Donderdag 16 Maart 1593.
37ste Jaargang No. 2703
Koepok-inenting.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
A1) VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummer 5 Cents.
A D\ ERiENTIEN van 1 tot 5 regl f 0.25iedere regel meer 5 ets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
f
Dit numer bevat een
bijvoegsel. (Raadsverslag.)
Gemeente Schagen.
FEUILLETON.
Yreugfle en Smart.
Novelle door L E O N A R D.
H E R IJ K.
KIEZERSLIJSTEN.
Binnenlandsch Nieuws.
i NifilWS-
Aiierieiiis- k Luiliiil
ld
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAOEÏ, Laan, 19, 4.
De INHOUD van No. 12 van ons
Geïllustreerd Zondagsblad is als volgt
Gevaarlijk sporen, met illustratie. In
het bosch, met illustratie. Nauwkeurig
antwoord. Ik heb honger, (Novelle).
Ook een tuin (piet illustratief) Onze
dienstboden, met illustratie. De jengd
zi(^ geen gevaar, met illustratie. Een
vergissing. Goedhartigheid van Napoleon.
Een jacht met luipaarden in Engelsch—
Indië, met illustratie. De kunstkenner
en de schiider, ot hoe het palet de beste
voornemens kan verijdelen, met 3 illustraties.
Onze Prijsnovelle. Kinderlijke ver
gissing, met illustratieWat er al niet
in handen der politie komt. Hoe veel
een moderne oorlog kost. Barmecide—
stokjes. De bekroonde Anecdote.
Even sterk. De handschoenen van den
Czaar. Valsch. Een barbaarsche
marteling. Anecdoteproeve. Nog
iets over de dierenprocessen. Oplossing
Prijsraadsels XIX, XX en XXI. Een
telicitatie waard. Verkeerd begrepen.
Een paar uitingen van Alphonse Karr.
Tegen lasteraars en kwaadsprekers.
Een snedig antwoord. De winners der
prijsraadsels X, XI en XII. Puzzle.
Nieuwe prijsraadsels XXVIII, XXIX
en XXX. Zoo rein als de Sneeuw.
Anecdoten. Waar het speldegeld van
daan komt. Een schaker als kuust-
kenner. Er voor in den wieg gelegd.
Nog iets over Blücher. De levens
middelen tijdens het beleg van Parijs.
De prijswinner der Anecdoteproeve No. 3.
Schaak rubriek. - Mededeelingen.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen brengen ter algemeene kennis dat
gelegenheid tot kostelooze inenting zal
worden gegeven op Donderdag, 16 Maart
e. k. des namiddags van 1 tot 3 ure,
ten huize van den gemeentegeneesheer,
den Heer P. de Boer, Laan No. 8 alhier.
Schagen 11 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
Trok het al Kareis aandacht, dat mevrouw
Delhorst bij de voorstelling wel zijn naam,
maar niet zijne verhouding tot hare nicht
vermeldde, hij veronderstelde dat voor dezen
intiemen kennis misschien het noemen van
zijn naam voldoende was, om hem van alles
op de hoogte te brengen, daar men toch
zeker wel eens over hem had gesproken
tijdens Marie's verblijf alhier en zoo dacht
hij daar dus niet verder over na.
Had bij echter den diepen blos van zijn
beminde, bij het binnenkomen van Van Ree
gezien, de jongeling zon dan minder welge
moed hebben deelgenomen aan het levendig
gesprek, dat aanvankelijk over alleaaagsche
onderwerpen was aangevangen. Wel viel
het hem op, dat Van Ree zijne Marie heel fa
miliaar bij haar naam noemde, doch dit schreef
hij toe aan de omstandigheid, dat de jon
geling dikwijls ten huize harer tante kwam,
en Marie dan veel sprak en dat deze zich
bij elk woord, door Van Ree tot haar ge
richt, onrustig op haren stoel heen en weer
schoof, daarvan kon Karei door de steeds
toenemende duisternis niets bespeuren.
Toen na eenige oogenblikken het gesprek
wat slepend begon te worden, zeide Van
Ree eensklaps ,Wel Marie, wat speet het
mij toch, dat ge gisteren niet aan ons rij-
toertje wildet deelnemen, ik heb me in 't
geheel niet geamuseerd en dat durf ik veilig
aan u wijten. Het was betzelfde gezelschap
van de vorige keeren alleen gij ontbraakt,
zoodat ik natuurlijk de eenige was, die me
zonder dame moest behelpen. Zoolang we
reden, ging het nog, docb als wij ter afwis
seling soms ook weer eens wandelden en het
gezelschap zich verdeelde, dan voelde ik
dubbel mijn gemis." En daar niemand een
woord sprak, ging hij voort: „lk wil dan
ook bopeB, dat ge ons en vooral mij, mor
gen niet weder zult te leur stellen, en vol
gens afspraak ons zult vergezellen naar H.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen
Gelet op het Besluit van UeereD Gede
puteerde Staten dezer provincie van den
4 Januari 1893, no 3,(provinciaal blad no 2);
Gezien het Koninklijk Besluit van 15
December 1892, (Staatsblad no. 282),
waarbij is bepaald, dat in het jaar 1893
aan den herijk zijn onderworpen de maten
en gewichten.
Brengen ter kennis van de ingezetenen,
dat die herijk binnen deze gemeente zal
plaats hebben, voor de gewichten voor
fijnere wegingen op Zaterdag 18 Maart a. s.,
des namiddags van 1 tot 3 uur, en voor de
overige gewichten en maten op Maandag
20 en Dinsdag 21 Maart van des voor
middags 9 tot des namiddags 3 uur, en op
Woensdag 22 Maart, des voormiddags van
8 tot 10 uur, alles in het lokaal „de
Beurs" van W. Roggeveen Cz., wijk E,
No. 36, iDgang aan de Noordzijde.
Schagen, den 7 Maart 1893,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
brengen ter kennisso der belanghebbenden,
dat, ter voldoening aan de wet op het kies
recht, door hen zijn vastgesteld de lijsten
der kiesgerechtigden van leden voor de
Twe.de Kamer der Staten-Generaal, de
Provinciale Stalen en voor den Gemeente
raad, al8tn de van die, welke sedert de
vastelling der vorige kiezerslijsten daarvan
zijn geschrapt. Dat die aan het raadhuis
zijn aangeplakt en bovendien vsn heden af
gedurende veertien dagen (Zon- en Feest
dagen uitgezonderd), des voorraiddags van
9 tot 12 uur, op het raadhuis ter inzage
zullen liggen, binnen welken tijd degenen,
die daartegen eenige reclame mochten heb
ben, die bij ongezeg ld verzoekschrift, door
do vereischte bewijsstukken gestaald, aan
den Riad zullen behooren in te dienen, na
verloop van welken tijd daarop geen regard
meer zal kunnen worden geslagen.
Gedaan te Schagen, den 13eu Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS,
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen naar aaueidiug van het tweede
O, daar kan men ook zoo heerlijk wandelen
en niet gaarne zou ik me dan weer van uw
bijzijn verstoken zien."
Nog geen antwoord.
Marie zat doodsbleek en over al hare
leden trillend, met de handen gevouwen
op bare knieën; het borduurwerk, waarmee
ze zicb onledig had gehouden, was naast
haar op den grond gegleden. Zij wilde spre
ken en iets tot Karei zeggen, doch de woor
den bleven haar in de keel steken. Elk
oogenblik verwachtte zij van hem, die soms
zoo driftig kon zijn, eene vreeselijke uit
barsting.
Deze zat als van den donder gotroffen.
De lippen vast opeen geknepen, de wenk
brauwen gefronst, het hoofd op de borst
gebogen, daarbij het toonbeeld der diepste
wanhoop. Plotseling kraakte zijn stoelbij
beft het hoofd op, zijne vuisten zijn gebald,
met vreeselijke blikken kijkt hij naar den
verwoester van zijn geluk, wiens gestalte
h|j slechts onduidelijk kon onderscheiden;
al zijn spieren zijn gespannen, hij zal den
ellendeling docb neen, hij bedwingt
zich. hij wil nog meer, hij wil alle» hoo-
ren en hij blijft zitten.
Eindelijk maakt mevrouw Delhorst een
eiudo aan de pijnlijke stilte, door op schijn
baar luchtbarligen toon te zeggen: .Daar
zullen we nog wel eens nader over praten,
Van Ree. Maar het is bier geheel donker
geworden."
Meteen staat zij op, om de ramen te
glaiten en licht te ontsteken, waarbij Marie,
blijde zich eens te kannen bewegen, haar
bebalpzaam is.
Als de geheele kamer helder verlicht en
mevrouw Delhorst weder gezeten is, schenkt
Marie op haar verzoek nog eens thee en
reeds meent deze, dat alles nog goed zal
afloopen, als Van Ree, door bet schitteren
van den steen opmerkzaam gemaakt op den
ring aan haren vinger, eensklaps uitroept
„Wel heb ik van mijn leven 1 dat is nu de
dame, die ons wijsmaakt, dat ze nooit ringen
draagt, ja. ze zelfs niet eens bij zich heeft.
Hoe komt ge dan nu zoo in eens aan dat
prachtexemplaar Meteen staat hij op en
nadert Marie, om den ring wat meer van
nabij te bezien. Deze echter steekt beide
handen afwerend naar hem uit, zonder een
woord te kunnen spreken.
lid van art. 35 der wet van 4 Juli 1850,
(Staatsblad no. 37), bij deze ter algemeene
kennis, dat bij de herziening der lijsten,
aanwijzende de personen die bevoegd zijn
tot hot kiezen van leden voor de Tweede
Kamer der Staten Generaal, de Provinciale
Staten en den Gemeenteraad, de namen der
volgende personen, wegens het verliezen
van een of meer der gevorderde vereisebten,
of uit hoofde van overlijden daarop zijn
geschrapt, als
A. Wegens het verliezen van een of
meer der gevorderde vereisebten
C. Bakker, P. Bakker, C. G. Bannier, J.
Bierman, Jb. Bleeker, Chr. Blom, J. H.
Borstlap, A. Commandeur, J. v. Huis, W.
van de Kamp, M. J. Koelman, C. Meurs,
J, van Oostveen, Jb. Overtoom, A. Schenk
Tz., G. Smit, H. Vellemao, P. Voorthuijzen,
S. Wagemaker.
B. Wegens overlijden:
C. de Boer, D. Klok, S. Kruijer Jr., B.
Schut.
Schagen, 13 Maart 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
J.l. Zaterdag avond, om
streeks elf uur, brandde aan de Tin, on
der BARSIXGERHORN, de boerenwoning
met schuur van den heer P. Maats, ge
heel af. Men had nog juist tijd om de
koeien huiten te brengen twee hokkelin-
gen, twee kalveren, eene zeug en de kip
pen zijn verbrand. Van boerengereedschap
pen, huisraad, kleederen, enz is niets ge
red. O/ntrent de oorzaak van den brand
is niets met zekerheid te zeggen.
Men schrijftonsuit Wie-
riDgerwaard.
De Redtrijkerskamtr Philoteehnie
besloot in haar j. 1. Vrijdagavond ge
houden vergadering, op Zondag 26
Maart a.s. des avonds te 7 ure, in het
lokaal van den heer J. Boon, op te voeren
het tooneelspel „de dochters van Haseman.11
Deze voorstelling zal kosteloos worden
gegeven alleen en uitsluitend voor
lo. Gehuwde mannen en vrouwen,
weduwnaars eu weduwen, behoorende tot
den kleinereu neringdoenden stand in deze
gemeente
2o. Gehuwde mannen en vrouwen,
weduwnaars en weduwen, onverschillig
waar woonachtig, mits in vasten dienst
zijnde bij landbouwers, veehouders en am
Nu kon Marei zich niet meer bedwingen
met een sprong staat hij recht voor Van
Ree en zegt met donderende stem en blik
semende oogen „Mijnheer, dat is haar ver
lovingsring en haar verloofde ben ik. Gij
schijnt dat geheel te vergeten 1"
„Wat? verloofd met u En sedert wan
neer dan Sedert van avond
„Sinds maanden, mijnheeren gij zoudt
dat niet weten
„Dat heeft nóch zij, nöch hare tante mij
medegedeeld ik geef u mijn woord van eer,
dat ik van hare verloving niets af wist."
„En dien ring dan?"
„Dien draagt zij heden avond voor 't eerst."
Dat was te veel. Als ontzenuwd liet Karei
zich op een stoel vallen, drukte de handen
tegen de vreeselijk kloppende slapen en
steunde „O, God
Van Ree greep zijn hoed en verliet zonder
groet de kamer en het huis.
Mevrouw Delhorst scheen ijverig met haar
borduurwerk bezig en keek voor zich.
Marie, die reeds bij het begin van het
laatste gesprek de baoden voor het gelaat
had geslagen en bevig snikte, stond nu
langzaam van haren stoel op, naderde Karei
en sloeg hem onder een snikkend „Verge
ving, mijn lieveÜDg, ik zal u alles vertellen,"
de armen om den bals.
Doch hij weerde haar ruw af en sprak
met doffe stem „Ik weet reeds meer dan
genoeg, mejuffrouw de rest scbeuk ik u
gaarne. Gij bebt door het afleggen van den
ring den band, die ons verbond, verbroken
hetzij dan zoo, ziehier den uwen."
Met werpt hij haar zijn verlovingsring
voor de voeten en maakt zich gereed te
vertrekken.
„O Karei, ik bid u, hoor mij aan Tante
beeft er mij toe overgehaald, dien ring af te
leggeD, ja, bem zelfs oen paar dagen ver
stopt."
„Gij wilt dan de schuld op een ander
schuivendat heet ik edel.*
„En toch is het waar wat Marie daar
zegt, mijnbeer Groothart. Ik wilde niet heb
ben, dat zij bier voortdurend bij mjj in de
kamer zon blijven zitten en daarom heb ik
haar overreed, haar engagement geheim te
houden eu nu en dan eens met eenige
jongelui, die mij bekend zijn, uit te gaan.
Daartoe moest zij in de eerste plaats uw
bachtslieden, die inwoners zijn vaD de ge
meente Wieringerwaard.
Andere personen dan de onder 1 en 2
genoemde kannen deze voorstelling derhal
ve niet bijwonen, uitgezonderd de pers.
Zij, die tot een der genoemde rubrieken
behooren en deze voorstelling wenschen bij
te wonen, moeten zich op Zondag 19 Maart
e. k. des voormiddags tusschen 9 en 12
uur vervoegen ten huize van den heer
Boon, waar alsdan een commissie zitting
zal honden tot het afgeren van toegangs
bewijzen op naam en het verstrekken van
nadere inlichtingen.
De heer Boon zal ververschingen ver
schaffen tegen verlaagd tariefsterke drank
wordt evenwel niet geschonken.
Ook deze uitvoering zal door muziek
worden opgeluisterd, doch na afloop der
voorstelling wordt er niet gedanst.
Wekere v. R. inden Lisser-
broekpolder (Haarlemmermeer), die niet
wel bij 't hoofd is en wiens broeder on
langs is overleden en te Abenes begraven,
beweert, dat men zijn broeder levend heeft
begraven. Hij ging Maandag met een
schop naar het kerkhof en had de kist
bijna ontbloot, toen de doodgraver het be
merkte. Met moeite werd hem de schop
ontnomen, doch om hem verwijderd te
krijgen, is de hulp der politie moeten
worden ingeroepen.
Men meldt van TESSEL
van 11 dezer:
Een rasse gloed in het oosten van dit
eiland deed gisteren avond zien dat ergens
brand was uitgebroken.
Twee brandspuiten rukten uit nl. die van
Oosterend en van Oude Schild.
De woning en de schnur van den vee
houder H. Bremer, aan het gehucht Nieuwe
schild woonachtig, waren in brand geraakt.
Een kat die op den zolder vreeselijk te
keer ging, maakte de bewoners op het drei
gend gevaar opmerkzaam. Ijlings werden de
kinderen gered en toen moest men met
moeite eene bejaarde weduwe, die het voorste
deel van het huis bewoonde, in veiligheid
brengen. Er kwam eene koe in de vlam
men om, doch het overige vee werd gered.
Voorts werd er nagenoeg niets behouden.
De brandweer moest zich bepalen tot het
uiteentrekken van het hooi en het bewaren
der belendende perceelen.
Een en ander was tegen brandschade verze
kerd.
ring afleggen.
„Gij neemt eehter de zaak veel to hoog op!
„01 zoudt gij verlangen, dat uw meisje
dagen hier in eenzaamheid zou slijten, ter
wijl gij te Z. voor ridder speeldet Mij
dunkt, de mensch leeft om to genieten en
dan heeft men meer aan de aanwezigen dan
aan verre vrienden.*
„Houd op, mevrouw, uwe woorden zjjn
te afschuwelijk, om aan te hooren; gij zijt
geene vrouw. Ik veracht ui*
„En ik laat me door niemand in mijn eigen
huis beleedigen. Mijnheer, vertrek 1"
„Stel u gerust, ik ga al; de grond brandt
mij hier onder de voeten.*
„Met een „Vaarwel, Marie!* wendde hij
zich naar de deur.
Biddond strekte het meisje de armen naar
hem uit en viel onder den kreetKarei
met een doffen slag op den vloer.
Bij de deur gekomeD, wendde de jonge
ling nog eens het hoofd om, stond een
oogenblik in hevigen tweestrijd, keerde toen
op zijn schreden terug, knielde bij Marie
neer, nam baar hoofd in zijn banden en sprak
tot de inmiddels nabjj gekomen mevr.
Delborst„Een glas water, als 't u belieft,
mevrouw.*
Zwijgend reikte deze bem het gevraagde
toe, waarna hij het glas der bewustelooze
aan de lippen bracht en beproefde baar te
doen drioken. Na eenige vergeefscbe pogin
gen gelukte hem dat en nu sloeg Marie de
oogen op en zag bem o, zoo droevig aan.
Kareis toorn had plaats gemaakt voor een
naamloos wee en boezeer hem zijn Marie
ook tegengevallen was, toch begreep hij zeer
goed, dat bare tante eigenlijk van alles de
schuld droeg, daar zij het jonge meisje bad
overreed, zoo te handelen.
Voorzichtig hielp hij haar op een zetel
en nadat hij zich had overtuigd, dat zij
weder geheel was tot zich zelf gekomen,
stak hij baar vriendelijk de baud tot af
scheid toe. Zij greep deze, drukte haar
innig in hare handen en fluisterde„O,
neem mij met u.'
Dat kan onmogelijk, Marieik moet in
deze mij onbekende plaats nog logies zoeken.
Blijf gij dus bier.*
„En wat denkt gij dan verder te doen?*
„Morgen vertrek ik en ga naar S, teneinde
mijne zaken aldaar te regelen.
De minister van Binnen*
Undsche zaken heeft, met ingang van 13
dezer, het verbod van het nonden vau mark
ten van herkauwende dieren in de gemeente
PURMEREND opgeheven, voor zoover wol
vee betreft.
Door de Soc.-Dem. Onder-
wijzersvereeniging, afd. AMSTERDAM, zal
eerstdaags een protestmeeting worden be
legd tegen de Nederlandsche ichoolautori-
teiten.
Naar men mededeelt, hebben de soc.-
dem.-onderwijzers het i* den laatsten tijd
hard te verantwoorden, daar hun gangen
nagegaan worden, zoodat het hun onmogelijk
is, zich als vrije burgers to bewegen het is
daartegen dat zij thans hunne bezwaren ken*
baar maken in een meeting, waar als spre
ker zal optreden o. a. rar, P. J. Troelstra
van Leeuwarden.
Zij kreeg haar zin!
Een boerin uit een Noordhollandsch dorpje,
reisde dezer dagen per spoor naar Amster
dam. In den trein liad zij tot medereiziger
een net heer, die al heel spoedig vertrou
welijk met haar in gesprek was. Het boer
innetje vertelde onder meer, dat zij maar
een jongetje had eu nog zeer gaarne een
meisje er bij wilde hebben. Een week later
werd haar onverwacht een mandje thuis
gezonden met een lief meisje, waarbij een
koffertje met kleertjes.
Zij vermoedt, dat dit zonderlinge geschenk
haar ten deel viel door tusschenkomst van
den weiwillenden medereiziger.
Het is ons aangenaam de
algemeene aandacht ta mogen vestigen op
den vijfstigsten Jaargang van „DE HUIS
VRIEND," waarvan dezer dagen de eerste
Afleveringen verschenen zijn. Deze oude
Huisvrieud met tweehonderd keurige
gravuren was sinds vele jaren een ge
zellige, goede vriend in duizende gezin
nen steeds welkom. Dat hij dit blijver,
zal, lijdt geen twijfel, omdat hij altijd met
zijn tijd is meegegaan en zich streng ont
houden heeft van eenige inmenging op
staatkundig of kerkelijk gebied.
De Redactie wenscht volgens het
prospectus dat haar maandwerk uit
sluitend zal bijdragen tot beschaving, ont
wikkeling en veredeling van alle stauden.
Daar de prijs slechts 25 cents per maand
bedraagt, en de aanschaffing dus voor
niemand een overwegend bezwaar kan zijn,
zal de oude, nog altijd jonge Huisvriend,
opnieuw in menige woning een plaatsje
bereid vinden.
„Welnu, Karei, wilt gij mij dan nog één
dienst bewijzen Ik zal er u mijn geheele
leven dankbaar voor zijn."
„Als hot in mijn macht is, met genoegen.*
„Kom my dan morgen afhalen en geleid
mij nog eenmaal naar K.*
„Het zij dan zoo; morgen ochtend pre
cies negen uur zal ik hier aan de deur zjjn
en hoop, dat gij dan gereed zijt, want ik
wil dit noodlottig huis niet weer betreden.'
*Ik zal u niet laten wacbteu Karei.*
Op dit oogenblik kwam mevr. Delhorst,
die zich voor eenige oogenblikken had ver-
wijdtrd, weder de kamer binnen en keek
verwonderd naar de beide jongelui, die daar
band aan band stonden. Dat speet haar,
want dat strookte in 't geheel niet met de
plannen die zij met hare nicht had, en
waaraan ze reeds begin van uitvoering had
gegeven. Zij had nl. gehoopt, dat Marie nog
eenmaal de vrouw zou worden van Yan Rae,
ten einde daardoor een van hare familie
voortdurend in bare nabijheid te hebben,
Dat zou, meende zij, zeer bevorderlijk zijn
aan de gezelligheid van baar leren, daar zij
in A. met niet vele dames omgang had.
Spijtig sprak zy dan„U schijnt niet
veel haast te maken met nw vertrek, mijn
beer.*
Zonder haar met woord of blik te ver
waardigen, sprak Karei„Tot morgen dan,
Marie," en verliet het buis, waar hij weiDige
oogenblikken te voren zoo vrooljjk was
biuneDgekomen. Doch weg was na zijne
vroolijkheid, weg zijn hoop op een gelukkige
toekomst; alles had bij verloren door bet
spel eener karakterlooze vrouw, door die
gebate mevr. Delhorst. Maar was dan
Marie geheel onschuldig? Neen, ook zij
had bem bedrogen en daarom moest bet
tusscben bem en baar uit zijn, voor goed
uit. VolgeDS zijne belofte, zal bjj haar nog
naar hare ouders brengen eu dan, ja,
dan zou hij baar voor altijd verlaten.
Na eenig zoekeu vond Karei een logement
en verkreeg logies. Hoewel hij bijna den
geheelen dag niets gebruikt had, bestelde
hij nu onkel een glas melk en ging daarna
onverwijld naar zijne kamer, hopende in den
slaap vergetelheid te zullen vinden.
WORDT VERVOLGD.
*7