Uit en voor de Pers.
Buitenlandsch Overzicht.
een hiervan te vatten op wiens aanwijzing
ook zijn kameraden van boord naar het
politiebureau werden overgebracht. Daar
bleek geneeskundige hulp niet overbodig:
drie der heeren hadden gaten in het hoofd
vermoedelijk door steken met een mes toe
gebracht, terwijl een vierde aan het been
ernstig was verwond.
De schippers bleven in arrest en het on
derzoek wordt door de justitie voortgezet.
Invoer van Hollandsche-
Boter in Spanje. In het Ned. Landbouw
weekblad schrijft de heer L. B. Löhnis te
's Gravenhage:
Door H. M.'s gezant in spanje, baron
Gericke van Herwijnen, werd voor eenigen
tijd de aandacht van de Nederlandsche
regeering gevestigd op het feit, dat de im
port van boter uit Nederland in Spanje
zulk een hoogst onbeteekenend cijfer be
draagt, terwijl Frankrijk en vooral Dene
marken zich langzamerhand geheel van
dien handel hebben meester gemaakt.
Uit een nader onderzoek is mij geble
ken, dat de meeste exportfirma's van bo
ter bij ons te lande weinig relaties in
Spanje bezitten en zullen daarom onder
staande nadere inlichtingen, eveneens door
den Nederlandschen gezant verstrekt, er
toe kunnen bijdragen, belanghebbenden op
te wakken tot het aanknoopen van handels
betrekkingen.
De buitenlandsche boter dan, welke uit
Normandie en Denemarken betrokken wordt,
is steeds gezouten en wordt verzonden in
blikken van */<t 1, 5, 7, en II kilo's.
De beste tijd voor verkoop is van No
vemberApril; gedurende de zomermaan
den is de invoer veel minder.
Andalusië is een belangrijke
markt voor buitenlandsche boter,
daar de inlandsche boter ongezouten
en niet in blikken verzonden wordt, waar
door zij in dat warme klimaat spoedig be
derft, terwijl daarentegen de buitenlandsche
gezouten en in blikken verzonden wordt,
waardoor zij langen tijd tegen bederf ge
vrijwaard blijft.
Men betrekt ook versche ongezouten
boter uit Isigny (Normandië), maar dit
artikel is een weeldeartikel en weinig
courant.
Om zaken te kunnen doen, zouden Ne
derlandsche exporthuizen agenten in Span
je moeten aanstellen. Ten opzichte van de
Deensche boter is dit steeds het geval.
De hoofdagent van den heer Brnun uit
Denemarken is de heer Ravel te Parijs,
die te Madrid een agent heeft, die er op
zijn beurt anderen in de onderscheidene
Spaansche steden aangesteld heeft.
Voor nadere bijzonderheden verwijst de
Nederlandsche gezant tot de heeren Max
va» Hulst 'ijn, Ned. vice—consul te Madrid
Calle Correo 2, en tot den heer P. S.
Brüner, te Amsterdam.
Laatstgenoemde heer deelt mij mede,
dat hij gaarne bereid is, nadere inlichtin
gen en voorlichting te verstrekken en meen
ik dus niet beter te kunnen doen dan be
langhebbenden naar dat adres te verwijzen."
Zondagnacht is op het pro-
testantsche kerkhof ts OSCH het graf
waarin het lijk van den wachtmeester G.
Hoekman onlangs werd ter aarde besteld,
deerlijk geschonden, 's Ochtends vroeg vond
men den kuil geopend en de aarde rond
om verspreid. De lijkkist was ingetrapt en
op verschillende plaatsen zwaar beschadigd
en de krans in eene doos met glazen dek
sel op het graf geplaatst, was met vuil be
dekt, aan den ingang van het kerkhof neer
gezet.
Waarom men niet trouwt!
Een advocaat uit den Haag schrijft daar
over in „Hollandsche Lelie" o. a. het vol
gende
Trouwlust hebben we wel. Maar nu zijn
we vrij, en zal een vrouw ons vrij la
ten?
trouwring
reeds overstelpt met tranen en gebeden van
die vrouw en de dochters en vluchtte.
Als mijne zusters en bare vriendinnen des
morgens hebben gemusiceerd, geschilderd
en gehaakt, meenen zij zich al extra nut
tig te hebben gemaakt, en besteden de rest
van den dag zonder gewetenswroeging aan
wandelen, drinken, eten en uitgaan.
Een dergelijke vrouw leert dus later ge
heel op de beurs van haar man!
Mee geld verdienen, geen kwestie van:
alleen maar uitgeven, zooals zij nu haar
speldengeld uitgeeft.
Terwijl wij, mannen, zitten opgesloten
op kantoor en bureau, zien wij onze toe
komstige levensgezellinnen den ganschen
dag wandelen of voor het glas zitten met
een stramienwerkje.
Bereiden zij zich aldns voor tot de ern
stige taak, die haar wacht?
Zijn zij zoo zeker, dat haar man altijd
even geduldig haar luieren zal verdragen,
als hare ouders dat doen?
Mevronw, mijn ideaal is tegenwoordig(ik
ben helaas dikwijls een weinig verliefd)een
stil, eenvoudig meisje in een eenwig bruin
japonnetje, dat ik iederen dag naar een
apotheek zie stappen.
Ik heb zoo'n idee dat zij weet dat het
leven nog iets anders eischt dan luieren
en genieten. Roornsehe Ct.
De reder ij kerskamer Hofdijk
te HOORN zal bij gelegenheid van de
Coen-feesten in Mei a. s. een nieuw oor
spronkelijk historisch tooneeletuk met zaDg
opvoeren, getiteld:#UitOoen's leven" en ver-
vervaardigd door den heer H. Kroon Dz.
aldaar. Aan de decoratiën, costuums enz., zal
groote zorg besteed worden.
Naar men verneemt, kan
binnenkort de benoeming van den heer
J. P. Havelaar tot hoofddirecteur der pos
terijen en der telegrafie en van baron Van
der Feltt tot hoofdinspecteur der posterijen
worden verwacht. Haarl. Ct.
Als bewijs van den over-
vloed van aardappelen en de goedkoope
prijzen, kan dienen, dat aan de markt te
Breda een mud aardappelen werd verkocht
voor4 eieren.
Zondag j. 1, werd te Haar
lem een biljsrtconcoursgehouden
voor serie-spel, de meeste punten te be
halen in 10 stooten.
Er waren 6 deelnemende Vereenigingen:
4 uit Haarlem, 1 uit Heemstede en eene, ge
naamd Noorderkwartierbtstaande uit de
heeren: A. Pijper, v. Alkmaar, D. Nierop.
v. Nieuwe Niedorp, 3.Peetoom v. Schagerbrag
en A. Kist en de Geus, beiden van Zuidschar-
woude.
Door Noorderkwartier werd met 152
carambols de 1ste prijs behaald. De Eere-
prijs) uitgeloofd door den biljartfabrikant van
Roon te Haarlem, werd toegekend aan den
heer A, Pijper v. Alkmaar, die 54 carambols,
zijnde het meest aantal punten in zijne
serie, had gemaakt.
Nemen wij met den lichten
niet een zwaren last op ons van verplich
tingen
Ik heb een redelijk inkomen, mevrouw
en toch heb ik dikwerf moeite mijn kleer
maker op tijd uit te betalen.
Waarlijk, als ik zie hoe mijne zusters
en hare vriendinnen er in wedijveren wie
wel de mooiste en kostbaarste toiletten
zal hebben, dan schrik ik er voor terug
een van die dure modepopjes in mijn hnis
heerschappij te geven.
Een vriend van mij is er ingeloopen;
nu gaat hij al twee jaar gebukt onder zijn
eogagementsgeluk, want zijn meisje en hij
zijn allebei heel royaal opgevoed, en wil
len niet minder trouwen dan ze het thuis
gewoon waren. Go.-de hemel, wat tobben
die twee: ze schamen zich gearmd over
straat te loopen en kleureD, als men hun
vraagt, wanneer ze gaan trouwen. Alle
maal haar schuld. Als de vrouw geen
hooge eischen stelt, is de man ook gauw te
vreden, maar die meisjes!
Ik waag er me nog niet aan, hoor
Vooruit kan ik niet zeggen: »Wel, als
ik je vroeg, zou je met Brusselsche stoel
tjes willen doen en zonder meubelgordijnen
en met één beste japon?" Ik kan mijn
vrouw geen f 200 kleedgeld geven, zooals
in uw blad werd genoemd in No. 34, en ik
besteed ook zelf niet meer dan f175.
Maar waarvoor ook die overvloed van ja
ponnen?
Ik hoorde voor twee jaar een meisje hier
in den Haag tot haar vader zeggen dat zij
met minder dan zeven japonnen niet naar
de Leidsche studentenfeesten kon gaan.
Ronduit gezegdik dacht over haar, maar
daarop ben ik een poos de stad uitge
vlucht. Ik dacht zoo: „ever 20 jaar heb
ik misschien wel twee dochters, die ook
naar de studenfeesten zullen willen, ieder
met zeven japonnen." En ik voelde me
Karl Marlo en lJr-of.
Het laatste nummer van
de Gids bevat een merkwaardige bijdrage
op sociologisch gebied, van prof. Quack,
Het zijn enkele beschouwingen bij een
paar bladzijden van Karl Marlo, profes
sor in de chemie aan de hoogere In
dustrieschool te Cassel, die door de scherpe
contrasten in de maatschappij getroffen,
fleschjes, hevels en retorten met rast
liet en zich ging wijden aan de studie
der sociale beweging der menschheid, In
het jaar 1843 zette hij een werk op
waarin hij de grondslagen van een betere
inrichting der maatschappij poogde te
leggen, dat tot aan zijn dood, in 1865
in afleveringen verscheen.
Marlo was geen communisthij stond
van het „regime" der gelijkheid even
ver als van het economisch liberalisme.
Hij wilde de concurrentie, die de spring
veer der maatschappij is, behouden, maar
toch de menschheid meer maatschappe
lijk maken. En bij de verwezenlijking
dier gedachte volgt hij den weg, ook
door Lasalle ingeslagen en die voor dezen
de brug moest vormen naar de commu
nistische maatschappij, nl. de productie
associatie. De toestand van ondernemers
en loontrekkende arbeiders moet opgehe
ven wordenhij wil groepen vormen
van gelijk-geinteresseerden.' Men zou het
kunnen noemen een economisch federa
lisme.
De huidige maatschappij beschouwt hij
met saroastischen blik. Vlijmend scherp,
maar treffend juist is de schildering der
groepen waaruit zij bestaat. Hij onder
scheidt in de aristocratische, de pluto
cratische en de democratische partij.
Aan de eerste behoort, het verleden,
aan de tweede het heden en de derde
de toekomst.
De grondtrek van het karakter der
aristocratische partij zegt Marlo
is het geloof aan haar persoonlijke
waarde. Haar voorrechten houdt zij voor
aangeboren goederen en is van de over
tuiging doordrongen, dat zij zich even
zoozeer door edeler opvatting en gezind
heid als door edeler bloed soortelijk van
het volk onderscheidt. Zij streeft naar
ideële belangen, met versmading der
stoffelijke als harer onwaardig. Zij houdt
voor alles vast aan de eer van haar
stand en aan fijne edele zeden zjj heeft
vaderlandsliefde, tracht naar roem, toont
zia voor kunst en wetenschap, en neemt
dikwijls, als geloovig lid der kerk, ern
stig aandeel in haar lotswisseling. Zij
hecht groote waarde aan vormen en geeft
bij het najagen van haar doeleinden aan
den rechten weg de voorkeur boven den
krommen, aan het directe machtsbetoon
boven het indirecte; waardeert en schat
de rechten naar hun ouderdombehan
delt haar tegenstanders uit de hoogte en
houdt den oorlog voor het passende middel
om politieke vragen op te lossen. Zij
dweept met de middeleeuwen en is vol
van de tegenstrijdigheden van dit tijdvak.
Zij beroemt zich op een goddelijke wijding
van haar voorrechten, ziet met gering
schatting op het volk neder en hecht
toch waarde aan zijn liefde. Zij neemt
het Christelijk idee der menschelijke ge
lijkheid aan, doch niet voor deze, maar
slechts voor de wereld aan gene zijde
van het graf. Zij verlangt van het volk
betrachting van alle Christelijke deugden,
zonder zelve die in toepassing te brengen,
en raadt het volk aan met weinig te
vreden te zijn, terwijl haar zelve bij
vele dingen de berusting ontbreekt. Haar
fouten zijnheerschzucht, hoogmoed,
rangzucht, trots en minachting voor den
arbeid.
Haar deugden moed, eergevoel, fijn
heid, goedgehumeurde welwillendheid en
mildheid.
De grondtrekken van haar rechtsbe-
lijdenis zijn een erfelijke troon, omgeven
en gesteund door trouwe vasallen, een
uit de verschillende rangen van den adel,
uit prelaten en uit gevolmachtigden van
stedelijke gemeenten samengestelde Ka
mer, handhaving van familie-fideï-com-
missien en verband op het grondbezit,
behoud van een strenge gilde-inrichting,
die het voeren van het bedrijf in 't
groot uitsluit, en verzorging der armen
door de plaatselijke gemeenten.
Wij rekenen zegt de schrijver tot
de aristocratische partij niet de Legiti
misten, die even weinig den geest van
het verleden als van het heden begrijpen,
die niet inzien dat het koningschap de
sluitsteen in het groote gewelf van het
monopolisme vormt, en die dat koning
schap meenen te redden, wanneer zij I
afstammelingen van oude dynastieën op
den troon van liberale staten handhaven.
Evenmin willen wij daartoe tellen de in
onze dagen zoo talrijke uit den erfadel
ontsproten bastaarden, die, aangetast door
de verrotting van het liberalisme, zich
op grond van hunne afstamming, ook
dan nog voor edellieden houden, wanneer
zij, met de hebzucht in 't hart, den glans
van het geld hooger achten, dan dien
van hun geslacht. Die der „bourgeoisie"
concessien doen, om zeiven uit de bron
der verwerfsvrij heid te scheppen; die, met
het uitzicht op een zetel in een plutocra
tische kamer zich willen vergenoegen om
daarnaast hun gelukskans in winstgeven
de ondernemingen in beurszaken te beproe
ven en op die wijze de vermetelheid hebben
aan beide tafels te willen smullen. Zij belmo
ren inderdaad wel in de laatste p'aats tot
den kring der aristocratie, want zij hebben
zich zelven van hun waarde ontdaan.
De democratische partij met haar
deugden en ondeugden mogen «e zeker
wel laten rusten. Slechts dit stippen we
er van aan. De democratische partij streeft
in de verste verte niet naar overwel
diging, maar slechts naar inlijving der
twee andere partijen zij streeft niet naar
zelfbehoud als partij, maar veeleer naar
opheffing van alle partijenzij doet niet
haar eigen zaken, maar die der maat
schappij zij verlangt rechtvaardigheid
voor allen. De grondwet van haar karak
ter bestaat daarin, dat zij de waarde der
menschen noch naar geboorte, noch naar
vermogen, maar uitsluitend afmeet naar
de verdienste welke de mensch door zijn
verrichtingen voor het welzijn der maat
schappij zich verwerft.
Verstaat men zegt Marlo zooals
dit dikwijls geschiedt, onder de demo
cratische partij niet het volk zelf, maar
zijn leiders, die zich den strijd voor zijn
rechten tot levensstaak stellen, zoo toont
standen niet te brengen. De zedelijke
roffel, die slapenden anders wakker maakt,
liet hen koet. Het is een droevige ge
schiedenis, die onze vertegenwoordigers
niet in het vergeetboekje moeten wanen,
zoodat zij thans weer rustig aan andere
legerwetjes kannen gaan knutselen: neen,
het hart van de besten bloedt nog al
tijd aan de toen toegebrachte wond.
Thans geldt het niet de onzedelijke en
onredelijke wet der conscriptie, maar een
niet handhaving van den census
van het kiesrecht.
Een kloek, vooruitziend en doortastend
minister zoo zegt Schr. heeft de
grootsche taak ondernomen, het onrecht
dat het uitoefenen der staatsburgerlijke
rechten alleen aan het bezit van geld
verbindt, op te heffen
Frankrijk, Duitschland en Engeland
zijn dan ook dien weg reeds opgegaan.
Bij ons te lande heette het, dat men
geleidelijk het kiesrecht zou kunnen uit
breiden. Maar men heeft nu veertig ja
ren laten verloopen, en behalve eenig
geknutsel met de kiesdistricten, volsla
gen stilstand in dat opzicht laten heer-
schen. De tijd voor het regelmatig ont
wikkelen schijnt voorbij. Onze negen
tiende eeuw waarin volgens Thorbecke
het beginsel van het algemeen stemrecht
werkelijkheid zou worden spoedt ten
einde.
Uitstel, ieder begrijpt het is geen af
stel meer
En het wordt inderdaad ook meer dan
tijd, dat de natie zich van den bezitstitel
losmaakt. Op het terrein van het staats
leven moet de klimmende ongelijkheid
in het maatschappelijk bestaan worden
bestreden de staat moet het veld wezen
waar de klasse-verdeeling ophoudt.
Trouwens de mannen van den buidel
moeten twee dingen wel bedenken. Aller
eerst mosten zij weder leeren gevoelen,
dat er in geheel het maatschappelijk en
staatkundig leven van het volk een hooge-
ren toon moet komen, dat waarin zij zich
verkneukelen.
Het gaat niet aan de uitbreiding van
het kiesrecht als een noodzakelijk kwaad
te beschouwen, als een soort van vergif,
dat de apotheker op een goudschaaltje
wikt en weegt, vóór dat hij het als ge
neesmiddel stempelt.
Liberale partij van het jaar 1848
waar is uw levensmoed en uw drijfkracht
gebleven Bij wijlen is het, als of wij
uit den boezem van onze natie den kreet
tot u hooren opgaan: Varus, Varus, wat
hebt gij met mijn legioenen gedaan
Al die stoutmoedige liberalen van vroe
ger zijn toch thans bedaarde, gematigde
lieden geworden van de partij der orde
en van het behoud; conservatieven, die
een medelijdenden glimlach en een schou
derophalen over hebben voor een ieder
die er van gewaagt om in de ziel van
het volk een edelen hartstocht te wer
den en toch zal de idealist het
BELGIE en zijn hoofdstad BRUS
SEL hebben ter zrke der kiesrecht
kwestie, welke in dat land is getreden
in het stadium, dat gemeenschappelijk over
leg zoo goed als onmogelijk en elk der
partij zich gereed te maken scheen, tot het
uitvechten der kwestie door middel
werkstakingen, dynamiet-aanslagen,
niets
de partij, zonder tegenspraak, een be
paald eigen gesteldheid.
De liberale fractie karakteriseert zich
door onstuimigen vrijheidsdrang, de com
munistische door dwepende overgave, en
de federale door standvastige vormdrift
of neiging tot organisatie.
"Wat Marlo ten aanzien der Plutocra
tie in het jaar 1850 schreef heeft al
dus merkt prof. Quack directeur der
Nederlandsche Bank, op ook in het
jaar 1893 nog niet zijn beteekenis ver
loren. Want welk een Chineesche muur
van bezwaren wordt vooruitgeschoven
nu ons volk, wat zijn inrichting en zelf-
regeering betreft, zich van het alleen aan
geldbezit verbonden staatsburgerschap
poogt los te maken. Onze rijkere standen
geven hun spel niet spoedig gewon u en
en werken geleidelijk tegen. In hun log
heid schuilt hun wijsheid. Daar is iets-
onmannelijks in hun houding. Geen kloek
edel woord kemt van hun lippen. Zij heb
ben geen vertrouwen in de toekomst.
Nieuwe wetten zouden zij desuoods in
deze materie willen, maar geen nieuwen
geestestoestand. Aan de kwalen van het
maatschappelijk lichaam, dat zich ook
beklaagt over den census, wenschen zij
liever wat chloroform toe te dienen
Voor twee jaar vervolgt prof Quack
hebben wij eenzelfde bittere ervaring
moeten opdoen, toen door den minister
Bergansius beproefd werd den persoon
lijken dienstplicht in het leger los te
wikkelen van het onteerend privilege van
het geld. Maar tot die daad van energie
en krachtsontplooiïng waren onze rijkere
en toch zal de idealist het winnen.
Want dit is het grondbeginsel van staat
en maatschappij, dat de samenleving niet
op den duur kan geluid worden volgens
regelen van een kruideniersbrein en dat
de gemeenschap te gronde gaat, wanneer
uitsluitend gewoonten der beurs daarin
voortwoekeren. De man van zaken buigt
bijna altijd het voorhoofd naar beneden,
waar nog iets te halen of te schrapen
valt en hij moet die oogen weder
opslaan naar den hemel, die zich boven
hem welft. Alleen het hooge begrip van
menschenwaarde, in samenhang met dat
der broederschap, is in staat den voor
uitgang van staat en maatschappij te
waarborgen.
In verband daarmede moeten onze
hooger geplaatste kringen weder vertrou
wen leeren hebben op wat men het volk
noemt.
Op dit oogenblik doen zeer lage driften
zich in enkele volkskringen gelden, maar
wij hebben ons zelven de vraag te stel
len, of niet veel daarvan, bijna alles, on
ze eigen schuld is Deden wij veel ter
opleiding, ter veredeling dier klasse Heb
ben wij, toen de Nederlandsche werkman
volgens den drang der geschiedenis, zijn
intrede op het staatsterrein deed, iets ge
daan om hem tegemoet te komen en ons
met hem te verstaan Integendeel. Ons
gebaar was even afwijkend als onze blik
weinig bemoedigde. Toch hadden de Oran-
je's ons altijd een goed voorbeeld gege
ven. Zij kwamen het volk altijd halver
wege te gemoet. Geheele tijdvakken on
zer geschiedenis dragen den titel „Oranje
en de democratie."
Uit het volk zegt Q. rijzen ieder
keer de lieden op, die den tijd verheffen.Uit
het volk komen ook bij ons te lande de
helden der hooge kunst, de eenigen die,
te beginnen met Rembrandt, onzen Hol-
landschen naam zullen doen leven, als
allee bij ons afgestorven en verdord is.
Uit de volksklasse kwamen onze de Ruy-
ter en zoovelen onzer vlootvoogden die de
onstuimige geweldige zee lief hebben ge
had en die inzagen dat over de rollende
schuimende baren de weg der vrijheid en
van den voorspoed voor ons allen liep.
Overal in gansch Europa hebben in tij
den van geestelijke afmatting of verfij-
ning juist de mannen van het volk den
gezonden toon weer aangeslagen en het
leven in zijn volheid tot zijn recht ge
bracht.
„Helpt het volk ook om uwentwil
zoo riep eenmaal Maurice in Engeland
den rijkeren toe„er is gevaar dat gij
louter geldjaren wordt; denkt er aan,
hebben, dat
een Bun-
weg u te
hoe gij soms noodig kunt
uit de klasse der werklieden
yan oprijst om den beteren
wijzen."
van
oproeren en revolutie, België en zijn
hoofdstad hebben moeielijke, gevaarlijke
dagen achter den rug en de Dinsdag (18
April) is voor dat land een der gewich
tigste.
De Réforme vergeleek den toestand met
dien van 1848.
(/Brussel verkeert in staat van beleg op
den grooten dag der herziening van art.
47. De politie verbiedt de meetings der
burgers* schrijft de Réforme die van
den beginne af de algemeene werkstaking
heeft afgekeurd »de burgemeesters be
letten eiken arbeidersoptochtde Zont
nevtre strekt zich over de geheele hoofd
stad uitde geheele burgerwacht zal op
de beeu zijn en gesteld worden onder de
bevelen der legercommandantentreurige
berichten komen uit de provincienieuwe
lijken van arbeiders zijn gevoegd bij zoo
vele anderemen heeft het oogenblik van
opwinding bereikt, waarop de geweren van
zelve afgaan en. de gemeenteraad van
BrnSsel biedt zijn gelukwenschen hun aan,
die de burgers neergesabeld en doodge
slagen hebben.
Dit is hartverscheurend 1 Dit is af
schuwelijk
Etn der liberale "Vlaarasche
bladen laat zich aldus uit over deD
toestand:
„Europa schijnt diep ontroerd, en ter-
wijt de groote mogenheden toezien en
wachten om tnsschen te komen, tot het
uiterste oogenblik, zijn de kleine staten,
de onzijdige landekens, in vollen oproer.
„In België stroomt het bloed. Wanor
ders te Brnssel, Gent, Bergen, Luik, en
in de voornaamste nijverheids-centrums,
vooral in den Borinage.
,/Bloedige botsingen hebben plaats, aan
vallen van ruiterij worden uitgevoerd, nood
zakelijk gemaakt door de dreigende hou
ding der werkstakers, die alles verbrijzelen,
de gasbuizen doorsnijden en aldns brand
stichten, met steenen en petroleum naar de
politie en de soldaten werpen.
Hier echter is de sociale kwestie voor
de zaak de onlusten zijn van
zuiver politieken aard
,/De Belgen eischen het algemeen stem
recht en de vijandigheid der Kamer aan
dien maatregel, heeft de werkersbevolking
verbitterd, die in elk geval zegt, dat zij
de meerderheid vormt, en dus hare poli
tieke rechten wil hebben."
Dit is eene der kalme beoordeelingen
over den toestand in België.
Debeer Buis, burgemeester vanBrussel,maak
te Zondag ingezelschap van den beer Graux
(eeu der liberale leiders) een wandeling over
de Avenue Lonise. Een troep werkstakers,
die een betooging hielden, onlmoetten den
heer Buis en toen zij hem herkenden, werd
hem door een der manifesteerenden met
een stok met looden knop een slag in den
nek toegebracht. De heer Buis werd, ernstig
gewond, naar zijn wouing vervoerd.
De aanval op den heer Buis werd ge
daan na afloop van eene socialistische bij
eenkomst. De heer Buis bevond zich op
den openbare weg, toen men hem aanrandde
en verloor zijn bewustzijn tengevolge van
het bloedverlies. De geneesheeren hebben
hem daarom volkomen rust voorgeschreven.
De eerste der wethouders, Andrié, is voor
looping als plaatsvervanger van den bur
gemeester opgetreden.
Een aantal politie-agenten en gendar
mes kwam terstond te hulp en dreef de so
cialisten, die hen met revolverschoten ont
vingen, uiteen. Eene socialist werd bij de
charge der agenten gewond. Twee der bel
hamels werden in hechtenis genomen.
Te Brussel heerschte overigens volkomen
rust. De socialisten hielden een bijeenkomst
in de voorstad Saint Gilles. In deze ver
gadering noodigde de socialistische leider
"Volders, de werklieden uit om Dins
dag (wanneer de Kamer weer bijeenkwam
om een beslissing te nemen over het be
middelingsvoorstel-Nijssens betreffende het
verleenen van het algemeen stemrecht) een
grooten optocht te organiseeren, die in deze
voorstad een demonstratie zou houden.
De heer Buis is reeds sedert jaren burge
meester van Brussel en behoort tot de libera
le partij, welke hij ook als afgevaardigde
van Brussel in de Kamer vertegenwoordig
de. De ongeregeldheden, welke dezer dagen
te Brussel plaats vonden, werden door de
sociaal-democraten vooral aan hem geweten,
omdat het hardhandig optreden der politie
tegenover de betoogers op zijn bevel was
geschied. De ontevredenheid werd nog
vermeerderd door de proclamatie, welke de
burgemeester uitvaardigde en waarin hij de
rustige burgers aanspoorde thuis te blijven
opdat de politie de werkelijke rustverstoor
ders zou kunnen treffen.
Niet alleen de socialisten, maar ook de
radicalen waren daarom zeer fel op den heer
Buis gebeten. Da Réforme, het orgaan der
radicale partij, bevat een heftig artikel tegen
den burgemeester, dat aldus aanvangt»Er
bestaat op het oogenblik een ernstig ge
vaar voor de openbare orde te Brussel, en
dat is de burgemeester Buis."
De Réforme vergelijkt deu heer Buis
met de vorige burgemeesters Auspach en de
Brouckère en betoogt, dat hij de koelbloe
digheid mist die in dergelijke moeielijke
tijden noodig is. Ten slotte noemt het blad
den tegenwoordigen burgemeester een
„autocraat, die met politie-geweld de orde