Donderdag 9 Februari 1893.
37ste Jaargang ITc. 2398.
Uitgever, J. W NKEL.
Bureau: üirH.lGM, Laan, II, 4.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegse I.
Binnenlandsch Nieuws.
N kk 1L (1 S.
De keuring van hengsten ter
toekenning der Rijkspremiën
van Twee Duizend Gulden, zal
worden gehouden op Maandag
20 Februari e k., des namiddags
één ure, in de Hollandsche Ma
nége, verlengde Vondelstraat,
te AMSTERDAM.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Aiuirteitie- Lailln*
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 6 regeis f 0.25 iedere regel meer 5cts
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
(Dit bijvoegsel is gisteren reeds
afzonderlijk verzonden aan onze Abon-
né's in Schagen en de omliggende
gemeenten, benoorden Alkmaar.)
De Red.
Dinsdag 7 Februari ver-
gaderde de raad der gemeente ZIJPE.
Afwezig de Heeren 1'aarlberg en de Wit,
de laatste met kennisgeving.
Na opening door den voorzitter werden
de notulen der vorige vergadering gelezen
en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer
J. Biersteker de benoeming tot armvoogd
beeft aangenomen.
Wordt goedgekeurd een suppl. kohier
Hondenbelasting dienst 1892, tot een be
drag van f 9.50, zoo mede bet kohier
'Hondenbelasting dienst 1893, tot een be
drag van f 378.
Daarna werden eenige wijzigingen in de-
Ge meer.tebegrooting, dieust 1893, ingevolge
aankoop vau land, met algemeene stemmen
goedgekeurd.
Hierna deelde de heer Biersteker mede,
dat bij zijn betrekking als Wethouder
wenscht neer te leggen; hij heeft gedurende
ruim 20 jaren die betrekking met lust
vervuld, ze wordt hem nu te moeielijk;
zijn leeftt brengt mede, dat hij de be
trekking L.oi meer zoo goed kan waarnemen
als hij dit wenschte; ook voor lid van den
gemeenU i zal bij zich bij de verkiezing
in Juli nut meer beschikbaar stellen.
De Vooizitterzijn leedwezen uitsprekende,
dat de heer B. voor het Wethouderschap
bedankt, meent evenwel dat besluit te
moeten eerbiedigen.
Daarna wordt met 6 stemmen tot Wet
houder benoemd, de heer G. Sckuijt) de.
heeren: FrancisZeeman en Nobel verkregen
ieder 1 stem.
Da Voorzitter vraagt den heer Sckuijt
of hij de betrekking aanneemt, waarop de
heer Sckuijt antwoordt, dat het hem zeker
moeielijk zal vallen om den beer Biersteker
te vervangen, doch dat hij de betrekking
zal aanvaarden en dat hij hoept, dat te
FEUILLETON.
Roman van F. DU BOISGOBEY.
XV.
De advokaat wachtte zijn vriend Carol-
les in zijn studeervertrek en vernam met
levendige belangstelling diens bericht om
trent bet bij de markiezin de Nointot voor
gevallene. Ook bij geloofde, dat mejuffrouw
Chabot uit woedende jalouzie dat gerucht
onder bet bij de markiezin verzamelde ge
zelschap bad kunnen verbreiden, ofsehoon
het bem een raadsel bleef, op welke wijze bet
baar mogelijk was geweest, achter de waar-
beid te komen.
„Nu zijn de steenen geworpen," ging bij
daarop voort, „en wij moeten tot eiken prijs
tot een einde zien te komen, want wij
mogen ods niet verhelen, dat elk uur de
beslissing van den president kan brengen.
Een zeer leelijke streek beeft namelijk een
onbekend tegenstander ons gespeeld,die heden
io de .Figaro" een algemeen opzienbarend
artikel beeft laten verschijnen, hetwelk gij
zeker wel niet gelezen zult bebben."
Hij overhandigde Henri de Carolles een
courant, trwijl bij er tot opheldering bij
voegde: „De schrijver richt zich het eerst
met groote heiligheid tegen den verocr-
dee'.do, wiens schuld hij als onomstootelijk
tracht voor te stellen. Maar daarna beschul
digt hjj ook hei gerecht en indirect, maar
duideljjk geooeg, zelfs den president der
republiek, dat zij allen op onverant wc ordelijke
wijze talnlden, de beleedigde gerechtigheid
voldoening te verschaffen, alleen, omdat de
verdediger de fabel heeft opgedisckt, dat de
naamlooze de telg is tener zeer adellijke
familie. In het vervolg behoeft dus elke
gemeene misdadiger handig zijne persoon
lijkheid te verbergen, om zeker te zijn, dat
men hem loven laat uit vrees, misschien
een voornaam beer op het schavot te bren
gen"
„Het is walgelijk I* riep de Carclfes tan
denknarsend uit, terwijl bij woedend de
courant in elkaar frommelde.
„Door uwe openbaring van het geheim
kunnen doen in het belaDg van de gemeente.
De Voorzitter deelt nog mede, dat hij
a.s. Vrijdag met iemand in onderhandeling
zal tiuden, welke zich in onze gemeente
als Doctor wenscht te vestigen.
Voor tot da gewone rondvraag over te
gaan, meent de Voorz. nog het woord te
moeten richten tot den afgetredenWethouder,
om hem zijn oprechten dank te brengen
voor zijn ijverige medewerking, en is hij over
tuigd, dat hij in deze de tolk niet alleen
van den raad in zijn geheel, maar ook van
de geheele gemeente is. En tot de nieuwbe
noemde zeideVoorz.:„moge het voor u moeie
lijk wezen een zoo waardig Wethouder te ver
vangen, ik heb de overtuiging, dat ook uw
strev en in het belang der gemeente wezen zal."
De rondvraag niets opleverende, gaat de
Voorz. tot sluiting over.
De vergaderingvan het
Nederlandsch Paarden-Stamboek, afdee-
ling Noord-Holland, zal gehouden worden
op Maandag, 13 Februari 1893, des na
middags 1 ure, in het Café Krasnapolskv
te AMSTERDAM.
Onder de punten van beschrijving
komen voor: Benoeming van drie afge
vaardigden ter Algemeene Vergadering.
Bepaling van de plaats voof de volgende
vergadering. Vaststelling der begrooting
over 1893, deze bedraagt in ontvangst
en uitgaaf f 924.68. De begrooting Pro
vinciale Subsidie 1893 bedraagt in ont
vangsten Provinciale Subsidie f 5000.
en uitgaven Zes subsidiën voor dekheng
sten, minstens 3 jaren oud f 1500.
Zes aanhoudingspremiën voor tweejarige
hengsten f 900.Zes aanhoudingspre
miën voor éénjarige hengsten f 600.
Twaalf aanhoudingspremiën voor drie- en
vierjarige merriën f 600.Veertien aan
houdingspremiën voor vijf- en zesjarige
merriën f 1400.f 5000.Op te geven
voorstellen ter opname onder de punten
van besclirjving voor de Algemeene
Vergadering der Vereeniging. Voorstel
tot herziening van het huishoudeljk re
glement, hetgeen volgens art. 22 in de
volgende Algemeene Vergadering moet
behandeld worden.
Verder bevat de convocatiebrief aan
de leden onderstaande mededeeling
Den leden en verdere belanghebben
den wordt bekend gemaakt, dat de Keu
ringen voor het toekennen van de Pro
vinciale aanhoudingspremiën en subsidiën
voor tweejarige hengsten, en voor heng
sten, minstens drie jaren oud, zullen plaats
bij de markiezin, v in wair uit de oplossing
vau het raadsel met de snelheid van don
bliksem de ronde zaal doen, is nu wol is
waar de grootste kracht van dit artikel
eigenbjk ontnomen, maar het schijnt mij
heisas maar al te zeker, dat hut in het Palais
Elysée zeer kwaad bloed gezet zil hebben.
AI onze hoop berust dus nu op den uitslag
van het onder/oek, hetwelk gij aanstonds
in de Rue Tiquetonne zult instellen.
Gij hebt evenwel nog een kwartier tijd,"
voegde hij er aan tos, op sijn horloge ziende,
„en zuit hot niet versmaden, n door een
glas wijn te versterken voor dezen gewiebtigen
tocht."
Berquin schelde, gaf don binnentredenden
bediende een bevel en vulde, toen deze
den wijn gebracht had, de glazen.
„Door duisternis tot het licht, zal ons
wachtwoord zijn. Ik ledig dit glas op het
geluk, dat gij, nadat ons werk geslaagd is,
aan de zijde uwer edele beminde moogt
smaken."
Hugo's oogen schitterden. Hij dronk zijn
glas ad fundum en zeide toen, zijn vriend
hartelijk de hand schuddende„En ik hoop,
dat spoedig het uur mag komen, in hetwelk
ik u denzelfden weosch kan toedrinken."
De advokaat schudde met een ernstig
gelaat het hoofd en zeide: „Daarvoor zou
ik in de eerste plaats een vrouwelijk wezen
dienen te ontmoeten, hetwelk mij voldoende
bezielde, om haar mijn oode-vrjjers-vrijheid
ten offer te brengen. Ik ben te dien opzichte
nu eenmaal een ongeluksvogel, want de
eenige dame, die zolke eigenschappen bezit,
dat ik haar een dergelijke macht over mij
zoo toekennen, heeft haar hart teeds aan een
ander geschonken."
„En dat vrouwelijke wezen is mevronw
Clotbilde Sauveterre. Heb ik het niet bi)
bet rechte einde
Berquin knikte met het bootd. „Waarom
zon ik tegenover u er een geheim van ma
ken F Ja, zij is het, maar gij neut immers,
dat de man, tot wiens redding wij een
bondgenootschap hebben aangegaan, baar
ook zonder twyfel abjjd heeft bemind, en
dus de oudste aanspraak heelt ep bare hand,
zoodra sjj weder vrij is. Oveiigens kan ik
u nog mededoeSen, dat de oude Cémencs
heden namiddag, tengevolge eener beroerte
is overleden. Zoolra ik de tijding ontving,
hebben
te „SCHAGEN", op Dinsdag, 7
Maart a. s., bij C. Broersma, des mid
dags 12 ure
te „BEVERWIJK", op W o e n s d a g,
8 Maart a. s., in „de Zon" des voor
middags 11 ure
te HOOFDDORP", op Donderdag
9 M a a r t, op de „Markt" des voor-
middags 10 ure.
Er zal vóór deze Keuringen gelegen
heid worden gegeven, ter opname van
hengsten, en na afloop daarvan ter opname
van merriën in het Stamboek. De Keu
ringen van éénjarige hengsten voor de
toekenning van aanhoudingspremiën zul
len te gelijk met die voor de merriën
plaats hebben en later bekend worden
gemaakt.
Ingevolge besluit der laatste algemeene
vergadering, zullen in dit jaar alle in het
Stamboek ingeschreven dekhengsten aan
eene herkeuring worden onderworpen.
Het bestuur verzoekt daarom alle
eigenaars van zoodanige hengsten hunne
dieren ter Keuring aan te bieden voor
het Noorder deel, op Dinsdag, 7 Maart te
SCHAGENvoor het Middendeelop
Woensdag, 8 Maart te BEVERWIJK en
voor het Zuiderdeel, op Donderdag, 9
Maart, te HOOFDDORP.
Mochten eigenaars dier Hengsten door
onwil aan dit verzoek geen gevolg geven,
dan zal het Bestuur overwegen, op welke
wijze dit zal worden bekend gemaakt.
Tevens worden de houders van fok-
paarden er aan herinnerd, dat de merriën
waarmede zij naar "eene aanhoudings
premie willen mededingen, moeten zijn
ingeschreven in het Nederlandsch Paarden
stamboek, of daarvoor op den dag der
Keuring zijn goedgekeurd daarbij moeten
zij door een premie-waardig gekeurden
hengst zijn gedekt of drachtig. Hengsten,
welke niet op de Keuringen zijn aange
boden en niet premiewaardig zijn ge
keurd, kunnen dus hiervoor niet worden
gebruikt.
heb ik mij raar het sterfhuis begeven, om
mij ten dienste te stellen van zijn dochter,
namelijk voor het geval, dat haar povere
echtgenoot het moebt wapen, het haar
lastig te maken. Mevrouw Sauveterre gaf
evenwel te kennen, zich heden avond weder
te willen begeven naar da Rue Rochehruue
om haar vriendin Diet alleen te laten."
„Dat is mij een groote troost," zeide do
Carolles „Ik heb Victoire beloofd, haar
onder alle om landigbedtn dadelijk tjjding
te brengen van den uitslag van mijnen tocht.
Van de Rue Tiquetcnno rijd ik dus het al
lereerst naar u, om u op de hoogte te stellen.
De bemel geve, dat onze hoop niet beschaamd
worde
„Daarop ledigen wij ons glas," zeide
Berquin, do verdediger vau den Naamlooze,
die hem het liefste zou rntrooven, zoodra
bij vrij was. „Alleen moed cn voorzichtig
heid zijn de voornaamste eischenVoor het
veidere bouw ik op da macht der Voorzie
nigheid, voor weike wij, sceptische advokaten,
ootmoedig het hoofd buigen
XVI.
Na het ODderhoud met Sanguinet, hetwelk
zoo geheel anders was uitgeloopen, dan de
hotelhouder Viroulas zich bad voorgesteld,
was deze vol haat cd woede naar de Rue
Tiquetonne teruggekeerd en had deu avond
besteed met het smeden van allerlei wraak
zuchtige planu.-n. Hij kon er maar niet toe
besluiten, de door moord verkregen buit te
deelen, gelijk hij belootd had maar hij zag
aan de andere zijde ook zeer goed in, dat
hij gehe 1 in de macht van zjjn tegenpartij
was, die bom het mes op de keel gezet en
hein gedreigd had, in geval van weigering
aan te klagen.
Nu bleet alleen de vlucht over; doch Vi
roulas wist, dat men b, m bewaakte. Sangui
net bad zelf bekend dat hij hem liet nagaan,
eu de hotelhouder herinnerde zich nu ook
verscheidene verdachte personen, riie Lij in
d u lautstin tijd rondom zijn huis had zien
sluipen. Hij had er tot nu geen waaide aan
gehecht, daar alleen Martin-Querre bem
verdacht toescheen doch ook toen bij bet
Graod-Hotel verliet, meende hij op te mer
ken, boe een persoor, als arbeider grkhed,
hem volgde 1 lijkbaar kon bij geen stap
doen, zooder door dez< n spion, die bepaald
in Sanguinet's dienst stond, gadegeslagen te
In het getal en de verdeeling der Sub
sidiën en Aanhoudingspremiën, zal eenige
wijziging moeten worden gebracht, omdat
een gedeelte daarvan, onder goedkeuring
van Heeren Gedeputeerde Sta
ten, voor de eilanden Texel, Tersckelling
en Wieringen, beschikbaar moet worden
gesteld.
Bij de op 7 dezer te OUD
KARSPEL gehoudene stemming voor de
benoeming van eea lid van bestnur voor
deu polder »Derg eu Kerkemeer," is her
kozen, de Heer K. Blom Dz., te Sint
Maarten.
Een verschrikkelijk on
geluk is den 3en dezer te HOOGWOUD
(onder Spanbroek) voorgevallen. De 76-
jarige, alleen wonende weduwe Boor is
of door 't omvallen van de pre'.roleumlamp,
éf door 't springen daarvan, in brand ge
raakt en levend verbrand. Een late voor
bijganger, die met groote moeite in 't huis
wist te komen, heeft weten te bewerken,
dat de woning niet werd aa:ig«tast, maar
de ongelukkige weduwe was reeds dood.
De commissie tot oprich-
ling van het standbeeld voor Jan Pz. Coen
ta HOORN, heelt besloten aan de Koning
in en aan de Koningin-Regentes te verzoe
ken, dit voorjaar de onthulling met haar
tegenwoordigheid te verteren.
Wijlen Mej. M. M. E. Car-
basius, den 29 December 1.1. te HOORN
overleden, heelt bij haar testament o.a.
vermaakt, bijna 5 bunders land aaD het
protestantsche weeshuis, 8 bunders land
met f 3000 aan het Diaconiearmenhuis
der Ned. Herv. Gtm. f 500 aan de Vrou
wenvereniging „Tot heil der armen" en
f500 aan de Vereeniging Moederlijke Lief
dadigheid aldaar. Verder heelt zij legaten
vermaakt aan de Evangelische Maatschap
pij, het blinden-instituut te Amsterdam,
het doofstommeninstituut te Groningen en
de Prins Hendrik-Stichtig f 2000, alles vrij
van successierechten.
Zaterdag is te VELSEN het
lijk van den machinist Kloos opgehaald.
Het gelaat droeg geen teekenen vaneen
hevigen doodstrijd cn het lijk was vol
komen onbeschadigd. Zondag heeft men het
dreggen voortgezet en wederom uiet te ver-
geels. Uit IJinuiden werd gemeld, dat om
streeks zes uur het lijk van den machinist
leerling Ousterman uit Den Bosch, is ge
vonden.
worden.
Hjj moest dus wel blijven en bet bezoek
van zjjn tegenstander afwaehten, hetwelk op
den volgenden avond was bepaald. Maar
hem bleef immers nog de uacht over, om
te overleggen, hoe hij hem ontvangen wilde,
en de nacht schalt raad, zegt een oud
spreekwoord. Ook Viroulas kwam na een
langen, slapelco/en nacht, tot een beslnit.
Op een misdaad meer of mindtr kwam het
hem niet aan, integendeel was bij zelfs trots
op de zinrijke wijze, met welke hij zich
Sanguinet dacht van den bals te schuiven.
Wanneer zijn plan gelukte, dan kon niets
hem niets beletten, mei het geroofde en tot
heden zoo aitstekend verborgen millioen naar
het buitenland te vluchtenwant de door
Sanguinet betaalde agenten zouden dan geen
lastgever meer hebben, aan wien zij berich
ten konden, en het was ook te veronder
stellen, dit Sanguinet hen wel uiet zon
gezegd bebben, om welke reden hjj den
hotelhouder in de Rue Tiquetonne liet
bespionneeren.
Tegen den middag van den volgenden dag
zcire Viroulas tot den eeoigen gedienstigen
geest, dien hjj nog in buis bad gebonden,
den kellner Frangois,: „Gij beht mij laatst
drie dagen vrjj-af gevraagd, om naar uw
geboorteplaats Melun Ie gaan, en gij kunt
met den eersten trein, die om kalf twee
vertrekt, gaan. Hier hebt gij nog iets om
een paar genoeglijke dagen to vieren."
Daarbij drukte hij hem drie tien-francs-
stukken in de hand. „Er komt, toch niemand
meer bij ons logeeren.®
De kellner was tot beden zoo weinig ge
woon aan derljjke welwillendheid van de
zijde van zijn patroon, dat hij dezen eerst
verbaasd aanstaarde. Toen bij echter zag,
dat het anders zoo nor^che gelaat glimlachte,
aarzelde hg niet langer en stamelde eenige
woorden van dank.
„Neem vooral den huissleutel mede, o;dat
gij, wanneer ik bij uw teiugkomst misschien
juist de stad mccbt zijn ingegaan, niet voor
de deur behoeft te blijven wachten, eu ver
in ;tk n maar gc-ed
Een kwartier later Terliet de kellner het
huis.
Ku moest er alleen nog tekening worden
gehouden met Crambard, wiens levensmanier
hij zetr precies ker.de. Wanneer de miskende
Er bestaat misschien kans dat ook de
derde vermiste persoon nog wordt opgehaald.
Volgeus de duikers toch, zou het spuien
geen invioed hebben op den bodera, wal
ook blijkt uit het ophalen van eenige klei
ne voorwerpen.
De kartonwerker Van R. leeft se
dert eenigen tijd gescheidjn van zijn vrouw
A. P. P. en woont in de Koestraat te
Amsterdam, bij een vriend, B. Zaterdaga
vond ontmoette v. R. zijn vrouw iu de Kal-
verstraat en had met haar een woordenwis
seling. Tegen den nacht kwam de vrouw
met een man, zekeren de S., voor het huis
van den karton werker, begon daar een stand
je te schoppen en nadat er over en weer
scheldwoorden waren gewisseld, kwam v.
R. met zijn vriend B. naar buitenv. R.
gaf zijn vrouw een pak slaag en sloeg de
8. met een stok. De laatste viel en hier
van maakte B. gebruik om hem met een
mes eenige steken toe te breDgen de S.
viel kermend neer en werd door de inmid
dels verschenen politie op een brancard
gelegd en naar het gasthuis gebracht. Daar
overleed de gewonde Zondagavond. Voor
zijn dood heeft hij verklaard dat B. hem
den doodelijken steek heeft toegebracht.
B. en v. R. zijn in hechtenis genomen.
De laatste moet een oppassend man zijn
volgens anderen hseft hij zijn vriend B.
lot den moord aangezet.
Op de Spuistraat bij de
Raamsteeg te Amsterdam woont boven een
tapperij sedert langen tijd een vrouw, M.
v. E., met hare zes kiudereD, gescheiden
van haar mao, v. II. De man maakte het
de vrouw lastig zoowel toen zij op den Hei-
ligenweg woonde als in haar tegenwoordi
ge woning. Zondagavond kwam v. H. weer
bij de vrouw, die een zieke buurvrouw
verpleegde, schold haar uit, trok eindelijk
een mes en bracht de arme huismoeder
daarmede een zeer diepe en gevaarlijke
steek in de buikholte toe. De aanvaller nam
nu de vlucht, doch op het gegil der ge-
Iroffene schoot de caféhoudster van beneden
toe en hield den misdadiger vast. Deze tracht
te nu ook de caféhoudster een steek toe te
brengen, wit hij zeker zou gedaan hebben,
zoo niet eenige voorbijgangers de vronw te
hulp waren gesneld en den man hadden
ontwapend.
Eeu inspecteur van politie en een re
chercheur, die nu kwamen toeloopen, zorg
den voor een brancard en vrouw v. 13.
wier wonde door uitzakking doodelijk
was geworden, werd naar 't Binnengasthuis
kunstenaar met de roode muts geen werk
had, dan was hij gewoon tot laat in den
raorgon te slapen, daarna tegen den middag
het huis verlaten, om in een café, waar
hij crediet had, te eten en te drinken, cn
niet weder thuis te komen, voor bij het
tijd voed, om naar bed te gaan.
Heden was hij nog niet weggegaan,
doch hij moest toch spoedig komen Iu der
daad vernam Viroulas kort daarna zijn
zwaron stap. Toen de waard in de deur van
zijn loge kwam, kwam de schilder ook
reeds van boven, gekked om uit te gaan.
Hij leefde den laatstcn tijd met Viroulas
op vreedzaroen voet en maakte nog al eens
een praatje met hem.
„Ah, goeden morgen, mijnheer Viroulas,*
riep hij bem toe. „Hoe gast bet? Onze
spion is nog niet terug gekomen, naar het
schijnt."
„Neen," bromde de waard, „en ik hoop
ook, hem Diet weder onder het oog te
krijgen."
„Het zal mij toch verwonderen, of hjj zijn
koffer in den steek zal laten nu, al te
veel zal er ook wel niet in zitten. Ik
heb nu weer een werk, ik ontving een
prachtige opdracht. Een worsthandelaar
heelt bij mij het portret zjji er ega besteld
veertig trancs benevens vrijen kost. Gij zult
mij dus voor den avond niet terug zien."
De bondgenoot van Carolles droeg zijn
verfdoos en penseelen onder den arm, doch
ging in werkelijkheid in een ca'é den tijd
doorbrengen, tot hij volgens afspraak ooi
zes uur weder naar de Rue Tiquetonne
trrugkeerde. Hij kon niet vermoeden, dat
het door Viroulas ontworpen plan zijn ge
he le afspraak met de Carolles in duigen
zou doen vallen.
De hotelhouder bleef tot ongeveer vijf
uur in den namiddag kalm in zijn loge,
waar hij zijn papieren doorsnuffelde eu bet
meeste er van verbrandde. Daarna ging hg
aan 't werk, hetwelk hij zoo voortreffelijk
had opgezet. Vooreerst sloot hij de huisdeur,
om bij hetgeen hij voor had, ongestoord te
kumen blijven, en daarna draaide bij de
gasvlam uit, welke achter in den gang den
gebeeien dag door brandde, om bet einde
van dien donkeren gang te verlichten, van
waar uit san de rechter zijde een trap naar
de bovenverdieping geleidde.