande algemeene verkiezingen tege-I '}e erbanning der prinsen, leden van de hii Jn drie ondernemen betrok-, te laat om den stroom nog te keeren.Inriet zien. dynastieën, die over frankrijk geregeerd bij een dezer drie ondernemingen betrok- j nog i moet zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2