Uit en voor de Pers. Gemengd Nieuws. i" Verder bericht men, dat het kanaal bij V eisen omstreeks 10 meter diep is De lijken der ongelnkkigen zijn nog niet gevonden. De brug is gesloten, dus geen onpont- houd voor de treinen, maar voor het oogen- 18 de vaart op het Noordieekanaal gestremd. Maartregelen werden genomen om de locomotief gisteren te lichten. Het naar zee bestemde Engelsch stoom- scnip Lord Eslington, voor de brug lig gende, kan niet passeeren. Gisteren is men den geheelen da? ijverig i bezig geweest met het lichten van de locomotief. Na ontzettend veel moeite kwam s avonds om 6 uur 35 tot vreugde van allen de bulferbalk al boven en langzaam werd de kap zichtbaar, en een lantaarn ijzer. Toen werd het werk gestaakt, want, daar de machine blijkbaar bij het rijzen op der. kant was gekomen, vereischte het in donker te veel tijd om haar op den schuit te hijsehen, die haar moet brengen voor de groote kraan, aan de Handelskade te Amsterdam. Een der buffers bleek gebroken. De lengte der tenderlocomolief bedraagt 6 meter 50zij weegt onbelast 17 tonnen. Zij, die in spanning van 's morgens tot 's avonds hadden staan wachten, om iets naders te vernemen omtrent hen die bij het ongeluk waren omgekomen, konden weer onvoldaan huiswaarts keeren. 't Treurigst was dit voor de ongelukkige brnid van De Nijs, die de volgende week met den rangeerder in 't huwelijk hoopte te treden. In Haarlem wachtten de vader en de znster van den jongen Ooster man, uit Den Bosch overgekomen, de tij ding af, dat het lijk van den jongeling zou zijn gevonden, ongetroost gingen zij den nacht in. De werklieden verlieten de bokkeD, om hedenochtend te 6 uur den arbeid (e her vatten. Thans vreest men, dat de lijken door de strooming naar zee zijn gedreven. Van daag zou het kanaal bij IJmuiden worden gedregd. Vooreen paar dagen streek uit een groote vlucht wilde zwanen een vermoeide neder op het land van den heer H. onder BARSINGERHORN. Het dier werd zonder veel moeite gevangen en ge kortwiekt en in de sloten om de boerderij vrij gelaten, waar de schoone vogel zich blijkbaar best in kan voegen. Bij den landman J. de Goede te OPMEER is besmettelijk mond- en klauwzeer uitgebroken. De advocaat Troelstra, uit LEEUWARDEN, die Dinsdagavond te Ap pelscha optrad als spreker, ontving na de vergadering de aanzegging dat hij was ge verbaliseerd wegens beleediging van het openbaar gezag. Te YLAARDINGEN heerscht onder de paarden in buitengewonen graad de in fluenza. Enkele zijn daaraan reeds gestorver. N a b ij BOXTEL is gisteren op den spoortrein geschoten. De kogel kwam terecht in een compartiment, waarin de ood-burgemeester van Eindhoven en oud lid der Eerste Kaïner de heer Smits van Oven gezeten was. Gelukkig werd niemand getroffen. Ontzettend dom b ij geloof. Een gegoed ingezetene uit de gemeente BORGER heeft een kind, dat door een ongelukkig toeval een breuk kreeg. Dade lijk riep men de hulp vau een geneesheer in, ja meer dan één maar daar het kind niet dadelijk genas, vertrouwde men de geleerden niet. Een beter middel werd bij de hand genomen een middel, dat uiet faalde. Te Ide, gemeente Vries, immers woont een vrouw, die breuken kar: ge nezen op zoo'n eenvoudige manier, dat alle heeren doktoren er bij in het uiet zinken. Daar moest men heen! Wel was 't een lange en moaielijke reis, maar wat doet dat er toe? 't Kind kon daar genezing vinden en wat doen dan bedroefde ouders al niet De tocht wordt aanvaard en men komt ter plaatse; men vindt de vrouw en dade lijk is zij genegen het kind te helpen. Zij geeft den vader van het kind een.... spijker, dien hij in een door haar aange wezen boom moet slaan en 't kind kan zeker van de genezing zijn. Vol moed wordt de terugtocht ondernomen en het vertrouwen op den goeden afloop doet alle doctoren buiten hunne woning houden. Ide s vrouw weet 't alleen Te Ide moeten drie boomen staan, wier stammen doorgenageld zijn van breuk- spijkers; is men dubbel gebroken, dan slaat men twee spijkers en de zaak is in orde Onderde Friesche veehou ders circuleert een adres aan Gedeputeer de Staten, houdende verzoek om, nu het mond- en klauwzeer in Friesland niet meer voorkomt, den invoer van vee uit andere provinciën te verbieden, in elk geval den invoer van Ncordhollandsche koe kalveren te beletten. Voor enkele dagen keerde W. Veld te WILLEMSOORD met vree- selijke kiespijn huiswaarts. Hij ging mtt een spijker en een lucifersstokje in het tand- vleesch peuteren met het gevolg, dat kor ten tijd daarna hoofd en mond hevig op zwollen en onuitstaanbare pijn veroorzaak- ten. Dr. Koster uit Steenwijk ter hulp ge roepen, stelde, na onderzoek, bloedvergifti ging vast, en kon niet verhinderen, dat de man den volgenden dag onder vreeselijke pijnen overleed. —-Een aantal onderwijzrs in Friesland, allen overtuigd van het groote gevaar dat het gebruik van sterken drank met zich sleept, voor de individuen niet minder dan voor het geheele volk, hebben zich vereenigd tot eene Friesche Onder wijzers-propaganda-clnb. Het hoofldoel der club is: het propigeeren van de onthou dingsbeginselen onder den onderwijzers-stand en het aantal drankbestrijders te vermeer deren uit de rijen der onderwijzers, daar deze een machtigen invloed ten goede kunnen uitoefenen. De heer F. M. Schmidt te Stiens, door wiens bemoeiingen deze club in het leven werd geroepen, belast zich voorloopig met de correspondentie. De Spectator geeft eeD aardige plaat over de voorbarigheid waarmee de eerste Kamer op de Kieswet- ontwerpen is aangevallen. Wij ziju io de keuken van staat. De ketel, waarin de kieswet is besloten, hangt over '1 vuur en terwijl de jonge keukenprinses, de Tweede Kamer, zich gereed inaakt haar van 't vnur te tillen, grijpt ook de oudere, de Eerste Kamer, er naar. De opperkok, minister Tak van Poort vliet, roept laatstgenoemde waarschuwend toe Wacht je tijd afzoo braüdt gij de vingers Vermogensbelasting. Do or tnsschenkomst van de commissarisseu der Koningin heeft de minister van financien in verband met de bepalingen der wet op de vermogensbelasting, aan de burgemees ters verzocht om tot de naleving vau som mige artikelen dier wet hunne medewerking te willen verleenen. Nieuwe ï'artyg'roepee- rins- Zelfs op „onomstootelijke stellingen" gegrondveste politieke partijen, wijzigen zich naar den geest der tijden. De Aanwijzer, die er op wijst, hoe de anti-revolutionaire partij aan beide vleugels den godsdienst buiten de politiek gaat plaatsen en in praktijk aldus de scheiding van Kerk en staat betracht, maakt te dien opzichte de volgende op merking „Bij de mannen van hooge positie is het thans kiezen of deelen geworden. Wie nog blijven hopen dat de oude coalitie bestendigd zal blijven, nemen tegenover Tak's kieswet een sympathieke houding aan mar het andere deel dier club wordt al meer en meer onaandoenlijk voor de kieswetuitbreidingvan aristocraten is het begrijpelijk dat ze de democratie onge negen zijn, al is het ook christelijke de mocratie. „En aan de andere zijde zien we dezer dagen het opmerkelijk verschijnsel dat op meer dan één plaats in de provincie Friesland aansluiting word bewerkstelligd tusschen de volkspartij en Patrimonium, onlangs zagen we deze twee partijen ver eenigd optreden te Rinsumageestthans lezen we dat te Achlum besloten is de handen ineen te slaan in de overweging dat de kerkelijke zaken bij het maatschap pelijk vraagstuk geheel buiten spel kun nen blijven. Bij de liberale partij zullen we wel spoedig hetzelfde algemeen zien worden, vooral wanneer het ontwerpTak verworpen wordt en het Kabinet tot Ka mer-ontbinding overgaat. Voor wie niet blind is voor de dingen van den dag moet het duidelijk zijn, dat de politieke stroom thans in bijzondere omstandigheden verkeerthet groote blok dat in den stroom gewenteld, dien vloed belemmert, is oor zaak, dat de partijen hebben te kiezen of ze naar links of naar rechts den boeg zullen wenden om op dat gevaarte niet te pletter te stooten. „Wat we reeds vroeger voorspelden, moet zich eerlang bewaarheden er moet een nieuwe partijgroepeering komen en wel in twee fractiesdie der demo cratie en der plutocratie. Beperking van staats bnr-gerlijk;e vrijheid? In een vorig nummer deelden wij onzen lezers mede, hoe door het „Schooltoe zicht" in het district Leeuwarden, per circulare den onderwijzers er op was ge- j wezen, dat zij die middellijk of onmid dellijk steun verleenen aan eenige partij, wier doel is omverwerping der bestaande orde gelijk nu op het te Zwolle den 25 en 26 Dec. jl, gehouden socialistisch Congres is gebleken „zich schuldig maken aan eigenlijke plichtverzaking en zich herhaald bloot stellen aan het ge vaar, uit hunne betrekking te worden ontslagen. Menigeen, die dit las, zal in het eerste oogenblik zich wellicht hebben afgevraagd of dat „Schooltoezicht" zich niet ging schuldig maken aan het beperken der staatsburgerlijke vrijheid, toen het aan het slot zijner circulaire er nog aan toe voegde „Zoodra daartoe termen zijn, zal eene voordracht van onze zijde ingevolge ait. 29. litt. b. en c. en art. 31 der wet op het lager onderwijs niet uitblijven." De Friesche Courant, geeft dienaan gaande de volgende beschouwing „Ja, onze wetgeving op de drukpers, het recht van vergaderen en de vrijheid van het woord is zoo vrijgevig, als men slechts in weinige landen zal aantreffen. Ieder mag zeggen en schrijven be houdens zijne verantwoordelijkheid voor de wet wat hem in den mond komt of uit de pen vloeit. Maar dat het schooltoezicht niet langer wil toestaan, na aanneming der bekende motie te Zwolle op het socia listisch congres, dat ambtenaren openlijk verklaren, dat ze mede zullen werken aan de omverwerping der bestaande orde met alle haar ten dienste staande mid delen, geoorloofde en ongeoorloofde dat is niets anders dan de uitoefening van een plicht, haar gebiedend in 't be lang van de algemeene rust en veiligheid voorgeschreven „Ze treedt nu nog waarschuwend op, en dat is nu meenigeen in de mee ning verkeert, dat hij volkomen in zijn recht is, wanneer hij de regeering be stookt zeer humaan. „Ieder onderwijzer weet nu, waaraan hij zich te houden heeft. Gaat hij door, zich openlijk tegen de bestaande maat schappelijke orde en de regeering te ver klaren hij beloopt de kans van ont slagen te worden. „Ieder ambtenaar in hoogeren en lageren rang, zei de heer van Weideren Rengers in de Eerste Kamer, moet medewerken tot den goeden gang van het Staatsbe stuur, tot handhaving van de maatschap pelijke instellingen ook buiten amb telijken kring. Volkomen vrijheid kan voor ambtenaren niet worden geduld als voor ambteloozen- Zeker allerminst voor lagere onderwijzers. Een onderwijzer kan niet in de scljool het Wien Neerlands bloed" aanheffen „voor vaderland en vorst," en buiten de school de ouders en ver wanten v»n leerlingen aansporen, dyna miet aan^e wenden tegen de vorsten. Geen inquisitoriale dwang wordt beoogd, maar men mag vergen, dat de opvoeders der jeugd werkzaam zijn in hun kring tot bevestiging van het algemeen welzijn en de maatschappelijke orde. „Zooishet. Wie daaraan niet kan of wensclit te voldoen, liij vrage ontslag en kieze een anderen werkkring, waarin hij vrij is om zijne politieke opinie in 't openbare te verkondigen, maar blijve niet het loon van den staat trekken, waarvan hij openlijk verklaart een vijand te zijn. „Verbeeld u een bediende, die zoo nu en dan eens voor het huis van zijn pa troon ging staan, in vergaderingen en in geschrifte verkondigde aan ieder die het wilde hooren, dat zijn patroon zijn zaken maar slecht had ingericht, dat hjj hen zou bestrijden en zoo noodig, door middelen van geweld noodzaken anders te handelen. Wij gelooven niet, dat de patroon hem zou waarschuwen en zeggen schei toch uit met mij zulke zaken ten laste te leggen, want ga je zoo door dan wordt het gevolg er van, dat ik je uit mijn dienst ontsla. Hij zou hem uit zijn dienst ontslaan, met de boodschap dat je mij bestrijdt, dat is jou zaak, maar dat ik je niet in mijn dienst wil hebben, dat is mijn zaak Je kunt dus vertrekken, hier is je loon Nu ben je volkomen vrij De Kamer-Correspond. van het Hand. schrijft er 't volgende over: „De vraag is of het in het belang der maatschappelijke orde voldoende is, dat de onderwijzer aan die orde geen schade toebrengt, en niet veeleer van den onder wijzer positieve medewerking in het belang der maatschappelijke en staatkundige instellingen mag gevorderd worden. De opleiding o. a. tot maatschappelijke deug den behoort tot de taak der onderwijzers en daartoe zal toch wel behooren de eerbied voor eens anders goed, gehecht heid aan de vaderlaudsche instellingen. Bestaat er niet gegronde vrees, dat veel meer onderwijzers in dit opzicht te kort schieten dan het schooltoezicht door de constateering van welbewezen feiten van inbruik op de maatschappelijke orde aan het licht kan brengen De regeering dient deze quaestie, welke inderdaad niet zoo gemakkelijk is op te lossen, met ernst onder de oogen te zien. Zij raakt de opleiding, de aanstelling en de bezoldiging der onderwijzers. Er is in deze dingen op karaktereigenschappen te letten, die moeielijker zijn te constatee- ren dan het bezit van eenige kundighe den meer of minder." Hendrik Ibsen, met een goed gevolde beurs (hij had 2000 kronen met dit zaakje verdiend; naar Bergen terugkeerde. Een vijftienjarge knaap i s j dezer dsgen door twee vossen aangevallen in d n omtrek van Esselingen (Zwitserseh kanton Zürich). Dj vossen a!eept-n hem vierhonderd meter ver mee en brachten hem, in z:jn worsteling om van hen af ie komen, vijf-en-dertig wonden toe. De uitgehongerde dieren hadden hem stuk ken vleesch ter grootte van een ei uit het lich-.am gebeten en slechts met moeite kon da sterke jongen door vuistslagen ver- I hinderen dat de beesten hem in 't gezicht kwetsuren toebrachten. De knaap werd door zijn vader, die met zijn geweer de vossen op de vlucht jieg, op 't laatste oogenblik gered. Tan de bijgekomen vereemgingen wera De Se di ai o e médicale deelt mede, dat er eerstdaags eene interna tionale conferentie zal gehouden worden Ier bespreking der maatregelen, tot bestrij ding der cholera te nemen, en tot op richting van een internationaal sanitair bureau voor informatie. De directeur van den schouwburg te Stavanger ontving dezer dagen het volgende schrijven: »Ik huur uwe zaal morgen. Laat in alle dagbladëD plaatsen Lezing over de moderne vrouw. Toegansprijs 2 kronen. Hendrik Ibsen.'" Met buitengewone vreugde voldeed de directeur aan deze opdracht. Daar verscheen Hendrik Ibsen. Het was evenwel niet de beroemde schrijver van dien naam, maar een handelsreiziger uit Bergen, die ook Hendrik Ibsen heette. Groot wss de verbazirg en teleurstelling van het publiek. Het protesteerde en vroeg zijn geld teiug, maar de directeur zeide, dat bij er riets aan doen ken. Hel slot der geschiedenis was, dat de handelsreiziger Het bankbiljet. Gisteren- avond heb ik voor onze kiesrereeniging ge sproken; men wil mij candidatt stellen voor den gemeenteraad en nu heb ik op de vergadering mijn program uiteengezet. Toen ik nu van de vergadering huiswaarts keerde en in mijn eentje over mijn speech en de debatten liep na te denken, kwam mij iemand achterop. „Hei, Mijnheer! Een oog nblikje, als 't u belieft!" werd er ge roepen. Ik bleef staan, Mijnheer zoudt u mij niet aan een paar rijksdaalders willen helpen?" vroeg de man, toen hij mij ge naderd was. „Een paar rijksdaalders en waarvoor?'"' vroeg ik. Hij beantwoordde mijn vraag niet, maar ging voort: Heeft u ze?" „Wel, natunrlijk ja!" zei ik. „Na, dan moet n ze mij geven, dan moet u mij helpen, zooals ik u eenmaal geholpen heb." „Kerel hoe maak je het?" riep ik uit. Had ik dat vandaag durven denken, dat ik mijn redder, mijn weldoener terug zou zien. Ga mee naar mijn huis en logeer van nacht bij ons. Je zult mijn vrouw en dochter welkom wezen. Wat hebben wij vaak over je gesproken! Kom, haasten wij ons." De man vroeg nog eens om een paar rijksdaalders, maakte tegenwerpingen, maar ik wist hem te bepraten en een kwartier daarna waren we thuis en sprak ik verheugd bij het binnentreden, Vrouwlief, daar is de man van het bankbiljet. Maak gauw de logeerkamer in orde, Betsie." Mijne vrouw sloeg de handen verbaasd ineen, dribbelde naar de keuken en zette den man spoedig een glas melk en een paar boterhammen voor. Ik ging naar den kelder en haalde een flesch van het jaar '54. Weldra zateu wij gezellig bij elkan der. „Ja," begon ik, »dat bankbiljet is mijn opkomst geweest. Toen ik het van u kreeg, was ik zoo arm als Job en nu hier zijn ze (ik legde mijn beurs op tafel) en ik wordt nog raadslid ook.Dat bank biljet, nooit zal ik het vergeten, neen ze zullen mij er mee begraven." fis hel dan nog in uw bezit?" vroeg hiJ- „Welzeker," zei ik. ,/Niet waar, vrouw, 't is veilig bewaard, hè? Niemand zou het ooit kunnen vinden, ha, ha! Mijne vrouw heeft het in haar corset ge naaid." De fleseh was leeg en wij gingen naar bed. Ik heb slecht geslapenwant de kiezers, de gemeenteraad, mijn weldoener, een oaar rijksdaalders, het bankbiljet, ze woelden in mijn hoofd om en hielden den sLap van mij. Vanmorgen aan het ontbijt nam ik mijn gast eens op en zag, dat hij er schraaltjes instak. Ik heb hem daarom onder vier oo gen genomen hij was niet meer de man van vroeger. Omdat ik hem veel, neen, alles verschul digd ben, heb ik een pak kleeren uit de kast gehaald en hem bij het afscheid vijf briefjts van honderd in de hand gestopt. Ik heb een kar besteld en hem naar het naaste station laten rijden. Eu daar komt me een oogenblik later mijn buurman. //V at had jij deftig bezoek van morgen," zegt hij. Ik zeg, „buurman, ik weet, dat je zwij gen kunt. Luister. Tien jaar geleden was ik doodarm. Daar ontmoette ik op zekeren dag dien man. Hij was net gekleed en deed zich voor als een man van de wereld. Wij maakten kennis en uit medelijden stel- hij mij een bankbiljet vau honderdgulden ter had. Opgetogen van vreugde giug ik naar huis. Onderweg kwam ik in een her berg, waar eene verkooping werd gehouden. Tuk op winst, hield ik mijn briefje gereed en wachtte op een gunstig koopje. Daar werd een piano geveild, ik bood en werd kooper voor zestig gulden. Nog had ik het ding niet betaald of er kwam een dame die naar de piano vroeg en toen zij hoorde dat die al verkocht was kwam zij bij mij en bood mij terstond 25 gld. winst. Ik deed het en zoo is mijn fortuin begonnen. Ik heb eerst in't klein, later in het groot gespeculeerd en ben nu een gezeten man.En dat dank ik aandat bank biljet of liever aan dien man. Nu heb ik hem ontmoet en hem het bil jet met rente terugbetaald." „En je bent er aardig ingeloopen, "zei buurman. Toen werd ik nijdig, matr buur man herhaalde doodbedaard, „er aardig in- geloopen "eu vroeg» was dat biljet wel echt?" Mijne vrouw gin? even de kamer uit en kwam een oogenblik later terug met het biljet. Buurman schaterde van lachen, toen bij het bekeken had. „Lees", riep hij, „daar staat het, honlerd sigaren!" En waarliik het ding was valsch. Eerst was ik woédend, aar 1; ter heb ik er hard om gelachen; want in elk geval h< bik met dat papiertje mijn tor tuin gemaakt. En dat wij het bedrog niet eerder ontdekt hebben is niet vreemd; want ik had hei terstond bij mijn thuiskomst aan mijne vrouw in bewaring gegeven. „Maar ken je dien vent dan, "buurman," vroeg ik. „Ofik hem ken? Je kunt op geen markt komen of hij is present en van zijne streken zou ik je staaltjes knnnen vertellen. Maar het wordt melktijd, tot straks." Buurman ging en ik riep uit: „Vrouw, dat moet in de kraDt!'' Een vermakelijk geval deel zich een paar dagen geleden te Parijs voor. Een zekere J., deurwaarder, trad des morgens om half negen bij den heer B. iu de rue Rivoli binnen en stelde hem zijne beteekening ter hand. De wet eischt, dat alle stukken door den deurwaarder zeiven afgegeven worden. Zijt gij de deurwaarder J.P Zeker, meneer. In dat geval verzoek ik u mij dit even te willen bewijzen. Mijn verzekering moet u voldoende zijn. Uw verzekering.. ieder deurwaar dersklerk vertelt hetzelfde praatje. Bewijs mij door een of ander stuk, dat gij de deur waarder J. zijt, anders verlaat gij dit huis niet. En de daad bij het woord voegende, sloot de heer B. de deur van zijn kantoor en ging in een daarnaast gelegen vertrek. Nadat er een nar verloopen was, slaag de de deurwaarder, die opgehouden had met alle macht op de deuren en muren te trommelen, er in op een tafel te klimmeD, waardoor het mogelijk werd door een raam hulp te roepen. Het du arde niet lang of er stond een troepje menschen voor het huis. Toen J. een brievenbesteller zag, die ook eens kwam kijken, riep hij hem toe: Zeg eens besteller, help me, ik zit hier opgesloten, ol ga den commissaris vau politie even waarschuwen. Sommigen lachten om het geval, ande ren kozen partij voor den deurwaarder. Ue heer B. echter wist de menigten lot beda ring te brengen, toen hij de grap vertelde. Eindelijk kwam de politie, die den deur waarder de vrijheid hergaf. Deze is van plan Jen héér B. te vervolgen. De laster en de slang (Een fabel). Eens, bij gelegenheid van een feestelijkeu optocht in den hel, wilden de laster en de slang beiden den voorrang hebben tengevolge waarvan zich een hevig krakeel ontspon over de vraag, wie eigen lijk de meeste was. Nn geldt, zooals men weet, daar ter plaatse als het voornaamste de vraag, wie aan zijn medeschepselen het meeste kwaad berok kenen kan. Da laster beriep zich hiertoe met allen nadruk op zijn tong. Daartegenover echter verhiel de slang zich op haar angel en siste dat zij niet van plan was achteruit zetting te verduren; reeds haastte zij zich naar voren te kruipen. Zoo had dan toch de laster het verloren. Satan evenwel, met deze uitkomst niet tevreden, koos partij voor laster en wees de slang terug. cOlschoon", dus liet hij zich tot deze laatste hooren; „ofschoon uw verdiensten waardeerend, moet ik naar recht en billijk heid toch aan eeu ander den voorrang toe kennen. Ongetwijfeld zijt gij zeer giftig en uiterst gevaarlijk voor al wat in uw Eabij- bijheid komt. Noodlottig is uw steek en geen kleine lof voorzeker! reeds zónder reden steekt ge dikwijls. Doch wat gij in tegenstelling met den laster niet ver moogt? Gij kunt niet ook op een afstand wonden. Maar dit vermag zijn doodelijke tong wel. Daaraan fs zelfs geen ontkomen. Duidelijk derhalve is, dat in gevaarlijkheid de laster het van u wint. Maak voor hem dus plaats". Sedert staan in de hel lasteraars hooger aangeschreven dan slangen. P. v. d- V. Nieuw Lei en. Een roman uit het leven. Een buitengewone rechtszaak, die een der belangrijkste causes célèbres van het jaar belooft te worden is nu aanhangig voor de rechtbank te Morbiham in Bretagne. Mevrouw Berthe Croman wordt beschul digd van poging tot moord op haar echt genoot, Octave Crouan, tegen wien zij een proces wegens echtscheiding voert. Het vermoeden der misdaad berust op een verklaring van eenige werklieden uit Loricnt (dep. Morbiham), die in het bezit werden gevonden van eene groote som gelds, welke huo was gegeven voor het vermoor den van der. heer Crouan. De misdaad moest zoo worden uitgevoerd, dat men aan een ongeluk zou denken. Krachtens deze verklaringen werd een bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd tegen mevrouw Croman en haar kamernier I Marie Cristen mevrouw Crouan was in- tusschen naar Zwitserland gevlucht, doch ten slotte niet langer alleen iu den vreemde willende leven, stelde zij zich uit eigen beweging in handen der politie. Mevrouw Crouan is de dochter van een zeer rijk aanuemer, den heer Brian, die oorspronkelijk geen fortuin had. Hij huwde echter eene vrouw, die hem vijftigduizend francs ten huwelijk bracht, en metdit kapitaal tje wist hij zjo voordeelig te werken, dat iu 1867 reeds zijn fortuin op zes-en—twintig millioen werd eeschat. Als self made maa had de heer Brian een sterke antipathie tegen de mannen der wetenschap, genie officieren en ingenieurs, voor wie hij vroe ger als beginner den nek had moeten bui gen. In ieder, die een uniform droeg, zag hij een vermomden vijand. Nu wilde het ongeluk, dat zijn dochter, die den onbuigzamen wil van haren vader hid geërfd, verliefd werd op een officier, een vriend uit hare kinderjaren. De oude

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2