v
Donderdag IS Februari 1S93.
37ste Jaargang No. 2700.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAOEW, Laan, D, 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De heer Treub zal op 2
Maart te ENKHUIZEN eene politieke re
de houden.
Roman van F. DU BOISGOBEY.
O
"Ï'AS4
ii Nienws-
Aimtsntifi- k LaiüiiTlIa
De inhoud van No. 8 van ons
Geïllustreerd Zondagsblad is als volgt:
De wil te cokarde, met illustratie De
Baschi—Bezoeks, met illustratie. Zware
en lichte wijnen. Kunstenmakers in
vroeger tijd. Nancicbel, ren geïllustreerd
verhaal naar hetEngelsch vanWilüam Black,
VI, met 2 illustraties. Van zijn stand
punt, met illustratie. De eerste reis,
met illustratie. Een en auder over den
Parijschen beul, slot. Anecdoten-proeve
No. 5. De geitenhoeder van Granada,
met illustratie. Een natuurlijke baro
meter. Hoe oud suiker al is. Het biljart
in zijn ontwikkeling. Een athleet uit de
oudheid. Blücher als „Maarschalk Voor
waarts.* Puzzle. Scherp en vleiend
tegelijk. Plora in de Fabriek. Hoe
men zijn lielde verklaart. Anecdoten.
Een grafschrift, mei illustratie. Nieu
we prijsraadsels. Op liet bureau van den
heer Willemsen, met 2 illustraties.
Schaakrubriek. Mededeelingen.
Binnenlandsch Nieuws.
Door den heer J. Zijp, lid
der 2e Kamer, zal te WIER1NGERWAARD
op 3 Maart a. s. eene politieke lezing wor
den gehouden.
Men Schrijft ons van
OUDKARSPEL:
Gisteren Vrijdagavond werd ten huize van
den heer G. Sloiemaker te Oudkaispel, door
het alhier gevestigde Zangkoor U0rpheusu
eene uitvoering gegeven.
Uit het programma bleek, dat een ieder
bijkans werd uitgenoodigd dit met hunne
tegenwoordigheid te vereeren.
De Kollbaan van Slotemaker die voor
dergelijke gelegenheden zoo geschikt is,
was niet door die personen vertegenwoor
digd als men wel gewenscht had wellicht
is dit aan het slechte weder toe te schrijven.
Ieder onzer die meermalen die bijeen
komsten heeft bijgewoond, zal het eens
ziju, dat het zangkoor zich weder flink
van haren taak heeft gekweten.
Om uit te weiden over ieder stuk valt
moeielijk, maar dit is zeker, dat de oude
liederen zooals „Hollands Glorie" met
FEUILLETON.
PMÜLÖÜJE.
XVI.
Toen Crambard den hotelhouder dreigde
met de politie te zullen roepen, indien bij
niet toegaDg tot den kelder gaf, verbleekte
Viroulas toch. Wanneer de politie er bij te
pas kwam, dan nam men hem zeker gevan
gen, want Martin-Querre zou niet nalaten,
hem te beschuldigen van eeu aanslag tegen
zijn leven. De commissaris van politie zou
dan ontboden wordeu, men zou de kelders
doorzoeken en misschien ook datgene ont
dekken, wat hij tot heden zoo zorgvuldig
bad verborgeD gehouden. Dau kon bij van
nacht in^de gevangenis der prefectuur slapen
eu morgén naar Mazas wandelen, tot men
hem na veiling van bet vonnis de cel in de
gevangenis Roquette aanwees, in welke tot
heden de onschuldig veroordeelde Jobn
Namelees op den dood wachtte.
„Ik waag het niet,* zeide Viroulas, zich
verontschuldigende, „want wanDeer ik de
deur open, dan zal de kerel mij te lijf
willen."
.Wees onbezorgd," antwoordde Crambard.
,lk zal den eersten aanval wel pareeren en
den jongen tot kalmte brengen, wanneer hij
niet toegeeft. Dan zal hij bekennen, wat hij
eigenlijk ia en wat hij voorheeft."
.Dat is toch duidelijk genoeg. Hij kwam
bier in buis, zonder mij te ODtdekkeo, daar
ik bij de kelderdeur stoud. Blijkbaar wilde
hij in bet geheim naar boven sluipen, om
dan verder te kuncen spionueeien; maar
toevallig stoDd bet valluik achter in den
gang open, daar ik een vat wijn verwachtte,
hetwelk Franjois bij mjjn leverancier in
Bercy bad besteld, en toen is bij naar be
neden getuimeld. Ik dacht eerst, dat bij
dadelijk den nek gebroken bad doch nu
beeft bij er toch blijkbaar bet levend afge
bracht."
,Ik wil u iels zeggen," antwoordde Cram-
baid, „bet blijft er bij: ik wil Urn zien
en spreken. Wanneer hij zich niet kan zui
veren var de verdenking, eeu polilie-spion
e rijn, den laat ik hem aan u over. Gjj
begeleiding van piano, door Mej. A. Eeceni
waarlijk nienw blijven. Het programma
gai ons het meeste nieuwe stukken aan;
vooral trok de aandacht No. 5 van de
2e afd. „Nederlandsch Lied*, muziek van
Nicolaï, niet alleen dat de zang keurig ten
uitvoer gebracht werd, maar door de woorden:
„O, Nederland, mijn Vaderland* en waarna
al gedurig het„Orauje boven" voorkwam, ge
raakt men onwillekeurig in enthousiasme,
te meer ziende op den tegenwoordigen tijd.
Daarop liet het zangkoor het lied „Vreed
zaam,* muziek vau Dobbelsteen, hooren,
waarin men werd toegeroepen „Op, broeders
laat ons vreedzaam leven,* iets, dat aller
aandacht moet hebben getrokken.
„Ons Vaderland", op vier stemmen, klonk
zeer lief.
Het Ensemble heeft dezen avond den
Directeur, den heer Fis, met zijne zangers eer
aangedaan; te meer dair allen het hunne heb
ben bijgedragen om het publiek een aan-
genamen avond te verschaffen. Wij roepen
hen toe, geef ons bij latere gelegenheid
weder iets dergelijks te eten, want deez'
perzik smaakt uaar meer.
Men meldt uit OOSTWOUD
Twee meisjes van 4 en 5 jaar, kindereu
van den bakker C. P. alhier, lagen dezer
dagen, terwijl de huisgenooten reeds waren
opgestaan en aan den arbeid, wakker te
bed. De een klaagde over koude voetjes.
De ander zegt „dat zij haar zusje wel hel
pen zal; zij zal een vuurtje aansteken."
Een lucifer, spoedig gevonden, wordt bran
dende in het bedstroo gestoken, en spoe
dig brandt het vuurtje luchtig op. Zeer
verblijdt over den goeden uitslag, verlaat de
kleiDe vu uraan maakster nogmaals het bed en
roept getuigen bij hare heldendaad. Geluk
kig nog niet te laat, om den brand in zijn
begin te stuiten.
Maandagnamiddag hield de Afd. Noord-
Holland van het Nederlandsch Paar
den-Stamboek in bet hotel „Krasnapols-
ky" te Amsterdam, eene algem. vergadering,
onder presidum van den heer J. Brtelaart
Kz.
Aan de Opr. Haarl. Ct, ontleenen wij
daarover het volgende verslag*
Na voorlezing der notulen der voorgaan
de vergadering, te Alkmaar gehouden, werd
het verslag van den afgevaardigde ter al-
gemeene vergadering der vereeniging op 4
Oct. 11. te Roterdam gehouden, voorgelezen
Besloten werd, dat de leden der com
missie van onderzoek der rekening en ver-
kunt dao met hem doen, wat gij wilt
dat gaat mij niets aan. Hebt gij niet
een flink, sterk touw bij de hand
De hotelhouder wees op een lijn, gebruikt
voor het ophangen vau de wasch, welk
touw nu op een stoel lag. Crambard nam
bet op en zeide.Ziezoo, daarmede kan ik
bet wel doen. Steek nu die lantaarn aan,
en dan vooruit
Viroulas durfde zich niet langer te ver-
zetten, ook was bij nu overluigd, dat Cram
bard bepaald aan zijne zijde stond, daar hij
diens baat tegen alle politie-amblenaren
kende. Hij deed dus, wat van hem verlaDgd
werd, en sloot de kelderdeur open.
Crambard ging nu op de bovenste trede
staan en zeide toen: „Kom nu spoedig,
om met de lantaarn eerst eens bij te lichten.
Gjj ziet, er is niemand op de trap, de spion
ligt nog op dezelfde plek, waar bij is neer
gevallen en bij heeft zicb niet van de plek
begeven. Des te gemakkeljjker zullen wij
met bem klaar komen Ga eu met het
licht vooraan, opdat ik zien kan."
Viroulas gehoorzaamde en beiden daalden
langzaam in den kelder af. Crambard bad
intusschen met grocte vaardigheid uit de
wascblijn een soort lasso gemaakt, dien bij,
zcodra zij beneden waren aangekomen, den
niets kwaads vermoedenden hotelbonier over
het hoofd wierp en over de borst vast aan
trok, zoodat de man zijn armen niet ge
bruiken kon. De ruk was zoo bevig, dat
Viroulas op den grond viel cd zijn lantaarn
bem nit de hand viel, zonder dat deze even
wel uitdoofde. De schilder bond nu deu waard
ter dege vast. Hierna sneed bij een stuk
lijn ai en bond daarmed) 's man voeten.
Daaiop nam bij hem op en legde bem op
den grond bij een groot vat neder.
„Gij hebt mij verraden canaille," schreeuw
de Viroulas.
.Daarover zullen wij later wel eens met
elkaar prateD," antwoordde de schilder, ter
wijl bij de lantaarn nam, om Daar Carolles
uit te zien. Hij vond dezen onder het val
luik op een hoop zand liggen. Bezorgd
snelde Crambard naar zijn bondgenoot, doch
bet bleek, dat Hugo met zgn hulp toch
nog kon opstaan.
,Ik heb na mijn val hier een tijd lang
bewusteloos gelegen," zeide bij. .Zoodra ik
weder tot mij zeiven kwam, begon ik om
hulp te roepen, daar ik veronderstelde, dat
antwoording 1892 door het bestuur zullen
worden aangewezen. Het bestnor noodigde
hierna uit, om in die commissie zitting te
nemen, de heeren: P. D. Kaan te Wierin-
gerd, O. Schaap te Winkel, C. Prins St.
te Haarlem, die daarmee genoegen namen.
Tot afgevaardigen ter algemeene verga
dering der vereeniging werden benoemd de
heeren: D. Schoente Purmerend; K. del
Gourt van Krimpente Velsen en J. M.
Eveleinte Haarlemmermeer,
De eerstvolgende vergadering der afdee-
ling zal te Schagen worden gehouden.
De begrooting van de afdeeling voor
1893, sluitende in ontvangst en uitgaaf
tot een bedrag van f 924.68, werd goed
gekeurd, alsmede de begrooting voor de
aanbesteding van het provinciaal subsidie
ad f 5000.De uitgaven van laatstge
noemde begrooting werdt vastgesteld als
volgt
6 subsidiën voor dekhengsten, minstens
3 jaren oud f 1500; 6 aanhoudingspremiën
voor tweejarige hengsten f900; 6 aanhou-
dingspremiëu oor éénjarige hengsten f 600
12 aanhoudingspremiën voor drie-en vier
jarige merriën f 60014 aanhoudingspre
miën voor vijf-en zesjarige merriër. f 1400.
De voorzitter deelde mede dat ook nu
wederom een gedeelte van de subsidiën en
aanhoudingspremiën beschikbaar gesteld
zullen worden voor de paardenfokkerijen
op de eilanden: Texel, Terschelling en Wie-
ringen.
Onder die voorwaarde is het subsidie
aangevraagd.
Aangezien van het subsidie van verleden
jaar nog ongeveer f 200.over is, meen
de het bestuur dat f400.voor de eilan
den beschikbaar gesteld zou kunnen worden.
De heeren Pullman en Van Tuyll bestre
den de opmerking van den heer Zijlmans,
omdat wanneer daaraan gevolg werd gegeven,
eenzijdigheid niet zou uitblijven.
De heer C.prins Sz uit Haarlem was van
meening dat de uitwerking der genoemde
typen een druk op de fokkerij zou leggen,
die uiet van het „Stam-Boek" mag uit
gaan.
De heer Zijlmans hield evenwel vol dat
alleen bet „constant haar* voor premie in
aanmerking moest komen.
Ten slotte bleek evenwel dat de verga
dering zich niet kon vereenigen met het
uitsluiten van „miskleurigen" paarden van
de bekrooning.
Nog werd door de genoemde heer Zijl
mans gewezen op de z. i. onbillijke bepa-
gij intusschen wel terug zoudt zijn gekomen
en mij zoudt zoeken. Kort daarna hoorde
ik uw stem, wat mij een groote gerjstbeid
gaf. Naar het schijnt, ben ik er roet een
verstuikten voot en ecDige builen en schram
men afgekomen."
„Gij kunt waarlijk van geluk spreken,
want zonder dien zandhoop zoudt gij, zij
het juist niet uw nek dan toch waarschijn
lijk beide beenen gebroken hebben. Nu,
papa Yiroulas zal er voor bloeden I*
„Was hij bet met wien gij zooeven hebt
gesproken
„Natuurlijk. Kom maar mede. Ik heb hem
reeds ter dege gekneveld, zoodat hij hand
noch voet roeren kan. Voor wjj naar bene
den gingen, heb ik ten overvloede nog de
buisdeur gesloten, zoudat wij niet gestoord
zullen worden, daar hij den kellner Fran-
pois zelf reeds had weggezonden."
De waard bad intusschen vertwijfelde
pogingen aangewend, om zich van zijn ban
den te bevrijden. Met deu strik, welke zijn
bovenlichaam omsnoerd heeft, was dat
niet gelukt; wel echter had het koord, met
hetwelk zijne voeten gebtDden waren, een
weinig toegegeven. Hij had zich toen op den
rug geworpen, en trachtte nu, de voeten
tegen het vat steunende, een voet los te
maken. Zjjne pogingen daarbij waren zoo
geweldig geweest, dat het tot aan den rand
gevulde kleine vat, meermalen wankelde.
Bij deze schuddende beweging was een
rond deksel naar beneden gevallen, rocdat
een deel van den inhoud over den grond
stioomde en Viroulas du in een grooten plas
lag. De scherpe geur, welke zich door den
kelder verspreidde, verried duidelijk genoeg,
welken inhoud het vat bevatte.
„Wilt gij een cognacbad nemen?" riep
Crambard, toen zij bij hem kwamen, spot
tend uit. „Nn zullen wij eerst eens met elkaar
prakn. Dus, zonder omwegen, waar is het geld
hetwelk gij den amerikaan hebt ontstoleD
Viroulas antwoordde alleen met een
heeschen kreet. Hij was vreeselijk om te
zien bet schuim stond bem op den mond,
en het gelaat was ontzettend verwrongen.
„Gij wilt er niet mede voor den dag
komen ging de schilder voort. „Nu, dat
zal u niet veel baten, want :k ben er van
oveitnigd, dat de scbat bier in den kelder
ligt. Daar zullen wij hem wel spoedig vin
den, maar ik wil eerst voor een betere
ling dat alleen hengsten, in het buitenland
geboren, voor de Rijkspremie in sanmer-
komen en op het kunstmatig voorbrengen
door „gemberen„ en andere kunstmidde
len der paarden die aan concoursen deel
nemen.
Na uitvoerige gedachtenwisseling van
het eerste punt gal de voorzitter als zijne
meening te kennen, dat de uitsluiting van
inlandsche hengsten vermoedelijk na een
paar jaar door den minister opgeheven zal
worden.
Wat het tweede punt, htt kunstmatig
voerbrengen betreft, sprak de vergadering de
wenschelijkheid uit, dat kunstmatig opge
zette paarden (door „gemberen" en „pepe
ren" en door andere middelen) niet san de
keuringen zullen mogen deelnemen.
Na bespreking van nog enkele huishou
delijke aangelegenheden ging de vergade
ring niteen.
In het jaar 1789, den 12 Maart,
overleed te Broek in Waterland zekere
Neeltje Pater, waarvan de overlevering
zegt, dit ze landerijen en huizen, schepen
en pikhuizen bezat en eene erfenis naliet
van zeker wel 40 millioen. De uiterste wils
beschikking der Broeker dame, die rijker
was dan het bekende vrouwtje van Stavo
ren, wees aan verscheiden personen niet te
versmaden legaten aan, doch zij bevatte te
vens de zonderlinge, en van het geduld
der wettige erfgenamen wel wat al te veel
vorderende bepaling, dat de nalatenschap
60 jear in hanlen van de executeuren zou
blijven, waarna ieder het zijne kreeg. De
60 jaren waren om, doch Neeltjes schatten
bleven in ballingschap, en nu, bijna eene
eeuw na Neeltjes verscheiden, schijnen ze
nog altijd het omzwerven niet moe, hoe
dikwijls ook, zelfs door bekwame rechtsge
leerden, werd beproefd, ze in den schoot
der familie terug te doen keeren. Ruim
veertien dagen geleden werden in een te
Schoonhoven verschijnend blad de vermoe
delijke erfgenamen van Neeltje Pater tot
eene bijeenkomst te Stolwijk opgeroepen,
en werkelijk had verleden Zaterdag die bij
eenkomst plaats. Het gaf op het anders
stille dorp eene ongewone drukte, want
men zag er reeds vroeg in den morgen wel
twintig vreemde rijtuigen en zeker wel
tweehonderd personen, van dichtbij en van
verre, door hetzelfde geloof in de rechtmatig
heidvan hunne aanspraken,door dezelfde hoop
op de zoolang verbeide schatten bijeenge
bracht. Uit Gelderland, uit Noord-Holland,
rerlichting zorgen,"
Hij had op een vat een pak vetkaarzen
zien liggen en stak er twee brandend op
ledige flesschen. De eene plaatste hij naast
het vat, waarbij Viroulas lag, op den grond;
de andere gaf hij Carolles in de hand, opdat
deze hem zou bijlichten. „Zie zoo, nu zullen
wij onze huiszoeking beginnen. Maar wat
zie ik, gij bloedt ook in het gelaat
„Dat kan slechts een onbeduidende schram
zijn. Pijn voel ik alleen in mijD verstuikten
voet."
„Wij zullen straks dadelijk naar den arts
rijden, maar eerst moeten wij hier het werk
afmaken."
De kelder was niet al te groot en bad
alleen gediend tot bewaarplaats van spiritua
liën en hout. Voor bet overige zag men nog
een paar honderd ledige wjjuflesschen, ver
scheidene ledige wijnvaten en dan nog het
vat met cognac.
De grond bestond nit harde leem en
werd door Crambard goed nagezieD, zonder
dat bij bet geringste te ken ootdekte, alsof
er op eene plek kortelings gegraven was
gewordeD. Evermin verrieden de muren
eeoige plek, welke aan een geheime berg
plaats kon doen denken. De schilder en zijn
metgezel doorsnuffelden alle boeken, klopten
herhaaldelijk tegen de muren, docb er was
niets te ontdekken. Crambard doorwoelde
zelfs den zandhoop, op welken de Carolles
was gevallen, maar nergens vond bij eenig
spoor.
Carolles was door het niet slagen zijner
poging zeer ter neder gedrukt en Crambard
liep geducht te brommen. Er viel niet meer
aan te twijfelen, dat zijn veronderstelling
toch verkeerd moest zjjn geweest.
Eensklaps riep de schilder nit: „Halt,
wij hebben nog iets vergetenDe schuil
plaats kan onder het cognacvat, in den grond
zich bevinden. Help mij even het vat ver
plaatsen. Wij mogen het Diet rollen, anders
loopt het geheel leeg en dat zou jammer
zijn."
Hij bad intusschen den tot heden bedaard
op den grond liggenden Viroulas niet uit
het oog verloren en zeer goed opgemerkt,
hoe bij deze woorden een angstig vertrekken
zijner gelaatstrekken plaais greep een
vrij zekere wenk, dat hij eindelijk op het
juiste pad kwam. Het duurde nog al wat,
voor het vat zoover ter zijde was geschoven,
uit het hartje van FriesLnd zelfs waren ze
komen opdagen! Een bijna vijftigjarig moe
dertje wier wieg eenmaal stond op dezelfde
gedenkwaardige plaats, waar thsns het graf
van Neeltje Pater staat, doch nu te Edam
woonachtig, was drie dagen onderweg ge
weest om Stolwijk te bereiken, en ze had
dien langen weg bijna geheel te voet
afgelegd.
Een ferme boterham en een warme kop
koffie, haar edelmoedig door de anderen
aangeboden, waren het van vermoeidheid
bevende vrouwtje hoogst welkom en eens
milde handreiking om per spoor naar hare
woonplaats terug te kunnen keeren,werd onder
woorden van dankbaarheid aanvaard! Behalve
de heer A. de Vreugd, gemeente-ontvanger
van Stolwijk, en zelf-belanghebbende, die
de oproeping had geplaatst, waren ook twee
rechtsgeleerden aanwezig, om de leiding der
vergadering in handen te nemen, en de zaak
in het rechte spoor te brengen.
De tweede vergadering, des namiddags
gehouden, was alleen toegankelijk voor hen,
die door betaling van een kleine contribu
tie recht hadden verkregen, meer in de ge
heimen van de millioenen-erfenis te wor
den ingewijd. Zij werd door 72 personen
bezocht. Op deze vergadering kwamen
verschillende op de nalatenschap betrekking
hebbende stukken voor den dag o. a. twee
testamenten van de erflaatster, verschillen
de familiepapieren, enz. Ten slotte werd
een commissie van zes personen benoemd,
die de noodige stappen zal doan om, zoo
mogelijk, de opnieuw opgewekte hoop van
belanghebbenden in de zaak van Neeltje
Pater te verwezenlijken.
De Haarl. Ct., van die vergadering mel
ding makende, voegt er bij
„Niemand der opgekomenen kon zijne
rechten bewijzen, en dat is ook niet te
verwonderen, want de rechthebbenden be
hoefden daar niet te komen, daar zij als
zoodanig door het vonnis van de arron-
dissement-rechtbauk te Haarlem, dd. 10
Frebruari 1891 en laatst 2 Juni 1892
door een vonnis van het gerechtshof te
Amsterdam zijn erkend, op grond waarvan
de verlangde stukken aan hen zijn uitge
reikt.
Een koloniaal, Dinsdagmiddag naar
UTRECHT gekomen, om voor zijn vertrek
naar Indië zijne familie nog eens te bezoe
ken, ontmoette reeds dadelijk na aankomst
alda»r eenige oude kennissen, die hem met
zooveel hartelijkheid verwelkomden, dat hij
er door getroffen werd en hen uitnoodu de
hein met in een koffiehuis een hartversterking
dat men deu groDd kon onderzoeken. Doch
het gaf een nieuwe teleurstelling.
De hotelhouder grijnsde en des te meer
werd de schilder er van overtuigd, dat zij
op bet rechte spoor geweest waren.
„Ligt de schat er niet onder," meende
hij nu, „dan kan hij er wel in verborgen
zijn! Blijf met nw kaars weg," riep hij
Carolles toe, toen deze met zijn kaars bij
het vat wilde komen, „anders kunnen wij in
bet volgende oogenblik in lichter laaie staan,
wanneer het ding omvalt. Geef mij de lan
taarn."
Crambard vond van boven een lang, dun
kettinkje bevestigd, aan welks andere einde
een blikken maatje hing, om daarmede den
cognac uit bet vat te kunnen scheppen,
wanneer men tich niet van de kraan wilde
bedienen. Opvallend was het, dat dit maatje
niet buiten het vat hing, maar met den ket
ting in den cognac was neergelaten, wat toch
voor den smaak van den eognao zeer na-
deeliog was.
Crambard baalde bet kettinkje omhoog en
slaakte in hetzelfde oogenblik een kreet van
vreugdeaan het maatje hing nog met een
don touw daaraan verbonden, een ronde
blikken bus, gelijk de architepten gebruiken,
om kleine plans daaiin te bewaren. Het
deksel van de bas was zorgvuldig met ge
wast linnen omwoeld en afgeslotenmaar
men behoefde dit pakje niet te opeDen,
want Viroulas riep bem nu toe„Gij hebt
bet dns eindelijk gevonden! Nb, ik moet
mij overgeven. Gij knnt mijn hoofd nn
onder de guillotine brengen, tenzij gij er
de voorkeur aan geeft, den mond te boaden
en met mij te deelen."
„Het geld zit in deze bus vroeg de
schilder.
„Natuurlijk anders zou ik u niet voor
stellen, met mij te deelen. Gij beboett slechts
bet tonw stuk te snijden en het linnen er
af te balen, dan is de bas gemakkelijk te
opauen."
„Een prachtig idéé gij kunt n daarvoor
wel een patent laten uitreiken," spotte
Crambaid, terwijl bij zachtjes Carolles toe
fluisterde: „Het ral het beste zijn, dat gij
dat ding tot de komst van dtn commis
saris van politie in het vat laat hangen."
WORDT VERVOLGD.