Aimuitie-
Zondag 19 Februari 1891
37ste Jaargang Fo. 2701.
Gemeente Schagen.
FEUILLETON.
NAAMLOOS.
Binnenlandsch Nieuws.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau; SCHAGEJi, Laan, B, 4.
Bekendmakingen.
Jacht en Visscherij.
Nationale Militie.
Grondbelasting.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTEXT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regeia f 0.25iedere regel meer 6 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
AIiiieü Ni dit-,
De burgemeester van Behagen brengt
ter kennis van belanghebbende liet navol
gende
De Commissaris der Koningiu in Noord
holland;
Gezien het beslnit van Gedeputeerde
Staten dier provincie dd. 25 Januari 1893
no. 31
Gelet op art, 11 der wet van 13 Juni
1857, (Staatsblad no. 87);
Brengt Ur kennis van belanghebbenden:
lo. dat de jacht op eenden in deze pro
vincie zal wordeD gesloten den 2Ssten
Februari e. k. met zonsondergang
2o. dat de jacht op ander waterwild
zal worden gesloten den lsten April e. k.
met zonsondergang
8o. dal het weispel van kwartelen met
steekgaren of vliegnet zal mogen worden
uitgeoefend van 1 Mei tot 15 Julie. k.
4o. d_t de visscherij, met uitzondering
van die met aalkorven, aaldobbers en
palingfuiken, van die met het schepnet of
de gebbe om kleine vischjes te vangen
voor de aaldobbers, en van die op snoek
in de gemeente Texel, zal worden gesloten
van 15 Maart tot 1 Jnni e. k.
5o. dat gedurende den gesloten visch-
tijd ook het visschen met den hengel in
de hand is verboden.
En zal deze in het Provinciaal Blad worden
geplaatst en voorts in iedere gemeente van
Noordholland worden aangeplakt.
Haarlem, 31 Januari 1893.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(Get.) SCHORER.
Schagen, 10 Februari 1893.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Do Burgemeester van Schagen, daartoe
de noodige aanschrijving ontvangen hebben
de, brengt ter voldoeuing aan de bestaande
voorschriften, ter algemeene kennis, dat
tegen den 1 Maart e. k. tot den werke-
lijken dienst wordt opgeroepen de verlof,
ganger van de lichting 1890 Cornelis
Modder, beboorende tot het 2e Regi
ment veldartillerie, om op den opgegeven
Roman van F. DU BOISGOBEY.
XVI.
De schilder knikte Viroulas toe en ging
toen voort„Gij zijt dus bereid, met ons
te deekn Nu, daarover zullen wij wel in
het reine komen. Wij zouden eigenlijk wel
alles voor ons kunnen behouden, maar dan
zouden wij u eerst om koud moeten brengen,
opdat gij ons later niet zondt kunnen ver
raden. En m;;n vriend en ik, wij moorden
niet, zooals gij."
,Ik zou o toch niet knnnen aanklagen,
zonder mij zeiven te verraden," vorzekerde
de waard ijverig en liet er dadelijk op vol
gen .Wanneer wij bet met elkaar eens
worden, dan bobt gij volstrekt niets te
vreezen, want ik vertrek dadelijk met den
noorder-treiD. Geen mensch zal op bet ver
moeden komen, dat het miilioen hier ver
borgen is geweest. Maar maakt nn die
vervloekte touwen los. Ze knellen mij ge
ducht.
»Nog een oogenblikje geduld. Ik wil
namelijk weten, hoe die geschiedenis met
den amerikaan in zijn werk is gegaan. Dat
geeft mij meer zekerheid tegenover u, want
gij zondt ten slotte kunnen zeggen, als gij
goed en wel in het buitenland zat, dat ik
Bolton vermoord had."
„De zaak is zeer eenvoudig," bromde de
waard. .Een onde bekende vaD mij, San-
gninet geheeten, die reet Bolton van Amerika
was gekomen, had dien man mijn hotel aan
bevolen. Hij haalde hem ook in den middag
van deD 28 Februari af en vergezelde hem
's avonds terug. Ik zat alleen in de portiers
loge en zag dat Bolton beschonken was en
terwijl bij de trap opstrompelde, vertelde
Sanguinet mg nog, dat hij een miilioen in
zijn gordel bij zich droeg. Die Bchoft van
een Sanguinet wist wel, wat hij daarmede
bewerkte,* voegde de waard er tusscben.
.Wanneer men tot over de ooren in de
schulden steekt, dan hoort men znlk ten
tijding niet, zonder dat men allerlt-i gedach
ten krijgt. Ik ben toen voorzichtig de trap
opgegaan - boven was niemaud Bolton
hoorde ik op den gang reeds snurken. Toen
ik zjjn kamer binnentrad, zat hij op een
dalnm vóór des namiddags 4 ure bij zijn korps
te 's-Graven'nage present te zijn.
Schagen, den 16 Februari 1893.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
De Burgemeester van Schagen brengt
naar aanleiding van art. 15, 2e lid der wet
van 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82), ter
kennis van belanghebbenden, dat heden ter
Secretarie dezer gemeente gedurende 30
dagen ter inzage is nedergelegd eene op
gave van nitkomsten van meting en schat
ting bedoeld in de artt. 15, 23 en 43
der gemelde wet.
Schagen, 17 Februari 1893.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Woensdag j.i. geraakte het
paard van D.G. te DIRKSHORN, terwijl
het verhuurd was aan een ander, door het
schrikken te water. liet geraakte zoodanig
tusscben bet wiel van de driewielskar waar
voor bet gespannen was, dat het zijn kop
niet boven kon krijgen en waarna bet
onmiddellijk is gestikt. De kinderen, welke
mee zouden rijden, wist men er nog bijtijds
af te krijgen en kwamen alzo? met de schrik
vrij.
Men schrijft uit WIER1N-
GERWAARD. De kaasfnbriek, waarvan
de verkoop den 15 plaats had, is met de
bijgebouwen en arbeiderswoningen aange
kocht door een veertiental in de gemeente
wonende landbouwers, voor ongeveer f 2000.
Iu eene den 15 te Zaandam gehouden
vergadering van de commissie van toezicht
op de proefvelden in Noord-Holland is
tot voorzitter dier commissie benoemd, de
heer J. L. T. Groneman, tot secretaris-
penningmeesterde heer W. Tecngs.
Voor de keuring ter toekening van twee
rijkspremiën van f 1000 elk, welke den
2C ten één ure in de Hollaodsche mauegè
te Amsterdam zal plaats hebben, zijn vier
hengsten aangegegeven.
Te HELDER is eenewerk-
siaking uitgebroken ouder de sjouwerlieden
stoel te slapen. De geldgordel was nog om
zijn lichaam mijn blik viel er op toen
nam ik mijn mes on deed het. De eeiste
stoot bad hem nog niet gedood, hij viel op
den grond en kermde, toen nog een tweede
stoot en alles was stil. Daarna stak ik mijn
mes bij mij, knoopte den gordel los, dien
ik later verbrand heb en sloop weder naar
beneden, zonder dat iemand mij opmerkte.
Ik deed, alsof ik in mijn loge was inge
slapen, doch zag zeer goed, hoe spoedig
daarna die mijnheer John Nameless naar
boven ging. Hij is dom genoeg geweest,
voor mij zijn hoofd in den strik te stekeD.
Ik zou mij reeds lang in veiligheid gebracht
bobben, wanneer die vei vloekte Sanguinet
er maar niet was geweest. De schurk had
de geheele geschiedenis met sluwe berekening
ingeleid en toen hij zag, dat zijne speculatie
gelukt was, wilde bij van mij de helft van
de buit hebben en liet hij mij bespionneeren,
zoodat ik hem niet kon ont6Qapen. Nu zullen
wij hem toch laten toekijken, niet waar f"
,Dat zal gebeuren, terwijl wij u met hem
aan het gerecht zullen overleveren," ant
woordde Hugo de Caiolies beslist.
Wat, gij bonden, noemt gij dat nn een
belofte houden brulde de waard.
.Ik heb n niets beloofd," antwoordde de
schilder. .Ik heb alleen tot u gezegd beken
eerst, en gij bebt alles bekend, des te erger
voor u. Gij domkop bebt dezen heer ge
houden voor een politie-spionhij is een
voornaam on rijk beer, een vriend van den
advokaat Berquin, die den Naamlooze ver
dedigd heeft. En wat mij betreft, zoo ben
ik wel is waar wel een arme duivel, maar
ik wil hier liever op dezen grond sterven,
dan ook maar een cent aanraken van het
geld, betwelk gij, geraffineerde moordenaar,
gestolen bebt 1"
Viroulas huilde luid van zinnelooze woede,
met vertwijfelde inspanning kromde en
wrong hij zich in zijne boeien, zooder even
wel los te kunnen komen. Doch in
zijn worstelen bad bij toch do niet ver van
hem af op een fltseh s'aande kaars omge
worpen, hetgeen Crambard en de Carolles
niet hadden knnnen beletten.
Dadelijk verhiel zich over den grond een
blauwe vlam, welke zich over den geheelen
grend uitbreidde. Aan de zijde van het
cograevat, waar de cognac overgestort was,
klom die blauwe vlam pijlsnel op on in
Letzelfde oogtnblik stond het geheele vat
in brand.
die belast waren met het lossen en in de
pakhnizen brengen der uit het gestrande
schip Condor aangevoerde lading salpeter.
De mannen die met dit vrij zware werk
20 cent per uur verdienden, verlangden
5 cent per uur meer eu lieten, toen dit
niet werd toegestaan, het werk in de steek.
Onmiddellijk werden werklieden uit Anna
Paalown» ontboden om de stakers te vervan
gen. Dezen zijn reeds aangekomen ea aan
het werk gegaan, echter, naar men mede
deelt ook tegen een loon 25 cent per uur,
wat de anderen wenschten en niet konden
krijgen.
Menschrijft uil KATWOU-
DE (Noord-Holland)
De spaarbank aan de openbare school al
hier heett in het afgeloopen jaar weder nat
tig gewerkt; ongeveer 112 per maand werd
iugelegd, eene niet onaanzienlijke som, daar
het getal leerlingen p. m. 30 bedraagt. Het
kapitaal der kinderen groeide aan lot f 500.
Er zijn echter óók jongelui, die blijven spa
ren al hebben zij de school verlaten. Rekent
men hun inleg er bij, dan komt men op een
kapitaal van p. m. f 1000. Aan het Hoofd
der school, den heer Kat,komt een woord van
dank toe voor zijne belangelooze moeite.
Van het eiland W1ERIN-
GEN, meldt men als eene bijzonderheid, dat
er nabij Hypolitushoef, in den Dorperkoog,
welke thans voor 't grootste gedeelte onder
water staat, 61 wilde zwanen zwemmende
dicht bij elkander gezien werden. Dejacht-
liefhebbeis mochten ecliter hunne geweren
niet tot dit prachtig schot richten, omdat die
zwanen binnen een kooirecht zaten.
Er is overigens op het eiland nog wel iets
voor jagers, stroopers of visschers te verdie
nen, want er zijn aldaar en in de Zuiderzee
veel wilden zwanen eu ganzen, welke zij
met hunne geweren of slagnetten kunnen
bemachtigen, hetgeen ook al Lij herhaling
's avonds is gedaau.
Op 20 dezer zal de heer
P. B. J. Ferf, lid van de Tweede Kamer
der Skaten-Generaal voor het district Hoorn,
te WARDER eene spreekbeurt komen ver
vullen in de kiesvereeuiging v Volksbelang.
Het onderwerp zal zyu uBelastinghervor
mingen en kieswet."
Door den Raad der ge-
meente EDAM, is besloten om aldaar (op
Donderdag van iedere week) eene markt te
Met een kreet van ontzetting stortte
Crambard zich op het vat, teneinde de zich
daarin bevindenden schat te reddeu, doch de
geweldige vlam dreef hem terug.
.Daar is niets meer aan te verhelpen,*
riep hij de Carolle3 toe, die zich inspande
den gebonden waard uit de vunizee te trek
ken. Crambard pakte den waard met zijn
stevige vuisten aan en droeg hem naar den
zandhoop. Daar legde hij hem neder, om
eerst het vuur te bedwingen, hetwelk zich
reeds had medegedeeld aan de kleeren vau
den waard. Dit gelukte hem met behulp van
vochtige zakkeD, welke hij nog in een hoek
vond.
Viroulas kermde, hij bad vreeselijke brand
wonden bekomen en was bijna bewusteloos
van smart, maar ook zijne beide redders
hadden verscheidene wonden opgaloopen,
Crambard vooral.
.De schurk heeft het volstrekt niet aan
on* verdiend,* meende Crambard, .maar wij
kunnen hem toch niet ellendig laten ver
branden. Ik boop ook dat de doctoren hem
tenminste weer zoover kunen herstellen dat
hij eerst zijne bekentenis nog kan herhalen,
voor hij overlijdt. Maar laten wij nu niet
lauger talmen, want ik houd het voor zeer
waarschijnlijk, dat bet vat aanstonds wel
zal springen en dat zoo ons slecht bekomen.
Ca met de lantaarn vooraan, ik zal onzen
vriend op den rug nemen en volgen.*
Nauwelijks waren zij goed en wel boven
gekomen, toen de gevreesde ontploffing
volgdeeen vervaarlijke rook verspreidde
zich nu door de kelderdeur eu het valluik
in huis, zoadat het veel moeite gaf om op
straat te komen.
Op straat gekomen, riep Crambard dade
lijk .Brand brand I* Spoedig was er een
menigte op de been, van wie Carolles een
man verzocht, de brandweer te alarmeeren,
terwijl bij een tweede uitzond om een wa
gen, en een derde om een politiedienaar.
Toen de politiedienaar gekomen was deelde
Hugo hem in korte woorden het gebeurde
mede, eu zeide hem, dat hij met den nog
altijd bewustelooze Viroulas naar het naast
bij gelegen commissariaat van politie moest
rijden. Tegelijk verzocht hg hem een arts
daar been te renden, opdat deze hem nit zijn
bewustelooren toestand mocht opwekken en
dan tevens zou komen zien naar de wonden
van zijn vriend en van zicb zeiven.
De beambte hielp den bewustelooze in
bet rijtuig dragen en zond een inmiddels
houden van wolvee, gèdurende den tijd d»t
op de markt te Purmerende wegens het
heerschen van mond— en klauwzeer, geen
schapen mogen verhandeld worden. Het be
sluit is aan de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland onderworpen.
Men meldt uit VEENDAMdat
aan de werkeloozen aldaar van gemeente
wege werk is verstrekt, maar vragen om werk
en het uitvoeren daarvan zijn twee. Dit
bleek ook hier want van de aanvragers na
men slechts zeven arbeiders gedurende 2 da
gen aan de werkverschaffing deel.
Een kranige jongen.
Zaterdagmiddag bemerkte de scholier H
J. Bultman van APELDOORN (te Zutfen
schoolgaande) dicht bij de brug over het
kanaal te Apeldoorn, dat er ten stuk uit
de rails was geraakt. Hij gat een sein met
een roode vlag, die hij in zijn nabijheid
zag en kon daardoor den machinist van
een aankomenden trein nog te juister tijd
waarschuwen om te stoppen.
Voor 's jongelings waakzaamheid en
bij-de-handheid is door de Maatschappij
de gewone belooning, een medaille en eene
som van f 10, ter hand gesteld.
De aangekondigde anti-
semitsche optocht te Meerssen heïft naar
van daar wordt gemeld niet plaats
gehad. Toen de stoet zou uittrekken bevon
den zich daar ter plaatse de burgemeester,
de kapitein Quadekker vau de 2de divisie
koninklijke maréchausóe, de wachtmeesteren
5 marécahausées van de brigade Maastricht.
Op last van den kapitein Quadekker wer
den uit een der wagens de voorwerpen ver
wijderd, die aanstoot hadden kunnen geven.
En of men het nu niet meer der moeite
waard achtte dien geplunderde* wagen in
deD optocht mede te voeren, dan wel of er
niemand werd gevonden die een paard
daarvoor wilde afstaaD, zeker is, dat de wagen
ougebruikt achter bleef. Er heeft geen en
kele demonstratie plaats gehad.
De Veend. Ct. geeft het
volgende verhaal uit Veendam:
Een landman alhier had een arbeider in
dienst die geregeld bij hem werk vond. On
langs op een morgen, was de jonge man echter
verdwenen. De landbouwer vond zijn plaats
door een ander ingenomen. //Hoe komt gij
bier en waar is uw kameraad?'' vroeg de
landbouwer. /Och, ik bin rampelsant veur
ter hulpa gesneld collega met de noodige
instructies naar een doctor.
Onder de menigte ontdekte Carolles ook
een dienstman, dien hij wenkte.
,Hier hebt gij vijf Irancs," zeide hij. „Gij
ontvangt er nog vijf, wanneer gij in deu
kortst mogelijken tijd don advokaat Bei quin,
wonende in de Rue Perrault, bij bet Louvre,
naar het commissariaat van politie in de
Rue Villeneuve brengt. Neem het eerste
rijtuig het beste en beloof den koetsier, dien
ik natuurlijk zal betaleD, een goed drinkgeld 1"
De man snelde voort, Hugo en Crambard
stegen in, terwijl de politie-agent bij den
kootsier op de bok plaats nam, en daarna
rolde bet rijtuig voort. In de verte kwamen
nu ook reeds de brandweermannen opdagen.
Hijgend wisebte Carolles met een zakdoek
zich bet zweet van het voorhoofd; daarna
stak bij Crambard de rechterhand toe en
ze de ,gij bebt n als een wakker man en
trouw kamoraad doen kennen, vriend Cram
bard, mijn woord er op, dat ik u nimmer
zal vergeten I Alleen aan uw raad en pw
bnlp is het te danken, dat wij nu eindelyk
een onschuldige van den dood kunnen red
den.*
Jacqnes Crambard laebtte en zeideJa,
ja, het was een dolle geschiedenis, mijnheer
de Carolles; maar wij hebben ods er niet
kwaad door geslagen. Had ik dat miilioen
maar uit de vlammen kannen redden, intns-
scben, het ging niet. Maar verbeeld u: zoo'n
rond miilioen het is toch jammer!'
XVII.
Mevrouw Sauveterre was gelijk zij be
loofd bad, tegen den avond uit bet sterfhuis
haars vaders naar bare vriendin in de Rue
Rochebrnne teruggekeerd. Zij badden immers
beiden zooveel leed te dragen, dat bet voor
baar reeds eene verlichting was, dat zij bij
elkaar waren en wederkeerig haar hart kon
den uitstorten.
Clothilde bad niet veel goeds van haren
tyrannifcken en egoïstischen vader meer
vofden, zoolang bij leefde, maar toch bad
zijn plotselinge dood baar zeer geschokt.
Een ander had misschien aan den rijkdom
gedacht, waarover zij nu als eenige erfge
name had te beschikken doch mevrouw
Sauveterre gevoelde zich daardoor nog
meer te neer gedrukt, want haar vader had,
toen hij kort voor zijn dood zijn spraak
tetHg kreeg, op haar aandringen onder be
tuigingen van beroQW bekend, dat hij in
der daad op de door Henri de Brains ozn-
mien vrund", zei de ander. //Hij kon v*n
morgen nijt; hij mos mit de warkeloozen no*
't gemijntehuus, om te vroagen of ze ook
wat veur hom te doun harren."
Omtrent den moord op
Jozef Kiihl te Lenr gepleegd, bevat de N.
B. Ct. het volgende:
Kiihl bevond zich in gezelschap van twee
vrouwen op weg van BREDA naar Hoeven.
Van de herberg bij de weduwe Michielse
buiten het Liesboscb werd hij op den groo-
ten wrg gevolgd door vier jonge mannen
nit Etten, waarvan een paar hem niet goed
gezind waren. Immers op eene der uitvoe
ringen, dezen winter te Etten gegeven, had
hij er hen opmerkzaam op gemaakt dat het
verboden was in de zaal te rooken. Deze
aanmerking hadden zij kwalijk genomen en
eene woordewisseling was ontstaan.
Nu op Vastenavonddag, op den donkeren
steenweg zagen zij de kans schoon zich te
wreken en de oude koopman hoorde zich
voortdurend sarren, schelden en bedreigen.
Ter hoogte van den vaarkant gekomen,
bleef hij eindelijk staan en vroeg wat zij
van hem moesten hebben. Hierop naderden
zij en trok een hunner een mes waarmeê
hij den koopman verradelijk een diepen
steek toebracht in den onderbuik. Het slacht
offer liet een gil, riep om hulp en het
valsche viertal zocht zijn heil in de vlucht.
De haastig toegeschoten vrouwen sleepten
den gewonde naar eene naburige woning;
vóór zij echter hier aankwamen had hij
reeds den geest gegeven.
Drie der aanranders zijn n»ar Breda
overgebracht.
Men deelt aan de N. Rott. Ct.
mede:
Tuaschen een boer van buiten of juister
gezegd eeu boterhandelaar, want de man
houdt er geen beest opna die wekelijks
honderden kilo „boter" in de residentie af
levert, had gisteren ochtend het volgende
gesprek plaats, dat een niet onaardig beeld
geeft van de werking der Boterwet.
Mevrouw. //Hél A" wij zullen den
man maar A noemen „heb ik tegen
woordig andere boter voor de keuken
Vroeger stond er Margarine op en tegen
woordig niet meer."
De boer. „Wel neen, mevrouw, het is
dezelfde boter, en ze kost, zooals n weet,
ook hetzelfde Maar, ziet u, we zetten er
maar geen margarine bij ons in de buurt
meer op, want, och, er zijn dames die voor
de bojïeu niet weten willen, dat ze marga-
schreven wijze den ondergang van den
overste de Brains had bewerkt. Zij was
bang voor al deze schatten, welke misschien
voor het grootste gedeelte op dergeljjk*
manieren verkregen was, want ongetwijfeld
zou haar vader ook iu andere gevallen even
weinig angstvallig zijn geweest in de keuze
zijnor middelen om geld te verdienen.
Daarbij kwam nog de angst omtrent den
geliefden man, die in de gevangenis smachtte,
en de bange zorg, of het aan Berquin en
mijnbeer de Garolles gelukken sou,' den
werkelijken moordenaar te ontdekken en de
bewijzen voor Henri's onschuld te leveren.
Ten slotte kwam nog de gedaohte aan
baren onwaardigen echtgenoot, de arme vrouw
beangstigen; want zij voorsag, dat Sauveterre
na, daar zij de erfgename was der milli-
oenen van haar vader, de scheiding weigeren
en geen middel onbeproefd laten zon, baar
weder in zijn bnis terug te voeren.
Zij had juist baar gemoed eens luoht
gegeven tegonover hare vriendin. Beide
zaten bij het open venster in de schoolka
mer, wtdke de k>or'ereu reeds laDg verlaten
hadden, en zij wenschten den tijd vleugels.
Het was pas zeven nor en voor negenen
kon Hugo de Carolles immers onmogelijk
komen. En tocb, hoe langzaam verstreken
de minuten En boe zou het bericht luiden
betwelk Hugo medebracht
Yictoire bad niet het geluk, dat zij even
als Clothilde, door het storten van tranen,
bet geprangd gemoed kon verlichten. Het
werd baar daar binnen te benauwd.
„Kom, laten wij buiten wat gaan wandelen,*
zeide zij tot bare vriendin, „het is nog zoo
schoon daarbuiten, eu de beweging zal ods
goed doen."
Zoo wandelden zij op den hof heen en
weder.
Eensklaps hoorde men in de verte alarm;
de kinderen sneldeD uit de huizen de straat
op en ook de beide vriendinnen begaven zich
op straat.
Het was de brandweer, die van een naast-
bijzijnde post ontboden was.
„Waar is de brand?* vroeg Yictoire aan
een dicht bij baar staand werkman. Dez*
schudde bet boofd, doch riep te gelijkertijd
iets aan een brandweerman toe, dien bij kende.
„Rue Tiquetoene luidde het antwoord.
WORDT VERVOLGD.